Het grootste sportpark van iedere gemeente: de openbare buitenruimte

Discussie: hoe richt je de openbare buitenruimte in zodat hij uitnodigt tot sport en bewegen?

<
>

    Stedenbouwkundige bij Urhahn Wendy van Kessel bespreekt voor Sport doet Groen met ondernemer Petra Pluimers en beleidsadviseur Mark Ouendag twee voorbeelden van een beweegvriendelijke omgeving in de stad Utrecht. Hoe zorg je ervoor dat deze buitenruimte uitnodigt tot sport en bewegen? Hoe richt je zo’n omgeving in? En aan welke randvoorwaarden moet je dan voldoen?

     

    Casus 1 : De Daphne Schippersbrug

    De Daphne Schippersbrug is een bijzondere locatie die de binnenstad met de wijk Leidsche Rijn verbindt. De brug heeft verschillende functies: aan de stadskant bevindt zich een schoolplein met een verhoogd plantsoen. Een slimme, geïntegreerde oplossing waarbij de buitenruimte zich leent voor sport en spel. Voor schoolkinderen, maar ook voor de buurt. Voor zowel georganiseerde, ongeorganiseerde als anders georganiseerde sport. De brug verbindt twee verschillende stadsdelen en is daarmee ook onderdeel van een netwerk: voetgangers en fietsers gebruiken de brug om van en naar de stad te komen.

    De stad groeit, maar de ruimte groeit niet mee. Daarom is een goede afstemming bij de start van een project als deze belangrijk. Beleidsadviseur Mark Ouendag: “Wij proberen vanuit de gemeente de openbare ruimte te zien als één geheel, waarbij verschillende functies samenkomen.” Mobiliteit, groen, speeltoestellen en trapveldjes, maar ook klimaatadaptatie is één van die functies. Een trapveldje kan bijvoorbeeld ook goed dienen als waterafvoer. De diversiteit aan functies en het feit dat verschillende doelgroepen (schoolkinderen, de buurt, jong en oud) van deze plek gebruik kan maken maakt dit een mooi voorbeeld van een beweegvriendelijke omgeving.

     

    Casus 2: Sportplek onder de brug in Kanaleneiland

    Een andere, beweegvriendelijke plek in Utrecht is de openbare sportplek in Kanaleneiland. Deze bevindt zich onder de brug aan het Amsterdam Rijnkanaal. Petra Pluimers, directeur- bestuurder van het FDC-centre in Utrecht: “Deze plek is natuurlijk ontstaan. Het is overdekt, waardoor je droog kunt sporten. Wij organiseren hier activiteiten (bootcamp, krachttraining, danslessen en meer) voor jong en oud. In corona tijd zelfs dagelijks.” Er is daarnaast een grote groep mensen die hier zelfstandig sport, bijvoorbeeld met behulp van de krachtapparaten. Maar een andere groep vindt het prettig om meer begeleiding te krijgen en daar kun je als ondernemer op inspelen.

    Niet elke plek leent zich ervoor om een openbare sportplek te worden. Stedenbouwkundige Wendy van Kessel: “Het begint bij de basis: als je ervoor zorgt dat een plek schoon, veilig, toegankelijk en aantrekkelijk is ingericht dan nodigt het al uit om er gebruik van te maken.” Veilige plekken en een mooie omgeving: dit kunnen aanjagers zijn voor andere ontwikkelingen.

     

    Beweegvriendelijke stad van de toekomst

    Wendy: “We moeten ons ook beseffen dat wandelen, fietsen en spelen voor kinderen belangrijke activiteiten zijn. Dit zijn de meest voorkomende manieren van beweging in de openbare ruimte. Daarom zijn dat belangrijke categorieën om niet te vergeten bij het ontwerpen van een beweegvriendelijke stad.”

     

    Kansen voor verenigingen en commerciële aanbieders

    Mensen sporten tegenwoordig steeds meer in de openbare ruimte. Maar, dat hoeft geen concurrentie te zijn voor een vereniging, het biedt juist kansen. Petra: “Een voetbalclub of dansschool kan bijvoorbeeld activiteiten organiseren in de buitenruimte waardoor kinderen in de wijk kunnen deelnemen.”

    Deze manier van sporten is laagdrempelig maar ook georganiseerd. Zo’n programma kan goed werken voor mensen die het lastig vinden om genoeg beweging te krijgen. Verenigingen kunnen ook binnen hun eigen accommodaties samenwerken. Bijvoorbeeld door een BSO een paar dagen per week gebruik te laten maken van de kantine en zo kosten te kunnen delen. Mark: “Deze samenwerkingen kunnen op de lange termijn ook een oplossing zijn voor bijvoorbeeld het vrijwilligerstekort of het organiseren van activiteiten.”

     

    Slim beleid

    Hoe kun je als gemeente een visie bepalen om tot een slim beleid te komen? Mark: “Je kunt niet alles perfect uitdenken, je moet juist aan de slag gaan. Pas dan kom je erachter wat werkt en waar je kunt verbeteren.” Wil jij zelf ook aan de slag met de beweegvriendelijke omgeving (BVO)?

     

    Doorlopend onderzoek naar de Beweegvriendelijke stad

    Urhahn publiceert met het boek ‘Buitenkansen voor een uitnodigende buitenruimte’  een verbreding van het langlopend onderzoek en eerdere boek van Urhahn: De Beweegvriendelijke Stad. Daarin staat een stad waar fysiek bewegen een vanzelfsprekend onderdeel is van het dagelijks leven centraal. Met beide publicaties laat Urhahn zien hoe een buitenruimte met fijne speelplekken, die fungeert als één grote sportschool, waar je veilig kunt opgroeien en oud kunt worden, uitnodigt tot gebruik en ontmoeting. Via slimme ingrepen – van het plaatsen van waterkraantjes en kluisjes bij hardlooproutes tot het openbaar maken van schoolpleinen – wordt er gewerkt aan een beweegvriendelijke stad voor alle inwoners, bezoekers en werknemers.

     

    Ook Buitenkansen benutten?

    Het boek Buitenkansen biedt tools en inspiratie voor een uitnodigende buitenruimte die verleidt tot gezond gedrag. Bestel het boek bij de lokale boekhandel Nawijn & Polak. Of bestel online bij vakboekhandel Architectura&Natura. Blader hier door het gehele boekHet boek De Beweegvriendelijke stad is inmiddels uitverkocht, maar wel digitaal te lezen:  blader online door De beweegvriendelijke stad of The active city

    Het Kenniscentrum Sport & Bewegen biedt wetenschappelijke kennis, tips en inspiratie: