Bottom-up aanpak voor gebiedsontwikkeling bij lage programmatische druk

Ondernemers worden deelgenoot van alternatievenstudie voor bedrijventerrein Breekland II in Langedijk.

<
>

    Alternatievenstudie

    Het regionale aanbod voor bedrijventerreinen in Noord-Holland Noord is dermate groot dat de gemeente Langedijk heeft geconcludeerd dat het weinig zinvol is om het eerder geplande aanbod voor Breekland II te handhaven. In opdracht van de gemeente Langedijk hebben Sjoerd Feenstra van Urhahn stedenbouw & strategie en Peter Oussoren van Appm Management Consultants een alternatievenstudie uitgevoerd. Het doel van de studie is om te verkennen of er andere invullingen dan een bedrijventerrein mogelijk zijn, om eventueel al gegadigden te vinden die daarin passen en de gemeente te adviseren welke vervolgstappen gewenst zijn.

     

    Ondernemers worden betrokken

    De toekomst van Breekland II wordt gedragen door (lokaal) ondernemerschap en in de alternatievenstudie is gewerkt aan een aanpak die zo snel mogelijk dat ondernemerschap opzoekt. Deze bottom-up aanpak past bij de gebiedsontwikkeling in dit tijdsgewricht en bij een regio waarin de programmatische druk laag is. Het is zinloos om vanaf de tekentafel een nieuw vergezicht te schetsen voor het gebied en daarna te hopen dat er een ondernemer of investeerder bereid is hierin te stappen. Door ondernemers deelgenoot te maken van het proces en van de verkenning van de mogelijkheden kunnen betere resultaten worden behaald.

     

    Allereerst zijn 1-op-1 gesprekken gevoerd met ondernemers, ontwikkelaars, mensen met ideeën en initiatieven. De gesprekken hebben veel informatie opgeleverd met betrekking tot de marktpotentie van Breekland II. Daarna is de oogst vertaald in een aantal beeldende en samenhangende alternatieven en daarbij is ook al voorzichtig gekeken naar de haalbaarheid van deze alternatieven. Per ontwikkelmodel komen de programmatische kansen samen in een ruimtelijke schets. Aan die schets is ook een eerste idee van een ontwikkelstrategie gekoppeld.

     

    Strategie voor een beter vestigingsklimaat

    De basisgedachte voor het gebied is dat de ruimtelijke kwaliteit omhoog kan, zodat er een beter vestigingsklimaat ontstaat langs de Diepsmeerweg. Deze weg heeft de potentie om een bovenlokale aantrekkelijke fietsroute van dorp tot duinen te worden: in 8 kilometer fietst men van de Dorpsstraat in Oudkarspel door het typische Noord-Hollandse open landschap over het Noordhollandsch Kanaal naar de duinen en het strand. De route wint aan recreatieve kwaliteit als er langs de route het nodige te beleven is. Daarin kan het deel tussen Oudkarspel en de N245 een belangrijke bijdrage leveren. Gedurende de tijd van ontwikkeling en kwaliteitsverbetering zou er gewerkt kunnen worden met verschillende functies voor het achterliggende middengebied: agrarisch of een zonneweide. Deze functies kunnen na verloop van tijd verdwijnen als de kwaliteit stijgt. Dit is een geleidelijke groeistrategie. Het tempo waarmee de kavels langs de Diepsmeerweg van functie verkleuren, hangt af van het tempo waarin initiatieven vanuit de markt zich aandienen.