Lessen uit Lyon – jaarlijkse excursie

Wat hebben we gezien in Lyon dat we vooral wel of niet moeten toepassen in de Nederlandse stedenbouw?

<
>

    Begin oktober stapten we met 16 collega’s op de trein naar Lyon voor onze jaarlijkse bureauexcursie. Drie heel gezellige dagen in een stad met een prettige sfeer en mooie wijken – oud en nieuw. Wat viel ons op en wat leerden de projecten ons?

     

    Les 1: Wat nieuw wordt gebouwd lijkt op wat er in het verleden is gemaakt; goed beheer is essentieel. 
    Lyon Part Dieu is het schoolvoorbeeld van een jaren 70 business district: hoge torens verbonden met betonnen decks. Jammer genoeg zak je er nu bijna doorheen. Het is een plek geworden waar daklozen hun tentje opslaan en het groen is doorgeschoten. Direct daarnaast is een nieuw daklandschap gemaakt, op het dak van de Westfield Mall. Met een geweldige speeltuin en de foodcourt trekt dit dak zelfs op zondag, als de winkels dicht zijn, enthousiaste bezoekers. Privaat beheerd lukt het kennelijk wel om de buitenruimte op niveau te houden.

    Waarom maken we zoiets dan weer? En kunnen we het deze keer wel in stand houden? Illustratief voor wat we eigenlijk al weten: we vinden de stad steeds opnieuw uit, maar vergeten dat er meer nodig is dan een mooi plan opleveren. Stedenbouw is hard werken, ook als het al gebouwd is. Goed beheer is net zo belangrijk als het ontwerp van nieuwe ruimtes in de stad. Zonder onderhoud kunnen mooie plekken snel verloederen.

     

    Les 2: Bouw door op wat er is.
    In de nieuwbouw van La Confluence langs de rivieroever van de Saône is het industriële en logistieke verleden nog goed zichtbaar. Oude structuren zoals kranen, rails en funderingsvloeren zijn behouden en als landschapselementen ingepast in de nieuwe openbare ruimte. Fabrieksgebouwen zijn getransformeerd tot culturele en commerciële ruimtes, zoals de oude suikerfabriek Le Sucre, die nu functioneert als een populaire club en cultuurplek. Het mooiste is het betonnen basement dat over de lengte van de kade doorloopt. De nieuwe gebouwen zijn erop gezet, en daarmee hecht de nieuwbouw op een natuurlijke manier aan de vloer. De samenhang langs de kade wordt er op een subtiele manier mee vormgeven: je ziet het bijna niet, maar je voelt het wel. Het laat zien hoe je letterlijk kunt ‘bouwen op wat er al is’.

     

    Les 3. Betrek kunstenaars.

    Architectuur zegt meer als er een verhaal in verborgen is. In La Confluence is bij ieder nieuwbouwproject een kunstenaar betrokken. Alleen de goede kijker ziet wat er is toegevoegd. Mooiste voorbeeld is het gebouw dat over de kade steekt. In de glazen gevel is een foto geëtst van de situatie voordat het gebouw er stond. Daardoor kun je ‘door het gebouw heen kijken’ naar het verleden. Ook de groene en oranje dozen hebben een gevelpatroon dat door een kunstenaar is ontworpen. Ze zijn niet subtiel, die kleurknallers, maar wel omarmd door de stad. Het oranje gat heet de puntenslijper: hier kan de potloodvormige toren van Part Dieu aan worden gescherpt. Mooi of lelijk is niet meer zo relevant als en gebouw onderdeel wordt van het collectieve geheugen van de stad.

     

    Het programmaboekje van de excursie stedenbouw naar Parijs met daarin alle projecten en omschrijvingen kun je hier inzien en downloaden.