De Tuinen van Zandweerd, Deventer

Proeftuin Aardgasvrij de Tuinen van Zandweerd

Wat begon als een raamwerk van tuinen in een weinig kansrijk gebiedje naast een stinkende rioolwaterzuivering, is straks een natuurinclusieve woonwijk voor ambitieuze bewoners. Voor woningen van zelfbouwkavels tot sociale huur tiny houses in een wijk waar mens, plant en dier floreren. In de Tuinen van Zandweerd kunnen zij informeel wonen aan tuinpaden rond een oude uitloper van de IJssel, waar de natuur letterlijk de vrije loop krijgt. De Tuinen van Zandweerd in Deventer is een Proeftuin binnen het rijksprogramma Aardgasvrije Wijken. Het woningaanbod werd fiks overtekend door woningzoekenden uit heel het land. Mensen met meer natuur- en mensinclusieve ambitie dan wij hadden durven dromen.

 

Duurzaam sociaal wonen met de charme van een volkstuin

Het is in de Tuinen van Zandweerd gelukt om echt natuurinclusief te bouwen. Met een warmtenet op restwarmte uit de rioolwaterzuivering waarmee ook de omliggende wijk van het gas af kan. Met samenbouw en zelfbouw, betaalbaar, collectief, duurzaam en fysiek en mentaal gezondheid. Frappant is dat juist deze wijk vertraagd is door de bouwstop vanwege stikstofoverschot.

 

Duurzaam bouwen langs tuinpaden in totale integratie met de natuur

De Tuinen bestaan uit bebouwde en onbebouwde tuintegels in een raamwerk van groene tuinpaden rond een afgesloten uiterwaard van de rivier de IJssel. De centrale waterpartij is meer dan een park; een natuurvijver met wisselende waterstanden waar flora en fauna de vrije loop hebben waardoor bewoners en bezoekers echte natuur kunnen ervaren. Biodiversiteit dringt door tot binnen de bebouwde tegels. Natuurinclusief bouwen is in deze wijk niet vrijblijvend maar als eis opgenomen in het Bestemmingsplan. De bouwvergunning voor een duurzame woning is alleen te behalen door ook voldoende punten te scoren op een slimme ‘checklist Natuur’ met punten voor inheemse haag tot bijenhotel. Zo waarborgen we wonen in totale integratie met natuur, zodat je in de stad van het buitenleven kunt genieten. Deze natuurinclusieve woonwijk kan komende jaren navolging vinden, nog eens extra gewild door lockdowns en een trek naar buiten.

 

Energieconcept: ook buiten de tuinen eerder van het gas af

In de Tuinen van Zandweerd ligt een warmtenet met lage temperatuur water om je woning mee te verwarmen (de grootste energievreter van wonen). Die warmte wordt gewonnen uit de naastliggende rioolzuivering. Met restwarmte van de RWZI wordt niet alleen de nieuwbouwwijk verwarmd en gekoeld, maar lift ook de naastliggende bestaande woonwijk mee op het nieuwe warmtenet. Ook bewoners van de bestaande wijk kunnen door de komst van De Tuinen van het gas af.

 

Zelfbouw en samenbouw zelfs voor sociale huurders maakt samenhang

Een goede woonwijk draagt bij aan de fysieke en mentale gezondheid, wat Urhahn met haar pleidooi voor “de Beweegvriendelijke stad” in boekvorm met collega’s deelt en in haar plannen in de praktijk brengt. Naast plekken voor sport- en spel geen straten en opritten maar groene tuinpaden die ruimte maken om op ‘straat’ te spelen, sporten en wandelen. Dat is mogelijk door aan de rand van de wijk te parkeren met een (voor Deventer) lage parkeernorm van 1 auto per woning. Een spannende keuze voor de gemeente maar op bewonersavonden is dit nooit een punt geweest (wat ambtenaren heeft overtuigd dit vaker te durven).

Naast mogelijkheden voor buiten bewegen zien wij sociale cohesie als een pijler van gezondheid en levenskwaliteit. In de Tuinen is nadrukkelijk ingezet op samenhang. Juist niet in architectuur maar tussen mensen. Iedere tegel is in vorm vrij en onafhankelijk van de andere tegels terwijl binnen de tegel samengewerkt wordt, op daartoe gecreëerde samenbouwtegels maar ook bij individuele kavels. Samen bouwen en samen wonen voor mensen die kiezen voor bewust leven. Voor kopers en sociale huurders in vernieuwende woonconcepten zoals Tiny Houses voor sociale huur.

 

Bottom-up strategie voor participatie

Al tijdens de participatie met omwonenden en toekomstige bewoners bleek dat we een grote behoefte in de woningmarkt te pakken hadden. Het woningaanbod werd 5x overvraagd, ook door mensen buiten Deventer, met meer duurzame en sociale ambitie dan gedacht. Dat zien wij als bewijslast voor dat deze andere manier van natuurinclusief en collectief wonen toekomst heeft. De bottom-up aanpak in het proces is vernieuwend: na inventarisatie van álle interesse per woonvorm (vrijstaand, twee-onder-één-kap, rijwoning of tiny house gekruist met een keuze voor kavelmaat S, M of L) is de, tot dan toe flexibele strategie, volgens exact die wensen ingetekend en in die verhouding verloot.

 

Regels voor vrijheid

Vrijheid vastleggen is veel moeilijker dan beperkingen stellen. Daar moet je als stedenbouwkundige voorbij middelen als een Masterplan denken, zoals in onze Spontane stad – filosofie. Met welke “regels voor de tegels” leg je de essentie van het stedenbouwkundig plan van Zandweerd vast? Veel van wat we wilden bereiken is overeind gebleven, blijkt tot dusver. We hebben de essentie weten te borgen.

 

Halverwege 2022 zijn we op bezoek gegaan in de door ons ontworpen wijk.

Op de website ‘op je stek’ zijn de actuele ontwikkelingen te volgen.

 

En beluister hier de podcast (MP3, 33 minuten, 32Mb) die we hebben gemaakt tijdens Festival Stad 2024 over hoe je kunt vormgeven aan collectiviteit in een buurt die samen met bewoners wordt ontwikkeld. Lieke Robben en Maarten Lankester van Urhahn spreken met Monique Zuuring van de gemeente Deventer  en met bewoonster Ancel over de lessen voor het ontwikkelen van buurtgevoel in een nieuwe buurt.

Dashboard Meerwaarde Verstedelijking

Het College van Rijksadviseurs heeft Urhahn en Rebel gevraagd om een dashboard te ontwikkelen dat de maatschappelijk effecten van verstedelijking op regionale schaal inzichtelijk worden gemaakt. De MRA is hierbij als voorbeeld gehanteerd. Er zijn verstedelijkingsprincipes ontwikkeld, die als input voor het dashboard zijn gebruikt. Er wordt hierbij uitgegaan van een opgave om circa 230.000 woningen toe te voegen aan de regio. Urhahn heeft voor deze studie drie ontwikkelperspectieven uitgewerkt voor de Metropoolregio Amsterdam. De ontwikkelperspectieven vormen de input voor het dashboard. In het dashboard worden de effecten van binnen- of buitenstedelijk bouwen of bouwen nabij ov-knooppunten op duurzame mobiliteit, agglomeratiekracht, economische structuurversterking, verduurzaming en duurzame energie inzichtelijk gemaakt. De ontwikkelperspectieven onderscheiden zich door verstedelijkingskeuzes (vooral binnenstedelijk, vooral rond de knooppunten, vooral aan de stadsrand). Aan de verstedelijkingskeuzes zijn logische infrastructurele maatregelen gekoppeld. Ieder ontwikkelscenario toont zo een samenhangend beeld van verstedelijkings- en infrastructuurkeuzes. Dit is uitgewerkt in diverse kaarten en schema’s.

Lees hier het gehele rapport.

Opgeleverd!

De route tussen station en centrum in Hoofddorp Centraal is opgeleverd. Een mooie co-productie van Dijk & Co, gemeente Haarlemmermeer en Urhahn. Maar vooral het zichtbare resultaat van ‘voorbeeldige’ participatie met bewoners en andere belanghebbenden. Lees meer over de betrokkenheid van Urhahn bij Hoofddorp Centraal.

 

Met dank aan: Wim van der Lee, Rob van Dijk, Ko en vele anderen

 

geplaatst door: Sjoerd Feenstra, juli 2017

20 miljoen voor stationsomgeving Eindhoven Centraal

Urhahn heeft in opdracht van de gemeente Eindhoven de strategische visie Eindhoven Centraal opgesteld. Deze visie dient als basis voor de grootschalige gebiedsgerichte en infrastructurele investeringen in de binnenstad en de stationsomgeving. In december 2017 hebben de Rijksoverheid, provincie Noord-Brabant en de gemeente Eindhoven op basis van deze visie besloten om circa € 20 miljoen te investeren in de grootschalige ontwikkeling van de stationsomgeving. De internationale trein naar Düsseldorf wordt realiteit.

 

Het gaat goed met Brainport Eindhoven. De economische groeicijfers zijn indrukwekkend. De afgelopen decennia is in deze regio een krachtig economisch ecosysteem rond technologie, design en kennis (TDK) ontstaan. Brainport Eindhoven is als economische motor van grote waarde voor Nederland en positioneert zich nadrukkelijk als onderdeel van Brabantstad. Om te kunnen blijven concurreren en aantrekkelijk te blijven voor kenniswerkers en bedrijven moet de stad het vestigingsklimaat van de binnenstad verbeteren. Eindhoven Centraal vormt hiervoor de basis. De ontwikkeling van de stationsomgeving ‘de Internationale Knoop XL’ is dé majeure opgave: een hoogwaardige stationsomgeving met (inter) nationale treinverbindingen, snelle connecties naar Eindhoven Airport, onderscheidende woon- en werkgebieden en fraaie openbare ruimten. Hét visitekaartje van Brainport Eindhoven en een hoogstedelijke omgeving die past bij de hoge ambities van de stad.

 

Basis voor verbetering vestigingsmilieu

Het stadscentrum is sterk in ontwikkeling, maar heeft nog onvoldoende autonome aantrekkingskracht. Een belangrijke opgave omdat ‘kennis, kunde en kapitaal’ niet alleen wordt verleid door een goed functionerend economisch ecosysteem maar ook door een hoge ‘quality of life’, hoogwaardige verbindingen, aantrekkelijke stedelijke woon- en werkmilieus, een gezonde stad en een stedelijke cultuur. Eindhoven centraal stelt vijf opgaven centraal:

  • De ontwikkeling van een toonaangevend Museumkwartier met de vestiging van een nationaal Designmuseum.
  • De versterking van de Dommel als groene oase in de stad: een langgerekt stadspark dwars door de binnenstad.
  • Het autoluw maken van de binnenstad met een autovrije-luwe Binnenring als beeldbepalend project.
  • De ontwikkeling van Werkplaatsen Ehv: plekken van waar TDK en het ‘innovatieve maken’ zichtbaar zijn in de binnenstad.
  • Internationale knoop XL.

 

­Internationale knoop XL

Eindhoven Internationale knoop XL is een belangrijk project voor Brainport, voor Brabant, maar zeker ook voor Nederland als totaal. Niet voor niks is het één van de cruciale projecten uit de Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS). Het draagt bij aan de ruimtelijk-economische structuurversterking van Nederland. Het station wordt een efficiënte overstapmachine: van internationale treinen, nationale en regionale treinen, HOV, ‘first & last mile’-verbindingen tot (snelle) fiets- en wandelroutes. De stationsomgeving is de plek voor de nieuwe kennis- en diensteneconomie: een gemengde, beweegvriendelijke, aantrekkelijke woon- en werkomgeving. Een hoogstedelijke omgeving met ruimte voor wonen, werken en ontspanning als ambitie. Het openbaarvervoerspotentieel wordt optimaal benut.