Een Duurzaam Landgoed van Initiatieven: Raamwerk Oosterwold INO

Urhahn, in samenwerking met NIO en Smartland, ontwikkelde in opdracht van BPD en Gebiedsteam Oosterwold een stedenbouwkundig en landschappelijk raamwerk voor de velden I, N en O. Dit unieke gebied, waar individuele vrijheid en stadslandbouw centraal staan, vormt een laboratorium voor organische ontwikkeling en gemeenschapsvorming. Het raamwerk weerspiegelt de kernwaarden van Oosterwold: vrijheid, collectiviteit en een sterke verbinding met stadslandbouw.

 

Voortbouwen op de lessen uit Oosterwold fase 1

Het raamwerk bouwt voort op lessen uit eerdere fasen van Oosterwold en tilt de ambitie om “vast te leggen wat nodig is en vrij te laten wat kan” naar een hoger niveau. Belangrijke speerpunten zijn de opschaling van stadslandbouw, het realiseren van toegankelijke voorzieningen, het versterken van gemeenschapszin en het bieden van betaalbare woonvormen.

 

Een nieuwe invulling van stadslandbouw en kleinere buurtschappen

Het raamwerk biedt een vernieuwende invulling aan stadslandbouw, door deze zowel individueel als collectief te organiseren. Professionele ondersteuning en schaalvergroting zorgen voor hogere productiviteit en bredere participatie. Naast stadslandbouw richt het plan zich op gemeenschappelijke voorzieningen, zoals buurthuizen en speelplaatsen, die het sociale weefsel versterken. Het concept van “kamers” – buurtschappen van 20-30 huishoudens – staat centraal. Deze clusters bevorderen sociale samenhang en gemeenschappelijke initiatieven. Door infrastructuur en watermanagement vooraf goed te organiseren, krijgen bewoners meer vrijheid binnen hun eigen kavel, terwijl collectieve verantwoordelijkheden helder zijn gedefinieerd en praktisch uitvoerbaar blijven. Daarnaast wordt het gebied aantrekkelijk gemaakt voor bezoekers door voorzieningen zoals wandelroutes, recreatieve plekken en ontmoetingsruimtes.

Het plan moet leiden tot een samenhangend landschap met robuuste ecologische netwerken, duurzame oplossingen voor waterbeheer en flexibele ontwikkelmogelijkheden die inspelen op de uiteenlopende wensen van toekomstige bewoners. Oosterwold transformeert tot een bestemming die niet alleen aantrekkelijk is voor huidige bewoners, maar ook voor bezoekers uit Almere en daar voorbij.

 

Een plan voor en met bewoners

De combinatie van vrijheid en collectiviteit in het ontwerp weerspiegelt Urhahn’s expertise in het creëren van toekomstbestendige woonomgevingen die ruimte bieden aan diversiteit en eigen invulling door gebruikers. Daarnaast is het plan nadrukkelijk samen met toekomstige bewoners en op basis van de ervaring van bewoners van de andere delen van Oosterwold gemaakt. Oosterwold biedt ruimte aan een diverse groep bewoners, die worden uitgenodigd om elkaar te ontmoeten en bij te dragen aan hun omgeving. Dit project toont opnieuw hoe Urhahn complexe gebiedsontwikkelingen weet te verbinden met menselijke schaal en duurzame waarden.

Integraal Toekomstbeeld Holtenbroek, Zwolle

Kleurrijk wonen, maar ook opgaven

Holtenbroek, een levendige naoorlogse wijk in Zwolle, heeft de afgelopen jaren veel positieve ontwikkelingen doorgemaakt. Onder andere door grote investeringen is de leefbaarheid het afgelopen decennia sterk verbeterd. Bewoners waarderen de groene en waterrijke omgeving, de (culturele) diversiteit en de centrale ligging en bereikbaarheid. Toch zijn er nog steeds uitdagingen, op sociaaleconomisch vlak en bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid en een gezonde en prettige. Veel bewoners ervaren overlast en vinden dat te verloedering toeneemt. Een deel van de bewoners blijft achter en leeft in een kwetsbare situatie.

 

Het project Toekomstbeeld Holtenbroek zet in op een integrale benadering om de fysieke, sociale en economische ambities te verwezenlijken. Ons ambities is dat ruimtelijke ingrepen zoveel mogelijk bijdragen aan sociale doelstellingen, voor een beter leven voor de bewoners van Holtenbroek.

 

Er zijn veel lopende projecten zoals de renovatie van woningen, de ontwikkeling van de Zwartewaterzone en de Zwartewaterallee die we nog beter willen betrekken bij de integrale toekomst van de wijk en haar bewoners. Het ruimtelijk toekomstbeeld zet in op integrale ontwikkellijnen, zodat Holtenbroek ruimtelijk en sociaal gaat meeprofiteren en nog meer met de rest van Zwolle wordt verbonden.

 

Sociale kernwaarden en brede participatie

Rode draad in het project zijn de drie sociale kernwaarden: bestaanszekerheid, kansengelijkheid en gezond & actief leven. Deze thema’s worden gekoppeld aan de ruimtelijke ambities. De aanpak verloopt in een aantal stappen, van het analyseren van de wijk tot het formuleren van een tactisch toekomstbeeld en bouwstenen voor een gebiedsprogramma. Participatie speelt hierin een sleutelrol, met wijklabs, bewonersinterviews, enquêtes en een rol voor sleutelfiguren, zodat we ook de moeilijker bereikbare bewoners betrekken.

 

Een beeldend en wenkend toekomstbeeld

Het project levert een breed gedragen toekomstbeeld op, dat:

  • Concrete ontwikkellijnen biedt voor integrale wijkvernieuwing.
  • Een ruimtelijk ontwikkelbeeld visualiseert, gericht op samenhang tussen fysieke en sociale verbeteringen. Dat betekent een kaart die zich richt op sociaalruimtelijke voorstellen en niet alleen op stedenbouwkundige voorstellen.
  • Bouwstenen formuleert voor een gebiedsprogramma met prioriteiten op korte en middellange termijn.
  • Een inspirerende animatie en samenvatting biedt om de plannen breed toegankelijk te maken.

Bekijk de website van Holtenbroek van de Gemeente Zwolle hier

Lessen uit Lyon – jaarlijkse excursie

Begin oktober stapten we met 16 collega’s op de trein naar Lyon voor onze jaarlijkse bureauexcursie. Drie heel gezellige dagen in een stad met een prettige sfeer en mooie wijken – oud en nieuw. Wat viel ons op en wat leerden de projecten ons?

 

Les 1: Wat nieuw wordt gebouwd lijkt op wat er in het verleden is gemaakt; goed beheer is essentieel. 
Lyon Part Dieu is het schoolvoorbeeld van een jaren 70 business district: hoge torens verbonden met betonnen decks. Jammer genoeg zak je er nu bijna doorheen. Het is een plek geworden waar daklozen hun tentje opslaan en het groen is doorgeschoten. Direct daarnaast is een nieuw daklandschap gemaakt, op het dak van de Westfield Mall. Met een geweldige speeltuin en de foodcourt trekt dit dak zelfs op zondag, als de winkels dicht zijn, enthousiaste bezoekers. Privaat beheerd lukt het kennelijk wel om de buitenruimte op niveau te houden.

Waarom maken we zoiets dan weer? En kunnen we het deze keer wel in stand houden? Illustratief voor wat we eigenlijk al weten: we vinden de stad steeds opnieuw uit, maar vergeten dat er meer nodig is dan een mooi plan opleveren. Stedenbouw is hard werken, ook als het al gebouwd is. Goed beheer is net zo belangrijk als het ontwerp van nieuwe ruimtes in de stad. Zonder onderhoud kunnen mooie plekken snel verloederen.

 

Les 2: Bouw door op wat er is.
In de nieuwbouw van La Confluence langs de rivieroever van de Saône is het industriële en logistieke verleden nog goed zichtbaar. Oude structuren zoals kranen, rails en funderingsvloeren zijn behouden en als landschapselementen ingepast in de nieuwe openbare ruimte. Fabrieksgebouwen zijn getransformeerd tot culturele en commerciële ruimtes, zoals de oude suikerfabriek Le Sucre, die nu functioneert als een populaire club en cultuurplek. Het mooiste is het betonnen basement dat over de lengte van de kade doorloopt. De nieuwe gebouwen zijn erop gezet, en daarmee hecht de nieuwbouw op een natuurlijke manier aan de vloer. De samenhang langs de kade wordt er op een subtiele manier mee vormgeven: je ziet het bijna niet, maar je voelt het wel. Het laat zien hoe je letterlijk kunt ‘bouwen op wat er al is’.

 

Les 3. Betrek kunstenaars.

Architectuur zegt meer als er een verhaal in verborgen is. In La Confluence is bij ieder nieuwbouwproject een kunstenaar betrokken. Alleen de goede kijker ziet wat er is toegevoegd. Mooiste voorbeeld is het gebouw dat over de kade steekt. In de glazen gevel is een foto geëtst van de situatie voordat het gebouw er stond. Daardoor kun je ‘door het gebouw heen kijken’ naar het verleden. Ook de groene en oranje dozen hebben een gevelpatroon dat door een kunstenaar is ontworpen. Ze zijn niet subtiel, die kleurknallers, maar wel omarmd door de stad. Het oranje gat heet de puntenslijper: hier kan de potloodvormige toren van Part Dieu aan worden gescherpt. Mooi of lelijk is niet meer zo relevant als en gebouw onderdeel wordt van het collectieve geheugen van de stad.

 

Het programmaboekje van de excursie stedenbouw naar Parijs met daarin alle projecten en omschrijvingen kun je hier inzien en downloaden.

Ruimte geven aan sport: hoe borgen we voor voldoende en kwalitatief goede sportruimte?

De ruimtevraag voor sport groeit in Nederland. De bevolking groeit en er zijn steeds meer sportmomenten. Daarnaast hebben Rijk, sportorganisaties en gemeenten de ambitie dat in 2040 75% van de bevolking voldoende beweegt, waardoor de druk op de ruimte verder zal toenemen. In de context van een strijd om de ruimte voor onder andere woningbouw en natuur is het essentieel om voldoende ruimte voor sport te borgen. Want sport is van groot belang voor de fysieke en mentale gezondheid.

 

In opdracht van NOC*NSF onderzochten we welke opgaven en kansen er liggen op het gebied van ruimte voor sport. We werkten samen met Mullier Instituut voor een kwantitatieve analyse. Op basis van gesprekken met gemeenten, sportbonden, een huisarts en het College van Rijksbouwmeester & Rijksadviseurs inventariseerden we welke welke opgaven en kansen er liggen op het gebied van ruimte voor sport. Welke trends zien we? Wat kunnen sportbonden, NOC*NSF, het Platform Ondernemende Sportaanbieders, de verenigingen en ondernemende sportaanbieders en lokale overheden doen om kwalitatief goede en voldoende sport- en beweegruimte te zorgen? En wat is er nodig vanuit het Rijk?

 

Het product, een leporello (zigzag) gevouwen flyer, laat in woord en beeld zien wat de opgaven zijn waar we voor staan en welke oplossingen bijdragen aan meer en kwalitatief goede sport- en beweegruimte.

Lees verder op de website van NOC*NSF

Of download hier de flyer.

 

Essay | Ingrediënten voor de gezinsvriendelijke stad: stedelijke woontypologieën voor gezinnen

Het Nederlandse gezin is zich aan het heroriënteren op de ideale gezinswoning op de ideale locatie. Met veel banen en een hoog voorzieningenniveau is de stad in trek bij veel gezinnen. De woningbouwcrisis leidt echter tot veel kleine woningen. Om te bouwen aan stedelijke gemeenschappen waar ook gezinnen hun plek kunnen vinden is een tegenbeweging nodig. Meer betaalbare woningen die geschikt zijn voor gezinnen zijn nodig. Met een aantal simpele ontwerpaanpassingen zijn woningen al geschikt voor gezinnen en kunnen er verrassend goede gebouwen ontstaan.

 

Te veel kleine woningen

De woningvraag is groot, er moeten de komende jaren duizenden woningen worden gebouwd. Veel daarvan dienen in de steden gebouwd te worden. Demografisch is er veel voor te zeggen om kleinere woningen voor starters, één- en tweepersoonshuishoudens en senioren te ontwikkelen. In combinatie met de (deels onterechte) aanname dat deze groepen vooral in de stad wonen en gezinnen juist in de buitenwijk, leidt dit tot het toevoegen van grote aantallen kleine appartementen en studio’s. Dit is de meest interessante businesscase waarmee het sociale segment realiseerbaar blijft, mede omdat de parkeernorm laag is. Iedereen blij, zo lijkt het: de gemeente behaalt relatief grote aantallen woningen en de corporatie en de ontwikkelaar hebben een haalbare business case.

 

In het artikel ‘De opkomst van de woonkazerne: steeds kleinere nieuwbouwwoningen’ NRC, d.d. 2 augustus 2023, wordt gesteld dat de omvang van de Amsterdamse nieuwbouwwoning in de afgelopen twintig jaar meer dan gehalveerd is. Was in 2003 de gemiddelde oppervlakte van een nieuwe woning in Amsterdam 120 m2, in 2022 was die nog maar 47 m2, aldus Haakma Wagenaar in het Jaarboek Architectuur in Nederland 2022-2023. Niet alleen in Amsterdam worden veel kleine en dure nieuwbouwwoningen gebouwd: van de iets meer dan 10.000 woningen die in 2022 werden opgeleverd in Rotterdam, Utrecht, Den Haag en de hoofdstad, was de helft kleiner dan 50m2.

 

Het rapport ‘De kwalitatieve woningvraag in 2030’ (EIB, oktober 2021) waarin onderzoek is gedaan naar de woningbouwplannen voor de periode tot 2030 bevestigt dat beeld. 80% van de geplande locaties is binnenstedelijk en 65% bestaat uit appartementen, terwijl de kwalitatieve woningvraag met name bestaat uit eengezinswoningen rondom de steden.

 

Suburbane kwaliteiten in een stedelijke context

Kleine woningen hebben vaak een corridorontsluiting, zijn eenzijdig georiënteerd en de plattegrond is veelal niet geschikt voor bewoning door meer dan één persoon. Met te veel kleine woningen bouwen we geen steden en stedelijke gemeenschappen. De gezinnen hebben sowieso het nakijken; het ontbreken van een betaalbaar alternatief drijft ze de stad uit. Woningen bouwen voor gezinnen betekent niet dat we meer grondgebonden woningen moeten bouwen in onze binnensteden. Het betekent dat we op een slimmere manier moeten omgaan met onze woningvoorraad en dat we woningen moeten bouwen met suburbane kwaliteiten in een stedelijke context.

 

Het suburbane woonideaal

Tot in de twintigste eeuw werd er in de steden gewoond in slechte hygiënische omstandigheden, met grote gezinnen in kleine woningen. De Woningwet en de Gezondheidswet uit 1901 maakten daar een einde aan. Met de introductie van de nieuwe wet werden woningcorporaties in het leven geroepen en kregen overheden middelen tot hun beschikking om de huisvesting voor gezinnen in Nederland te verbeteren. De overheid ging vanaf dat moment planmatig en doelmatig woningen bouwen. Gezinnen gingen in compacte stadswijken wonen met veel sociale woningbouw en met goede voorzieningen zoals scholen en speelplekken. Zeker na de Tweede Wereldoorlog kwam de ontwikkeling van de woningbouw in een stroomversnelling. Er moest snel gebouwd worden om de grote woningvraag op te kunnen vangen. Er werden nieuwe typen gezinswoningen ontwikkeld zoals de doorzonwoning en modernistische hoogbouwflats met appartementen in groene tuinsteden. Een belangrijke stap in het anti-stedelijke, suburbane ideaal van het Nederlandse gezin. Appartementen waren ruim en gesitueerd aan een galerij of portiek. De schaal werd steeds groter, van appartementen van enkele lagen in de jaren 50 tot megastructuren in de jaren 70. De sociale controle en sociale samenhang werd daarmee minder. De begane grond werd ingezet voor parkeerplekken en bergingen. De grote hoogte van veel woningen zorgde daarnaast voor een té grote afstand tot de groene omgeving; wel ruime appartementen, maar niet de gewenste directe zicht- of gehoorsafstand om de kinderen buiten te laten spelen. De brede speelstraat op niveau / galerij bleek een utopie te zijn. Stedelijke hoogbouw was voor gezinnen niet aantrekkelijk: te anoniem, te onveilig en te grootschalig. Nog los van de sociale problematiek in diverse wijken. En plotseling was er een alternatief. Door de toegenomen welvaart en ‘een auto voor iedereen’ kwam de betaalbare en bereikbare grondgebonden woning met tuin in de suburb voor iedereen binnen bereik.

 

Min of meer tegelijkertijd ontstond een tegenbeweging. Niet ieder gezin wilde de stad verlaten. Met de stadsvernieuwing werden oude wijken opgeknapt. De stad bleek een prima plek te zijn voor zowel de kinderen als de ouders. Ze woonden weliswaar vaak in kleinere woningen en hadden vaak nauwelijks eigen buitenruimte, maar de stedelijke context met werk nabij en goede buurtvoorzieningen compenseerden veel. De afgelopen decennia zijn veel woningen geschikt gemaakt voor gezinnen en zijn succesvolle projecten gerealiseerd voor deze doelgroep. De laatste jaren is er weer sprake van een kentering. Voor velen is de stad een aantrekkelijke plek om te wonen maar goede gezinswoningen midden in de stad worden nauwelijks gebouwd, zeker niet in het betaalbare segment.

 

 

De (ideale) gezinswoning

Gezinnen hebben extra wensen als het gaat om hun woning. Woninggrootte speelt een rol, maar ook de plattegrond, beschikbaarheid van buitenruimte en ligging aan de straat zijn van belang.

 

De woning: Size matters

Flexibele ruimte in de gezinswoning. Beeld: Urhahn.

 

Gezinnen hebben veel spullen, denk aan wandelwagens, speelgoed, fietsen in allerlei soorten en maten en boodschappen. Hun woning moet op een goede manier toegankelijk zijn en over voldoende opbergruimte beschikken. Daarnaast is het wenselijk om alle gezinsleden hun eigen plek te kunnen bieden in de woning. Meer maat en slimme plattegronden maken dat mogelijk.

 

Voldoende maat: ‘een kamertje extra’

Een gezinswoning kan compact worden vormgegeven zodat betaalbaarheid geborgd wordt, maar op een aantal punten moet er voldoende maat zijn. De gang is breed genoeg voor een kinderwagen. Er is ruimte voor opslag, op de begane grond of toegankelijk zonder de trap te hoeven nemen. De woning beschikt over voldoende opbergruimte en extra hoogte biedt ruimte voor een stapelbed, hoge kasten of een vliering. Rondslingerend speelgoed neemt immers veel ruimte in. Een hoog plafond vergroot daarnaast het gevoel van ruimtelijkheid en zorgt voor meer lichtinval. Meerdere verdiepingen is fijn, voor een gradatie in privacy, maar niet noodzakelijk. En, niet onbelangrijk, een gezinswoning heeft de beschikking over voldoende kamers zodat kinderen de beschikking hebben over een eigen plek.

 

Slimme plattegronden

Het gezin verandert door de jaren heen. Het jonge gezin leeft voornamelijk in de woonkamer en keuken. In een pubergezin trekken de kinderen zich meer terug op hun eigen kamers: flexibiliteit in indeling is gewenst. Een studeerkamer wordt een babykamer. Een logeerkamer wordt een werkkamer. Daar kan rekening mee worden gehouden bij het maken van een plattegrond. Kamers voor kinderen zijn klein, zodat er voldoende ruimte is voor het goed inrichten van de voornaamste leefruimtes. Door de leefruimtes zo in te richten dat kinderen (en later pubers) zich ook in de centrale leefruimtes kunnen terugtrekken zijn kleine kamers geoorloofd (zie het voorbeeld van ‘de adaptieve gezinswoning’ onder 3) ‘voldoende variatie’.

 

Op andere plekken is juist overmaat gewenst. Een nis in de woonkamer kan gebruikt worden voor de box, als speelhoek, studeerplek of biedt ruimte voor een logeerbed als opa of oma komt logeren. Overmaat bij de entree, aan de binnenzijde van de woning in de vorm van een brede gang of aan de buitenzijde van de woning in de vorm van een semi-private overgangszone, is nodig voor de wandelwagen, fietsjes en stepjes. Een ruim bemeten overloop is de perfecte plek om was te drogen.

 

 

In De Nieuwe Defensie gaan goede gezinswoningen en gestapeld wonen hand in hand. De gezinswoningen op de begane grond grenzen aan een collectieve binnentuin die geschikt is om in te spelen. Er is een goede overgang van privé naar openbaar. Foto: ANA Architecten.

 

2. Het woongebouw

Overgang privé naar publieke ruimte. Beeld: Urhahn. 

 

Gedeelde voorzieningen in het bouwblok. Beeld: Urhahn. 

 

De actieradius van het kind is beperkt. Van belang is de manier waarop de woning binnen het gebouw is gesitueerd, en hoe het gebouw de relatie aangaat met de omgeving. Een zorgvuldige organisatie van de plattegrond met de juiste functies op de juiste plekken zorgt voor ontmoeting op gebouwniveau, functionaliteit van de voorzieningen en voldoende sociale veiligheid.

 

Overmaat van logistieke ruimte
De logistieke ruimte is de overgang van privéruimte naar openbare ruimte. Deze ’tussenruimte’ kan functioneel ingezet worden door meer maat te nemen en hem niet alleen te zien als verkeersruimte maar ook als ontmoetingsruimte, speelplek en collectieve buitenruimte. Deze tussenruimte is afgesloten en overzichtelijk, en afgestemd op de woningplattegrond. Met voldoende zicht op de buitenruimte is het een veilige plek om buiten te spelen. Materialisering is cruciaal, dempende materialen voorkomen dat het geluid van spelende kinderen tot in alle huizen doordringt en voorkomt onnodige discussies met buren. Met de introductie van een tussenruimte kan de actieradius van kinderen geleidelijk aan groter worden naarmate ze ouder worden.

 

Buitenruimte, al dan niet op hoogte

Idealiter heeft de gezinswoning een eigen buitenruimte. De buitenruimte is afgesloten en veilig. De eigen buitenruimte is beperkt, waardoor er ruimte overblijft voor collectieve buitenruimte. Deze collectieve buitenruimte is idealiter gelegen op de begane grond voor voldoende zichtrelaties. Op de begane grond is er een directe toegang vanuit de woning of eigen buitenruimte, vanaf de verdieping wordt er een directe relatie gelegd met de galerij of de corridor. Wanneer er op de begane grond geen ruimte kan worden voorzien worden alternatieven op hoogte toegevoegd, zoals een collectieve daktuin. De collectieve buitenruimte is besloten en heeft een heldere begrenzing zodat voor kinderen duidelijk is tot waar ze mogen komen. Materialisering van de openbare ruimte kan daarbij helpen. Er wordt ruimte gereserveerd voor speelplekken om discussie over spelen in de buitenruimte te voorkomen.

 

Overgang privé naar (semi-)openbaar

De indeling van de woning is zorgvuldig afgestemd op de (privé) buitenruimte in en om het gebouw. Een goede verbinding zorgt ervoor dat ouders zicht hebben op hun buitenspelende kinderen, dat kinderen op jonge leeftijd zelf hun omgeving kunnen gaan verkennen en dat contact tussen bewoners (ouders en kinderen) laagdrempelig is.

 

Er is een overgang in de plattegrond zichtbaar van het meest private deel, zoals badkamer en slaapkamers, naar minder private delen zoals keuken en woonkamer. De eigen buitenruimte grenst idealiter direct aan de minst private delen van de woning, zoals de woonkamer en de keuken zodat er vanuit de woning direct contact is met de privé buitenruimte. Voor de collectieve buitenruimte is het belangrijk dat er voldoende zichtrelaties zijn.

 

Delen van voorzieningen

Collectieve voorzieningen zijn een toevoeging ten opzichte van de traditionele gezinswoningen. Te denken valt aan collectief parkeren (auto en fiets), deelauto’s, multifunctionele ontmoetingsruimte en een schuurtje voor gedeelde spullen zoals tuingereedschap of buitenspeelgoed. Collectieve fietsvoorzieningen houden rekening met de stalling van (elektrische) fietsen met kinderzitjes, bakfietsen en kinderfietsjes in alle soorten en maten.

 

Het delen van voorzieningen kan ervoor zorgen dat de woningen zelf compact en dus betaalbaar blijven. Gedeelde voorzieningen vraagt om onderling vertrouwen en meerdere gezinnen in hetzelfde complex.

 

 

In The Family in Delft is een glijbaan als speelelement toegevoegd aan de galerij. Het verhoogde speeldek zorgt voor een toegankelijke plek voor (kleine) kinderen om te spelen en functioneert zo ook als ontmoetingsplek voor de bewoners. Foto: ANA Architecten.

 

3. Voldoende variatie

Het ene gezin is het andere niet. Gezinnen zijn er in alle soorten en maten. Tweeoudergezinnen, alleenstaande vader of moeder, groot gezin, klein gezin, samengesteld gezin. Ieder gezin heeft zijn eigen specifieke wensen en financiële mogelijkheden. ‘De ideale gezinswoning’ is daarmee een utopie. Er is behoefte aan een variatie aan plattegronden.

 

Ana Architecten heeft in de studie Family Plan (in opdracht van BPD) onderzocht hoe de plattegronden van woningen geoptimaliseerd kunnen worden voor gezinnen. Met een slimme inrichting kan op een beperkt oppervlak toch voor een groot deel worden voorzien in de behoeften van gezinnen.

 

De wil om te bouwen voor het gezin

Niet alleen flexibiliteit in gebouwen is nodig om dit van de grond te krijgen, bouwen voor gezinnen in een stedelijke omgeving vraagt ook flexibiliteit van ontwikkelaars, grondeigenaren en gemeenten. Creatieve ontwikkelaars die durven om te denken komen met nieuwe oplossingen buiten de traditionele kaders. Een gezinswoning heeft doorgaans een hoge parkeernorm, wat moeilijk samengaat met bouwen in hoge dichtheid en betaalbaarheid. Flexibiliteit om anders om te gaan met parkeernormen is een belangrijk basisprincipe.

 

Goede plattegronden en geschikte woongebouwen is één, zorgen dat er daadwerkelijk gezinnen komen wonen is minstens zo belangrijk. De boodschap uitdragen dat plannen geschikt zijn voor gezinnen kan de alertheid van gezinnen op de mogelijkheid in de stad te blijven wonen vergroten. Mogelijkheden om toe te wijzen, zowel door corporaties als door ontwikkelaars zorgt ervaar dat de juiste doelgroep ook in de juiste woning terecht komt.

 

Dit artikel is geschreven in samenwerking met ANA Architecten en tot stand gekomen naar aanleiding van een rondetafelgesprek met architecten, ontwikkelaars, beleidsmedewerkers van gemeente en stichting Van Leer. Een verslag van het rondetafelgesprek is te lezen op gebiedsontwikkeling.nu via deze link.

Onze filosofie

De omgeving is je medemens. Dat is de ontwerpfilosofie van Urhahn Stedenbouw & Strategie in een notendop. Een ruimtelijke opgave is daarmee per definitie een maatschappelijk vraagstuk. Zeker nu. Denk aan urgente thema’s als klimaatverandering, gezondheid of bestaanszekerheid. Volgens Urhahn leidt alleen een gezamenlijk ontwerpproces tot een duurzame stedenbouw. Oftewel: de gebruiker en het alledaagse leven staan centraal in het ruimtelijke ontwerp. Een goed ontwerp verenigt volgens het bureau ideaal en praktijk. Samenwerken, wederkerigheid en kennisdeling zijn hierin kernwaarden. Zo zet Urhahn haar langjarige ervaring in voor een rechtvaardige stad.

 

AANPAK

 

  • De bestaande stad – met al haar sociale verbanden – is het vertrekpunt voor ieder ontwerp van Urhahn Stedenbouw & Strategie.
  • Urhahn vraagt: wat speelt er bij deze opgave echt? Wat is de vraag achter de vraag?
  • Het bureau onderzoekt en verbeeldt welke stedenbouwkundige kwaliteiten belangrijk zijn voor een rechtvaardige toekomst.
  • Urhahn ontwerpt met gebruikers, bewoners en andere specialisten. Zo ontstaat draagvlak en gedeeld eigenaarschap.
  • Spontaniteit, flexibiliteit en onvoorspelbaarheid zijn kwaliteiten van duurzame transformatie. Samen met gebruikers en bewoners zet het bureau de tijdelijkheid in als ontwerpinstrument.
  • De impact van een visie, strategie of plan wordt opgevolgd, bevraagd en gedeeld.

 

ONZE AANPAK IN PROJECTEN

 

Zandweerd, Deventer

Urhahn Stedenbouw & Strategie ontwierp het ruimtelijk raamwerk voor een natuurinclusieve wijk in Deventer. Het plan formuleert spelregels waarmee toekomstige bewoners hun eigen droom kunnen verwezenlijken, op samenbouw- of zelfbouwkavels. Het ontwerp is een voorbeeld van een project waarin de gebruiker centraal staat in het planproces.

 

Oostenburg, Amsterdam

Urhahn Stedenbouw & Strategie ontwierp het stedenbouwkundig plan van Oostenburg. Het haveneiland transformeert tot stedelijk woon-werkgebied op een manier waarbij spontaniteit, eigen initiatief en eigenaarschap veel ruimte krijgt. Nu de eerste bewoners hier wonen volgt het bureau bovendien het leven in Oostenburg op de voet om te ontdekken welke ontwerpprincipes in de praktijk wel en niet werken.

 

Oostflank MRA, Almere

Het regionale perspectief op de Oostflank van de Metropool Regio Amsterdam is tot stand gekomen als gevolg van een intensief ontwerpend onderzoek. Urhahn Stedenbouw & Strategie ontwierp verschillende scenario’s om te verkennen hoe Almere zijn ambities kan verwezenlijken. Dit was een eerste stap in het opstellen van een ontwikkelstrategie voor kansrijke deelgebieden, zoals de Amsterdam Bay Area.

 

Buitenkansen

Hoe maak je een openbare ruimte die uitnodigt om naar buiten te gaan, om te spelen, te sporten en elkaar te ontmoeten? Met het boek Buitenkansen voor een uitnodigende buitenruimte (2021) biedt Urhahn Stedenbouw & Strategie tools en inspiratie voor het ontwerpen van een buitenruimte die verleidt tot gezond gedrag.

 

Verdieping vind je in onderstaande artikelen:

Essay | Ingrediënten voor de gezinsvriendelijke stad: de naoorlogse wijk als ideale gezinswijk

Gezinnen zijn van grote waarde voor de stad en de stad is op haar beurt goed voor het gezin. Het behouden van het gezin in de stad is echter een uitdaging. Voor de publicatie ‘Als steden gezinsvriendelijke zouden zijn’ onderzochten Urhahn en de Van Leer foundation welke ontwerpprincipes bijdragen aan een gezinsvriendelijke stad. In deze korte essayreeks gaan we dieper in op een enkele van deze principes. In dit derde essay benadrukken we de potentie van naoorlogse wijken als ideale woonomgeving voor gezinnen.

 

Transitieopgaven in naoorlogse wijken benutten als kans

De naoorlogse wijken zijn de wijken die grofweg gebouwd zijn tussen 1950 en 1990. Hoewel er verschil zit tussen typen wijken, zoals vroeg-naoorlogse en laat-naoorlogse wijken, zijn ze goed te vergelijken omdat ze gebouwd zijn als grote uitbreidingslocaties aan de rand van steden. Daarnaast zijn het met name deze wijken die momenteel aan een kwaliteitsimpuls toe zijn. Ze zijn in beeld voor transformatie, verdichting en verduurzaming, en er liggen verschillende transitieopgaven. Zie ook de Handreiking Transformatie Naoorlogse Wijken (Urhahn i.o.v. Min van BZK).

 

De verdichtingsruimte kan een rol spelen in het oplossen van de woningnood en worden ingezet om de transitieopgaven te financieren. Maar het gevaar dat op de loer ligt, is dat vooral kleine woningen worden gebouwd. De bijbehorende parkeernorm is dan laag, de ontwikkelkosten per woning zijn relatief laag en de woningaantallen hoog. Het is een uitdaging om juist ook gezinsvriendelijke woningen te ontwikkelen, omdat de naoorlogse wijken een ideale woonomgeving bieden aan gezinnen. Ze zijn gebouwd voor onder andere gezinnen en – na wat afstoffen – nog steeds erg geschikt voor gezinnen. De wijken liggen inmiddels namelijk centraler in stedelijke regio’s, met werk en stedelijke voorzieningen nabij en een goede (ov-)bereikbaarheid. Gezien de relatief betaalbare woningvoorraad en de ruimte zijn ze aantrekkelijk voor het gezin en spelen ze een belangrijke rol in het behoud van de middenklasse in de stad.

 

De wijkgedachte als fundament voor een goede gezinswijk

De oorsprong van de potentie van naoorlogse wijken als ideale gezinswijken schuilt in de wijkgedachte die leefde bij de ontwikkeling van de wijken.

 

Vanuit stedenbouwkundig perspectief betekende de wijkgedachte dat bewoners in een wijk zouden wonen die een duidelijk gemarkeerde ruimtelijke eenheid vormde en waar plek is voor alles wat het wijkleven kan bevorderen. Voorzieningen waar bewoners gebruik van kunnen maken en waar bewonersorganisaties hun initiatieven kunnen ontplooien zijn aanwezig in de wijk zelf. Denk aan speelvoorzieningen, buurthuizen, ruimtes voor lokale culturele initiatieven, een consultatiebureau, volkstuinen, winkels en scholen. Met de stadsuitbreidingen in de naoorlogse periode kwam het ‘onderbouwd plannen’ op: men ging bijvoorbeeld werken met percentages aan voorzieningen en maximale afstanden tot groen. Maar de wijkgedachte ging in bredere zin ook om het in de positie stellen van burgers om gemeenschapszaken zelf te regelen en de eigen levenskwaliteit te verbeteren. In een steeds complexer wordende wereld zou het contact tussen burgers onderling en burger en overheid verbeteren als de wijk als sociale eenheid met bijbehorende voorzieningen gepland zou worden. De wijk heeft immers nog een menselijke maat. Het ging ook over talentontwikkeling dicht bij huis, wederzijds begrip tussen burgers, en begrip onder burgers voor de problemen waar de overheid mee te maken krijgt.

Uit: Wij en de Wijkgedachte (1949), geschreven door architect en stedenbouwkundige W.F. Geyl en geïllustreerd door Sia Bakema-van Borssum Waalkes.

 

De naoorlogse wijk was een ruimtelijke uitwerking van de verzorgingsstaat. De overheid wilde verantwoordelijkheid nemen voor het welzijn van burgers, en dat had ook gevolgen voor het ruimtegebruik en stedelijke ontwikkeling. Een gevolg van de wijkgedachte was dat de naoorlogse wijken groen zijn ingericht, met name de vroeg-naoorlogse wijken. Bij de ontwikkeling werd uitgebreid aandacht besteed aan gebruiksgroen voor diverse doelgroepen. Speeltuinen werden zo in de wijk gepositioneerd dat ieder huishouden binnen beperkte afstand toegang had tot een speeltuin, die veilig gelegen was, weg van het verkeer. Met aandacht voor veilige en groene routes, bijvoorbeeld rondom scholen, en met de modaliteiten van elkaar gescheiden zodat de voetganger, fietser en automobilist weinig last van elkaar hebben. Daarnaast zijn de wijken volgens de wijkgedachte opgezet waarbij wonen rondom wijkcentra is gepland. Het idee was dat alle dagelijkse voorzieningen op loopafstand beschikbaar moeten zijn, zoals zorg, winkels en scholen. Er ontstonden multifunctionele wijkcentra als plekken voor ontmoeting en cultuur.

 

Hoewel de ruimtelijke uitwerking van vroeg-naoorlogse en laat-naoorlogse wijken compleet anders is, is de wijkgedachte in beide typen wijken soortgelijk. De vroeg-naoorlogse wijken werden overwegend gebouwd in stroken, waarbij in de eerste plaats niet de bebouwing werd vormgegeven, maar de ruimte en het groen daartussen. De woningen stonden op een tapijt van groen. Licht, lucht en ruimte zijn de toverwoorden van de stedenbouw uit deze tijd. In de jaren ’60 en ’70 verlieten veel bewoners deze wijken vanwege een gebrek aan gemeenschapsgevoel en de wens voor een huis met tuintje.  Als reactie hierop werden de ‘bloemkoolwijken’ ontwikkeld, gekenmerkt door doorlopende straatjes en privétuinen om een huiselijker gevoel en meer gemeenschapszin te creëren. De wijkgedachte was in beginsel hetzelfde – de wijk als economische, sociale en maatschappelijke entiteit.

 

Grote kansen liggen in deze wijken

Met de tijd zijn de wijken verouderd en is er een demografische verandering opgetreden. De populatie is hier in het algemeen teruggelopen en bestaat voor een aanzienlijk kleiner deel uit gezinnen dan overige Nederlandse wijken. Er ligt een aantal belangrijke uitdagingen.

 

Zet het beschikbare groen in voor sport en bewegen, klimaatadaptatie en biodiversiteit
De groene ruimtes in naoorlogse wijken zijn vaak verwaarloosd en niet aangepast aan huidige behoeften. In sommige gevallen ziet het er zelfs troosteloos uit. Het kleiner geworden aandeel gezinnen zorgt ervoor dat de groene ruimte minder duidelijk als ruimte voor kinderen om te spelen is bestemd. De onduidelijkheid van de ruimtes kan ook leiden tot conflict: is het een geschikte plek om je hond uit te laten, of ga je er voetballen of in de zon liggen? Deze groene ruimtes moeten echter worden gekoesterd. Ze zijn nu tot wasdom gekomen en met de nodige opwaardering kunnen ze nog meer bijdragen aan biodiversiteit, beweging en sport in de buitenruimte. Met verbetering van de sociale controle worden plekken aantrekkelijker om te spelen.

 

Benut de grote voorraad eengezinswoningen

De grote beschikbaarheid van eengezinswoningen met privé-buitenruimte zorgt ervoor dat potentieel veel gezinnen goed in de naoorlogse wijken kunnen wonen. In veel vroeg-naoorlogse wijken bestaat ongeveer de helft uit eengezinswoningen en dat aandeel is in bloemkoolwijken vaak hoger. Daarbij is het inzetten op doorstroming belangrijk. De eengezinswoningen worden namelijk vaak niet bewoond door gezinnen. Gebrek aan betaalbare en geschikte ouderenhuisvesting, met name ook in de buurt, zorgt ervoor dat empty-nesters en ouderen in hun woning blijven. Een bouwprogramma en beleid gericht op doorstroming helpt bij het vrijspelen van deze gezinswoningen voor gezinnen. Aanvullend daarop kan een nieuw type stadswoning aan de wijken worden toegevoegd, dat onderdeel uitmaakt van appartementencomplexen, maar de kwaliteit biedt die gezinnen zoeken (zie ons volgende essay nr. 4 over typologieën).

 

Blaas nieuw leven in de buurtcentra en ontmoetingsplekken

Een uitdaging is het creëren van nieuwe wijkcentra en ontmoetingsplekken. De huishoudensverdunning en bezuiniging op maatschappelijke voorzieningen heeft geleid tot minder draagkracht voor voorzieningen. Het aanbod in de wijkwinkelcentra is soms verschraald. Het nieuw leven in blazen van multifunctionele voorzieningenclusters als plekken van wijkeconomie en ontmoeten draagt bij aan de aantrekkelijkheid van de naoorlogse wijk, ook voor gezinnen. De wijkgedachte staat dan ook weer sterk op de agenda als het gaat om stadsontwikkeling. Met dezelfde gedachte: de bewoners kunnen voor basisbehoeften in de wijk terecht en binden zich beter aan de buurt. Gelukkig geldt dat ook voor de naoorlogse wijken: er worden nieuwe multifunctionele plekken van samenkomst in de wijk worden gecreëerd.

 

De Egelantier in de Maten, Apeldoorn. Het winkelcentrum is behouden maar opgeknapt. Winkelpuien zijn getransformeerd om een aantrekkelijke voorzieningenstrip te maken. Er is ook verdicht: in nieuwbouw zijn winkels op de begane grond gemaakt met woningen erbovenop, met name voor senioren. Senioren kunnen zo doorstromen naar een plek met voorzieningen om de hoek, terwijl ruimere woningen in de bredere wijk vrijkomen voor gezinnen. Het winkelcentrum is weer een aantrekkelijke ontmoetingsplek. Foto: Urhahn.

 

 

Links: Het Plein Oost in Beijum, Groningen, is getransformeerd van parkeerplaats bij het winkelcentrum tot een levendig buurtplein dat uitnodigt tot verblijf. Er is een (speel)fontein en podium met tribune dat dient voor buurtactiviteiten. Foto: Laos Landschapsarchitecten.

Rechts: D’Rode Garrels is een galerijflat in de jaren ’60-wijk Wheermolen-Oost in Purmerend. De voorheen dode plint is aangepakt door vierentwintig garages te transformeren naar twaalf eengezinswoningen met elk drie kamers. De uitstraling is verbeterd en er is een verbinding tussen gebouw en omgeving gecreëerd, wat bijdraagt aan een veiliger gevoel op straat. Foto: Urhahn.

 

Zet inbreiding als katalysator voor wijkontwikkeling

Een kans ligt in de inbreiding van deze wijken, waarbij woningen worden toegevoegd in de bestaande stad. Het biedt een oplossing voor sommige uitdagingen en kan helpen in de financiering van plannen. Inbreiden, het toevoegen van woningen in de bestaande stad, kan door te bouwen in het groen en door sloop-nieuwbouw. Maar ook door transformatie: optoppen, aanplakken en uitplinten. Het zorgt voor meer draagvlak voor voorzieningen en meestal ook voor verkleining van de openbare ruimte, terwijl de kwaliteit ervan wordt verbeterd. Het draagt bij aan het oplossen van de wooncrisis én brengt bestaande bewoners een betere leefomgeving. Zo dragen de ruimtelijke ingrepen bij aan sociale doelstelling, en daarmee zijn deze ingrepen extra welkom in de naoorlogse wijken.

 

Aan de U.J. Klarenstraat in Amsterdam-Slotervaart zijn de woningen in een portiekflat verkocht als kluswoningen, inclusief de garages op de begane grond. Er is een verscheidenheid aan woningen gecreëerd en de garages zijn bij de woningen getrokken, waardoor een betere verbinding met de straat ontstaat en het gevoel van veiligheid verbetert. Foto: Urhahn.

Nieuw project! Een levendig Utrecht Science Park voor ontmoeting en innovatie

De Universiteit Utrecht heeft Urhahn geselecteerd voor het maken van de stedenbouwkundige visie van Utrecht Science Park (USP) Noord en Zuid en uitwerkingen in gebiedsplannen en kavelpaspoorten. In dit project werken we samen met Inside Outside landschapsarchitecten en Urban Reality financiële regie. De visie richt zich op het versterken van de campus als inspirerende leeromgeving die uitnodigt tot ontmoeting en kennisuitwisseling en zo bijdraagt aan de vorming van studenten. Een buitenruimte die uitnodigt tot verblijf en ontmoeting draagt bij aan een prettige leefomgeving. Het gebied vraagt daarom om een goede wisselwerking tussen gebouw en openbare ruimte, de juiste functiemix op de juiste plek en een inrichting van de openbare ruimte die daaraan beantwoordt.

Een mooi project, waarin onze gebruikersgerichte benadering duidelijk naar voren komt: de vorming van de student en een innovatief en inspirerend werkmilieu voor de werknemer, met aandacht voor biodiversiteit.

Essay | Ingrediënten voor de gezinsvriendelijke stad: samenwerken aan samenleven

Gezinnen zijn van grote waarde voor de stad en de stad is op haar beurt goed voor het gezin. Maar het behouden van het gezin in de stad is een uitdaging. Voor de publicatie ‘Als steden gezinsvriendelijk zouden zijnonderzochten Urhahn en de Van Leer Foundation welke ontwerpprincipes bijdragen aan een gezinsvriendelijke stad. In deze korte essayreeks gaan we dieper in op enkele van deze principes. In dit tweede essay zetten we de belangrijkste ingrediënten op een rij voor het ontwerpen aan een samenleving.

 

De stad staat voor samenleven, met een hoge bevolkingsdichtheid en diversiteit aan mensen. Dit kan tot wrijving leiden, maar biedt tegelijkertijd veel voordelen. De mengelmoes en de levendigheid van de stad is wat veel mensen juist trekt. Ook gezinnen kiezen voor de stad. Ze zijn er economisch op aangewezen of wonen graag in een levendige omgeving met een groot voorzieningenaanbod. Ontmoetingen zijn essentieel voor het stadsleven: de stad gaat over contact met mensen met uiteenlopende achtergronden, uitwisseling van ideeën en emancipatie. Kinderen zijn gebaat bij de sociale mix van de stad vanwege de invloed op hun sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling. En in een gemeenschap waar mensen elkaar kennen kunnen zij en een oogje in het zeil houden en bijvoorbeeld op elkaars kinderen letten: ‘it takes a neighbourhood to raise a child’. Maar dit samenleven komt niet automatisch tot stand. We moeten dit samenleven actief bevorderen en door middel van ontwerp de juiste voorwaarden scheppen. Hoe geven we vorm aan collectiviteit in de stad?

 

Een buurt met passende voorzieningen voor gezinnen

Een gezinsvriendelijke stad is gebaat bij een ‘ecosysteem’ rondom gezinnen. Met voldoende voorzieningen en gelijkgestemde buren ervaart men de buurt eerder als een fijne buurt. Het ­­aantal gezinnen is relevant, omdat kinderen met andere kinderen willen kunnen spelen, zonder de stad te hoeven doorkruizen. Bovendien zorgt het voor de nodige draagkracht voor voorzieningen, zoals scholen, opvang en (georganiseerde) speeltuinen. Door het organiseren van voorzieningen op het niveau van de buurt ontwikkelt een gezellige ontmoeting zich ook sneller tot een betrokken ontmoeting, een meer diepgaande relatie, tussen de ouders. Zij zijn immers ook buurtgenoten, komen elkaar regelmatig tegen en kunnen gemakkelijk met elkaar afspreken. Het is belangrijk om een binding met de wijk te stimuleren. Voorzieningen op buurtniveau dragen daaraan bij. Ze zijn ook essentieel voor gezinnen: als er geen plek op de opvang of school is, verhuizen ze van de stad weg. Het ecosysteem vereist scholen, kinderopvang en buurtplekken als horeca met speelmogelijkheden, buurthuizen, of pleinen met verblijfskwaliteit.

 

De route als uitje met kans op ontmoeting

Ook de inrichting van de openbare ruimte speelt een belangrijke rol in het versterken van het collectiviteitsgevoel. Deze bepaalt namelijk de kans op ongeorganiseerde ontmoeting; de ‘vluchtige ontmoeting’. Hierbij gaat het om laagdrempelige vormen van contact, zoals gedag zeggen of een praatje maken op de stoep. Deze vluchtige ontmoeting lijkt van gering belang, maar kan mensen het gevoel geven erbij te horen en is bovendien een voedingsbodem voor meer diepgaand contact. Juist gezinnen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan contact: wanneer de kinderen in een collectieve (groene) ruimte spelen in plaats van een privétuin of -voorziening, maken bewoners eerder een praatje met elkaar. En juist zij ervaren de meeste voordelen: ouders kunnen even op elkaars kinderen passen en de sociale veiligheid rondom de woning is groter wanneer meer mensen zich buiten begeven.

 

Een mobiliteitsnetwerk dat is gericht op wandelen en fietsen is essentieel in het stimuleren van de vluchtige ontmoeting. Dit biedt de mogelijkheid om elkaar te zien, te groeten of met elkaar te praten, veel meer dan vanuit de auto. Het via die ‘trage netwerken’ verbinden van woningen en dagelijkse voorzieningen zorgt ervoor dat men minder geneigd is om de auto te pakken naar de school of supermarkt. Dat draagt bij aan gezondheid: je pakt sneller de fiets of loopt naar de supermarkt, en onderweg speelt je kind even in de speeltuin. Naast de routes zelf is ook de positionering van functies van belang. Neem het parkeren: wanneer de auto direct voor de deur staat is de afstand tot de voordeur klein. En de kans op contact daarmee ook. Parkeren aan het einde van de straat of aan de rand van de autoluwe buurt vergt een stukje wandelen, maar vergroot het gevoel van de buurt als leefomgeving en de kans op vluchtige ontmoeting.

 

Gezinnen zijn het sociale cement van de buurt

Naast het realiseren van voldoende voorzieningen en het faciliteren van ontmoeting is het een opgave om gezinswoningen te behouden en bouwen die tegemoetkomen aan de wensen van gezinnen. Ingegeven door de omvang van de huidige woningbouwopgave, financiële prikkels en demografische veranderingen, ligt de focus in toenemende mate op de ontwikkeling van kleine woningen. Het aandeel eenpersoonshuishoudens en senioren (ook vaak eenpersoonshuishoudens) groeit en zij kunnen prima toe met een kleinere woning, zo is de gedachte. Bovendien helpt het bouwen voor senioren de doorstroming op gang. Deze trend, hoewel gerechtvaardigd, mag niet ten koste gaan van de aandacht voor gezinswoningen. Gezinnen brengen veel tijd door in de buurt, besteden veel aandacht aan de leefomgeving en dragen bij aan sterke sociale netwerken. Daarmee zorgen ze voor sociale controle, een veiligere openbare ruimte en contact tussen buren. Dat contact levert omkijken naar elkaar op: boodschappen doen voor de buurvrouw die slecht ter been is of de kinderen van de buren meenemen van school. Dat is van extra belang in de beweging naar de participatiemaatschappij, waarin we steeds meer voor elkaar (moeten) gaan zorgen. Dit laat onverlet dat een mix van leeftijden altijd van belang is, onder andere omdat mensen met verschillende leeftijden op verschillende momenten thuis en op straat zijn. Gezinnen horen bij die gemengde samenstelling.

 

Gezinnen kunnen zelf uitstekend hun leefomgeving vormgeven

Het bouwen van gezinswoningen gaat over de woningen zelf (de typologieën, essay 4 in deze reeks), maar ook over collectieve woonvormen en zeggenschap voor gezinnen in het vormgeven van hun eigen leefomgeving. Er zijn veel collectieve woonvormen te noemen, maar twee onderscheidende vormen zijn collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO) en de wooncoöperatie. CPO is een organisatievorm waarbij toekomstige bewoners zich verenigen en hun woningen gezamenlijk ontwikkelen. Zij hebben zelf vrijheid in hoe ze de grond willen gebruiken en hoe de woningen en buitenruimte eruit komen te zien (binnen de geldende regels). Bij CPO krijgt elke deelnemer een wooneenheid in eigendom of in huur. CPO brengt mensen bij elkaar die een visie delen op architectuur, samenleven, gemeenschap of andere thema’s. Collectief ontwikkelen en samenleven brengt de noodzaak om compromissen te sluiten. Maar het samen ontwikkelen van de woning en woonomgeving zorgt er onmiskenbaar voor dat deelnemers elkaar kennen en betrokken zijn. En zij zijn als collectief vaker in staat om gezamenlijke voorzieningen te realiseren. Dat kan ten goede komen aan prettig wonen met een oriëntatie op het collectief.

 

Een mooi voorbeeld van een CPO-project is Nautilus op het Zeeburgereiland in Amsterdam. Het bestaat uit 43 woningen van 75 tot 130m2, doorgaans goede afmetingen voor gezinnen. Er zijn gemeenschappelijke voorzieningen, zoals een binnentuin, bar met expositieruimte en een multifunctionele theaterzaal, die naast de bewoners ook de buurt ten goede komt. Elke zondagochtend is het café open voor publiek en er is een activiteitenprogramma met onder andere filmavonden. Bewoner Joëlle Payet, die na ontwikkeling in Nautilus kwam wonen, vertelt: “We zagen voor het eerst de tuin en die was perfect voor onze zoon. Als we hier zouden gaan wonen zou hij opeens 50 broertjes en zusjes hebben, waarmee hij veilig in de groene binnentuin kan spelen. En je klopt hier op de deur en iedereen is verwelkomend ”.

 

De gemeenschappelijke binnentuin van Nautilus, met een verbinding van de hoger gelegen etages met de tuin. Kinderen kunnen veilig spelen in de binnentuin (onder toezicht). Met een bouwhoogte van vier verdiepingen is de relatie tussen de bovenste verdieping en de binnentuin nog voldoende. Vanaf boven herken je de mensen in de tuin en de kinderen horen je als je ze roept.    De brede galerijen aan de kant van de leefruimtes zorgen voor spontane ontmoeting. Foto: Joëlle Payet.  

 

De bar met expositieruimte in Nautilus. Foto: Joëlle Payet.

 

Een ander voorbeeld is de Kersentuin in Leidsche Rijn, Utrecht. Daar hebben de bewoners een autoluwe buurt gecreëerd met gemeenschappelijke voorzieningen zoals tuinen, een openluchttheater en een projecthuis waar allerlei activiteiten worden ondernomen.

 

Het openluchttheater in een gedeelde tuin in de Kersentuin. Foto: Urhahn.

 

Het projecthuis van de Kersentuin dat gebruikt kan worden door bewoners en wordt verhuurd aan externen. Foto: Urhahn. 

 

De wooncoöperatie gaat nog verder in de mate van collectiviteit. De woningen worden vaak ook gezamenlijk ontwikkeld, maar komen in eigendom van een vereniging. De leden krijgen een aandeel, huren de eenheid van de vereniging en zorgen voor het beheer. Naast betaalbaarheid op de lange termijn door het ontbreken van een winstoogmerk, is een doel van een coöperatie meestal een bepaalde mate van gezamenlijkheid. Wooncoöperaties hebben vaak voorzieningen en ruimtes die gedeeld worden. Juist die betaalbaarheid en gemeenschappelijkheid zijn belangrijk voor het behoud van het gezin in de stad. Het zorgt in de eerste plaats voor betaalbare woningen die aan woonbehoeften van gezinnen tegemoetkomen. En net als bij CPO lukt het vaker om gedeelde voorzieningen dicht bij huis te organiseren en gedeelde buitenruimte te creëren die naar eigen wens is in te vullen. Twee aspecten die de door gezinnen zo gewenste sociale cohesie en praktische ontwerpinvullingen gemakkelijker maken.

 

Woongemeenschap Eikpunt in Lent is een voorbeeld van een wooncoöperatie. Er zijn 9 koopwoningen en 40 huurwoningen die in zelfbeheer zijn uitgegeven aan de bewoners. Er is een verscheidenheid aan woningtypes en er zijn gemeenschappelijke ruimtes voor activiteiten. De vereniging streeft naar een diversiteit aan leeftijden. Met het meergeneratiewonen wordt vereenzaming van ouderen tegengegaan en wordt een deel van de zorg voor ouderen, kinderen en gehandicapten opgevangen in de buurt zelf.

 

Activiteit bij Woongemeenschap Eikpunt in Lent. Foto: Architect Van Laarhoven combinatie.

 

Samenwonen met een klein aantal huishoudens
Naast wonen in collectiviteit met een veelvoud aan huishoudens kan samenwonen in een meergeneratiewoning bijdragen aan het geschikt wonen van gezinnen in de stad. In een meergeneratiewoning wonen twee huishoudens in één woning of in twee wooneenheden op één woonperceel. Een kangoeroewoning is een voorbeeld hiervan, waarbij twee woningen onder één dak zijn gesitueerd. De woningen zijn zelfstandig, maar er is binnenin een verbinding gecreëerd. Een meergeneratiewoning kan aantrekkelijk zijn voor gezinnen in de stad, omdat ‘samenwonen’ met bijvoorbeeld de ouders de mogelijkheid biedt om gemakkelijk oppas te organiseren. Andersom geldt dat de ouderen gemakkelijk hulp kan worden geboden met klusjes of in het huishouden of in de zorg.

 

Kangoeroewoningen, een vorm van een meergeneratiewoning, aan de Curaçaostraat in Groningen. Een kangoeroewoning bestaat hier uit twee appartementen die intern verbonden zijn, maar met elk een eigen voordeur en adres. Een zorgvragende en zorgdragende kunnen samenwonen, maar ook een bepaalde mate van privacy behouden. Foto: Holonite.

 

Plattegrond van de kangoeroewoningen aan de Curaçaostraat, Groningen. De woningen hebben een eigen entree, maar zijn intern verbonden. Door: KAW.

 

Samen werken aan samenleven
Het vormgeven aan collectiviteit in de stad kan dus op het gebied van de woningen, voorzieningen, en openbare ruimte. Door de kans op ontmoeting te stimuleren, laagdrempelig of diepgaand, biedt de stad een plek die aan de collectiviteitsbehoefte van het gezin beantwoordt. Een oproep aan alle stadsmakers dus: ontwerp aan collectiviteit!

 

In ons volgende essay gaan we in op de naoorlogse wijken als ideale gezinswijken. Heb je een aanvulling of mooi voorbeeld met betrekking tot ontwerpen aan collectiviteit in de stad? Laat het ons weten! Ben je benieuwd hoe het staat met de collectiviteit van de openbare ruimte en voorzieningen in jouw wijk of gemeente? Neem contact met ons op voor een quickscan via LinkedIn of stuur een email naar onze experts Ad de Bont en/of Wendy van Kessel.

Ongelijk investeren voor gelijke kansen in Malburgen, Arnhem

De Arnhemse wijk Malburgen is begin de jaren 30 ontworpen als tuindorp en in de naoorlogse periode uitgebreid met veel eengezinswoningen en hoogbouw. In en rond de wijk zijn prachtige groengebieden. Delen zijn aantrekkelijk vernieuwd, maar op andere plekken is de openbare ruimte sleets en zijn de woningen verouderd. Hoewel velen er met plezier wonen en werken, zijn er ook verouderde delen en sociaaleconomische opgaven. Er is een investering nodig in de leefomgeving, woningen en voorzieningen: ‘ongelijk investeren voor gelijke kansen’. Samen met ontwikkelingen in de omgeving vraagt dit om een nieuw perspectief op Malburgen. Daarmee wordt de wijk meegenomen in deze ontwikkelingen en kan Malburgen uitgroeien tot een toekomstbestendige, gemengde stadswijk.

 

Samen met bewoners als experts werken we de komende maanden toe naar een toekomstvisie met daarin ruimtelijke interventies die bijdragen aan de sociale doelstellingen. Dit sluit goed aan bij onze filosofie van sociale stedenbouw. Onze kennis van naoorlogse wijken en onze ervaring met transformatie van de bestaande stad zetten we graag in voor versterking van Malburgen.

Gebiedsperspectief Tilburg Noord: verdichting en sociale structuurversterking

De lessen die we geleerd hebben bij het opstellen van het Handelingsperspectief Naoorlogse wijken hebben we in Tilburg Noord kunnen toepassen: wat is karakteristiek voor de opgaven in naoorlogse wijken, waar gaat het vaak mis en hoe kun je die integraal oppakken? Het project is Urhahn op het lijf geschreven. Wij werken al jaren aan de transformatie en verdichting van de stad, in het bijzonder de naoorlogse woonwijken, waarbij we de gebruiker centraal stellen.

 

Stedelijke vernieuwing vanuit sociaal perspectief
De gemeente Tilburg heeft een stevige woningbouwambitie: 25 duizend woningen erbij tussen 2020 en 2040. De ambitie is minimaal 5.000 woningen in Noord te realiseren. Tilburg Noord is een eigenzinnig stadsdeel met veel culturen en veel gezichten. Een stadsdeel vlakbij de Tilburgse binnenstad, maar ook rustig ‘aan de andere kant van het kanaal’. Een groene wijk met pareltjes, maar ook een stadsdeel met inwoners die zich in een kwetsbare positie vergeven. De wijk is onderdeel van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid en veel opgaven in Noord zijn maatschappelijk van aard. Het ontwikkelde gebiedsperspectief heeft tot doel om met de verdichtingsopgave ook de leefomgeving van de huidige bewoners te verbeteren en met ruimtelijke ingrepen aan sociale opgaven te werken. Het laat zien hoe een prettige leefomgeving kan bijdragen aan kansengelijkheid en sluit naadloos aan uit de Tilburgse Sociale Agenda.

 

Ontwerpend onderzoek als basis voor het laadvermogen
Via een methodiek van ontwerpend onderzoek zijn alle bebouwingsopties verkend: waar liggen de kansen voor inbreiding of – indien nodig – sloop-nieuwbouw? En waar kan transformatie bijdragen aan een sterkere ruimtelijke structuur en sociale veiligheid? Hoe kan de verdichting bijdragen aan het creëren van voorzieningen en werk die de huidige bewoners ten goede komen? In dit project is aan alle kansrijke verdichtingslocaties ontworpen om het indicatieve laadvermogen te bepalen. Daarbij is telkens de maatschappelijke meerwaarde van de verdichting als uitgangspunt genomen. Hoewel deze gedetailleerde benadering bij grotere woningaantallen en op stadsniveau zoals in Zwolle niet voor de hand liggend is, is de benadering waarin via ontwerpend onderzoek de kansen voor verdichting zijn gekoppeld aan de maatschappelijk meerwaarde erg relevant voor Zwolle.

 

Inclusieve participatiesprint
De kennis en ervaring van bewoners en ondernemers zijn onmisbaar voor de ontwikkeling van Tilburg Noord. De gebiedsvisie is gebaseerd op de oogst van de participatie: wat zijn volgens de bewoners en professionals de belangrijkste waarden en opgaven? Het creëren van eigenaarschap en het versterken van de gemeenschap zijn het uitgangspunt geweest bij de participatie. Een breed scala aan instrumenten is ingezet: van straatgesprekken, online peilingen, wijkmanifestaties, ontwerpsessies tot ‘peers-observing-peers’ waarmee moeilijk te bereiken doelgroepen zijn betrokken. Dit heeft geresulteerd in een concreet gebiedsperspectief met ruimtelijke voorstellen en kaders voor toekomstige ontwikkelingen die zowel de dichtheid van de wijk vergroten als de ruimtelijke en sociale structuur versterken.

Essay | Ingrediënten voor de gezinsvriendelijke stad: de rijke schoolomgeving

Gezinnen zijn van grote waarde voor de stad; de stad is op haar beurt goed voor het gezin. Het zijn gezinnen die bijdragen aan sociale structuren en oog hebben voor veiligheid en aantrekkelijkheid van de openbare ruimte. Daarnaast biedt de stad mogelijkheden om werk dichtbij te organiseren en zo gemakkelijker te combineren met zorg voor de kinderen. De ervaring leert dat een efficiënter tijd-ruimtepatroon van het gezin meer gelijkheid in de verdeling van zorgtaken met zich meebrengt. En dat niet alleen. In buurten met veel gezinnen zijn vriendjes voorhanden om samen buiten te spelen en komen kinderen potentieel meer in contact met kinderen met diverse achtergronden. Maar het behouden van het gezin in de stad is een uitdaging. Voor de publicatie ‘Als steden gezinsvriendelijke zouden zijn’ onderzochten Urhahn en de Van Leer foundation welke ontwerpprincipes bijdragen aan een gezinsvriendelijke stad. In deze korte essayreeks gaan we dieper in op enkele van deze principes. In dit eerste essay benadrukken we de rol van de rijke schoolomgeving als spil in de kindvriendelijke buurt.

 

Van rijke schooldag tot rijke schoolomgeving     

Er is al veel aandacht voor kansrijk en gezond opgroeien van (jonge) kinderen. Zo is de Rijksoverheid samen met partners het programma Rijke Schooldag begonnen, dat is gericht op het kansrijk en gezond opgroeien van jonge kinderen. Met het programma wordt de onderwijsdag aangevuld met sportieve en culturele activiteiten en bijvoorbeeld huiswerkbegeleiding. Net als de rijke schooldag is ook een goed ontworpen en geprogrammeerde schoolomgeving waardevol voor de ontwikkeling van het kind: de rijke schoolomgeving. Deze is aantrekkelijk, veilig, groen en buiten schooltijd toegankelijk om te spelen. Veilige routes voor langzaam verkeer verbinden de school met de buurt en de woningen. De meerwaarde van de rijke schoolomgeving zit tevens in de programmering: ook buiten schooltijd kunnen de buitenruimte en de voorzieningen van de school worden gebruikt.

 

De school(omgeving) als multifunctionele plek van ontmoeting 

De schoolomgeving functioneert sterker als ontmoetingsplek als er verschillende redenen zijn om ernaartoe te komen. Een buurtschool, waar kinderen uit de directe omgeving op school zitten, bevordert ontmoetingen tussen ouders en tussen kinderen. De samenkomst bij de opvang en op school draagt bij aan sociale contacten in de buurt. Kinderen kunnen ook buiten schooltijd gemakkelijk afspreken en de ouders leren hun buurtgenoten kennen, wat soms tot vriendschappen leidt.

 

Jammer genoeg is de school nog vaak een op zichzelf staande voorziening met een afgesloten plein, gebruikt tijdens schooluren. Prima voor veel kinderen die er op school zitten, maar de waarde van de school en haar omgeving wordt vergroot wanneer deze multifunctioneel wordt ingezet. Wanneer de school gecombineerd wordt met opvang kunnen voorzieningen worden gedeeld. Buiten de school- en opvangtijden kan een deel van de ruimte dienen voor de buurt, bijvoorbeeld voor buurtsportcoaches met sportlessen voor kinderen uit de buurt, bewonerscommissies, of buurtbewoners die een activiteit willen organiseren. Het speelplein kan fungeren als openbare speelplek voor de hele buurt. Dit vraagt natuurlijk wel om flexibiliteit in het gebruik en beheer van de ruimtes. Door voorzieningen te clusteren, zoals scholen, supermarkten en zorgvoorzieningen, wordt het gemakkelijker voor ouders om het brengen en halen van schoolgaande kinderen te combineren met andere dagelijkse activiteiten.

 

Een rijke schoolomgeving is een veilige omgeving met goede routes

Naast multifunctionaliteit kenmerkt een rijke schoolomgeving zich door onderdeel te zijn van een langzaam verkeersnetwerk binnen de buurt met de school als spin in het web. Langzame netwerken zijn veilige routes voor de (in dit geval jonge) voetganger en fietser. Oversteekplekken zijn duidelijk en veilig. Auto’s weten dat ze voorrang moeten verlenen en accepteren eventuele vertraging.

 

Kindcentrum Rivierenwijk, ontwerp: DOK Architecten, fotografie: ScagliolaBrakkee.

 

Een mooi voorbeeld van een autoluwe schoolomgeving met goede verbindingen is te vinden in de Rivierenwijk in Deventer. Het kindcentrum grenst aan een natuurspeeltuin. De openbare ruimte is overwegend autoluw en een kiss and ride is ingericht als atletiekbaan. Dit multifunctionele ruimtegebruik zorgt enerzijds voor een leuke speelvoorziening en het beperken van autoverkeer en anderzijds voor een prettige openbare ruimte voor de buurt.

 

De rijke schoolomgeving doet er nog een schepje bovenop. Het jonge kind, dat vaak net rijkt tot de hoogte van de spiegel, wordt vaak over het hoofd gezien. Het is daarom dat veel ouders hun kind niet alleen naar school durven te sturen, en ze vanwege veiligheidsoverwegingen zelfs vaak met de auto brengen. Maar de grote hoeveelheid autoverkeer maakt de omgeving juist onveilig. Een herinrichting van de routes helpt om deze cirkel te doorbreken. Om schoolgaande kinderen te behoeden voor de haastige autobestuurder is er eigenlijk maar één echte oplossing: de schoolomgeving is volledig autovrij. Dit voorkomt ongelukken en vergroot de aantrekkelijkheid van fietsen en lopen. Dat is niet alleen bevorderend voor de veiligheid, het is ook goed voor de autonomie van het opgroeiende kind. Kinderen kunnen eerder zelfstandig naar school en doen belangrijke ervaring in het verkeer op als voorbereiding op de middelbare school. Het leert hen ook gezond gedrag aan: niet de auto, maar op de fiets of te voet. De ouders profiteren ook: zij kunnen hun kinderen al eerder alleen laten reizen.

 

Deze verandering hoeft natuurlijk niet in één keer plaats te vinden. Een mooi begin is bijvoorbeeld het introduceren van de ‘schoolstraat’, waarbij de straat tijdens begin- en eindtijden van de schooldag worden afgesloten voor de auto. Of het introduceren van de autovrije schooldag, waarbij iedereen wordt uitgenodigd om lopend of op de fiets naar school te komen.

 

Een rijke schoolomgeving vereist een aantrekkelijke, toegankelijke ruimte rondom de school zelf

Tot slot is een veilige en aantrekkelijke buitenruimte bij de school essentieel. Een mooie kans is om de buitenruimte zo in te richten dat deze voor de hele buurt toegankelijk en aantrekkelijk is. Je draait het gebruik als het ware om: een (groene) openbare gebruiksruimte voor de hele buurt, die ook wordt gebruikt door de school en kinderopvang.

 

Forum ’t Zand, ontwerp: VenhoevenCS, fotografie: Luuk Kramer.

 

Een mooi voorbeeld van een school(omgeving) die ten goede komt aan de hele buurt is te vinden in park Groot Zandveld in Utrecht. Hier zijn twee basisscholen, een kinderopvang, sportzaal en buurtcentrum en te huren ruimtes gecombineerd in één gebouw. De ruimte eromheen functioneert als park voor de hele buurt en wordt ook gebruikt door de schoolkinderen.

 

Op weg naar een rijke schoolomgeving voor elke school dus! Maar er is meer nodig voor een gezinsvriendelijke stad. In ons volgende essay gaan we in op collectiviteit in de stad. Heb je een aanvulling of mooi voorbeeld met betrekking tot de rijke schoolomgeving? Laat het ons weten! Ben je benieuwd hoe kindvriendelijk jouw schoolomgeving is? Neem contact met ons op voor een quickscan via LinkedIn of stuur een email naar onze experts ad@urhahn.com en/of wendy@urhahn.com.

Ontwerpend onderzoek voor ontwikelkansen Utrecht Zuidwest

Urhahn heeft in opdracht van de gemeente Utrecht een uitgebreid ontwerpend onderzoek naar de ontwikkelkansen in Utrecht Zuidwest als onderdeel van het breder ontwikkelperspectief voor de A12 Zone. Dit project, dat inspeelt op toekomstige stedelijke en mobiliteitsbehoeften, onderzocht verschillende vervoersalternatieven en hun effecten op zowel de nieuwe als de bestaande stedelijke structuur.

 

Mobiliteitsvarianten en Stedelijke Effecten
Het project evaluerde diverse mobiliteitsvarianten en bepaalde de impact daarvan op de bereikbaarheid en de ontwikkelpotentie voor wonen en economie van verschillende deelgebieden. Cruciaal was de invloed van deze varianten op de bestaande stad, waarbij gekeken werd naar aspecten zoals overlast, barrièrewerking, en sociale verbondenheid. De analyse hielp om inzichtelijk te maken hoe verschillende verkeersscenario’s zowel positief als negatief konden inwerken op de bestaande stedelijke dynamiek.

 

Denklijnen en Toekomstscenario’s
Op basis van deze effectenbeoordeling zijn twee strategische denklijnen ontwikkeld. Deze denklijnen bekeken de woon-werkprofielen in samenhang en identificeerden per lijn de kritieke infrastructurele maatregelen en voorwaarden voor succesvolle stedelijke ontwikkeling:

 

  1. Metropoolpoort: Deze denklijn richt zich op het versterken van de stedelijke dichtheid en hoogstedelijke kwaliteiten, met prioriteit voor uitstekende OV-bereikbaarheid en een naadloze integratie van woon- en werkgebieden.
  2. Werkstad Nieuwe Stijl: Hier ligt de nadruk op een uniek economisch profiel voor elk deelgebied, met behoud van sterke regionale mobiliteitsverbindingen, en een focus op het behouden en versterken van bestaande bedrijvigheid.

Strategische Plannen en Kwalitatief Hoogwaardige Ontwikkeling
Elke denklijn bood een afwegingskader dat beleidsmakers helpt om geïnformeerde keuzes te maken voor een kwalitatief hoogwaardige gebiedsontwikkeling. Dit omvatte zowel technische maatregelen, zoals de aanleg van nieuwe tram- en busverbindingen, als strategische beslissingen over de inrichting van de openbare ruimte en het bevorderen van sociale cohesie.

Stadscentrum Hoofddorp transformeert naar een levendig en toekomstbestendig centrum

De visie stemt verschillende lopende en toekomstige ontwikkelingen op elkaar af om de kwaliteit van het stadscentrum te verbeteren. De visie richt zich op het creëren van een levendige openbare ruimte voor gemeenschappelijke activiteiten. Dat betekent vergroening en meer ruimte voor voetgangers en fietsers. Het historisch dorpse karakter wordt benadrukt en tegelijkertijd transformeert het gebied naar een levendig centrum met gezellige reuring: een huiskamer van de stad.

 

Benieuwd naar de visie? Tess Broekmans (Urhahn), Thomas van Hulst en Edwin Baars (Gemeente Haarlemmermeer) nemen je mee in dit filmpje. Of duik in het volledige visiedocument op de website van de gemeente Haarlemmermeer.

Wendy van Kessel

Als projectleider en stedenbouwkundige met een architectuurachtergrond heeft Wendy veel ervaring met binnenstedelijke transformatie en stedelijke vernieuwingsprojecten waarbij ze in staat is om op verschillende schaalniveaus te werken, voor een verscheidenheid van opdrachtgevers. Bij Urhahn is zij intensief betrokken geweest bij de publicaties De Beweegvriendelijke Stad en Buitenkansen voor een uitnodigende buitenruimte. Met deze kennis heeft zij aan diverse projecten gewerkt in onder meer Apeldoorn, Antwerpen en Eindhoven, waarin wordt gekeken hoe met diverse stakeholders de buurt, wijk of stad meer beweegvriendelijk ingericht kan worden.

 

Wendy studeerde cum laude af aan de Technische Universiteit Eindhoven op zowel architectuur als stedenbouw. In 2016 is ze bij Urhahn begonnen. In 2019 heeft zij het Professional Experience Programme (PEP) voor Stedenbouwkundige succesvol voltooid. Sinds 2023 maakt Wendy deel uit van de directie.

 

Stuur Wendy van Kessel een mail, connect via LinkedIN of bel 020 421 74 40.

 

Selectie van recente projecten, publicaties & initiatieven:

  • Purmerend Wheermolen Oost: projectleider en lid Q-team voor ontwikkeling van bouwenveloppen en beeldkwaliteitsplan (voor Gemeente Purmerend en woningcorporatie Intermaris, 2020-heden).
  • Groningen Kardinge: projectleider voor een gebiedsvisie en uitwerking tot stedenbouwkundig plan voor de ontwikkeling van een vitaliteitscampus van het gebied Kardinge (voor gemeente Groningen, Sport050, Alfa-college en Topsport, 2022 – heden).
  • Publicatie Als steden gezinsvriendelijk zouden zijn..: projectleider voor een visie op en publicatie over kindvriendelijkheid van steden door de jaren heen en wat we daarvan kunnen leren. Daarnaast het ontwikkelen van workshops en werksessies voor gemeenten en buitenlandse bezoekers (Van Leer Foundation, 2020-heden).
  • Vlaardingen binnenstad: projectleider voor een gebiedsvisie op de transformatie en doorontwikkeling van de binnenstad van Vlaardingen (voor gemeente Vlaardingen, 2023).
  • Publicatie buitenkansen voor een uitnodigende buitenruimte: projectleider, auteur en redacteur van een inspiratiedocument voor een uitnodigende openbare ruimte met Apeldoorn in de hoofdrol (voor gemeente Apeldoorn en provincie Gelderland, 2020-2021).

Frits Erdmann

Frits’ kracht ligt bij strategische projecten op regionaal of stedelijk schaalniveau. Hij weet complexe opgaven verder te brengen met heldere ideeën. Door inspirerende infographics weet hij de vaak vele betrokken partijen in opgaven te verbinden. Hij werkte recent aan stationsgebied Den Bosch Oost, de A12-zone in Utrecht, de gebiedsvisies voor de SED-gemeenten en de Gebiedsvisie Grenzeloos Dijk & Waard (voor de fusie van Langedijk en Heerhugowaard).

 

Frits is in 2016 als stedenbouwer afgestudeerd aan de TU Eindhoven. Hij werkt sinds 2017 bij Urhahn en mag sinds 2022 de titel stedenbouwkundige dragen. Vanaf 2023 maakt hij deel uit van de directie.

 

Stuur Frits Erdmann een mail , connect via LinkedIN of bel 020 421 74 40.

 

Selectie van projecten

  • Stede Broec Nieuw Sportlandschap: Projectleider voor een flexibel gebiedsplan voor een nieuw Sportlandschap in Stede Broec (voor gemeente Stede Broec, 2022-2023).
  • Tilburg Oostflank: Projectleider voor het regionale koersdocument wat de ruimtelijke en programmatische ambities en ontwikkelkansen beschrijft voor de Oostflank van Tilburg (voor gemeente Tilburg en Oisterwijk, 2022-2023).
  • Provincie Utrecht Ruimtelijk Voorstel: Projectleider voor het ontwerpend onderzoek in het kader van het Ruimtelijk Voorstel, dat de basis vormt voor nieuwe afspraken tussen Rijk en provincie over de ruimtelijke inpassing van actuele opgaven (voor Provincie Utrecht, 2022-2023).
  • Leiderdorp Baanderij: Projectleider en stedenbouwkundig ontwerper voor de gebiedsvisie en ontwikkelkader voor de transformatie van een binnenstedelijk bedrijventerrein naar een gemengde stedelijk gebied (voor gemeente Leiderdorp, 2019-2022).
  • Ontwerpend onderzoek FixTheCityMix: Projectleider voor het ontwerpend onderzoek dat de (on)mogelijkheden van functiemenging bestudeert bij de realisatie van nieuwe gebiedsontwikkelingen (Urhahn Stedenbouw en Strategie, 2020).

Artikel Gezinsvriendelijke Stad Gebiedsontwikkeling.nu

“Gezinnen zijn de kanariepieten van de stad,” zo tekende Het Parool in 2017 op uit de mond van geograaf Willem Boterman (UvA). Aan hun gedrag valt af te lezen hoe het met de stad gaat. Als gezinnen blijven, zegt dat iets positiefs over de leefbaarheid, de verkeersveiligheid en de kwaliteit van scholen. Gezinnen zorgen voor sterke sociale structuren in de buurt. Zij brengen veel tijd door in de directe woonomgeving, kinderen spelen op straat, ouders spreken af in de buurt en zorgen voor levendigheid en sociale veiligheid. Op de kinderdagopvang, bij de speeltuin en later bij de basisschool wordt het fundament gelegd voor een sociaal sterke wijk. Een gezinsvriendelijke stad draagt daarmee bij aan de vitaliteit en leefbaarheid van de stad.

 

Neerwaartse spiraal

Omgekeerd gaat de kanariepietenstelling echter ook op: als gezinnen vertrekken, is er iets negatiefs aan de hand. Het vertrek van gezinnen naar een rustigere, suburbane woonomgeving in de regio is van alle tijden, maar het afgelopen decennium steeg het vertrekpercentage verontrustend. Het soms noodgedwongen vertrek uit de stad wordt ingegeven door het ontbreken van betaalbare doorstroommogelijkheden voor gezinnen, de wens tot (semi-)private buitenruimte en de behoefte aan een veilige woonomgeving. Doorgroeien naar een ruimere stadswoning zit er voor het middenklasse gezin vaak niet meer in. Zo is sprake van een opmerkelijke paradox: gezinnen met voldoende financiële middelen kunnen in de stad blijven wonen én gezinnen die het juist niet kunnen veroorloven om te vertrekken blijven in de stad, maar dan in buurten met een groot aandeel sociale woningbouw.

 

Het zijn de kinderen en hun ouders die met andere ogen naar de openbare ruimte kijken

 

De balans is al enige tijd negatief: meer gezinnen vertrekken dan erbij komen. Het leidt tot een afnemend draagvlak voor de voorzieningen die gericht zijn op gezinnen, waardoor de gezinsvriendelijkheid weer verder afneemt. De enorme woningbehoefte en de wens tot binnenstedelijke verdichting leiden tot gebiedsontwikkelingen met veel compacte appartementen voor kleine huishoudens. Gezinnen hebben hier niets te zoeken. Ook de doorstroming vanuit bestaande gezinswoningen is beperkt dus dat biedt evenmin soelaas. Gezinnen verlaten de stad, sociale buurtstructuren worden verbroken, speeltuinen komen in de verdrukking, scholen en opvang sluiten de deuren en de aantrekkelijkheid van de stad voor het gezin neemt steeds verder af. Kortom: een ongewenste, neerwaartse spiraal.

 

Extra aandacht

Het behouden en verwelkomen van gezinnen in de stad is om meerdere redenen van toegevoegde waarde voor de stad als geheel. Gezinnen spelen een belangrijke rol in de sociale cohesie en sociale controle in de buurt. De kinderen vormen vaak het bindmiddel voor contact tussen ouders. Daarnaast is het kind in de publieke ruimte belangrijk. Het zijn de kinderen en hun ouders die met andere ogen naar de openbare ruimte kijken: is er plek om te spelen? Kunnen de kinderen via een veilige (verkeersluwe) route naar school komen? Is de woonomgeving een gezonde omgeving om in op te groeien? Het gezin in de stad zorgt voor extra aandacht voor kwaliteit van de leefomgeving, die iedere bewoner ten goede komt.

 

Ten tweede profiteren ook de ouders van het wonen in de stad. Werk is in toenemende mate in de stedelijke regio’s geconcentreerd. Door dicht bij het werk te wonen, verandert het dagelijkse tijd-ruimtepatroon van ouders. De ouders besparen kostbare tijd die ze anders kunnen benutten, bijvoorbeeld door meer tijd met hun kinderen door te brengen. Dat geldt zeker voor huishoudens met twee banen in de stad. Bovendien zijn voorzieningen in de stad nabij, zowel voor de ouders als de kinderen: de kinderopvang, de sportclub, speeltuin met café, cultuur en horeca.

 

Tijd en ruimte

Een andere pré is de balans in taakverdeling die een stedelijke context ouders biedt: waar ouders die buiten de stad wonen nogal eens voor de keuze staan wie van de twee op afstand fulltime gaat werken, beslissen ouders in de stad vaker om beiden (bijna) fulltime te werken. De nabijheid van het werken en de aanwezige voorzieningen maakt dit mogelijk. De – vooral hoogopgeleide – stedelingen die in de stad kinderen krijgen, willen er vaak blijven wonen. Vaders en moeders willen geen ‘huisvrouwensyndroom’ oplopen in een monofunctionele Vinex-wijk. Niet elk gezin hecht hier veel waarde aan, maar het efficiëntere tijd-ruimtepatroon van het gezin in de stad faciliteert zo de gelijkheid in werk- en zorgtaken. Buurten met veel gezinnen zorgen voor gelijkgestemden en krachtige sociale netwerken in de buurt. Het levert waardevolle relaties van bewoners die elkaar helpen. Dat is hard nodig voor gezinnen en eigenlijk voor alle stadsbewoners: “It takes a village to raise a child.”

 

Laat de straat als speelplek terugkomen in de stad

 

Ten derde: de stad is ook goed voor de ontwikkeling van het kind zélf. Het spelen op straat of op de buitenschoolse opvang is wezenlijk anders dan spelen in de achtertuin. In de stad komt een kind potentieel meer in contact met kinderen en mensen met andere achtergronden: op de voorschool en buitenschoolse opvang, op school en op straat. Dat is goed voor de sociaal-emotionele én cognitieve ontwikkeling van een kind. Behoud van een sociale mix is hierbij een belangrijk aandachtspunt. En dan in het bijzonder het gezin uit de middenklasse. Waar het welgestelde gezin de middelen heeft om comfortabel in de stad te leven en het gezin met minder mogelijkheden honkvast zit in de sociale huurwoning in de stad, verlaat het middenklasse-gezin de stad. Dat zorgt voor segregatie langs meerdere lijnen, waaronder leeftijd, etniciteit en opleidingsniveau.

 

Divers pluimage

Deze ontwikkeling betekent ook dat de samenstelling van de groep kinderen die in de stad achterblijft, polariseert. Kinderen met verschillende sociaaleconomische en sociaal-culturele achtergronden komen elkaar minder tegen op straat en op school: niet de beste start! Daarnaast komen kinderen in de stad steeds vaker samen in door ouders uitgekozen en betaalde voorzieningen zoals sportverenigingen, betaalde speelplekken of studiehulpplekken. Het is daarom noodzaak om de straat als speelplek met kinderen van divers pluimage en zonder direct toezicht van ouders terug te laten komen in de stad.

 

Nederland kent geen lange wooncultuur van gezinnen in de stad en deze is de afgelopen eeuw steeds verder gesurburbaniseerd. Tot aan het interbellum lag de focus op betere stedelijke sociale huisvesting in de stadswijken. Stap voor stap is de overheersende woonwens van gezinnen getransformeerd tot het gangbare ideaal van een eengezinswoning met achtertuin: via de vooroorlogse tuindorpen, modernistische groene stadswijken aan de stadsrand, kleinstedelijke groeikernen tot aan de suburbane Vinex-locaties. Hoewel de VINEX-ambitie versterking van de steden was, is het overheersende beeld ook hier toch vooral suburbaan wonen voor gezinnen.

 

Gezinnen in appartementen

De Nederlandse suburbane wooncultuur is internationaal gezien niet vanzelfsprekend. In mediterrane steden wonen gezinnen met kinderen in stadsappartementen. In de grote metropolen als Parijs, Berlijn en Londen is het gezinsvriendelijke (nieuwbouw)appartement veel meer ingebed in de wooncultuur. Dat betekent bijvoorbeeld dat ook op hoogte terrassen en tuinen te vinden zijn waar kinderen kunnen spelen, dat woningen op de verdiepingen verbonden zijn met de buitenruimte op maaiveld, dat galerijen breed zijn en dat de aangrenzende buitenruimte autovrij is. Gelukkig begint ook in Nederlandse steden door te dringen dat gezinswoningen in de stad meerwaarde bieden.

 

Een sterke sturing vooraf op woningtypen en -segmenten in plaats van een fixatie op woningaantallen helpt

 

We staan in Nederland voor een grote woningbouwopgave: het gaat om bijna 400.000 woningen tot 2030. De ambitie is om vooral binnenstedelijk te ontwikkelen. Dit vraagt ook om ‘gezinsvriendelijker ontwikkelen’, door structureel na te denken over de publieke ruimte, stedelijke woningtypen voor gezinnen en het duurzaam integreren van voorzieningen. Verdichten voor gezinnen vraagt om andere woningtypologieën: groter, met een extra kamer en extra bergruimte. Er is behoefte aan gezinsappartementen direct grenzend op of op maximaal twee lagen afstand tot de (collectieve) buitenruimte, zodat het contact tussen kind en ouder gewaarborgd is. Idealiter bouwen we woningen met een directe toegang tot de buitenruimte zoals een brede stoep, hoven of (dak)binnentuinen.

 

Onderzoek de betaalbaarheid

De hamvraag is: hoe krijgen we dit voor elkaar? Het begint met het onderschrijven van de ambitie door de ontwikkelende partijen – publiek en privaat – en vervolgens doordenken wat dit betekent voor het ruimtelijk-programmatisch concept. Een sterke sturing vooraf op woningtypen en -segmenten in plaats van een fixatie op woningaantallen helpt daarbij. Het loslaten van de strikte relatie woningtype – parkeernorm draagt eveneens bij. De betaalbaarheid zal verder onderzocht moeten worden door de inzet van bijvoorbeeld grondprijsinstrumenten, subsidies gericht op binnenstedelijke verdichting of specifieke woonproducten en het stimuleren van alternatieve ontwikkelvormen, zoals wooncoöperaties.

 

Ook de Rijksoverheid heeft hier belang bij: de binnenstedelijke woonopgave is alleen te realiseren bij hogere dichtheden, ook voor gezinnen. Het revitaliseren van de grote voorraad stedelijke gezinswoningen, zowel in de voor- als naoorlogse wijken, is daarnaast een vanzelfsprekendheid. Deze woningen staan al in wijken die destijds zijn ingericht als aantrekkelijke gezinswijk. Dit vraagt om een herwaardering van vooral de naoorlogse woonwijken.

 

De verdichtingsopgave biedt de kans om kritisch naar de openbare ruimte te kijken met ruimte voor kinderen én de behoeften van de ouders. Een buitenruimte die kinderen de autonomie biedt om zelf naar school of speeltuin te lopen of fietsen en die ruimhartig gericht is op bewegen, motorische ontwikkeling en sociale vaardigheden. Spelen met andere kinderen en andere ouders ontmoeten: dat doe je op de stoep.

 

Urhahn onderzocht hoe je een stad gezinsvriendelijk kan maken en legde de uitkomsten vast in de publicatie ‘Als steden gezinsvriendelijk zouden zijn…’ Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Van Leer Foundation en is bedoeld als aanzet om het gedachtengoed van gezinsvriendelijke steden concreet vorm te geven.

 

Dit artikel verscheen op 14 november 2023 op gebiedsontwikkeling.nu.

 

Wil je meer weten over hoe jij mee kunt werken aan een gezinsvriendelijke stad?

Download ‘Als steden gezinsvriendelijk zouden zijn…’, of neem contact met op met onze experts Wendy van Kessel of Ad de Bont voor een werksessie waarin we gezamenlijk verkennen hoe we de gezinsvriendelijkheid in uw gemeente kunnen verbeteren.

Lessen uit de excursie naar Parijs

Excursie stedenbouw in Parijs

 

Les 1: Geef maatschappelijke voorzieningen een centrale plek

De wijk Boulogne-Billancourt, ontwikkeld op het voormalig fabrieksterrein van Renault, kenmerkt zich door halfopen bouwblokken met groene binnentuinen. Er is veel ruimte voor voorzieningen. Het ene blok huist een kerk, een ander een sporthal en weer een ander een school waar biodiversiteit deel uitmaakt van het curriculum en terugkomt in het ontwerp van het gebouw. In Clichy zagen we hoe een basisschool geïntegreerd was in het bouwblok. Een waardevol inzicht voor de Nederlandse ontwikkelingen: stop voorzieningen niet weg in een blok aan de rand van de wijk, maar stel de voorzieningen centraal en organiseer het wonen daaromheen.

 

Les 2: Maak gedeelde buitenruimte écht openbaar: zonder hek dus!

Een stad waar spontane ontmoeting niet meer plaatsvindt, is nauwelijks een stad. De stad gaat over samenleven en een gedeelde buitenruimte is cruciaal in het bevorderen van toevallige ontmoetingen. Het halfopen bouwblok mag dan een opmars maken in het Parijse straatbeeld, maar de binnenhoven zijn vaak uitsluitend toegankelijk voor bewoners. Dat zagen we in zowel Clichy en Boulogne-Billancourt als in Chapelle-International. Ontmoeting tussen bewoners van het blok is mogelijk in de binnentuin, maar de ruimte komt de bredere wijk niet ten goede. Hoewel de binnentuinen in Boulogne-Billancourt oorspronkelijk als openbaar zijn ontworpen, zijn deze op den duur toch afgesloten. Ontmoeting zou ook kunnen worden gestimuleerd door een directe entree te maken van woningen naar de tuin. Geen goed voorbeeld voor de Nederlandse stedenbouw dus.

 

Les 3: Zorg voor effectieve wateropvang, zowel in de grond als in openbare sanitaire voorzieningen

In Boulogne-Billancourt zagen we langs de weg ruime en groene wadi’s. Dat beperkt wateroverlast en gaf ook nog eens een merkbaar lagere temperatuur in de warme zon. Het centrale park is overstroombaar bij een hoge stand van de Seine. Wanneer het heeft geregend staan kleine eilanden in het park onderwater en ze komen tevoorschijn in drogere periodes. Dit geeft mooie seizoensgebonden verschillen.

En laten we niet vergeten: een groep van 15 collega’s betekent zo nu en dan een toiletbezoek. Gelukkig vonden we in Parijs regelmatig een openbaar toilet (dus geen piskrul). Dat is inclusief denken!

 

Les 4: Kies voor intensief ruimtegebruik

Door intensiever te bouwen blijft meer plek over voor hoogwaardige buitenruimte. De wijk Clichy-Batignolles is een goed voorbeeld hiervan. Een deel van de wijk is over het spoor heen gebouwd en een groot centraal park biedt ruimte aan sport, spel en ontmoeting voor alle leeftijden. In Massena zagen we hoe ondergronds parkeren is toegepast bij een gebouw met een school en theater erin.

 

Les 5: Kies voor tijdloze en kwalitatief goede materialen en waak voor het meegaan in modegrillen

“Cool gebouw, het geeft gewoon toe: dit is lelijk en daar is niks aan te doen” grapten we in Boulogne-Billancourt. Het zilver, zwart en goud en strakke perkjes met grassen zagen we veel terugkomen in de Parijse nieuwbouwwijken. Modegrillen, wat ons betreft. De materialisatie van de gevels was vaak niet iets om ons door te laten inspireren: warm en van relatief lage kwaliteit.

 

Het programmaboekje van de stedenbouw excursie naar Parijs met daarin alle projecten en omschrijvingen kun je hier downloaden.

Handreiking naoorlogse wijken

De handreiking naoorlogse wijken gaat in op zeven transitieopgaven in naoorlogse wijken en helpt gemeentes, ontwerpers en partners in de wijkontwikkeling bij transformatie. Aan de hand van ontwerpprincipes en voorbeelden worden handvatten geboden voor een effectieve aanpak.

 

Zeven transities, fysiek en sociaal

Ons ontwerpend onderzoek start met de bewustwording van de transities waar naoorlogse wijken mee te maken hebben. Enerzijds zijn dat transities in het publieke domein en de netwerken, zoals water, mobiliteit en energie. Anderzijds zijn het transities in het gebruik en het vastgoed: veranderende woonopgave, verdwijnen van wijkeconomie, nieuwe sociaal-maatschappelijke verbanden. Beide richtingen, fysiek en sociaal, moeten uiteindelijk worden gerealiseerd met een beperkt aantal grondstoffen. De transitiezandloper (zie de afbeelding) visualiseert deze transities en geeft aan dat in de praktijk de transities nooit tegelijk plaatsvinden.

 

De HER-cirkel voor het in samenhang bekijken van transitieopgaven

Het tweede element van de handreiking is de HER cirkel, die bestaat uit drie rondes. De eerste ronde, het formuleren van de opgave, bestaan uit de stappen herzien en herijken. Herzien staat voor anders kijken naar wat er al is: waar komt het vandaan, wat is van waarde? Herijken is het toepassen van de transitiezandloper: welke transities zijn gaande, welke zijn actueel. Dat creëert overzicht. In een dag kunnen diverse (ambtelijke) experts samen ver komen in het in beeld brengen van de transitiezandloper. Daarmee ontstaat een beeld van de kansen om verschillende transities met elkaar in verband te brengen en werk met werk te maken.

 

Ronde twee zijn de ontwerpverkenningen. Centraal staat hergebruiken van wat er al is: niet alleen van vastgoed, ook van groen en sociale structuren. Hernieuwen kan nodig zijn om potenties beter te benutten. Herhalen geeft aan dat standaardiseren van belang is om duurzaam en betaalbaar te kunnen bouwen.

 

Ronde drie focust op het hoe: de transitiepaden. Wie doet wat, waar wordt het uit betaald, wat gebeurt op welk moment? Herschalen (wat doen we op welke plek, moet dit in de wijk of ergens anders), geld en betrokken partijen (herverdelen) en slim faseren/in de tijd combineren (herfaseren). Per fase is aangegeven welk instrumentarium al beschikbaar is en zijn goede praktijkvoorbeelden verzameld van de stappen in de praktijk.

 

De handreiking is tot stand gekomen in het kader van het programma Mooi Nederland (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). Het maakt deel uit van een reeks van 8 handleidingen. In opdracht van het Ministerie doen we nader onderzoek, waarbij we de handreiking testen in de praktijk.

 

Deventer Bouwt: Toekomst van het Wonen

In 2023 heeft Urhahn onderzoek gedaan naar de ruimtelijke mogelijkheden voor woningbouw in Deventer, waar een hoge druk op de woningmarkt heerst. Het doel was om ruimte te vinden voor circa 11 duizend extra woningen, waarbij woningbouw zowel een doel als een middel is voor verschillende beleidsdoelen. De ambitie is om niet alleen aan de vraag naar woningen te voldoen, maar ook bij te dragen aan economische structuur, leefbaarheid, energietransitie en sociale cohesie.

 

KAW, partner in dit project, heeft gekeken naar doelgroepen en woonmilieus in Deventer. Er blijkt een sterk tekort te zijn aan stedelijke woonmilieus nabij het centrum én dorpse, ontspannen woonmilieus met name voor gezinnen. De studie benadrukt het belang van gerichte woningbouw op de juiste locaties om maatschappelijke doelstellingen te ondersteunen, zoals de energietransitie, mobiliteitstransitie, benutten van bestaande ov-verbindingen en de verduurzaming van bestaande wijken. Gerichte woningbouw draagt ook bij aan de gewenste sociale, economische en/of ruimtelijke structuurversterking.

 

Gesprek met de stad

Het planvormingstraject is benut om samen met de inwoners na te denken over de toekomst van de stad. Er heeft een uitvoerig participatieproces plaatsgevonden. Daarnaast is een social-mediacampagne opgestart en hebben velen een enquête ingevuld. Dit ‘gesprek met de stad’ kent een rijke oogst. De essenties hebben een plek gekregen in het maatschappelijke afweegkader met indicatoren.

 

Drie denkrichtingen

Er valt wat te kiezen in het realiseren van de woningbouwopgave. Daarom zijn denkrichtingen ontwikkeld aan de hand van de grote keuzes waar Deventer voor staat. Ze bieden inzicht in de majeure keuzes waar Deventer voor staat. Ze laten de verschillende hoekpunten van het speelveld zien: wat is er allemaal mogelijk en wat betekent dit? De drie denkrichtingen zijn: een grootschalige transformatie van werkgebieden, een majeure stap over de IJssel, of kleinschalig uitbreiden aan de randen. Per denkrichting is het laadvermogen in beeld gebracht, gebruikmakend van goede referenties, dichtheden en GIS-informatie. Iedere denkrichting heeft voor- en nadelen gerelateerd aan de maatschappelijke meerwaarde. Het woningaanbod per denkrichting is getoetst aan de woonvraag. Dit heeft geresulteerd in concrete adviezen:

  • Advies 1. Ontwikkel de bestaande plannen en zoekgebieden in de stad.
  • Advies 2. Maak een strategische keuze voor de lange termijn waarbij de Sprong over de IJssel beloftevol is.
  • Advies 3. Bouw de denkrichtingen uit tot integrale denkrichtingen en maak een integrale afweging.
  • Advies 4. Verwerk de maatschappelijke meerwaarde in een concreet maatschappelijk afweegkader.

Lees meer op de website van Deventer Bouwt

Transformatie Delftse Kop van de Buitenhof: Naar een levendige landschapsstad

Kop van de Buitenhof als landschapsstad

De wijk verdicht: minimaal 700 nieuwe woningen in diverse segmenten worden toegevoegd aan de wijk. Het ruimtelijk concept is de ‘landschapsstad’, dat uitgaat van landschap op vier niveaus. Doorgaande structuren kenmerken het gebied, maar de aantrekkelijkheid ervan wordt vergroot, zowel voor traag verkeer als voor water en groen. Een groenblauwnetwerk is er al, maar het wordt vergroot en tot een  verbindend element gemaakt dat bij gaat dragen aan de verblijfskwailteit in de wijk. Op het niveau van de Juniusbuurt is de ambitie om de openbare ruimte in te richten op sporten, spelen, klimaatadaptatie en traag verkeer. Op het laagste niveau van het woonblok zijn er collectieve tuinen en daktuinen die bijdragen aan een klimaatadaptieve en biodiverse landschapsstad. Actieve straten, zoals de heringerichte Buitenhofdreef, functioneren als ontmoetingsruimtes en dragen bij aan de sociale cohesie en veiligheid.

 

De wijk keert naar Delft Centrum

De sleutel zit – zoals we ook in de binnenstad van Assen en het nu in uitvoering zijnde nieuwe stuk stad Oostenburg laten zien – in het oplossen van het parkeren. Parkeren wordt geconcentreerd in garages, waardoor de straten meer ruimte bieden voor voetgangers, fietsers en groen. Ons pleidooi voor een Beweegvriendelijke stad kan zich in Delft in praktijk bewijzen. Het maaiveld vormt het middel om het losse zand dat hier het Reinier de Graafziekenhuis, de moskee, het uitvaartcentrum, het revalidatiecentrum en de bibliotheek nu is, met een verbindende vloer tot een geheel te maken. Een vloer die de hele wijk Buitenhof aansluit aan het centrum van Delft. De transformatie van van zo’n haast vreemde mix van wonen en werken naar een levendig stadsdeel is precies waar ons bureau goed in is. De wijk transformeert tot een levendige plek waar wonen, werken en recreëren op harmonieuze wijze samenkomen. Een nieuwe balans in gebruik en beleving.

Op weg naar het Ruimtelijk Voorstel van de Provincie Utrecht

Ontwerpend onderzoek om samenhangende opgaven in beeld te brengen

Urhahn heeft in samenwerking met Strootman Landschapsarchitecten en CE Delft een bijdrage geleverd aan het Provinciaal Ruimtelijk Voorstel Utrecht. Middels ontwerpend onderzoek is geanalyseerd in welke gebieden een veelvoud aan ruimtelijke opgaven samenkomen, waar kennishiaten zitten vanuit beleid en welke thema’s nader onderzocht dienen te worden om gefundeerde ruimtelijke keuzes te maken. Het voorstel vormt de provinciale inbreng voor de Nota Ruimte en draagt bij aan het aanscherpen van de eigen Provinciale Omgevingsvisie.

 

Een nieuwe kaartenreeks

Het onderzoek heeft een nieuwe kaartenreeks opgeleverd. Verschillende themakaarten illustreren de uitdagingen per ambitie uit de Provinciale Omgevingsvisie, de opgavenkaarten tonen in welke gebieden verschillende thematische opgaven samenkomen en de agendakaarten maken inzichtelijk welke agendapunten de Provincie graag wil agenderen bij het Rijk. De kaartenreeks benadrukt (nogmaals) de noodzaak van integrale gebiedsontwikkeling.

 

Samenwerking is cruciaal

Om gezond stedelijk leven te bevorderen is een bredere blik nodig die verder rijkt dan de provinciegrenzen. Om ‘water- en bodem sturend’ als leidend principe in te zetten is het belangrijk om het functioneren van het watersysteem, van kanalen tot rivieren, als geheel in ogenschouw te nemen. Hetzelfde geldt voor het energienetwerk, waar capaciteitsuitbreiding noodzakelijk is om de energietransitie in goede banen te leiden. Daarnaast draagt een mogelijke vierde aanvliegroute van Schiphol niet bij aan de het beperken van de geluidsoverlast binnen de provincie. Het geeft des te meer aan dat samenwerking tussen Rijk en Provincie nodig is om coherent beleid te maken.

Urhahn in de politiek

Op de door PvdA/GroenLinks Almere georganiseerde informatieavond met thema ‘Wonen is een grondrecht’, mochten we toelichten hoe betaalbaar wonen is opgenomen in onze toekomstvisie voor Almere.

 

Als stedenbouwer werk je aan de leefomgeving van de toekomst. Maar mensen leven in de leefomgeving van nu. Op de door GroenLinks/PvdA georganiseerde avond spraken we met bewoners die op dit moment, zelfs in Almere, geen dak boven hun hoofd vinden, over betaalbaar wonen.

 

Het was de eerste door de politieke partijen samen georganiseerde sessie. Er ontstond een open en intieme sfeer waar schrijnende persoonlijke verhalen gedeeld werden. Zelfs in Almere – gebouwd om ruimte te bieden – is er een nijpend woningtekort. Maarten Lankester kon enige hoop bieden met een presentatie van onze toekomstvisie voor Almere. Daarin worden 60.000 – 85.000 nieuwe woningen gebouwd, waarvan 25.000 al voor het jaar 2030.

 

“Het was leerzaam,” aldus Maarten Lankester. “Het besef dat je met betaalbaar wonen op de lange termijn bezig bent op Pampus, terwijl de vraag nu urgent is. Er zijn binnen het stedelijk gebied van Almere locaties vrij – de strategische reserves –  voor nog onvoorziene programma’s in de toekomst. Juist hier zou je morgen aan slag kunnen. Je zou daar met modulaire bouwsystemen in de tussentijd al iets willen. Na 15 jaar kun je dan alsnog bedenken of je deze woningen verplaatst of permanent laat staan. Win-win zou ik zeggen.”

Het gezin als kanariepiet van de stad

Gezinnen zijn de kanariepieten van de stad

Aan het gedrag van gezinnen valt af te lezen hoe het met de stad gaat. ‘Gezinnen zijn de kanariepieten van de stad,’ zegt stedelijk geograaf Willem Boterman (UvA) in Het Parool. Als ze blijven, zegt dat iets goeds over de leefbaarheid, de verkeersveiligheid, de kwaliteit van de scholen. Als ze vertrekken is er iets aan de hand. Daarnaast zorgen (jonge) gezinnen voor sociaal sterke structuren in de buurt en sociale veiligheid op straat. Op de kinderdagopvang, bij de speeltuin en op school wordt de basis gelegd voor een gezonde en sociaal sterke wijk. Een gezinsvriendelijke stad is dus een gezonde en leefbare stad, waar niet efficiëntie en snelheid, maar de kwaliteit van de inrichting, de kwaliteit van de voorzieningen en veiligheid voorop staan.

 

Nu is het moment!

Door de druk op de stad, de prijzen en het ontbrekende woningaanbod is het moeilijk voor gezinnen om een geschikte woning in de stad te vinden. Veel steden staan voor het dilemma: hoe kunnen gezinnen met kinderen in de stad worden behouden, zonder voorbij te gaan aan de grote vraag naar woningen? Het bouwen van grote hoeveelheden kleine appartementen lijkt beter aan te sluiten bij de stedelijk behoefte, maar gaat voorbij aan de behoefte van de stadse gezinnen. Het toevoegen van stadse gezinswoningen biedt doorstroom-mogelijkheden.

 

Zes ambities staan centraal in onze publicatie:

Als steden gezinsvriendelijk zouden zijn…’

…dan zouden basisvoorzieningen binnen 15 minuten lopen en fietsen bereikbaar zijn

…dan zouden lopen en fietsen de belangrijkste vervoersvormen zijn

…dan is de stad een speeltuin waar je altijd dichtbij en veilig kunt spelen

…dan is er voldoende betaalbare huisvesting voor gezinnen

…dan zou (lucht)vervuiling niet meer bestaan

…dan zijn er sterke sociale netwerken in de buurt

 

Workshop Binckhorst en Molenwijk, Den Haag
In de Haagse wijken Binckhorst en Molenwijk zijn de principes van de gezinsvriendelijke stad toegepast tijdens een workshop met de gemeente, de Van Leer Foundation en Urhahn. Het gemengde stedelijke woon-werkgebied heeft voorzieningen die in de oude stadsbuurt – waar wel veel gezinnen wonen – juist ontbreken. We liften slim mee op de bestaande ontwikkelvraag en koppelen opgaves zoals verduurzaming en sociale verbetering aan de het kindvriendelijk maken van de buurt. Nu is het moment om kind en gezin op de agenda te zetten. Kindvriendelijkheid houdt niet in dat er een ‘kinderstad’ ontstaat, maar juist dat kinderen deel uitmaken van de gehele stad en maatschappelijk niet geïsoleerd worden.

 

Wil je meer weten over hoe jij mee kunt werken aan een gezinsvriendelijke stad?
Download ‘Als steden gezinsvriendelijk zouden zijn…’, een gezamenlijke publicatie van Urhahn en de Van Leer Foundation. Of neem contact met op met onze experts Wendy van Kessel of Ad de Bont voor een werksessie waarin we gezamenlijk verkennen hoe we de gezinsvriendelijkheid in uw gemeente kunnen verbeteren.

 

Professor Tess Broekmans geeft Van Leeuwenhoeklezing

Studium Generale van de TU Delft organiseert met regelmaat de Van Leeuwenhoeklezing. Deze lezing is voor iedereen die meer wil weten over technologie en de TU Delft. Urhahn zet zich bij uitstek in voor meer invloed van de gebruiker op de stad. Op 1 oktober geeft Prof. Tess Broekmans de Van Leeuwenhoeklezing: Anders kijken naar de stad. 

 

“Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is” (K. Schippers)

 

In de stad is alles ontworpen: de breedte van de straat, de hoogte van de gebouwen, de plek van de boom en het paaltje. Daarbinnen speelt het leven zich af, dat door de tijd steeds andere eisen stelt aan de stad. Tess Broekmans laat je anders kijken naar je dagelijkse leefomgeving. Hoe geef je als stedenbouwkundige vorm aan de stad? Wat is bedacht door ontwerpers en wat is ontstaan door het gebruik?

 

Door te kijken als een stedenbouwkundige kom je te weten welke elementen cruciaal zijn in het maken van een prettige leefomgeving. Hoe kan het dat veel straten ontworpen zijn toen we nog geen auto’s hadden en toch alles erin past? Onbewust geeft de inrichting van onze leefomgeving vorm aan ons gedrag en aan de manier waarop we samenleven. De ene straat geeft aanleiding voor een praatje tussen buren, in de andere kom je elkaar nauwelijks tegen. Ontdek hoe je als bewoner mee ontwerpt aan de stad.

 

Tess Broekmans is hoogleraar Urban Design aan de Technische Universiteit Delft. Ze leert studenten hoe je ontwerpt en doet onderzoek naar ontwerpmethodes. Daarnaast werkt ze met haar ontwerpbureau aan transformatie van de stad. 

Gastheer Rob Mudde is vice-rector van de TU Delft. 

 

Datum: zondag 1 oktober 11:00-12:00 uur, Theater de Veste in Delft

Tess Broekmans benoemd tot Hoogleraar Urban Design TUDelft

De Faculteit Bouwkunde heeft Tess Broekmans als hoogleraar Urban Design benoemd. Met haar praktijkervaring brengt ze waardevolle inzichten naar de academische wereld én andersom. “De TU Delft speelt een cruciale rol bij het aanpakken van grote maatschappelijke vraagstukken. Daar hebben we goede ontwerpers voor nodig.”

 

De hoogleraar Urban Design heeft als doel het verbinden van praktijk, onderzoek en onderwijs om een rechtvaardige en duurzame stedelijke omgeving te bevorderen. Tess Broekmans zoomt in op de complexiteit van het alledaagse: welke impact hebben de grote transities waar we middenin zitten op de dagelijkse leefomgeving?

 

Een rechtvaardige stad

Als partner bij Urhahn stedenbouw & strategie werkt Tess aan een rechtvaardige stad: “Stedenbouw moet aansluiten bij de beleving en de behoeftes van de gemeenschap, tegelijk kan ontwerp ook uitdagen tot ander gebruik en gedrag. De stad is voor iedereen. Hoe zorg je ervoor dat bij veranderingen in de stad iedereen zich thuis blijft voelen? Dat is een opgave waarin veel verschillende expertises samenkomen. Als stedenbouwer moet je goed kunnen luisteren.” Tess Broekmans wil als hoogleraar Urban Design die inzichten graag meenemen naar de TU Delft: “De veelheid en diversiteit aan kennis op de TU Delft is nodig om tot goed stadsontwerp te komen. Ik wil graag samenwerken met de experts van gebiedsontwikkeling bij Bouwkunde, met gedragswetenschappers bij Industrieel Ontwerp en verkeerskundigen van Civiele Techniek, om er maar een paar te noemen.”

 

Ontwerponderwijs

Het stedenbouwkundig ontwerp in de praktijk is de afgelopen decennia steeds meer gericht op transformatie. Dat vraagt om specifieke ontwerpvaardigheden. “Stedenbouw is een langzaam vak. De stad die we nu bouwen is tien jaar geleden ontworpen. Een ontwerp moet kunnen inspelen op veranderingen. Wat is essentieel om vast te leggen en waar kan ruimte worden gegeven aan anderen, van architect tot bewoner.”

 

De nieuwe hoogleraar brengt niet alleen de praktijk naar de academische wereld. Bij Urhahn brengt ze vier dagen per week de wetenschap ook weer mee de maatschappij in.

 

Gezond wonen in en rond de L-Flat in Vollenhove, Zeist

Eind jaren 60 is de wijk Vollenhove gebouwd aan de rand van Zeist. De schaal en maat van de bebouwing – met destijds de grootste flat van Europa -, het spectaculaire groen en de diversiteit en solidariteit van haar bewoners maken Vollenhove bijzonder. Tegelijkertijd kent Vollenhove een eenzijdige woonvoorraad met het overgrote deel sociale huur en kampt de wijk met een cumulatie van elkaar versterkende (sociaaleconomische) problemen. De verouderde ruimtelijke omgeving en geïsoleerde positie van Vollenhove dragen hier niet positief aan bij. Met dezelfde energie waarmee de wijk is gerealiseerd, is het nu ruim 50 jaar later tijd om aan de slag te gaan met de transformatie ervan. In opdracht van gemeente Zeist en in samenwerking met woningcorporatie Woongoed en ontwikkelaar Lisman&Lisman (eigenaar van o.a. het winkelcentrum en parkeerdekken in Vollenhove) heeft Urhahn een gebiedsvisie opgesteld.

 

Koppeling sociaal en ruimte

In de gebiedsvisie zijn de integrale ambities uit het programma Vollenhove Vooruit (vitale gemeenschap, diversiteit als kwaliteit, open en groen en een eigentijdse wijk) vertaald naar een ruimtelijk perspectief voor de lange termijn, waarin immer de relatie wordt gelegd tussen ruimtelijke uitwerking en sociale doelen. Zo werken we bijvoorbeeld aan een veilige en gezonde leefomgeving die uitnodigt om naar buiten te gaan, te wandelen en te fietsen en je buren te ontmoeten.

 

Werk, leer, ontmoet, beweeg en recreëer in een park

Vollenhove is ontworpen onder de noemer Parkplan en onder dezelfde naam blazen we de wijk nieuw leven in. Het park als plek om te ontmoeten en als middel om Vollenhove positief op de kaart te zetten. In Vollenhove woon, werk, leer, ontmoet, beweeg en recreëer je in een park!

 

In het perspectief Parkplan Vollenhove:

  • Wordt een echt parklandschap gemaakt: open en beleefbaar, klimaatadaptief en biodivers, met vele functies op het gebied van sport, spel, natuur en ontmoeten.
  • Wordt Vollenhove optimaal verbonden: door het introduceren van een nieuwe route om te wandelen en te fietsen door het groen, als drager en verbinder van plekken, activiteiten en mensen.
  • Worden brandpunten voor de buurt gemaakt: waar voorzieningen goed op elkaar worden afgestemd en elkaar aanvullen.
  • Vormt het parklandschap de basis voor nieuwe woningen, die worden ingezet voor het activeren van de openbare ruimte, het kansen bieden aan doorstromers en nieuwe doelgroepen naar de wijk halen.
  • Wordt geïnvesteerd in kansen voor werkgelegenheid

Het perspectief is vertaald naar een deeluitwerking voor het centrale park en buurthart. Hier komen het opgeknapte park, een nieuw buurtcentrum en nieuwe woningen samen tot een fijne plek waar Vollenhove samen komt. Daarnaast is het perspectief vertaald in een ontwikkelstrategie die ingaat op fasering, financiering en wijze van samenwerken om de gebiedsvisie te realiseren.

 

In nauwe samenwerking met de buurt

De gebiedsvisie is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met een testpanel (met onder andere ondernemers, vertegenwoordigers van bewonersverenigingen en groene groepen) en diverse sessies met het Vollenhove Advies Team: een actieve groep bewoners tot stand gekomen met elementen van een burgerberaad. Alle inwoners van Vollenhove konden zich aanmelden en door middel van loting is een representatie groep geselecteerd, als afspiegeling van de wijk. Daarnaast zijn er diverse inloopmomenten in de buurt geweest en is er een online enquête gehouden onder bewoners.

Fijn werken en wonen aan de oevers van de Zijl

De gemeente Leiderdorp heeft de ambitie uitgesproken om bedrijventerrein de Baanderij te transformeren tot een aantrekkelijk woon-werkgebied. Deze ambitie is verankerd in de Gebiedsvisie Baanderij die door Urhahn in 2020 is opgesteld. Het Ontwikkelkader is een uitwerking van die Gebiedsvisie, waarin de ambities en uitgangspunten verder worden geconcretiseerd. Het beschrijft ruimtelijk- en programmatische spelregels en randvoorwaarden die richting geven aan de toekomstige gebiedsontwikkeling. Het Ontwikkelkader is op 3 juli 2023 vastgesteld door de gemeenteraad.

 

Geen blauwdruk, maar flexibele spelregels

Het ontwikkelkader is geen vastomlijnd plan. De flexibele spelregels geven gebiedseigenaren en ontwikkelaars de ruimte om hun eigen plannen verder uit te werken. Onderdeel van het ontwikkelkader is het ruimtelijk raamwerk. Dit raamwerk toont de gewenste toekomstige hoofdstructuren waarbinnen nieuwe plannen en initiatieven in samenhang kunnen worden ontwikkeld. Om dit raamwerk te kunnen realiseren worden er diverse ingrepen voorgesteld in de bestaande situatie. Door bestaande netwerken beter te benutten wordt aangestuurd op een aantrekkelijk groenblauw netwerk met verblijfskwaliteit, een comfortabel en veilig wandel- en fietsnetwerk en een actieve en publieke kade aan de Zijl.

 

Samenwerking is de sleutel tot succes

Een succesvolle gebiedsontwikkeling is alleen mogelijk als alle betrokken partijen (gemeente, gebiedseigenaren, ondernemers en gebruikers) commitment tonen en willen investeren in een langdurige samenwerking. Alleen zo kan de volledige potentie van het gebied worden verzilverd. Dat vraagt om verder te kijken dan eigendomsgrenzen, gezamenlijk durven te investeren in het grotere geheel en lef om nieuwe woon- en werkconcepten te ontwikkelen die van de Baanderij een levendige buurt maken.

 

Eigen onderzoek FixTheCityMix: Hoe kan wonen werken versterken?

Het relevante thema functiemenging was aanleiding voor een bureauonderzoek: #FixTheCityMix. Bij de transformatie van vooral binnenstedelijke werkgebieden wint meestal het wonen. Daardoor ontstaan er toch weer monofunctionele gebieden. Urhahn | stedenbouw & strategie onderzoekt op het platform FixTheCityMix welke mechanismen in vastgoedontwikkeling functiemenging belemmeren. Dit om bij te dragen aan een meer succesvolle aanpak voor gemengde gebieden. Hoe kan wonen werken versterken?

Ruim 700 projecten in 30 jaar

Onderstaande lijst toont alle opdrachten van Urhahn sinds de oprichting in 1991, in volgorde van afronding.

Tip: gebruik het zoekvenster in het menu om naar een specifieke plek, een type product of op een ander trefwoord te zoeken.

 

2024 & LOPENDE PROJECTEN

Alkmaar – Overstad

Alkmaar – ontwikkelkader Viaanse Molen

Amsterdam Oostenburg – onderzoek de zachte kaart

Amsterdam – Hamerkwartier Kromhout

Amsterdam – Oostenburg buurtplein

Arnhem Malburgen – toekomstvisie

Beverwijk Bazaar – stedenbouwkundig plan

Breda ’t Zoet – programmeringsplan

BZK – onderzoek toekomstbestendige naoorlogse woonwijken

Delft – bouwenvelop Bethelpark oost

Delft – bouwenvelop Nieuw Basalt

Delft – beeldkwaliteitplan Kop van de Buitenhof

Ede – kennisas

Hoofddorp – stadscentrum

Hoorn – scenarios voor tijdelijke huisvesting de Compagnie 1

Hoorn – ruimtelijke agenda

Ouderamstel – Amstel Business Park (ABP) supervisie

Ridderkerk Trelleborg – gebiedsvisie

Tilburg – gebiedsvisie Tilburg Noord

Utrecht Science Park – stedenbouwkundige visie

Van Leer Foundation – gezinsvriendelijke stad

Vianen – gebiedsvisie

Vlaardingen – binnenstadsvisie

West-Friesland – regiovisie

Zeist – gebiedsplan Perspectief Parkplan Vollenhove

Zoetermeer – omgevingsvisie

 

2023 

Alkmaar – functiemenging Kanaalzone

Alkmaar – structuurontwerp Kanaalzone noord

Almelo – ruimtelijk programmatische visie

Amstelveen – zwembadlocatie

Amsterdam – operatie Dirk

Amsterdam – operatie Klaproos

Assen – bouwenvelop Weierslaan

Assen – NAM

Assen – Rolderstraat

Assen – beeldkwaliteitplan Stadskwartier

Assen – stedenbouwkundig- en kwaliteitskader Stadskwartier

Assen – supervisie en programmering

Assen – ruimtelijk economische visie

Bergen op Zoom – binnenstadsvisie

Bergen op Zoom – de Parade

Breda – perspectief Centrum Oost

BZK – landsdelig ontwerpatelier regio Zuid

BZK – leefbare steden

Delft – Beatrixzone

Deventer – woningbouwopgave

Deventer – de Tuinen van Zandweerd

Dijk en Waard – gebiedsvisie

Dijk en Waard – ontwerpend onderzoek Kanaalpark

Eindhoven – gezond en beweegvriendelijk

Eindhoven – Vredeoord VB-gebouw

Haarlem – sportboulevard beweegvriendelijk

’s Hertogenbosch – Mooiland

’s Hertogenbosch – ambitiedocument supervisie

’s Hertogenbosch – binnenstedelijke verdichting Vliertkwartier

Hoofddorp – Binnenweg en Raadhuisplein

IJsselstein – ontwerpatelier

Lelystad – atlas natuurinclusieve woonmilieus

Leeuwarden – gebiedsvisie Heechterp

Nieuwegein – Galecopperzoom

Purmerend – bouwenvelop Wheermolen-Oost

Stede-Broec – samenwerkend sportlandschap

Tilburg – Oostflank

Rotterdam Hoogvliet – binnenstadsvisie

Utrecht NOVEX  – nieuwe denkrichtingen en verbanden

Woerden – Middelland

IJsselstein – openbare ruimte ontwerp

Zaanstad – openbare ruimte

 

2022 

Beverwijkse bazaar – stedenbouwkundig plan

Leiderdorp – ontwikkelkader Baanderij

Schiphol SADC – gebiedsconcept

Apeldoorn – Zwitsalterrein

Zoetermeer Seghwaert

Zeist Vollenhove – parkplan

Zaanstad – structuurplan

Woerden – Nieuw-Middelland

Vlaardingen – binnenstadsvisie

Breda – verbetersessie

Tilburg – Oostflank

Stede Broec – supervisie

Purmerend – beeldkwaliteitsplan

Amsterdam Oostenburg – onderzoek de Zachte kaart

Amsterdam – Hamerkwartier

Groningen – gebiedsvisie Kardinge Campus

Ede – Kennisas

Deventer – wonen Zandweerd

Bergen op Zoom – binnenstadsvisie

Alkmaar – Viaanse Molen

Assen Rolderstraat – stedenbouwkundig plan

Hoofddorp stadscentrum – binnenstadsvisie

Stede Broec – verkenning Sportlandschap

Delft Juniusbuurt- stedenbouwkundig plan

Den Bosch – verkenning Mooiland Klokkenlaan

Monnickendam Galgeriet – beeldkwaliteitsplan

Eindhoven Vredeoord – beweegscan

Festival Stad – organisatie 2e editie festival over gebiedstransformaties

Bergen op Zoom – toekomstbeeld  binnenstad 

Almelo – stadsvisie Langetermijnperspectief    

Eindhoven – juridische borging Spelregels voor bewegen

Breda – binnenstadsvisie Perspectief op de Oostflank van de binnenstad

Assen – REV ruimtelijk economische visie

Ouder-Amstel – supervisie Werkstad OverAmstel Business Park 

Heerhugowaard-Langedijk gebiedsvisie Grenzeloos Dijk & Waard

Gezinsvriendelijke stad – onderzoek voor de Van Leer Foundation

Westdijk, havens Broekhorn & Broek op Langedijk – gebiedsvisie

 

2021

Het nieuwe alledaags, ruimte na corona – onderzoek 

Amsterdam Kromhout in het Hamerkwartier – stedenbouwkundig plan

Vlaardingen binnenstad – gebiedsvisie

Ouder-Amstel Werkstad OverAmstel Business Park – supervisie

Assen – binnenstadsvisie

Apeldoorn – onderzoek Buitenkansen Uitnodigende buitenruimte

Deventer Zandweerd – vervolgwerkzaamheden en participatie tbv de gebiedsontwikkeling

Assen Havenkwartier – woningbouwimpuls (proefverkaveling)

s-Hertogenbosch Oost Bastionkavel – stedenbouwkundig ontwikkelkader

Utrecht voormalig Pieter Baan Centrum – stedenbouwkundig programma van eisen SPvE

Amersfoort De Brand – visie en stedenbouwkundige schets

Dijk en Waard – gebiedsvisie Grenzeloos Dijk & Waard (Heerhugowaard-Langedijk)

Leidschendam Overgoo – stedenbouwkundig kader

Naarden Naarderheem – intervisie herontwikkeling Naarderheem

Drechterland, Stede Broec en Enkhuizen – omgevingsvisie

Kindvriendelijke stad – onderzoek voor de Bernard van Leerstichting

Zoetermeer – integrale toekomstvisie tbv de omgevingsvisie, deel 2 

Woerden Middelland – begeleiding initiatieven

Amersfoort De Hoef – scenariostudie Hoefkwartier

Dijk & Waard – Visie Westdijk, havens Broekhorn & Broek op Langedijk

Zeist Vollenhove – gebiedsvisie

Leiden Transvaal – stedenbouwkundige schets

Ede centrum – herijking en verrijking centrumvisie en beeldkwaliteitsplan

Alkmaar Viaanse Molen – spelregelkaart en ontwikkelstrategie transformatie werkgebied

 
2020

Utrecht A12-zone – werkboek ontwikkelprincipes

Ede omgevingsvisie – toekomstverkenningen

Amsterdam Koninklijk Instituut voor de Tropen – ontwikkelstrategie renovatie

s-Hertogenbosch Station Oost – Ambitiedocument

Purmerend Wheermolen – vervolg ontwikkelvisie en parkeerstudies

Leiderdorp Baanderij – gebiedsvisie

Middenbeemster – dorpsontwikkelingsvisie

Hoofddorp Stadscentrum, raadhuisplein en omgeving – stedenbouwkundig kader

Atelier Oostflank MRA – een perspectief op het gebied van Amsterdam Oost tot en met Almere

Amsterdam Bay Area – ontwikkelstrategie voor het blauwe hart van de MRA, als aanvulling op het Atelier Oostflank MRA

Werkplaats Almere Centrum – visie als onderdeel van het Atelier Oostflank MRA

Werkplaats Almere Toekomstbestendige Stad – Sociale schaalsprong als onderdeel van het Atelier Oostflank MRA

Medemblik – centrumvisie en beeldkwaliteit

Noord-Hollandse dorpsranden – beoordelingskader voor initiatieven

Hoorn gemeentehuis – onderzoek varianten locatie

Omgevingsagenda’s voor diverse regio’s in Nederland

Stede Broec – afronding Streekhof en supervisie

Amsterdam Surinameplein – ruimtelijke visie

Zuidoostbeemster – dorpsontwikkelingsvisie

Haarlem Stationsgebied – integrale visie

Doetinchem omgevingsvisie – ontwerpend onderzoek Centrum

Amstelveen Oude Dorp – gebiedsvisie

Vlaardingen Rivieroever – structuurvisie

Dashboard verstedelijking – doorontwikkeling en scenario’s regio Eindhoven en Zuidelijke Randstad

Amsterdam INIT – eerste fase conceptontwikkeling

Ouder-Amstel Amstel Business Park en Entrada – supervisie

Ommen Haven Oost – uitwerking ontwikkelvisie transformatie

Omgevingsagenda Oost-Nederland

Amsterdam Noord Kop Hamerkanaal – Werksessies Operatie Dirk

Festival Stad – organisatie festival over gebiedstransformaties

Deventer Zandweerd – divers advies en ontwerpend onderzoek tbv het stedenbouwkundig plan

Eindhoven Vredeoord – conceptontwikkeling en haalbaarheidsonderzoek VB-gebouw

Leeuwarden Heechterp – toekomstvisie

 

2019

Amsterdam Meervaart – locatieonderzoek

Amsterdam Kromhout in het Hamerkwartier – Gebiedsvisie

Rotterdam Hoogvliet – ontwikkelvisie

Doorontwikkelen Dashboard Verstedelijking – CRA

Hoofddorp Binnenweg – massastudie en stedenbouwkundige uitwerking

Amsterdam Van der Kunbuurt – stedenbouwkundige uitwerking

Den Haag op 2 wielen – bijdrage aan de tentoonstelling ‘mobiliteit, niet minder maar anders’

Leiderdorp Baanderij – scenario’s

Fix the City Mix – eigen initiatief voor onderzoek naar belemmeringen voor functiemenging

Amsterdam Oostenburg – vervolgwerkzaamheden stedenbouw & openbare ruimte

Zoetermeer – integrale toekomstvisie tbv de omgevingsvisie, deel 2 

Lelystad – ruimtelijk raamwerk en koersdocument

Amsterdam Dichtersbuurt – stedenbouwkundig plan

Zeist Vollenhove – workshops, kansenkaart en ambitiekaart

Amsterdam Knowledge Mile – gebiedsvisie voor het wonen rond de Wibautstraat

Zwolle Weezenlanden – stedenbouwkundig plan, SPvE en beeldkwaliteit

Woerden Middelland – begeleiding initiatieven

Hoofddorp stadscentrum – Ambitiedocument

Amersfoort Trapezium – uitgangspunten

Amsterdam Jan de Louterstraat – stedenbouwkundige varianten

Purmerend Wheermolen Oost – uitwerking deelgebieden

Amersfoort De Hoef stationsgebied – ontwikkelplan

Amsterdam Koninklijk Instituut voor de Tropen – ontwikkelstrategie

Eindhoven – beweegscan

Delft Station Campus (Zuid) – stedenbouwkundige visie De Strip Tanthofdreef

Alternatieve bekostiging verstedelijking

Ouder-Amstel Amstel Business Park – ontwikkelkader, richtlijnen en beeldkwaliteit

Ouder-Amstel – ontwikkelkader en programma van eisen Entrada

Aalst (Waalre) Dorpshart – visie

Utrecht A12-zone – ontwikkelbeelden

Woerden Middelland – ontwikkelingskader

Antwerpen – Beweegscan

Hoorn Stationsgebied – verdieping ruimtelijke-programmatische visie Poort van Hoorn

Leidschendam-Voorburg Overgoo – ontwikkelvisie 

Wageningen Olympiahal en omgeving – stedenbouwkundige visie

Lelystad – themagericht onderzoek voor de omgevingsvisie

Leusden Princenhof – stedenbouwkundige visie Kastanjelaan

Arnhem CIOS NL Dag ‘de Vitale Stad’ – inhoudelijke organisatie workshop

Alphen aan den Rijn Rijnhaven – ontwikkelvisie

Rijssen-Holten – profilering en ambitie

Zaanstad Poelenburg aan de Watering – SP vervolgwerkzaamheden

Enschede Radialen – bijdrage uitvoeringsagenda

Groningen Martini Trade Park – stedenbouwkundige visie

Amsterdam Parnas – NvU ontwikkelmogelijkheden locatie voormalige rechtbank

Twente Technology Base – ondersteuning gebiedsontwikkeling

Hoorn – De toekomst van Hoorn

Havenstad-ZaanIJ – Ateliers verstedelijkingsambities en  multimodale bereikbaarheid 

Delft Zuid stationsomgeving – stedenbouwkundige verkenning

 

2018

Deventer Zandweerd – SP

Purmerend Wheermolen Oost – visie, stedenbouwkundig plan en studie plinten

Bladel – Centrumvisie

Amsterdam Koninklijk Instituut voor de Tropen – haalbaarheidsstudie ruimtelijke varianten

Amsterdam Oostenburg – VO buitenruimte 

Alkmaar Oudorp – ontwikkelvisie

Ouder-Amstel Amstel Business Park – supervisie

Amsterdam Surinameplein – programmatisch voorstel en ruimtelijke modellen

Hoofddorp Stadscentrum – SPVE, BKP en SP parkeergarage Binnenweg

Common City: onderzoek naar de sociale aspecten van wonen in hoge dichtheden (eigen initiatief)

Voorburg-Leidschendam – divers stedenbouwkundig advieswerk

Harderwijk VSE-locatie – stedenbouwkundige verkenning

Eindhoven VDMA – stedenbouwkundig concept (meervoudige opdracht)

Rotterdam Bospolder-Tussendijken – energietransitie op sociaal-inclusieve wijze

Noord-Holland Noord – onderzoek verstedelijkingskansen

Fort Uithoorn – inrichtingsschets 

Diemen stationsomgeving – stedenbouwkundige verkenning

Ede Centrum – concretiseren aanpassingen beeldkwaliteitplan

Gebiedsagenda Oost Nederland – ontwerpend onderzoek 

Zaanstad Poelenburg aan de Watering – SP

Hoofddorp Centraal – begeleiding initiatieven

Utrecht Lauwerecht – discussiedocument 

MIRT-U Ned (ruimtelijke ontwikkeling regio Utrecht) – inhoudelijke organisatie ateliers

Amsterdam Van der Kunbuurt – verdieping massastudie

Monnickendam Galgeriet – voorlopig ontwerp stedenbouwkundig plan en beeldkwaliteit

UMC -update ontwikkelperspectief

Groningen ALO-locatie – ruimtelijke modellenstudie en uitgangspunten bouwenvelop

Katwijk Omgevingsvisie

Dashboard Verstedelijking – CRA

Lelystad – strategische visie

Amsterdam Dichtersbuurt – uitgangspunten en ruimtelijke varianten

Amsterdam Partijlijnen – verbeelding verkiezingsprogramma Groen Links


2017

Stede Broec – openbare ruimte ontwerp en beeldkwaliteit winkelcentrum Streekhof

Amsterdam Oostenburg – bouwenveloppen

Ontwerpateliers ontwerp en externe veiligheid

Utrecht Science Park – ruimtelijk model voor ontmoeting

Amersfoort De Hoef stationsgebied – stedenbouwkundige visie

Breda CSM-locatie – verbeelding van de ontwikkelstrategie

Utrecht UMC – gebiedsvisie

Stede Broec – diverse stedenbouwkundige adviezen

Ede Centrum – beeldkwaliteitplan

Leusden – intervisor Princenhof/Ruige veld/Speelkamp in navolging van kansenkaarten

Gouda Goudse Poort – marktperspectief en ontwikkelstrategie

Amsterdam Nieuwenhuysenbuurt – volumestudie

Doetinchem De Veentjes – visie en ambitie ‘Woonexperiment De Veentjes’

Almere Centrum stationsgebied – gebiedsconcept

Zaanstad Poelenburg aan de Watering – visie en startpunten voor de ontwikkeling

Publicatie: ‘De beweegvriendelijke stad’

Woerden Middelland – ontwikkelingsvisie

Eindhoven Centraal – gebiedsconcept voor het stadscentrum

Hoofddorp – ontwikkelplan stadscentrum

Hoofddorp Centraal – ruimtelijke uitgangspunten

MRDH (Metropoolregio Rotterdam-Den Haag) – Onderzoek Ambities, Opgaven en Projecten

Amsterdam Hamerstraat / Storkterrein – Massastudie

Utrecht Lauwerecht – stedenbouwkundige studie

Stede Broec Streekbos – ontwikkelkader 

Regio Noordoost Brabant – ambitieagenda

Den Haag Maanweg – studie en verbeelding ontwikkeling HTM kavel

Amsterdam Koninklijk Instituut voor de Tropen – ontwikkelingsvisie

Regio Alkmaar Omgevingsbeeld 

Regio Alkmaar – Werksessies en notitie Water

Uithoorn Fort – ruimtelijk-programmatisch concept en verbeelding

Tilburg binnenstad – economisch-ruimtelijke visie voor de binnenstad van de 21e eeuw

Noord-Holland Noord – Regionale agrarische ruimtelijke visie Greenport

Naarden Passantenhaven – visie

Lelystad Airport Garden City – kavelpaspoorten

Ouderamstel Amstel Business Park – ruimtelijk economische visie

Katwijk – Aanzet omgevingsvisie

Rijsenhout – ruimtelijk-economische visie

Amersfoort De Hoef – massastudie Lichtpenweg

Amstelveen Stadshart – ruimtelijk-programmatisch kader

Den Haag Binckhaven – kwaliteitsagenda

Amersfoort De Hoef – structuurvisie / kansenkaart

Amsterdam Van der Kunbuurt – massastudie

Medemblik DEK-terrein – gebiedsvisie en bestemmingsplan

 

2016

Groningen Herestraat / Hereweg – visie verbetering leefbaarheid binnenstad (voor Manifestatie Wonen in Stadshart)

Zuidelijke Randstad – verstedelijkingsagenda

Amsterdam Van der Kunbuurt – massastudie

Katwijk Valkenburg – toets initiatief Unmanned Valley aan het Masterplan

Noordwijk De Grent – transformatiestrategie in het kader van de Urbanisator

Amersfoort Trapezium – Stedenbouwkundig masterplan 

Katwijk Valkenburg – ontwikkelkader Werkpark

Stede Broec Zuidwest – gebiedsvisie en afwegingskader Lutjebroek

Tilburg Oostelijke Spoorzone – gebiedsconcept

Maarssen Planetenbaan – kansenkaart

Ouder-Amstel Zuidpark en omgeving – ruimtelijke verkenning en visie Amstelwerf

Mijdrecht stationsgebied – stedenbouwkundige uitwerking

Langedijk – bijdrage visie ‘Langedijk ontwikkelt met water’

Almere Oosterwold – bijdrage aan de evaluatie van de pilotfase

Woerden Middelland – kansenkaarten en ontwikkelscenario’s

Den Haag Binckhorst – kavelambitie Maanweg

Amsterdam Slotermeer – onderzoek aanpak Dichtersburt, Westentree en strook bij Nusselein

Utrecht Overvecht – verdichtingsstudie en visie op de transformatie en quickscan

Amsterdam Oostenburg – beeldkwaliteitplan

Amsterdam Oostenburg – ruimtelijk kaderplan

Lelystad Airport Garden City – inrichtingsplan op hoofdlijnen

Eindhoven VDMA-locatie – ruimtelijke bijdrage toekomstvisie 

Lelystad Airport Businesspark – uitwerken ruimtelijke hoofdstructuur voor deelgebied 1.2 

Kracht van BrabantStad in relatie tot REOS

Doetinchem – Ontwerp Workshop Centrumaanpak

Houten Molenzoom – Kansenkaart

West-Friesland – structuurschets

Hoofddorp Centraal – inrichtingsplan en ontwikkelstrategie

Katwijk Valkenburg – ontwikkelkader Mient Kooltuin

Hoofddorp – stedenbouwkundige verkenning ontwikkellocaties nieuwe Raadhuis

Uitwerking REOS-opgaven

Naarden Amersfoortsestraatweg – beeldkwaliteitplan

Hoorn – centrumvisie

Almelo Indië – supervisie

Stede Broec – visie winkelcentrum Streekhof

Volendam Lange Weeren – visie, bestemmingsplan en exploitatieplan

Ouderamstel Amstel Business Park – ontwerp openbare ruimte verblijfsplekken

Eindhoven stationsgebied zuid – inhoudelijke organisatie workshops

Leylstad Airport Businesspark – stedenbouwkundige deeluitwerking hotelkavel

Westfriesland – inhoudelijke organisatie werksessies Water 

Langedijk Breekland II – alternatievenstudie

Almere windmolens – onderzoek naar de afbakening van grootschalige woningbouw versus mogelijkheden voor windmolens

Amsterdam Oostenburg – Oostenburg Circulair

Amsterdam Zuidas – workshopleider ontwerplab Architectuurcentrum Amsterdam

Amsterdam Oostenburg – masterplan openbare ruimte

Monnickendam Galgeriet – strategisch advies TFR

Emmen voormalige dierenpark – inspiratie- en ontwikkelkader

Zaanstad – toekomstvisie 2040

Emmen stadscentrum – supervisie vernieuwing

 

2015

Strategiewijzer voor binnenstedelijke transformatie – onderzoek

Alkmaar Voltastraat – analyse en denkrichtingen 

Aalsmeer Uiterweg – ontwikkelkansen 

Amsterdam Oostenburg – verkavelingsplan

Utrecht Science Park als interactiemilieu (REOS)

Hoorn – wijkvisies

Visie op de ontwikkeling van stedelijke interactiemilieus voor kenniswerkers (REOS)

IJssel-Vechtdelta – strategie klimaatbestendigheid en meerlaagsveiligheid

Onderzoek meerwaarde verbinden water en MIRT

Afwegingskader herontwikkelstrategieën vrijkomend Rijksvastgoed 

Utrecht Merwedekanaalzone – ontwikkelkader

Noordzeekanaalgebied – opstellen monitor ruimte intensivering

Amsterdam Noord Draka terrein – stedenbouwkundige visie

West-Friesland bedrijventerreinen – realisatiestrategie

Naarden Amersfoortsestraatweg – participatieproces en visievorming

Katwijk Locatie Valkenburg – uitwerking ontwikkelstrategie

Schipholregio – quickscan IBA

Hoofddorp open planproces – bijdrage workshops

Amsterdam Vuurtoreneiland – stedenbouwkundige onderbouwing bestemmingswijziging

Amstelveen Stadshart – diverse werkzaamheden voor de visie

Regio Holland Rijnland – interactief kaartbeeld biobased economy

 

2014

Nieuwpoort – uitbreidingsplan marina

Noord-Holland woonmilieus – handreiking voor de transformatie van bestaande woonmilieus

Amsterdam Gezond Ingerichte Stad – bijdrage aan werksessies

Arnhem Zuidelijke Binnenstad – opstellen projectbeschrijving

Katwijk Locatie Valkenburg – ontwikkelstrategie

Eindhoven Strijp T – duurzame ontwikkelstrategie

Eindhoven Space-S – ontwerp openbare ruimte

Peking Qinghe Station – werkweek TOD

Brabantstad – atelier adaptieve werkagenda

Klimaatbestendige Stad – Meekoppelmetro

Klimaatbestendige Stad – Instrumentarium

Stede Broec – Marktconsultatie winkelcentrum Streekhof

West-Friesland – behoefteraming werklocaties

Den Haag Binckhorst – visie noordwestkwadrant

Stede Broec Het Voert – stedenbouwkundige verkenning

Amsterdam Oostenburg – ruimtelijke bijdrage bestemmingsplan

Bloomberg Philanthropies Mayors Challenge – bijdrage aan het concept voor Amsterdam (finalist)

Noordzeekanaalgebied – windpotentie

Amstelveen – werkboek herziening Tracébesluit A9

Bloemendaal Hendrik van der Graaflaan – beoordeling initiatief dakopbouwen

Den Haag Binckhaven – Urbanisator

Maarssen Planetenbaan – inspiratie voor de transformatie

 

2013

Almelo Indië – supervisie

Ondersteuning visualisaties voor APPM

Deltaprogramma – proeftuinen klimaatbestendige stad

Stadsregio Amsterdam – kaartenbundel HOV A9

Hoorn – ontwikkelconcept recreatiewoningen op het water (unsolicited proposal)

Utrecht Cartesius – ontwikkelvisie

Eindhoven Space-S – stedenbouwkundig plan

Noordzeekanaalgebied – visie 2040

Maassluis Kapelpolder – haalbaarheidsstudie naar herontwikkeling

Arnhem Rijnboog – ruimtelijke principes

Amsterdam Zeeburgerpad – visie en spelregels

Amsterdam Slotermeer – uitvoeringsplan Aireystrook

Zaanstad Poelenburg – visie op renovatie middelhoogbouw / toolbox

Amsterdam Plantagebuurt – gebiedsvisie nieuwe stijl

Hasselt – waterplan

Arnhem Nieuwstraat – ontwikkelingsstrategie

Amsterdam Oostenburg – uitwerking ontwikkelplan

Utrecht Kruisvaartkade – ontwikkelkader

Washington Barry Farm – vernieuwingsplan (meervoudige opdracht)

Amsterdam Oostelijke Eilanden – gebiedsvisie nieuwe stijl

Emmen Bargermeer – Urbanisator

Amstelveen – alternatief verdiepte A9

Twente Netwerkstad – Ateliermeester ontwikkelagenda

Groningen Corpus Den Hoorn – Urbanisator

Regio Holland Rijnland – investeringsprogramma OV-netwerk

Veldhoven – ontwikkelingsprogramma centrum

Heerlen MijnSpoor – visie (meervoudige opdracht)

Noordzeekanaalgebied – perspectieven 2040

Langedijk – inpassing N504

Papendrecht Rembrandtlaan – quick scan ontwikkelingskansen

Tiel Westluidensepoort – ondersteuning aanbestedingsprocedure

Langedijk – gebiedsvisie voor het lint

 

2012

Oaxaca Puente IV-Centenario – 2e fase ontwerp bruggen en verkeersdoorstroming

Stadsregio Amsterdam – visualisatie Amstelveenlijn Beneluxbaan

Rotterdam Alexandrium – stedenbouwkundige inpassing winkelcentrum

Zaanstad Poelenburg – supervisie

Regio Holland Rijnland – investeringsprogramma fiets-netwerk

Oaxaca Puente IV-Centenario – stedenbouwkundig plan bruggen en park

Vormgeven aan de Spontane Stad – onderzoek in coproductie met PBL

Delft Spoorzone – ambitiedocument

Halfweg dorpskern – TFR assist perspectieven

Rijswijk Prinses Beatrixlaan – stedenbouwkundige visie

Bussum Crailo – strategieën voor de gebiedsontwikkeling

Hoogeveen Mauritsplein – SPvE ‘de Kloostertuin’

Amsterdam Zuidoost – Verbeterplan warenmarkten

Delft Schieoevers – vervolgwerkzaamheden Kabelfabriek

Huzhou Tulip park – stedenbouwkundige inbreng

Den Haag Robertaland – 3 scenario’s voor stedelijke vernieuwing

Schiphol werkgebieden – ontwikkelingsstrategie REVS

IABR – Upload Eindhoven

Shenyang Blue Sea Manrong Changbai – bijdrage stedenbouwkundig concept en landmark

Zaanstad Bannehof – workshop programmatische mogelijkheden

Eindhoven Brainport Regio – onderzoek naar de stedelijke agenda

Amstelveen Stadshart – advies tbv structuurvisie

Oaxaca Rio Atoyac – visie en masterplan

Amsterdam Oostenburg – werkboek ontwikkelplan

Den Helder Gemini Ziekenhuis – TFR assist visie herontwikkelingsmogelijkheden

Hoogeveen – visie op wonen in het stadscentrum

Stadsregio Amsterdam – impressie Amstelveenlijn

Aalsmeer Hornmeer – masterplan

Utrecht 2e Daalsedijk en Cartesius Driehoek – ontwerpend onderzoek organische gebiedsontwikkeling

Den Haag Binckhorst – Binckubator, een gezamenlijke aanpak

Vlissingen-Den Helder – inhoudelijke organisatie workshop

A4 zone west – advies Markeerpunt

Shenyang Shen Fu – masterplan

Delft Spoorzone – strategisch stedenbouwkundig advies

 

2011

Alphen aan den Rijn – uitwerking structuurvisie

Arnhem Zuidelijke Binnenstad – ruimtelijke principes Rijnboog

Tiel Westluidensepoort – ambitiedocument tbv aanbesteding

Oaxaca – diagnose voor de stad

Arnhem Nieuwstraat e.o. – stedenbouwkundig plan

Shenyang Movie Town Xiu Lake – stedenbouwkundige verkenningen

Antwerpen werkgebied Emiel Vloorstraat – herstructurering (mini-competitie)

Zaanstad Schildersbuurt – ruimtelijke visie & community planning

Schiphol Oost – Masterplan Aerospace Exchange 2010-2015

Amsterdam Amstel III Urbanisator – ontwikkelinstrument transformatie bedrijventerrein

Amstelveen A9 zone – schetsboek alternatieven Tracébesluit

Oaxaca – inhoudelijke organisatie forum over publieke waarden

Shenyang Hunhe River – stedenbouwkundige bijdrage prijsvraaginzending

Regio Holland Rijnland – quick scan OV-modellen

Leiden binnenstad – toekomstvisie bereikbaarheid

Ningbo CiXi Xin Tang District Block – Masterplan (besloten prijsvraag)

Amsterdam Oostenburg – schets voor een masterplan (winnend ontwerp meerv. opdracht)

Haarlem Harloheim – prijsvraaginzending

Shenyang Citizen Square – stedenbouwkundig ontwerp (meervoudige opdracht)

Alkmaar Overstad – uitwerking kavels en deelplannen

Shenyang Hunnan Baita River – Masterplan

Leiden – Quickscan stedelijke economische dynamiek RijnGouwelijn

Shenyang Hunnan – advies groenstructuur en central square

Uden Kastanjetuin – stedenbouwkundige uitwerking

Leiden – visualisatie bereikbaarheid

Amstelveen Zone A9 – ondersteuning projectorganisatie gebiedsvisie

Haarlem Bavodorp – stedenbouwkundige analyse en aanbevelingen

Amsterdam Oost – visualisatie participatievisie

Delft Spoorzone – herijking Masterplan

Harbin He Jia River – Masterplan

Amsterdam Slotermeer – visie Burg. de Vlugtlaan & Aireystrook

Zaanstad Station Koog-Zaandijk – visie knooppuntontwikkeling & advies spoorkruising

Hasselt Noord – Open Oproep Visie Kempische Poort (meervoudige opdracht)

Shenyang Puhe River – Masterplan

Leiden binnenstad – verkenning en scenario’s verkeerscirculatie

 

2010

Delft Schieoevers – transformatiestrategie Kabeldistrict

Tiel Westluidensepoort – ontwikkelplan cultuurcluster

Almelo Indië – maaiveld ontwerp

Den Haag Binckhorst – ontwikkelkaders

De Spontane Stad – publicatie

Alkmaar Overstad – bijdrage structuurplan

London Croydon – masterplan Wellesley Road & Park Lane

De Wolden – stedenbouwkundig plan Neuzendijk Ruinen

A4 zone west – concept ontwikkelingsplan (meervoudige opdracht)

Harderwijk Stationsgebied – Structuurvisie

Ouder-Amstel – scenario’s voor de Nieuwe Kern

Uden Kastanjetuin – rekenen en tekenen

Alphen aan den Rijn – workshops voor structuurvisie

Utrecht Overvecht – uitwerking toekomstvisie + beeldkwaliteitplan

Shenyang Hunnan – visie op een Masterplan (meervoudige opdracht)

Amsterdam Cruquius – prijsvraaginzending ‘Vrijhaven Cruquius’

Uden Kastanjeweg Oost – structuurvisie

Arnhem Nieuwstraat e.o. – inspirerende visie (winnend ontwerp meervoudige opdracht)

Amstelveen Zone A9 – concept gebiedsvisie

Amsterdam Riekerhaven – ruimtelijk programmatisch concept

Eindhoven Regio – inspiratiedocument woonvisie

Zuid-Holland – inspirerende visie voor staande mastenroute

Amstelveen Piet Heijnschool – variantenstudie

Zandvoort Sandevoerde – stedenbouwkundig schetsontwerp

Tilburg Paletplein – ruimtelijke verkenning

Hoofddorp ‘De Groene Hoek’ – inventarisatie randvoorwaarden

Amsterdam Overtoomse Veld – stedenbouwkundig uitwerkingsplan Spoorstrook Zuid XL

Arnhem Rijnboog Havenkwartier – stedenbouwkundig plan

Den Haag Binckhorst – locatiestudie voor een bedrijfsgebouw

Arnhem Rijnboog – concept beeldkwaliteitplan

 

2009

Den Haag Binckhorst – Integraal Ontwikkelingsplan

De Wolden – optimalisatie stedenbouwkundig plan Neuzendijk Ruinen

Arnhem Rijnboog – stedenbouwkundige verkenning Oeverstraat

Amsterdam Indische Buurt Zuidoostkwadrant – ontwikkelscenario’s

Willemstad (Curacao) Scharloo Abou – toekomstvisie

Amsterdam Noordoostelijke IJ-oevers – ‘Noorderveld’ (bijdrage Biënnale 2009)

Aalst Siesegem – studieopdracht voor Masterplan (meervoudige opdracht Vlaams Bouwmeester)

Antwerpen Jos van Geellaan – conceptontwerp voor Masterplan (meervoudige opdracht)

Amsterdam Nieuw West – visie Jan Evertsenstraat en uitwerking voor kleinschalig bedrijfsconcept

Tynaarlo Oude Tolweg Zuidlaren – verkaveling, maaiveldontwikkeling en supervisie

Gouda Goudse Poort – inzending prijsvraag voor transformatie bedrijventerrein

Den Haag Binckhorst – studie naar katalysatoren

Rotterdam Stadshavens – quick scan ‘metro communities’

Almelo Indië – ontwikkelplan

Hamburg – inhoudelijke organisatie masterclass

Zaanstad Poelenburg – stedenbouwkundig plan

Amsterdam Slotermeer Noord, Zuid en Noordoever – fysieke pijler vernieuwingsplannen

Arnhem Rijnstraat – ruimtelijke verkenning locatie Blikken Bioscoop

Zaanstad aan het IJ – gebiedsverkenning en wervend perspectief

London Croydon – design concept for Wellesley Road and Park Lane (meervoudige opdracht)

Hoofddorp De Hoek – beeldkwaliteit en inrichting

Zaanstad Bloemstraat – stedenbouwkundig plan

Arnhem Rijnboog Havenkwartier – variantenstudie

Amsterdam Indische Buurt Zuidoostkwadrant – verkenning ruimtelijke inpassing Community Centre

Utrecht Kruisvaertkade – stedenbouwkundig plan en maaiveld ontwerp

Amsterdam Noordoever Sloterplas – visualisatie van de ambitie

Amstelveen A9 zone – scenario’s voor de gebiedsontwikkeling

Amsterdam Slotervaart – toekomstverkenning Westland

Arnhem Coehoorn Noordoost – optimalisatie planconcept

Zoetermeer Boerhaavelaan – stedenbouwkundig plan

Zaanstad Cypressehout 100 – beeldkwaliteitplan en voorlopig ontwerp openbare ruimte

Amsterdam – workshop ‘Denkbare Stad’

South London – housing intensification in seven town centres

Almere Hout Noord – Masterplan (meervoudige opdracht)

Tynaarlo Oude Tolweg Zuidlaren – Masterplan

Amsterdam Muiderpoort Noord – stedenbouwkundige verkenning naar kleinschalige bedrijfsruimte

Heemskerk De Velst – stedenbouwkundig schetsontwerp (meervoudige opdracht)

Amsterdam Indische Buurt – ruimtelijke visie Zuidoostkwadrant

 

2008

Alkmaar Overstad – stedenbouwkundig plan (winnaar Europese aanbesteding)

De Wolden – concept stedenbouwkundig plan Neuzendijk Ruinen

Den Haag Binckhorst – verdichtingstudies en ontwerpverkenningen ‘Zuid’

Zaanstad aan het IJ – inspirerende en prikkelende presentatie aan B&W

Hoofddorp De Hoek – Masterplan ‘Undercover Park’

Almelo De Velden – 1e fase ontwikkeling Indiëterrein

Dordrecht Zuidpolder – wonen a la carte

Kopenhagen Nordhavnen – Water Republic (prijsvraaginzending)

Delft Schieoevers – ontwikkelingsstrategie voor het Blauwterrein

Amsterdam Overtoomse Veld Zuid – stedenbouwkundige visie Spoorstrook Zuid XL

London Barking William Street Quarter – openbare ruimte ontwerp

Tiel Stationsgebied – stedenbouwkundige massastudie deelgebied A

Arnhem Rijnboog Coehoorn NO – ontwerpverkenning naar de ontwikkelmogelijkheden

Dordrecht Binnenstad – programmakaarten

Rijswijk Bomenbuurt – herstructurering (meervoudige opdracht)

Hoofddorp West – ruimtelijke visie

Arnhem Rijnboog – helpdesk

Bedford Station Quarter – stedenbouwkundige ontwikkelingsvisie

Amsterdam WaterRepublic – verkenning voor een watertransportsysteem

De Wolden – SPvE Neuzendijk Ruinen

Flevoland Markermeer IJmeer – verbeelding toekomstbestendig ecologisch systeem

London Barking William Street Quarter – Masterplan

Amstelveen-Amsterdam Zuidoost – ontwikkelingsmogelijkheden rond het A9-tracé

Arnhem Spijkerbroek – ontwikkelingsvisie

Genk – Masterplan Groot Sledderlo (meervoudige opdracht)

Zaanstad Cypressehout 100 – stedenbouwkundig plan

Rijswijk Gijnstraat/Frijdastraat – stedenbouwkundige verkenning

Schiphol Elzenhof en Badhoevedorp Zuid – verkenning kantorenlocatie

Almere Poort Kust – investeringsstrategie ‘Almere Beach’

 

2007

Almelo ‘Parkstad’ – vitalisering van het groene karakter van Almelo

Haarlem Connexxiongebied Leidsevaart – stedenbouwkundig plan t.b.v. een aanbesteding

Rijswijk Havenkwartier – stedenbouwkundige structuurvisie

Spontane stad – inpassingsmogelijkheden voor initiatieven van onderop (bureauproject)

Noordzeekanaalgebied – toekomstvisie Vergezicht 2040

Peterborough Station Quarter – vernieuwingsplan, raamwerkplan

Stadsregio Rotterdam – oeverboek + toolbox

Rotterdam ‘Living City’ – stedenbouwkundige inpassing ruimtelijke visie Ahoy

Rijswijk locatie Productschap Vlees en Vis – opstellen uitgangspunten en architectonische begeleiding

Amsterdam Arena-Duivendrecht – stedenbouwkundige visie

Arnhem Rijnboog Paradijs – uitwerkingsstudie

Arnhem Rijnboog De Krul – ontwerpverkenning looproute

Badhoevedorp – schetsen voor een toekomstvisie

Amersfoort – prijsvraaginzending paviljoen BOEK750

Arnhem Rijnboog Havenkwartier – ontwerpvarianten voor het Preferendum

Amsterdam Heesterveld – prijsvraaginzending ‘Heesterveld zoekt bewoners’

Deltawonen – van kwaliteit naar handelingsperspectieven

Rijswijk parkeergarage Plaspoelpolder – onderzoek herontwikkelingsmogelijkheden

Zwolle Voorsterpoort – stedenbouwkundige visie / Masterplan

Amsterdam Venserpolder – plan voor individuele kavels voor ondernemers

Stedelijke woonmilieus – inspiratie en informatie in 10 voorbeelden

Blaricummermeent – verkavelingstudie (besloten prijsvraag)

Symposium Stedenbouwers en Integratie

Amsterdam Zuidoost – prijsvraaginzending tijdelijk gebruik garage Echtenstein

Arnhem Rijnboog – planboek

 

2006

Amsterdam Venserpolder – toekomstvisie

Schiedam Groenoord Zuid en Midden – verkavelingstudie

Amsterdam: La Gamma Colori – realisatie van een woon-werkgebouw

Utrecht Kruisvaertkade – stedenbouwkundige verkenning

Arnhem Rijnboog – optimalisatie Masterplan

Veghel Buiten – ontwikkelingsvisie (meervoudige opdracht)

Zwolle Voorsterpoort Oost – ontwikkelingsvisie

The Rhythm of the City – bureauonderzoek naar de kenmerken van stedelijkheid

Industry in the City – onderzoek naar mogelijkheden voor functiemix en intensivering

Arnhem Rijnboog Rijksgebouwen – ontwerponderzoek

Naarden Ravelijn – haalbaarheidsonderzoek

Tilburg Fabriekskwartier – stedenbouwkundig plan

Lowestoft and Great Yarmouth – vernieuwingsplan

Rijswijk Landtong – programmatische verkenning en ontwerpstudies

Tiel Stationskwartier – stedenbouwkundige verkenning, ontwikkelingsvisie

Salford Pendleton – Area Action Plan

Aalsmeer Plassengebied – pilotstudy voor gebiedsgerichte transformatie

Rotterdam Zomerhofkwartier – ontwikkelingsvisie

 

2005

Almere Hout, Rekenen en Tekenen – innovatiestudie, voorbeeldencatalogus

Rijswijk Plaspoelpolder – structuurvisie, transformatie van een bedrijventerrein

Rotterdam Stadsregio Landelijk Wonen – uitwerkingsproject Woonvisie

Ruimte voor Ruimte – kwaliteitskader en supervisie

Zwolle Hanzenland – stedelijk verkavelingplan

Wien Flugfeld Aspern – Masterplan (besloten prijsvraag)

Schiphol – ‘vlekkenplan’ / bijdrage toekomstvisie, strategische onderlegger

London Wembley – ruimtelijke scenario’s voor een stadsblok

Schiedam Nieuwe Damlaan – strategische visie Stadsas

Almelo Indië – stedenbouwkundig concept voor de transformatie werkgebied

Hoofddorp West – locatieonderzoek, woonmilieustudie

Zeist Vogelwijk – stedenbouwkundig plan

North London Town Centre Enhancement – stedelijke verdichtingstudie en ontwerpschetsen

Alkmaar Schelphoek – Masterplan met beeldkwaliteit en supervisie

Halfweg-Zwanenburg – ontwikkelingsvisie

Rotterdam Pompenburg – stedenbouwkundige verkenning

Amersfoort Nederberg – concept ontwikkelingsvisie

Rotterdam Stadsregio Pakhuizen & Uitzicht – uitwerkingsproject Woonvisie

Amsterdam Indische buurt – toekomstvisie en stedelijke vernieuwing

Amersfoort Woonvisie – inhoudelijke verkenning

 

2004

NS Helpdesk – consultatie, stedenbouwkundige plannen en gebiedsvisies

Den Haag Stationsbuurt HS – gebiedsvisie

Utrecht-Zeist A12-zone – gebiedsvisie

Luxembourg Porte de Hollerich – toekomstvisie (besloten prijsvraag)

Co-producent in de Zuidvleugel – essay

Lelystad Schouw Oost – stedenbouwkundige visie

Blaricummermeent – ruimtelijke visie (meervoudige opdracht)

Metropolenstudie – onderzoeksproject op eigen initiatief

Zuiderzeelijn Ontwikkelingsperspectieven – Masterplan en ontwikkelingsperspectieven 2.0

Spontane Stad – onderzoeksvoorstel, toekomstvisie (bureauproject)

Leiden Groenoordhallengebied – stedenbouwkundige verkenning (meervoudige opdracht)

Leerdam Stationsweg Fase 1 – typologische studie

Flevoland Kaarten Contourennota – omgevingsplan

Arnhem Rijnboog – Masterplan

Amsterdam Het Schouw Oost – stedenbouwkundig plan en service concept

Amsterdam Zuidelijk Veld Kolenkitbuurt – stedenbouwkundig uitwerkingsplan

Schiedam Schieveste-station-binnenstad – strategische visie

Bunnik-Houten-Werkhoven – locatieonderzoek en ruimtelijke modellenstudie

Antwerpen Eilandje – waterplan en programmatische studie

Amsterdam Ringspoorzone Kolenkitbuurt – stedenbouwkundig uitwerkingsplan

Flevoland Toekomstperspectieven – regionale visie

Utrecht Utopia Workshops – ontwerpstudie

Duivendrecht stationsomgeving – aanzet tot een ontwikkelingsstrategie

Alkmaar Schelphoek – concept Masterplan

 

2003

Anpin e-wharf – prijsvraaginzending Taiwan

Haarlem 023 – Masterplan

Velsen NAM terrein – stedenbouwkundig schetsplan

Vught Johan Frisolaan – verkavelingsvoorstellen

Zeist Vogelwijk – vernieuwingsplan

Amsterdam Noord – haalbaarheidsonderzoek inpassing schip SS-Norway

Amsterdam Buurtfabriek Ruimzicht – SpvE en typologische studie

Almere Flevo Perspectieven – bijdrage aan het Integraal Ontwikkelingsplan Almere

Amsterdam Overtoomse Veld – raamwerkplan / fysieke pijler van het vernieuwingsplan

Almere Buiten Oost 3KNS – ontwikkelingsplan en voorbeeldencatalogus

Luxury housing in the Dutch Delta Metropolis South – publicatie

Amsterdam Het Schouw – concept stedenbouwkundig plan

Zuiderzeelijn Prospects – Masterplan 1.1

Den Helder Stadshart – voorstudie Masterplan

Emscher Lippe Region – prijsvraaginzending

Heerlen Meezenbroek, Schaesbergerveld en Palemig – Masterplan

Rotterdam Stadsregio – woonvisie

Rozendaal, locatie Rhedens Lyceum – modellenstudie en gebouwtypologie

Wonen à la carte – publicatie

Leiden Groenoorhallen – ontwerpschets

Amsterdam Jeruzalem – transformatiestrategie en schetsontwerp (besloten prijsvraag)

Alkmaar Schelphoek – ontwikkelingsvisie

Amsterdam Bellamybuurt – visie 2e Kostverlorenkade en openbare ruimte Bellamybuurt

 

2002

Den Haag Kalvermarkt – ontwerpverkenning van een binnenstedelijk stadsblok

Amsterdam Noordzijde Oosterdokseiland – SP en openbare ruimteplan

Rotterdam Zuidplein – ontwikkelingsscenario’s

Amsterdam Kolenkitbuurt – vernieuwingsplan

Arnhem Rijnboog – schetsboek voor het Masterplan

Amsterdam Coen- en Vlothaven – stedenbouwkundige visie en uitgewerkte deelstudie

Amsterdam AjaxCity – stedenbouwkundige verkenning

Amsterdam ABN-Amro Rembrandtplein – conceptanalyse bestaand gebouw

Waterford North Quays – stedenbouwkundig plan (prijsvraaginzending)

Ruimte voor Ruimte Kwaliteitskader – beoordeling kwaliteit en conceptencatalogus

Amsterdam Entreegebied Paasheuvelweg – SPvE

Amsterdam Eenhoorn – kavelstudie

Ruhrgebiet Impulse! – strategisch Masterplan Emscher-Lipperegion (‘Arbeitsplan’)

Amsterdam Jan Toorop – verbeeldingsboek en ruimtelijk kader

Amsterdam Geuzenveld Zuid – stedenbouwkundig plan

Amersfoort Stadsentrees – visie

Amsterdam Sportfondsenbad – ruimtelijke en programmatische locatieverkenning

Amsterdam Sint Jacob – verkenning transformatiemogelijkheden seniorencomplex

Haaglanden – evaluatiemogelijkheden voor consumentgerichte ontwikkeling

Amsterdam Sloterplas Stadscentrum – woonverkenning

Amsterdam GVB locatie – werkconcept ‘Smart Box’ en typologisch onderzoek

 

2001

Amsterdam Molenwijk – stedelijk vernieuwingsplan

Kwaliteit Werklocaties – onderzoek werkgebieden

De knoop voorbij – essay t.b.v. de publicatie “Leve(n)de Stad”

Legenda stads- en dorpsmilieus – stedenbouwkundige karakterisering

Delft Poptahof – visie en transformatiestrategie

Haarlem Van Schalkwijk naar Schipholweg – SPvE

Amsterdam Noordzijde Oosterdokseiland – schetsontwerp Euronext “Beurskade 5”

Amsterdam Westpoort – concept Masterplan voor een datahotel

Enschede Boddenkamp – stedenbouwkundige verkenning Cobercoterrein e.o.

De Toekomst van het Wonen – bijdrage aan de tentoonstelling ‘6,5 miljoen woningen’

Food Valley Region – inzending E.O. Wijersprijsvraag (eervolle vermelding)

Amsterdam IJdoornlaan – ruimtelijke verkenning

Badhoevedorp dorpskern – ruimtelijke visie

Amsterdam Amstel – ontwerponderzoek voor een werkgebouw ‘Floating Space’

Amsterdam Het Schouw – stedenbouwkundige verkenning

Amstelveen Bovenkerkerpolder – verkenning ontwikkelingsmodellen

Amsterdam Overtoomse Veld  “Jordaan van de 21e eeuw” – een nieuwe identiteit

Amsterdam Chassébuurt – ruimtelijk structuurbeeld

Noordpoort Drechtoevers – gebiedsvisie (meervoudige opdracht)

Amsterdam Mercatorpark – ruimtelijke en programmatische visie

Transforming Amsterdam, the Dutch way of redevelopment – tentoonstelling en workshops in NYC

Amsterdam Confuciusplein – vernieuwingsplan en gebouwtypologie

Woonmilieus en Stedelijke Vernieuwing Amersfoort – bijdrage aan een reeks workshops

Amsterdam ABN-Amro Re mbrandtplein – herontwikkelingsplan

Amsterdam Delflandplein/Staalmanbuurt – ontwikkelingsrichting

 

2000

Amsterdam New Chinatown – programmavoorstel, inpassingstudie, architectenselectie

Almere Buiten Oost Stadsstrip – ontwikkelingsplan

Lemmer-Delfzijl Kanaal – Masterplan vormgeving vaarweg

Almere Woonvisie – bijdrage aan het Structuurplan

Almere Zakencentrum – stedelijke verkenning zone spooruitbreiding

Amsterdam Ligplaatsen Binnenvaart – inrichtingsschets

Huizen Holleblok – herontwikkelingsvisie

Amsterdam Noord Centrum – SPvE en deelstudies

Almere Poort Euroquartier – ontwerpverkenningen t.b.v. de Nota van Uitgangspunten

Diemen De Sniep – stedenbouwkundige verkenning

Amsterdam Floralocatie – stedenbouwkundige verkenning

Amsterdam ABN-Amro Rembrandtplein – concept programmadefinitie

Amsterdam Westelijke Tuinsteden – werkboek toekomstvisie ParkStad

Emscher Lippe Region NewPark – strategische visie 4×4 (meervoudige opdracht)

Zutphen – nota stadssilhouet

Amsterdam Geuzenveld Zuid – stedenbouwkundige verkenning

Leeuwarden Zuid – verkenning woonmilieus

Amsterdam Jan van Galengenerator – besloten prijsvraag voor herontwikkeling

De woonwijk van de toekomst – ideeënboek t.b.v. de Bouwfonds Prijsvraag

Amsterdam De Eenhoorn – ontwikkelingsvisie + bebouwingsvoorstel locatie BMW garage

Amsterdam Gein II – vernieuwingsplan

Wonen in de Deltametropool – publicatie

Amsterdam Eenhoorn – verkenning voor stedenbouwkundige visie

 

1999

Amsterdam Nieuwendam Noord – stedelijk vernieuwingsplan en ontwikkelingsvisie

Apeldoorn Woonmilieus – onderzoek ‘Suburbaan Wonen in de Stad’

Corridor Amsterdam-Bedra-Venlo – uitwerking ‘6 x Ontkoppeling’

Almere Hout – ruimtelijke strategie ‘van centrum naar centraliteit’

Noord-Brabant – basisonderzoek recreatie en toerisme

Amsterdam New Chinatown – inpassingsstudie Oosterdokseiland (concept programmadefinitie)

Almere Hout, werken in Almere – stedenbouwkundige visie

Amsterdam Schellingwoude – stedenbouwkundige verkenning

Almere Zakencentrum – stedenbouwkundig plan

Amsterdam Westelijke Tuinsteden: Vitale Stad – workshops

Almere Buiten Oost – verkenning ‘Van Evenaar naar Parkway’

Apeldoorn Zuidbroek – Nota van Uitgangspunten

Naoorlogse woningbouw – 20 kansen voor hergebruik (bureaustudie)

 

1998

Amsterdam Noordzijde Oosterdokseiland – inpassingsstudie AEX-beurs aan de IJ-oevers

Antwerpen Marina Willemdok – ontwerp marina en openbare ruimtevoorstel

Utrecht Papendorp Transferium – studie naar transferium op Randstadniveau

Amsterdam New Chinatown – studie t.b.v. het programmatisch onderzoek

Amsterdam Noord – ontwikkelingsstudie Waterlandplein

Gooi en Vechtstreek – bijdrage op reactie Streekplan

Almere Hout – verkenning milieutypen

Amsterdam New Chinatown – stedenbouwkundige voorbeelduitwerking Oosterdokseiland

Amsterdam Noord Centrum – vooronderzoek SPvE

 

1997

Milieutypen en Transformatie – Woonverkenningen MMXXX Wonen in 2030

Amsterdam Geuzenveld Buurt 9 – ruimtelijk kader voor de vernieuwing

Reisverslag van een expeditie langs twee netwerken – toetsing van een strategie

Amsterdam Noord Centrum – plan openbare ruimte

Amsterdam Nieuwendam Noord – toekomstvisie

Stedelijke Milieus – internationaal onderzoek deel 1 Parijs

Voorbeeldenstudie Bedrijventerreinen

Amsterdam Polderweggebied – stedenbouwkundige studie

Heerhugowaard Stationsgebied – stedenbouwkundige visie op de vernieuwing

Utrecht Kromhoutterrein – stedenbouwkundige visie

 

1996

Amsterdam New Chinatown – een stedenbouwkundige studie naar 2 locaties

Amsterdam Geuzenveld Buurt 9 – stedenbouwkundige visie

Strategie voor Stedelijkheid – publicatie

De consument van de ruimte – interdisciplinair onderzoek duurzaam ruimtegebruik

Utrecht Talmalaan – herontwikkeling

Amersfoort noordzijde station – ruimtelijke en strategische principes

Amsterdam Amstelstation e.o. – vernieuwingsstudie

Heerhugowaard Zuid – ontwikkelingsvisie voor het HAL-knooppunt

 

1995

Amsterdam Westerdokseiland – een studie over bebouwingsdichtheid

Hilversum – verstedelijkingsmogelijkheden in de periode 2005-2015

Den Haag Wateringse Veld – verkenning stedelijke milieus

Ruimte voor orde en chaos – reizende tentoonstelling

Amsterdam Houthavens – een commentaar op de planontwikkeling

Stedelijke Milieus – onderzoek naar de principes

 

1994

A Pattern Image, a typological tool for quality in Urban planning – publicatie

Spijkenisse, meer dan de som der delen – stedenbouwkundige observaties

Amsterdam Osdorp – MAP Deelgebied 2

Almere Stadscentrum – meervoudige opdracht

Interacties, vooronderzoek naar mogelijkheden van modelvorming in de relatie Stad-Land

Milieudifferentiatie in de Randstad

Tilburg Moerenburg – stedenbouwkundig plan voor een suburbaan woonmilieu

 

1993

Amsterdam Centrum Amstel III – knelpuntenanalyse

Locaties aan Sporen – vergelijkende analyse

Catalogus met kansrijke stedelijke milieus t.b.v. VINEX-locaties

 

1992

Amsterdam Amstel I, II en Weespertrekvaart-Noord – Nota van Uitgangspunten

Amsterdam Nieuw Oost (nu: IJburg) – ontwerpvisie voor de stedelijke ruimte

Almere Stad – ontwerpstudie voor het zuidelijk centrumgebied

Heerhugowaard-Alkmaar-Langedijk – verstedelijkingsaspecten

Amsterdam IJ-oevers – kantoortypologieën

 

1991

Haarlemmermeer – conceptuele aanzet herziening Streekplan Haarlemmermeer en regio Schiphol

Amsterdam Centrum Amstel III – vier scenario’s

Amsterdam IJ-oevers – vier studies voor het openbaar gebied

Amsterdam Houthavens – studie lig-/wachtplaatsarealen binnenvaart

Ruimtelijke en sociale vernieuwing voor Heechterp Leeuwarden

De leefbaarheid van Heechterp – een volksbuurt uit de jaren 60 waar mensen zich sterk verbonden voelen met Leeuwarden – staat onder druk. Dat heeft veel te maken met de eenzijdige sociale woningvoorraad. Heechterp staat nu aan de vooravond van een fysieke vernieuwing. Wooncorporatie Elkien en de gemeente Leeuwarden investeren al sinds jaar en dag stevig in de sociale structuur van de wijk en vonden in Urhahn het stedenbouwkundig bureau dat sociale en ruimtelijke vernieuwing combineert.

 

Ondanks financieel onhaalbaar toch toekomstbestendig

De portiek-etageflats in de naoorlogse wijk voldoen niet meer aan de eisen van deze tijd. Renovatie blijkt financieel onhaalbaar. Deze vernieuwing is een uitgelezen kans om Heechterp in alle opzichten toekomstbestendig te maken. De al aanwezige kwaliteiten, zoals de (informele) menselijke relaties in de wijk en het sociale vangnet, de mooie groenstructuren en speelplekken, worden gekoesterd en er wordt voortgebouwd op het DNA van de buurt.

 

Toekomstvisie Heechterp geeft ruimtelijke en sociale vernieuwing

In de toekomstvisie Heechterp zijn vier ambities geformuleerd die richting geven aan de vernieuwing op ruimtelijk en sociaal gebied.

  • Een veerkrachtige buurt, waar mensen elkaar kennen en op elkaar kunnen bouwen. Een ongedeelde buurt voor verschillende typen mensen en een divers woningaanbod.
  • Een duurzamer Heechterp met ruim baan voor voetgangers en fietsers, en volop aandacht voor klimaatbestendigheid en biodiversiteit. Uiteraard is er aansluiting op hernieuwbare energiebronnen.
  • Heechterp is sterk verbonden met Schieringen en andere delen van Leeuwarden. De verbondenheid gaat daarnaast over de manier waarop mensen in de wijk met elkaar samenleven.
  • Een buurt waar mensen elkaar ontmoeten op straat, in het hof of in het wijkcentrum.

Met de visie maken Elkien en de gemeente een vuist voor de toekomst van Heechterp. De uitwerking van de ambities naar concrete plannen wordt in intensieve samenspraak met de bewoners vormgeven. Door mensen die zich betrokken voelen bij de buurt te laten meedenken en meepraten, wordt gezamenlijk gewerkt aan een toekomstbestendige buurt.

 

Inmiddels is de website Heechterp Vernieuwt online

Podcast Bewegen als uitgangspunt

In de serie De Fijne Stad gaat Marnix Kluiters (host van de Ecosofie-podcast) met experts in gesprek over onze steden. Na fietsprofessor Marco te Brömmelstroet volgt beweegstedenbouwer Wendy van Kessel.

 

Boodschappen laten bezorgen, met de auto naar het werk, de lift nemen in plaats van de trap… Ons leven is ingericht op gemak. Maar het meest comfortabele is niet altijd het meest gezonde. Activiteiten zoals lopen naar de supermarkt of fietsen naar het werk zijn juist bevorderlijk voor onze gezondheid. Daarom pleit stedenbouwkundige Wendy van Kessel voor beweegvriendelijke steden.

 

Wendy van Kessel is directielid bij bureau Urhahn. Wat haar dwarszit is dat onze steden niet uitnodigen tot bewegen. Door de opkomst van auto’s en het openbaar vervoer zijn wonen en werken van elkaar gescheiden geraakt, met allerlei nadelen als gevolg, zoals toenemend verkeer, langere reistijden en meer vervuilende uitstoot. Verder staat comfort steeds vaker op de eerste plaats door technologische vooruitgang. Zo hebben we talloze mogelijkheden om eten te bestellen binnen handbereik, maar dit is niet altijd de meest gezonde optie.

 

Het doel van Wendy is om een leefomgeving te creëren waarin mensen worden gestimuleerd om actief te zijn. Haar idee is om steden zo in te richten dat wandelen en fietsen centraal staan, en auto’s daaromheen worden georganiseerd. Wendy noemt dit ’trage netwerken’. Binnen deze trage netwerken verplaatsen mensen zich te voet of per fiets, waardoor ze ook meer anderen tegenkomen. Dit stimuleert weer om meer naar buiten te gaan. Wendy pleit ervoor dat steden meer georganiseerd worden rondom thema’s zoals sport, spel en ontspanning. Dit betekent bijvoorbeeld dat kinderen niet per se in een afgebakende speeltuin hoeven te spelen. Hoewel er niets mis is met speeltuinen, kan er ook meer publieke ruimte worden gecreëerd waar spelen mogelijk is. Als mensen meer tijd doorbrengen in de publieke ruimte, leidt dit tot meer sociale cohesie. Wie met de auto reist, ontmoet niemand. Een stad die aanspoort om naar buiten te gaan, zorgt voor meer interactie en nieuwe verbindingen. Dit draagt bij aan het algehele gevoel van veiligheid.

 

Volgens Wendy is het essentieel dat we in steden meer functies integreren in plaats van scheiden. Door het samenbrengen van wonen, werken en voorzieningen krijgen we veerkrachtige steden. Daarnaast speelt ook de klimaatopgave een belangrijke rol. Het is van groot belang om steden groener in te richten, zodat ze duurzamer en toekomstbestendig worden.

 

Luister naar de ecosofie-podcast De Fijne Stad: Bewegen als uitgangspunt met Wendy van Kessel (50. min 25 sec)

Gezond en beweegvriendelijk Eindhoven

Wat kun je als gemeente doen om de stad gezonder en beweegvriendelijker te maken? In ‘De gezondste km2 van NL’ laten we zien welke ruimtelijke interventies hieraan bijdragen, hoe je dit verankert in beleid, welke instrumenten je hebt en hoe je dit monitort. Een belangrijk element is het vastleggen van gemeentelijke sport- en beweegnormen.

 

Brainport: de slimste én gezondste km2 van Europa

Steden en regio’s met gezonde leefomstandigheden zijn aantrekkelijke plekken om te wonen en te leven. De inrichting van de stad doet ertoe; ook omgevingsfactoren bepalen de gezondheid van de stedeling. In gezonde steden leven de inwoners langer in een goede gezondheid. Het zijn aantrekkelijke vestigingsplaatsen waar bedrijven graag investeren. Brainport Eindhoven is als kennisintensieve regio zo’n aantrekkelijke vestigingsplaats. De ambitie is hoog: hoe wordt de slimste km2 van Europa ook de gezondste km2? Eindhoven kiest voor een brede benadering van gezondheid: gezondheidsbescherming, gezondheidsbevordering en positieve gezondheid.

 

Eindhoven gaat de stedelijke verdichting benutten om de stad gezonder te maken. Hierin staan tien adviezen centraal. Deze adviezen zijn geselecteerd op basis van grote impact op gezondheid, de multiplier (werkt het voor velen of voor een kleine groep) en/of dragen ze bij aan meerdere gezondheidsdoelen. Voorbeelden zijn; maak verdichtingskeuzes die leiden tot de gewenste mobiliteitstransitie; kies voor een beweegvriendelijke buitenruimte, realiseer zowel een grootstedelijk stadspark als kleine pocketparken in de buurten; en maak plekken voor natuur- en voedselbeleving.

 

Werken aan een gezonde stad

Het bouwen aan een gezonde stad vraagt om een actieve gemeentelijke inzet, het gaat niet vanzelf. De rollen die de gemeente kan aannemen variëren; er kan niet worden volstaan met één specifieke rol, maar een slimme mix van rollen en bijbehorend instrumentarium is nodig. Enkele adviezen:

  • Leg de gezondheidsambities vast in beleid en werk ze uit in gebiedsgerichte visies. Maak koppelingen tussen de verstedelijkingsopgave en de gekoppelde gezondheidswinsten.
  • Een actieve, ondernemende rol is noodzakelijk voor grote publieke ontwikkelingen.
  • Een overheid die normen opstelt is nodig om minimale gezondheidsruimte te garanderen. Denk hierbij aan concrete normen voor groen-, sport- en beweegruimte.
  • Neem in tenders, competities en aanbestedingen meetbare gezondheidsdoelen op en laat deze meewegen in de beoordeling van plannen.
  • Enthousiasmeer en stimuleer bewoners, partners en bedrijfsleven via ontwerpleidraden en inspiratie.
  • Faciliteer bewonersinitiatieven met subsidies en expertise (denk aan projecten als groene schoolpleinen, leefstraten, stadslandbouw, ontmoetings- en beweegruimte).
  • Werk gebiedsgericht en ontschot budgetten, waardoor werk-met-werk kan worden gemaakt.

 

De gemeente Eindhoven werkt al jaren aan de ontwikkeling van de gezonde stad en monitort allerlei gezondheidsindicatoren en wil nu vervolgstappen. We hebben een set van indicatoren gedefinieerd waarmee de gezondheidswinst van ruimtelijke ontwikkelingen kwantitatief of kwalitatief ex ante bepaald kan worden en vervolgens periodiek kan worden gemonitord.

 

Een sportlandschap waar samenwerking centraal staat

Het flexibele plan voor een nieuw Sportlandschap in Stede Broec is door de gemeenteraad op 30 maart 2023 vastgesteld. Het intensieve participatietraject met enthousiaste sportverenigingen, bewoners, gebruikers en grondeigenaren heeft een rijk plan opgeleverd. Veel ideeën en wensen hebben een plek gekregen.

 

Op 30 maart is het Masterplan Sportlandschap Stede Broec door de gemeenteraad vastgesteld. Dit plan is een uitwerking van de eerder door Urhahn gemaakte Gebiedsvisie (Be)leefbaar landschap Lutjebroek en vormt de basis voor een nieuw bestemmingsplan. Maar beter nog: het is een belangrijke stap in de ontwikkeling van een aantrekkelijk sportlandschap waar sporten, bewegen, recreëren en samenwerking centraal staat. Met nieuwe sportfaciliteiten, een recreatieve parkzone en een actieve buurtkamer.

 

Waarom samenwerken in sport?

Het sportlandschap brengt verschillende sportfaciliteiten onder in drie clusters, waaronder een nieuwe sporthal, zwembad en de handbal-, voetbal-, tennis-, survival en atletiekvereniging. Daarnaast is er in de toekomst ruimte voor mogelijke uitbreidingen of nieuwe sporten. Door alle sport samen te brengen ontstaan mogelijkheden voor nieuwe samenwerkingsverbanden. Denk aan het delen van voorzieningen, zoals kleedkamers, velden of kantine, maar ook aan het efficiënt inzetten van vrijwilligers om bardiensten te draaien.

 

Vijf ontwikkelprincipes voor aan aantrekkelijk sportlandschap

Het plan is geen vastomlijnde blauwdruk maar toont een aantrekkelijk toekomstbeeld. Een duidelijke stip op de horizon. Daarbij is er ruimte voor het onvoorziene. Flexibiliteit maakt het plan toekomstbestendig. De leidende ontwikkelprincipes zijn:

  1. Grootschalig sportlandschap met groene kamers
  2. Nieuwe parkrand
  3. Sportboulevard met sportclusters
  4. Verbonden met de omgeving
  5. Flexibiliteit in de tijd

 

Ook zijn een ontwikkelstrategie en globale kostenraming opgenomen. Maar om het plan daadwerkelijk haalbaar en tot een succes te maken is het van belang om alle betrokken partijen aan boord te houden bij het vervolgproces. Het enthousiasme voor het plan vergroot de kans op realisatie.

Tess Broekmans

Tess is specialist op het gebied van binnenstedelijke ontwikkeling en ontwikkelt concepten voor gebouwen en gebieden. Tess werkt graag aan omvattende en complexe stedelijke projecten, zoals transformatie- en centrumgebieden. Dit doet ze vaak samen met bewoners en ondernemers vanuit de ervaring dat gebruikers de kenners van een gebied zijn. Ze heeft een brede blik op de stad en door een veelheid aan projecten veel kennis van wonen, detailhandel, cultuur en bereikbaarheid. Haar kracht ligt in het formuleren van de opgave en het vinden van praktische oplossingen voor complexe problemen.

 

Tess werkte de afgelopen jaren onder andere aan de transformatie van Oostenburg in Amsterdam van werkgebied naar gemengd stedelijk eiland, binnenstadsvisies voor Emmen, Vlaardingen en Amstelveen, ontwikkelstrategie voor het Hamerkwartier aan de Amsterdamse IJ-oever, locatie-onderzoek voor theater de Meervaart in Amsterdam Nieuw West, conceptontwikkeling voor het Koninklijk Instituut voor de Tropen en Technologybase op de voormalige vliegbasis Twente. Ze is supervisor voor Amstel Business Park in Ouderamstel, een werkgebied in transitie in de Zuidoostlob van Amsterdam.

 

Tess studeerde stedenbouw aan de TU Delft en werkte aansluitend van 1996 tot 2000 bij de dienst Ruimtelijke Ordening van de Gemeente Amsterdam. Sinds 2000 werkt ze bij Urhahn, in 2007 nam ze samen met Sjoerd Feenstra het bureau over van oprichter Gert Urhahn.

Tess combineert haar stedenbouwkundige werk met het hoogleraarschap Urban Design aan de TU Delft en gastdocentschappen aan de Academie voor Bouwkunst Amsterdam en de universiteit van Lund in Zweden. Daarnaast is ze is vakcoördinator stedenbouw bij het Professional Experience Programme (PEP).

 

Stuur Tess Broekmans een mail connect via LinkedIN of bel 020 421 74 40.

 

Selectie van recente projecten, publicaties & initiatieven

  • Amsterdam Oostenburg: projectleider stedenbouwkundig plan, ontwikkelplan en ontwerp openbare ruimte voor de transformatie van het binnenstedelijke werkeiland naar een gemengde, stedelijke buurt (voor woningcorporatie Stadgenoot, 2011-heden).
  • Eindhoven Space-S: projectleider stedenbouwkundig plan en ontwerp openbare ruimte voor 400 woningen voor stedelingen en studenten op Strijp-S, waarbij de toekomstige bewoners vanaf de eerste schets medeauteur van het plan zijn (voor Woonbedrijf, 2013-2017).
  • Handreiking Transformatie Naoorlogse Wijken: senior adviseur in het ontwerpend onderzoek naar een handelingsperspectief voor de ontwikkeling van naoorlogse woonwijken (voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2023-2024).
  • Amsterdam Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT): projectleider en hoofdontwerper ontwikkelingsvisie en haalbaarheidsstudie ruimtelijke varianten (voor het KIT, 2015-2020).
  • Beverwijk Bazaar: projectleider stedenbouwkundige visie voor de transformatie van de Bazaar naar een gemengd stuk stad (voor Bazaar en Heijmans, 2021-heden).
  • Amsterdam Kromhout in het Hamerkwartier: projectleider voor het stedenbouwkundig plan voor de Stork- en Kromhouthallen in Amsterdam Noord (voor woningbouwvereniging Eigen Haard, 2017-heden).
  • Delft Kop van de Buitenhof: projectleider voor de visie, het stedenbouwkundig masterplan en kavelpaspoorten voor een naoorlogse woonwijk (voor gemeente Delft, 2021-heden).
  • Ouder-Amstel Werkstad Overamstel: projectleider ruimtelijk-economische visie, richtlijnen en supervisie voor de organische transformatie van het werkgebied naar gemengd woon-werkgebied (voor gemeente Ouder-Amstel, 2017-heden).
  • Assen Binnenstadsvisie – senior adviseur voor de visie op de transformatie van de binnenstad naar een duurzame en levendige binnenstad (voor gemeente Assen in samenwerking met DNTP, 2020-2021).

Wie zijn wij?

Urhahn Stedenbouw & Strategie zijn sociale stedenbouwers. Het ontwerpbureau bestaat uit een vakkundig en betrokken team van praktische idealisten. In 1991 werd het opgericht door Gert Urhahn. Tess Broekmans en Ad de Bont zijn nu de eigenaren. Urhahn werkt aan ruimtelijke visie, strategie en plannen via onderzoek, ontwerp en publicatie.

Kaleidoscoop van het dagelijks leven op Oostenburg

Hoe komt Oostenburg (de stedelijke woonwerkwijk waar Urhahn al vanaf 2011 aan werkt) tot leven? In het onderzoek ‘De zachte kaart van Oostenburg’ volgen we bewoners om zo te ontdekken of de ontwerpprincipes in de praktijk wel werken. Resultaat van fase 1: drie films en een essay. 

 

We zijn als stedenbouwers niet klaar als de plannen af zijn

Is er werkelijk meerwaarde aan een gemengde stadsbuurt? Hoe wonen mensen samen in een hoogstedelijke stadswijk? Wat geeft identiteit aan een nieuwe stadsbuurt? Hoe ontstaat een gemeenschap in een nieuwbouwwijk ? Ofwel: Hoe ontstaat stad? Zo leren we lessen voor de hoogstedelijke stadswijken die nu op de tekentafel liggen.

 

Het leven van alledag. Quotes en verhalen uit de nieuwe stadsbuurt

In de periode van 2020 tot 2026 ontwikkelt Oostenburg zich van een gebied in aanbouw tot een volwaardige stadswijk. In vier rondes (2022, 2023, 2025 en 2027) volgen we het ontstaan van een stadsbuurt en de (on)gemakken van het dagelijks leven in een stadsbuurt in hoge dichtheid. In de eerste fase hebben we 10 bewoners en 5 professionals geïnterviewd. De interviews zijn vertaald in drie korte filmpjes. De kaleidoscoop van het dagelijks leven illustreert de toestand van Oostenburg in 2022. Daarnaast schrijven we een essay waarin de belangrijkste bevindingen worden samengevat en geduid.

 

Inkijkje: Hoe ontstaat een gemeenschap in een nieuwe stadsbuurt?

Reuring: wat is de meerwaarde van een gemengde stadsbuurt?

Eilandgevoel: wat geeft identiteit aan een nieuwe stadsbuurt?

 

Lees hier ons essay:

 

 

Over het onderzoek de Zachte kaart van Oostenburg

In het onderzoek ‘De zachte kaart van Oostenburg’ kijken we naar de ontwikkeling van de hoogstedelijke wijk Oostenburg. Urhahn voert het onderzoek uit met stadspsycholoog Sander van der Ham (Thuismakers Collectief) en fotografen Allart Blaauboer en Jos Heijnen, in co-creatie met buurtbewoners als experts van het leven in Oostenburg. We werken samen met Gemeente AmsterdamStadgenootVorm en stichting Over de Brug. Met dank aan het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie.

De Belofte van de Oostflank, Breda

Een helder toekomstperspectief

In de binnenstad van Breda bevindt zich de Oostflank, een gebied dat is omringd door belangrijke wegen en instellingen zoals het stadskantoor en het Chassé Theater. Het project ‘De belofte van de Oostflank’ beoogt het gebied nieuw leven in te blazen, met een nadruk op cultuur, leefbaarheid, en duurzame stedelijke ontwikkeling. Maar de potentie van het gebied kan niet los worden gezien van andere gebiedsontwikkelingen, zoals VIA Breda, ’t Zoet en het Havenkwartier. Het perspectief zorgt voor balans in de gebiedsontwikkelingen door de inzichtelijk te maken hoe het gebied een bijdrage kan leveren aan verschillende ambities, en door te laten zien waar het concurreert met andere ontwikkelingen. Dit heeft geleid tot heldere condities voor ontwikkeling en onderzoeksvragen voor het vervolg.

 

Verblijfskwaliteit en cultuur als onderdeel van een dynamische binnenstad

Het gebied, dat eens voornamelijk functioneel was met veel parkeerruimte en waar maar weinig werd gewoond, staat nu centraal in de schaalvergroting van Breda’s binnenstad. De herontwikkeling van het Koepelcomplex en de overige kantoorpanden biedt unieke kansen voor een gemengde stedelijke omgeving waarin wonen, werken, cultuur en recreatie hand in hand gaan. De kern van het project is de integratie van hoogwaardige stedelijke functies die de identiteit van Breda als gastvrije en dynamische stad versterken. Dit omvat het verbeteren van de verbinding met nabijgelegen gebieden zoals het Chassépark en de Singel, en het toevoegen van groene, openbare ruimtes die sociale interactie stimuleren en waar culturele evenementen kunnen plaatsvinden. Een belangrijk onderdeel van de herontwikkeling is de focus op duurzaamheid. De plannen omvatten maatregelen voor klimaatadaptatie, zoals vergroening om hittestress tegen te gaan, het verbeteren van waterretentie, en het introduceren van een mobiliteitssysteem dat de nadruk legt op fiets- en voetgangersverkeer, met auto’s als ‘gasten’ in het gebied.

 

Een leefbaar stedelijk Breda

Het perspectief is een belangrijk onderdeel van het verwezenlijken van de stedelijke ambities van Breda, door de Oostflank als een integraal onderdeel van de binnenstad positioneren. Het samenspel van cultuur, wonen, en ecologie en duurzaamheid belooft een toekomst waarin de Oostflank een sleutelrol speelt in de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van Breda.

Wonen en werken in balans in Almelo

Woningbouw is doel en middel in visie Almelo

In de stad Almelo is, net zoals in vele steden, de woningbouwopgave een initiële vraag. Tegelijkertijd zijn ondernemers op zoek naar nieuwe vestigingsmogelijkheden en vragen verouderde wijken om een kwaliteitsimpuls. Als bureau vinden we dat je de woningbouwopgave moet inzetten om ook economische en maatschappelijke problemen aan te pakken. Aandacht voor passende werkgelegenheid en sociale leefbare wijken zijn net zo noodzakelijk als de woningbouwopgave zelf om de stad als geheel te versterken.

 

Sterke stad in balans

Wat kunnen we verbeteren en wat moeten we aantrekken om een goede balans te vinden in het woningaanbod en type werkgelegenheid? Negen leidende principes geven richting aan deze vraag. We zetten in op het versterken van bijzondere identiteitsdragers. Het landschap, de groene longen, vormt het fundament van de stad en historische parels maken we zichtbaar en beleefbaar. Kwaliteitsverbetering van de bestaande stad ontstaat door in te zetten op een gastvrije binnenstad, vitale wijken en stedelijk leven in een nieuwe spoorzone. Almelo is een groenblauwe stad, een unieke waterstad, met kansen voor nieuwe onderscheidende woonmilieus voor nieuwe doelgroepen. Tenslotte werkt Almelo aan zijn sterkte positie als werkstad door bestaande werkgebieden te koesteren en krachtiger in te zetten als economisch onderdeel van Twente.

 

Concreet toekomstperspectief voor de complete stad Almelo

Deze ruimtelijk-programmatische visie geeft concreet invulling aan de ruimtelijke en programmatische opgaven, en biedt ontwikkelruimte voor werken en 1350-2100 extra woningen. De integrale visiekaart laat de negen leidende principes in samenhang zien. Zo schetsen wij een concreet toekomstperspectief voor de stad Almelo.

Lezing Gezonde stad in Leidsche Rijn

De openbare buitenruimte is het grootste sportpark van iedere gemeente. Als expert beweegvriendelijke stad en auteur van het boek Buitenkansen voor een uitnodigende buitenruimte, vroeg gemeente Utrecht Wendy van Kessel een lezing te geven. Leidsche Rijn wil de sportiefste wijk van Nederland worden. Het doel is tweeledig: sportief in de zin van meedoen met eerlijke kansen voor iedereen maar ook sportief in de zin van actief zijn. Extra expertise: Wendy is zelf bewoner van Leidsche Rijn en een actief buitensporter.  

 

Het pleidooi van Wendy van Kessel

Een actieve buitenruimte is een sociale buitenruimte en vice versa. Een goede inrichting van die openbare ruimte draagt bij aan een sociale omgeving waarin je je buren kent. Dat heeft tot gevolg dat kinderen makkelijker buitenspelen, en dat je graag buiten bent en in gesprek komt met de buren. De positie van de auto speelt daarin een hele belangrijke rol. Autovrije straten zijn over het algemeen sociale straten.

De hardware moet op orde zijn als het gaat om lopen, fietsen, speelplekken en sporten in de stad. Goede trage netwerken zijn ook voor sporters van belang. Verder geldt voor zowel speelplekken als sportplekken, dat je (kleine) sportplekken dicht bij huis wilt, en grotere uitdagende sport/speelplekken iets verder weg kunnen zijn.

 

Beweegvriendelijke stad in de actualiteit

Ook Vincent Luyendijk ziet de actualiteit van de ‘actieve buitenruimte’ en doet een oproep tot ontschotten in een drieluik over de gezonde leefomgeving. Ons boek Buitenkansen is bronmateriaal voor zijn pleidooi. Het boek is nog te koop.

 

Buitenkansen voor een uitnodigende buitenruimte

Atlas natuurinclusieve woonmilieus

Met de ‘Atlas woonmilieus met nieuwe natuur’ laat Lelystad de kansen zien die de stad biedt aan nieuwe natuur. Andersom biedt nieuwe natuur kansen voor het wonen. Kansen om onderscheidend te wonen omgeven door natuur: aan de kust, op eilanden, in de stad, aan het water of midden in de bossen.

 

Concrete uitwerking natuurinclusieve woonmilieus

Lelystad is de Hoofdstad van de Nieuwe Natuur. Nieuwe woonmilieus dragen hieraan bij en ontlenen hieraan hun identiteit. De nieuwe woonmilieus zijn immer natuur-inclusief. Daarmee biedt Lelystad onderscheidende woonmilieus binnen de metropoolregio aan.

 

Lessons learned uit een natuurinclusieve benadering

Met het motto ‘Hoofdstad van de nieuwe natuur’ is het thema ‘Natuurinclusief’ concreet uitgewerkt. Uitgangspunten zijn het ontwikkelen van een sterk ecosysteem voor dier en mens, het creëren van een goede habitat voor de kansrijke doelsoorten en het verbinden van de nieuwe natuur in de omgeving met de stad (Markerwadden, Oostvaardersplassen, etc.). Vanuit deze ambities laden we tegels; verkavelingen met concreet uitgewerkte voorbeelden. Wat is er kwantitatief en kwalitatief nodig en mogelijk in de woonbuurtjes om de ambities waar te maken? Vraagt dit extra groene ruimte, kan dit via slimme inrichtingen en dubbelgebruik (ecologisch groen)? En op hoger schaalniveau: wordt de ecologische versterking vooral bereikt via solitaire stedelijke groenzone en/of kan dit ook via de haarvaten binnen de wijken en tegels? Vervolgens koppelen we deze inzichten aan de kwaliteit van het wonen: welke extra woon- en leefkwaliteit levert dit op voor de toekomstige bewoners?

 

De benadering levert veel extra kwaliteit op. De lessons learned zijn:

Van hof naar horizon: koppel de groenstructuren aan elkaar met zo min mogelijk barrières.

New town als basis: stedenbouwkundige structuur van Lelystad is op alle schaalniveaus zorgvuldig en planmatig verweven met het aangrenzende landschap. Ontwikkelingen zijn onderdeel van het landschap en vice versa.

Passende schaal: Koester en versterk het (historisch) verschil tussen groene rand en de wijken.

Groene rand: robuuste groenstructuur met kleine enclaves hierin opgenomen
wijken (wijk, buurt en hofje): Grotere homogene eenheden gescheiden door groenstructuren.

50% wordt 70% openbaar: een hoger percentage openbare biedt letterlijk ruimte voor natuur.

Zet in op collectieve waarden: de openbare ruimte is voor iedereen, mens, plant en dier. Ruimte voor ontmoeting en betrokkenheid bij de leefomgeving.

State of the art duurzaamheid: Klimaatopgave, energie en circulariteit worden zoveel mogelijk in de tegels (de woonbuurtjes) integraal opgelost en gekoppeld aan de biodiversiteitsopgave.

Minimaliseer verkeer en verharding: compacte en geconcentreerde mobiliteits-oplossingen laten meer ruimte voor ontmoeting. Iedere ontwikkeling heeft autovrij binnengebied, het systeem van autostraten is grofmazig.

 

Resultaat: Atlas natuurinclusieve woonmilieus

De ‘Atlas woonmilieus met nieuwe natuur’ laat woonmilieus centraal staan. Na een korte toelichting op de ambities verbeelden we de volgende milieus: 1) nieuwe wildernis: landgoederen, wonen in de natuur en boswonen, 2) tuindorpen nieuwe stijl: tuindorpen met paden of watergangen, 3) Waterwonen: wonen in het water, aan singels en 4) Groene stadsensemble. Per milieu leveren we een aantrekkelijk visual en een aansprekende plattegrond. Vervolgens laten we zien hoe deze milieus kunnen worden toegepast in Lelystad.

Wendy van Kessel en Frits Erdmann treden toe tot de directie van Urhahn

Een nieuw jaar. Tijd van vernieuwing. Vanaf januari 2023 wordt de directie van Urhahn versterkt met Wendy van Kessel en Frits Erdmann. Beiden zijn als stedenbouwkundigen en projectleider meerdere jaren betrokken bij het bureau. Wendy en Frits nemen de directietaken over van oud-collega Sjoerd Feenstra. Zij vormen samen met Tess Broekmans en Ad de Bont de dagelijkse leiding van Urhahn.

 

Wendy is een ervaren ontwerper die zich beweegt op het raakvlak van stedenbouw en architectuur. Frits profileert zich als strategisch ontwerper die de verbinding zoekt tussen verschillende schaalniveaus.

 

Met de verjonging van de leidinggeving legt Urhahn de basis voor een duurzame bedrijfsvoering. De directie zal met het team nieuwe stappen zetten om onze inhoudelijke koers verder vorm te geven. Met Wendy en Frits zien we uit naar een tijd vol radicaal optimisme.

De Strategiewijzer Revisited: verbaasd door je eigen onderzoek

Hoe ‘heet’ een locatie is op de thermometer voor urgentie, potentie en invloed, bepaalt de ontwikkelstrategie. Hoe onze strategiewijzer 7 jaar na dato weer actueel werd, vertelt Tess Broekmans:

 

Soms krijg je een offerte-uitvraag die je verrast. De gemeente Almere stuurde een uitvraag voor de transformatie van een werkgebied. Daarin geven ze aan dat ze als groeikern vooral goed zijn in uitbreiding en minder in transformatie van de bestaande stad. In hun zoektocht naar een passende aanpak voor transformatie kwamen ze terecht bij onze ‘Strategiewijzer voor binnenstedelijke transformatie’ uit 2015. Het is me nog nooit gebeurd dat ik een onderzoek zo teruglees in een offerte-uitvraag. Geweldig om te zien dat je werk gebruikt wordt!

 

Gebaseerd op drie elementen: urgentie, potentie en invloed

Ik was zelf eerlijk gezegd al weer vergeten dat we dit gemaakt hebben. In 2015 werkten we aan deze methode met de kredietcrisis in gedachten. Zie nu: 7 jaar later is het weer actueel. Op veel plekken lopen we aan tegen de grenzen wat kan: ecologisch, programmatisch, financieel. Onze methode om te komen tot een passende ontwikkelstrategie voor een gebied, is gebaseerd op drie elementen: urgentie, potentie en invloed.

De eerste geeft de noodzaak tot actie aan: zonder urgentie, geen ontwikkelnoodzaak. Potentie stelt de vraag: wat zijn de mogelijkheden? Is er een marktvraag en wat zijn de eigenschappen van een gebied? Zonder potentie is ontwikkelen lastig. Invloed: welke partijen zijn er en wat is hun rol? Grondeigendom is de belangrijkste factor voor de vraag wie invloed heeft.

Voor deze drie elementen zijn thermometers ontwikkeld: welke factoren spelen een rol, en hoe ‘heet’ is een locatie daarmee? Dankzij de vraag uit Almere heb ik de methode weer uit de kast gehaald en zie ik parallellen met het werk van vandaag. Vandaar deze blog, maar nu ga ik aan de offerte beginnen.

 

Voor de geïnteresseerden: download hier de compacte samenvatting van de strategiewijzer (pdf, A3), of het volledige onderzoeksrapport van de Strategiewijzer (pdf, boekje).

Oostenburg in Jaarboek Stedenbouw!

De hoofdstedelijke stadswijk Oostenburg staat als voorbeeldproject in de categorie pionier in het Jaarboek landschapsarchitectuur en stedenbouw in Nederland 2022 van de Blauwe Kamer!

 

Ons plan voor de Amsterdamse stadswijk Oostenburg (de stedelijke woonwerkwijk waar Urhahn al vanaf 2011 aan werkt) levert een stedelijkheid op die je in Nederland niet vaak ziet. De flexibiliteit, die al in de planfase zichtbaar was, weerspiegelt onze filosofie van de Spontane Stad. Pionierswerk, noemt de selectiecommissie dat.

 

Pionierswerk

‘De ontwerpers in dit blok zijn echte pioniers. Door experiment en provocatie leggen zij niet alleen tegendraadse ontwerpen op tafel, maar ook manieren van werken waar wat van te leren valt.’ Wij zijn trots op het ‘keurmerk’ van plaatsing van Oostenburg in het jaarboek stedenbouw 2022, en extra blij met de categorie ‘pionier’. Dat stempel past prima bij de werkwijze en doelen van ons bureau.

 

Oostenburg is niet af

Tess Broekmans wil het tot leven komen van Oostenburg volgen. Dit om te ontdekken of de ontwikkelde ontwerpprincipes in de praktijk wel werken. Hoe wonen mensen samen in een hoogstedelijke stadswijk? Kunnen we lessen leren voor de hoogstedelijke stadswijken die nu op de tekentafel liggen? In het onderzoek ‘De zachte kaart van Oostenburg’ kijken we naar de ontwikkeling van Oostenburg.

Operatie Dirk: starten met stad maken

Operatie Dirk bestaat uit korte termijn ingrepen in de openbare ruimte tussen Hamerkwartier, Vogelbuurt en IJpleinbuurt, terwijl de grootschalige transformatie wordt voorbereid. Deze maand wordt de herinrichting van het openbaar gebied bij de Dirk van den Broek afgerond.

 

Alvast starten met stad maken

Wat kun je in de tussentijd bereiken wanneer vanwege inflatie, personeelstekort of anderszins een ontwikkeling uitgesteld wordt? Of pas over jaren start? De gemeente Amsterdam maakt in het Hamerkwartier plannen voor een grootschalige transformatie van bedrijventerrein naar gemengd stedelijk gebied. Maar die lange termijnplannen laten nog een flinke tijd op zich wachten. En er is nu grote behoefte aan korte termijn ingrepen. Daarmee kun je in de tussentijd het gebied toch weer uitstraling geven. En nu alvast starten met stad maken.

 

Openbare ruimte voorinvesteren

Het bewonersplatform Vogelbuurt en IJplein heeft bureau Urhahn gevraagd daarvoor een ontwerpatelier te organiseren. Daarop hebben alle stakeholders positief gereageerd. De gemeente en corporaties hebben samen budget geregeld. Met de input van de jachthaven, de kapper, Brookland, woningcorporatie Eigen Haard, bewoners en ambtenaren is een schets gemaakt van de mogelijkheden voor korte termijn ingrepen in de openbare ruimte. In Operatie Dirk sluiten routes alvast aan op de toekomstige omgeving en krijgt de openbare ruimte nu alvast een upgrade.

 

Ruimte voor onverwachte ontwikkelingen

Deze korte termijn ingrepen in de openbare ruimte zijn een ruimtelijk toepassing van de Urhahn-filosofie ‘de Spontane Stad’. Daarin wordt de stad gemaakt mét en door de bewoners. Een stad moet ruimte bieden aan onverwachte (organische) ontwikkelingen. Aan kansen die zich voordoen en initiatieven die zich aandienen. Ruimte voor verandering is de basis van een duurzame, aantrekkelijke stad. Dit geldt zowel tijdens het planproces, als na realisatie. Dus zoeken we in onze plannen altijd de balans tussen wat je moet vastleggen en waar je ruimte kunt laten voor het onverwachte.

Transformatie van de Bazaar in Beverwijk

Urhahn werkt in opdracht van Heijmans en de Bazaar aan de transformatie van de Bazaar naar een compleet stuk stad. De Bazaar is een duizelingwekkende verzameling van hallen aan de rand van Beverwijk waarin alles verkocht wordt: van exotische groenten tot bankstellen, van hoogkaraats goud tot trouwjurken. Naast winkels zijn er foodcourts, cafés, bakkers, feestzalen, kappers, nagelsalons en een moskee. In het weekend bruist het, met ruim 2 miljoen bezoekers per jaar staat de Bazaar in de top 3 van meest populaire dagtrips. Maar vijf dagen per week is het hier stil.

 

Het afgelopen jaar hebben we met Heijmans en de Bazaar onderzocht wat de essentie is van een goed functionerende Bazaar. De behoeftes van de ondernemers en het komen en gaan van bezoekersstromen stellen eisen aan parkeren, logistiek, routes en ook aan uitstraling en verblijfskwaliteit. Het functioneren van de Bazaar vormt de basis voor de transformatie, waarbij de Bazaar ook door de week een plek van handel en ontmoeting kan zijn.

 

Vervolgens hebben we een eerste visie geformuleerd hoe de Bazaar kan uitgroeien tot een complete stad. Voor wie is het aantrekkelijk om hier te wonen? Welk type milieu past hierbij? Hoe kunnen Bazaar en stad elkaar versterken? De Bazaar lijkt bij uitstek de plek voor nieuwkomers, jonge mensen die nu geen plek in de Amsterdamse regio kunnen vinden en willen bouwen aan een duurzame toekomst. Communityvorming speelt daarbij een belangrijke rol: wat brengt mensen samen en zorgt voor verblijfskwaliteit en buurtgevoel?

 

De Bazaar maakt deel uit van het ontwikkelgebied Spoorzone van de gemeente Beverwijk. De Bazaar is kansrijk als woningbouwlocatie omdat deze precies buiten de hindercontouren van de haven ligt. Het naastgelegen bedrijventerrein blijft voorlopig nodig als werkgebied, zeker in de context van de energietransitie. De volgende stap is om samen met de gemeente te onderzoeken hoe Bazaarstad Beverwijk kan versterken en hoe we de transformatie van de Bazaar in gang kunnen zetten – van handelsplaats naar compleet stuk stad.

 

Andere transformatieprojecten van Urhahn zijn bijvoorbeeld Overgoo in Leidschendam-Voorburg en De Viaanse Molen in Alkmaar.

Arnhemsche Courant over Urhahn’s aanpak binnenstad

‘Een betere binnenstad met minder winkels en meer levendigheid’, is de titel van het artikel naar aanleiding van de lezing die Tess Broekmans in architectuurcentrum CASA gaf.

 

‘Specialist op het gebied van binnenstedelijke ontwikkeling Broekmans kent de binnenstad van Arnhem goed. Bureau Urhahn werd na het Rijnboog-debacle door de gemeente Arnhem ingehuurd om nieuwe plannen te maken voor met name de zuidelijke binnenstad.’ Walter van Cleef van Platform Binnenstad Arnhem (PBA): ‘Het winkelgebied wordt kleiner, maar het belevingsgebied moet groter worden.’ Tess Broekmans is het daar volledig mee eens. ‘Het gaat om een mix aan functies. Je hebt gebouwen en stenen, maar het zijn de mensen waar het om gaat. Je moet het op straat waarmaken met goede openbare ruimte met genoeg groen.’ ‘Je zou met een beetje overdrijving kunnen zeggen dat de blauwdruk voor het ontwikkelperspectief voor de binnenstad van Arnhem op dinsdagavond bij CASA is geschreven.’

 

Lees het volledige artikel in de Arnhemsche Courant van 19 oktober 2022.

Terug naar de Tuinen van Zandweerd

Lieke en Maarten liepen door hun eigen ontwerp. Wat pakt uit zoals bedoeld en wat valt hun op? In een van de sociale huur tiny houses gebeurt wat moois, en de tuinpaden lijken de juiste maat te hebben.

 

Lieke en Maarten wandelden door hun eigen plan in Deventer. ‘Het is een lekkere mix van bouwstijlen geworden binnen het door ons opgestelde stramien, volgens de kernkrachten ‘natuurlijk, ingetogen, vakmanschap’. Ook de maat van de tuinpaden is al voelbaar, en klopt met het informele dat we voor ogen hadden.’ Niet alleen wonen nu de eerste bewoners aan hun tuinpad in de meest beweegvriendelijke en duurzame wijk van de Nederland, de eerste baby is zelfs al op de Tuinen van Zandweerd geboren. In een tiny house!

 

De helft van de tuinkavels is nu bebouwd. Als de laatste duurzame woning klaar is, kan het asfalt eruit en kunnen de tuinpaden en de verdere openbare ruimte aangelegd worden. Het tot nog toe keurig aangeharkte park is inmiddels wat wilder geworden. Uiteindelijk wordt het een natuurlijk park, passend bij de natuurinclusieve woonwijk.

Magazine Oostenburg

Het werk als stedenbouwkundige houdt volgens Urhahn niet op nadat de definitieve plankaart is opgeleverd. In de nieuwe stedelijke woonwerkwijk Oostenburg bijvoorbeeld, zetten we ons in voor het ontstaan van een nieuw stuk stad, met plekken, sociale netwerken, rituelen, tradities en organisatie. Het welkomstmagazine Thuis op Oostenburg waaraan Urhahn inhoudelijk heeft meegewerkt en de vormgeving van heeft gedaan, is een concrete bijdrage aan het tot leven komen van de nieuwe buurt.

 

Waarom is mijn tuin openbaar en moet de auto in het parkeerhuis?

Alle nieuwe bewoners op Oostenburg ontvangen dit magazine. Het vertelt over de geschiedenis van VOC, Werkspoor, NSM en recente ontwikkelingen, het biedt informatie over culturele, maatschappelijke en vrijetijdsbestemmingen in de buurt en belicht de veelzijdige architectuur. Ook leggen we bewoners uit wat het werk van de stedenbouwkundige nou precies inhoudt en waarom hun tuinen openbaar toegankelijk zijn en hun auto niet in de straat maar in een parkeerhuis staat.

 

Lessen voor de buurten die nu op de tekentafel liggen

De komende vijf jaar volgen we met het onderzoek ‘De zachte kaart van Oostenburg’ het tot leven komen van Oostenburg op de voet, om zo te ontdekken hoe de ontwikkelde ontwerpprincipes in de praktijk werken. Hoe wonen mensen samen in een hoogstedelijke stadswijk? Kunnen we lessen leren voor de buurten die nu op de tekentafel liggen?

 

Blader hier door het magazine:

 

 

 

Ben je géén bewoner op Oostenburg, maar wil je wel graag een magazine? Het is voor de kostprijs van 10 euro af te halen in de Buurtkamer op Oostenburg,  Isaac Titsinghkade 123 (alleen contant betalen).

 

Colofon: initiatief van Stichting Over de Brug / Stichting Bob Helpt en het Czaar Peter Kwartier, mogelijk gemaakt door Urhahn | stedenbouw & strategie (maker van het stedenbouwkundig plan en openbare ruimte ontwerp Oostenburg), Stadgenoot (eigenaar en ontwikkelaar op Oostenburg), Vorm en Steenwell (ontwikkelaars op Oostenburg), en Ons Amsterdam. Redactie: Lex Gründeman (Stichting Over de Brug), Lisa Schotman (Czaar Peter Kwartier), Paul Bontje (winkelstraatmanager Czaar Peter Kwartier), Arnold Korporaal en Josje-Marie Vrolijk (Urhahn | stedenbouw & strategie). Eindredactie: Arnold Korporaal. Opmaak & beeldredactie: Josje-Marie Vrolijk.

Visie op de Oostflank van Tilburg

In opdracht van de gemeenten Tilburg en Oisterwijk hebben Urhahn en Strootman Landschapsarchitecten een visie op de Oostflank van Tilburg gemaakt. Dit project toont onze ervaring met het maken van een ontwikkelvisie waarin landschapsversterking, kleinschalige stedelijke ontwikkeling en klimaatadaptatie samengaan.

 

Verstedelijking in evenwicht met landschap en natuur
De Oostflank is een landelijk gebied met daarin zes kernen, waaronder Oisterwijk, Haren, Berkel-Enschot en Udenhout. De gemeenten Tilburg en Oisterwijk staan beide voor een urgente woningbouwopgave, die zij deels in de Oostflank willen oplossen. Tegelijkertijd is het doel om het omliggende landschap te behouden en te verbeteren. Dit vraagt om een aanpak die evenwicht brengt in woningbouw, landschapsversterking en klimaatadaptatie. Met een focus op landschapsinclusieve verstedelijking wordt gestreefd naar een harmonieuze integratie van bebouwing in het landschap. De visie zet in op dorps verdichten en landschappelijk wonen. De keuze voor inbreiding en transformatie zorgt voor behoud van kleinschalige dorpskarakteristieken en verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid in de dorpen. Deze benadering gaat hand in hand met het versterken van (de beleving van) groene en recreatieve voorzieningen, waardoor de dorpsbewoners kunnen genieten van een hoogwaardige leefomgeving die aansluit bij hun behoeften en waarden.

 

Klimaatadaptieve maatregelen
Landschapsinclusieve verstedelijking betekent ook behoud van groene ruimten als essentieel onderdeel van de leefomgeving. Klimaatadaptatie vormt een integraal onderdeel van de visie. Door de grote druk op het landschap vanwege verstedelijking, mobiliteit en klimaatverandering, is het cruciaal om adaptieve maatregelen te implementeren die het gebied veerkrachtiger maken tegen extreme weersomstandigheden en de gevolgen van klimaatverandering verminderen. Dit omvat onder andere het bevorderen van groene infrastructuur, zoals groene daken, regenwaterinfiltratie en het behoud van natuurlijke waterbuffers, om de waterhuishouding te verbeteren en overstromingsrisico’s te verminderen.

Urhahn deelt visie over gezonde wijken in Breda

Urhahn deelde haar filosofie de Spontane Stad in een inspiratielezing voor Verbeter Breda. Een gemêleerd gezelschap van corporaties, bewoners, ontwikkelaars, gemeente en wethouder praatte met elkaar door over gemengd wonen: hoe zorgen we voor onderscheidende en gezonde wijken met een divers en betaalbaar woningaanbod en passende voorzieningen waar mensen graag en veilig wonen?

Stedenbouwkundige Jessica Tjon Atsoi deelt haar tips voor samen een gemengde, gezonde stad maken:

  • Durf samen met bewoners te ontwikkelen
  • Doe aan communityvorming
  • Kijk buiten de eigen grenzen en zoek verbinding
  • Creëer nieuwe bestemmingen

 

Jessica was één van de inspirators, samen met Reimar von Meding van KAW.

 

Meer informatie op de website van BLASt en Verbeter Breda.

Live tekening: Sander de Knegt

Groeien bomen op parkeergarages?

Op stadswerf Oostenburg ontwierp Urhahn met Dijk&Co landschapsarchitectuur een collectieve daktuin. De tuin op de parkeergarage biedt ruimte voor planten en zelfs bomen. Waarom is het geen sedumdak geworden – makkelijk en groen toch? De Volkskrant schreef drie pagina’s over daktuinen en nam Oostenburg als voorbeeld.

 

De daktuin op het nieuwe woon-werkgebied Oostenburg is een lichtend voorbeeld van hoe je klimaatadaptief kunt ontwikkelen. Er is voldoende wortelruimte voor bomen en planten bovenop het parkeerdek. De beplanting is ook (bio)divers. Een sedumdak, hoe groen ook, biedt die ruimte en diversiteit niet. De dikke laag substraat onder de planten en bomen houdt het regenwater vast. De bomen bieden met hun bladerdak schaduw, wat ook goed is tegen hittestress.

 

Organische stedenbouw

Bewoners en omwonenden hebben baat bij en plezier van het weldadige groen. In drie participatiesessies hebben de bewoners ruimte gekregen om de tuinen naar hun hand te zetten. Ruimte voor verandering vormt de basis van stedenbouw volgens Urhahn.

 

De in De Volkskrant genoemde Dakdokters hebben de daktuinen op Oostenburg aangelegd. Bekijk het artikel hier.

Subsidie voor onderzoek de ‘Zachte kaart van Oostenburg’

Ons onderzoeksvoorstel De zachte kaart van Oostenburg heeft door het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie een subsidie toegekend gekregen. Tess Broekmans wil het tot leven komen van Oostenburg (de stedelijke woonwerkwijk waar Urhahn al vanaf 2011 aan werkt), gedurende vijf jaar op de voet volgen om zo te ontdekken of de ontwikkelde ontwerpprincipes in de praktijk wel werken. Hoe wonen mensen samen in een hoogstedelijke stadswijk? Kunnen we lessen leren voor de hoogstedelijke stadswijken die nu op de tekentafel liggen?

 

In het onderzoek ‘De zachte kaart van Oostenburg’ kijken we vanuit vier verschillende perspectieven naar de ontwikkeling van Oostenburg: plek, mensen en sociale netwerken, rituelen en tradities, en organisatie. Urhahn voert het onderzoek uit met stadspsycholoog Sander van der Ham in co-creatie met buurtbewoners als experts van het leven in Oostenburg. We werken samen met Gemeente Amsterdam, Stadgenoot, Vorm en stichting Over de Brug. Kijk voor de resultaten van de eerste fase op de Kaleidoscoop van het dagelijks leven.

 

Met dank aan het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie

Tess Broekmans in jury Architectenweb Awards 2022

Wie wordt Architect van het jaar?

Welke architect, of collectief van architecten, heeft het architectenvak in 2022 een stap verder gebracht? Tess Broekmans, directeur bij Urhahn, is lid van de onafhankelijke jury van Architectenweb die de inzendingen beoordeelt. Heb je een suggestie voor de winnaar, stuur die vóór 21 mei naar awards@architectenweb.nl met een korte motivatie. Aan het begin van de zomer selecteert de jury vijf nominaties waarvan videoportretten worden gemaakt. De winnaar ontvangt een prijs van 5.000 euro.

 

In het najaar kunnen alle architecten in Nederland hun stem uitbrengen op de architect waarvan zij vinden dat die deze prijs het meest verdient. Tijdens de feestelijke prijsuitreiking in oktober 2022 wordt de Architect van het Jaar 2022 bekend gemaakt.

Tweede editie van Festival STAD inspireert Urhahn

Op het door Urhahn met APPM management, financieel-economisch specialist Stadkwadraat en Mannen van Schuim strategie in vastgoed georganiseerde Festival STAD, gingen 200 professionals aan de slag met urgente opgaven. Met denkers en doeners, (lokale) overheden, ontwikkelaars, ontwerpers, corporaties, vastgoedeigenaren en wetenschappers; met iedereen die invloed heeft op de ontwikkeling van de stad. Door elkaar op te zoeken en verbindingen te leggen, zijn veel onverwachte oplossingen ontstaan.

 

Prijs voor stedelijke vernieuwing onder de partijen verdelen

‘We weten wel wát we willen met de stad, maar over het hóe is nog veel te ontdekken,’ constateert Tess Broekmans, directeur van Urhahn stedenbouw & strategie en mede-organisator van het festival. Met het door UrhahnBRAND The Urban Agency en Studio Linde zelf ontwikkelde spel ‘Wie is verantwoordelijk voor onze binnenstad?’ werden projectontwikkelaars, gemeenteambtenaren en ontwerpers in de rol van eigenaar, belegger en bewoner geplaatst. Waar je vanuit je eigen professie stelt dat in de binnenstad compact wonen zonder parkeerplaats of een verbouwing van een winkelpand een oplossing is, voelt dat anders als je je in een bewoner of eigenaar verplaatst. Dat levert het besef op dat de prijs voor stedelijke vernieuwing niet bij één partij mag liggen, met als risico dat het project stagneert. Het verdelen van de benodigde inzet over de betrokkenen verzekert de voortgang van de ontwikkeling.

 

Pleidooi om bij transformatie werkgebieden andere expertises in te zetten

Een andere goed bezochte inspiratiesessie was Fix the City Mix, waarin de deelnemers dieper ingingen op de actuele opgave ‘transformatie van binnenstedelijke werkgebieden’. De sessie startte met een eyeopener: de vraag naar recente voorbeelden van goede functiemenging werd beantwoord met een lange stilte… Wat maakt functiemenging dan zo moeilijk? Stedenbouwkundig ontwerper Frits Erdmann (Urhahn) loopt tegen het probleem aan dat menging van kantoor- en bedrijfsfuncties financieel niet haalbaar lijkt. Het probleem werd doorgegeven van stedenbouwkundige via financieel expert naar projectontwikkelaar. Dat maakte de complexiteit van functiemenging inzichtelijk, maar leverde vooral onverwachte mogelijkheden op. ‘Een pleidooi om bij gebiedsvisies andere expertises in te zetten en zo sneller tot oplossingen te komen,’ constateert Erdmann.

Daarnaast pleit hij voor meer nuance in wat wel en niet mag. ‘Werk evolueert; een drukkerij met digitale printers geeft minder geluidoverlast dan de drukpers die er eerst stond. Een garage voor Tesla’s geeft minder stank en geluid dan zijn voorganger. Bedrijven worden steeds compacter en gezonder zodat menging met wonen soms best mogelijk is, zelfs binnen één pand.’

 

Collectieve binnentuinen halen gezinnen terug naar de stad 

In de sessie ‘Gezinnen terug in de stad’ werd weer eens duidelijk hoe goed ouders en kinderen voor het stedelijk gebied zijn. Wendy van Kessel en Ad de Bont (Urhahn) deelden resultaten van hun studie naar een kindvriendelijke stad voor de Bernard van Leer-stichting. Les één: zorg voor voldoende betaalbare gezinswoning op een prettige, veilige plek. Dat betekent het loslaten van het Nederlandse ideaal van een grondgebonden woning met voor- en achtertuin. Want ook in hogere dichtheden en in appartementen kunnen gezinnen prima wonen: dan wel met slimme oplossingen zoals collectieve binnentuinen, dakterrassen en woonstraten op niveau. ‘Het kan. Wij zien overal prachtige, door een collectief of coöperatie ontwikkelde voorbeelden.

En tot slot: toch weer die auto… Misschien wel prettig om je gezin te verplaatsen, maar een groot en onveilig obstakel voor een kindvriendelijke woonomgeving. Plaats deze op gepaste afstand. En dan bij voorkeur als deelauto, waardoor de straat weer het territorium van het kind wordt.’

 

Floor Ziegler en Teun Gautier van de Stadmakers Coöperatie verzorgden de aftrap van het festival. In een aantal video-interviews vroeg het duo passanten wat zij verstaan onder de titels van het programma van de dag  Op de titel ‘Multimodaal knooppunt’ zette de reactie ‘Zijn ze nou helemaal gek geworden!’ de aanwezige professionals met beide benen op de grond. Want voor wie maken we de stad? Voor de gebruiker.

 

De afsluiting door spoken word artiest Elten Kiene vatte de opbrengst perfect samen. Een deel van zijn voordracht ‘Mensen maken de stad’:

misschien kunnen we wat vaker

de ruimte

zodanig creëren en inrichten

zodat we meer van elkaar kunnen leren

en minder vanuit éen

richting

 

De ruim 200 bezoekers van het Festival STAD lieten vooral zien hoeveel verschillende partijen zich bezighouden met het ruimtelijke domein. We kunnen eindelijk weer buiten onze bubbels samenkomen. Die informele ontmoeting geeft niet alleen synergie maar ook energie.

 

Architectenweb schreef een verslag met de titel “Festival STAD: over het belang dat iedereen in de stad ertoe doet“. De aftermovie bekijk je hier. 

Almere Bay Area in het Parool

“Ruimte voor 100.000 woningen in Amsterdam Bay Area, met aanleg nieuw metrospoor” kopt het Parool in een artikel over ons project Almere Bay Area. Lees hier de volledige tekst.

 

De aanleg van een metrospoor tussen Amsterdam en Almere is de beste oplossing om nieuwe woongebieden bereikbaar te houden. Dit biedt mogelijkheden voor de bouw van wel 100.000 woningen.

Dat blijkt uit onderzoek naar grootschalige woningbouw rond het gebied tussen IJburg en Almere in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Een metroverbinding komt beter uit de bus dan onder meer uitbreiding van de bestaande spoorverbinding.

Amsterdam kan nauwelijks een kant meer op als het om woningbouw gaat, maar de oostflank biedt nog perspectief: in het gebied is naast ruimte voor 100.000 woningen ook nog ruimte voor 40.000 arbeidsplaatsen. Het is daarmee een van de belangrijkste bouwlocaties in de regio.

 

Bereikbaarheid in geding

Het grootste deel van de nieuwbouw zou moeten plaatsvinden aan de Almeerse zijde van het gebied (75.000 woningen). Zwaartepunt ligt daarbij op Almere Pampus, in de uiterste westhoek van Flevoland. Uit het onderzoek blijkt nu dat er problemen zullen ontstaan met de bereikbaarheid wanneer daar meer dan 25.000 huizen worden gebouwd: de weg raakt dan te vol.

Over de aanleg van de IJmeermetro wordt al jaren gesproken. Het zou gaan om een metrospoor dat deels boven en deels onder het water van het IJmeer moet komen. Natuurorganisaties zien er vanouds niets in: zij stellen dat door zo’n verbinding het IJmeer fors wordt aangetast. Ook de kosten zouden enorm zijn en in de miljarden lopen.

 

Bay Area

Alles dat met dit project samenhangt, wordt sinds vorig jaar onder de noemer Bay Area gepresenteerd, niet te verwarren met het gebied rond San Francisco aan de Amerikaanse westkust. Insteek is dat het hele gebied ‘hoofdstedelijk’ van karakter wordt, met gemengde wijken waar ruimte is voor wonen en werken. Ook de nabijheid van natuur en water speelt daarin een rol. De aanleg van een metrolijn moet ertoe bijdragen dat Almere en Amsterdam niet alleen goed worden verbonden, maar dat zij ook als één netwerk kunnen functioneren.

In het onderzoek is het uitgangspunt dat de IJmeermetro rijdt van Almere Centrum tot aan de Isolatorweg in Amsterdam-West. Van Almere Centrum tot Diemen-Zuid moet de metro acht haltes aandoen, inclusief twee nieuwe haltes in Almere Pampus en IJburg en de nieuwe halte Diemen Sniep. Na aansluiting op het Amsterdamse metronetwerk bij Diemen-Zuid loopt de IJmeerlijn dan verder via het bestaande metronet aan de zuid- en westkant van Amsterdam, eindigend op Isolatorweg.

De IJmeermetro moet hoogfrequent gaan rijden: tot twintig metro’s per uur die een snelheid bereiken tot zeventig kilometer per uur. De snelle opeenvolging van de metro’s, tot een per drie minuten, biedt ook mogelijkheden voor nieuwe ontwikkelingen, stelt het onderzoek. ‘Doordat de lijn rechtstreeks aantakt op het Amsterdamse metronet zullen veel reizigers van deze verbinding gebruik gaan maken.’

 

18 minuten sneller

Het gaat naar verwachting om zo’n 84.000 reizigers per dag tussen Almere en Amsterdam. Ook vanuit IJburg zullen veel reizigers gebruik maken van de nieuwe metroverbinding, stellen de onderzoekers. Vooral voor Almere Pampus, het belangrijkste groeigebied in het gebied, en voor IJburg ontstaan fors kortere reistijden richting de Zuidas. De huidige reistijd met het openbaar vervoer bedraagt 56 minuten. Dat kan volgens de onderzoekers straks ongeveer achttien minuten sneller.

De investeringen in nieuwe ov-verbindingen zullen volgens de onderzoekers niet kunnen voorkomen dat er op verschillende wegen in de regio knelpunten blijven bestaan. Door de groei van het aantal inwoners en de toenemende werkgelegenheid wordt het wegennetwerk rondom Amsterdam nog zwaarder belast. Binnen de Bay Area zal vooral het wegverkeer op de A1 en A6 richting Amsterdam last van de toenemende drukte krijgen.

Met de plannen voor de oostflank zou Amsterdam de bouw van nieuwe huizen een stap dichter bij komen. Er is de komende decennia een grote woningbehoefte in de Metropoolregio Amsterdam. Tot 2040 moeten hier 350.000 woningen worden bijgebouwd.

 

Auteur Marc Kruyswijk

Artikel Noordhollands Dagblad over Grenzeloos Dijk en Waard

Rust en reuring in hart van Dijk en Waard, luidt de krantenkop in het Noord-Hollands dagblad van 30 maart ’22. Een hele pagina over ons project Grenzeloos Dijk en Waard, met een mooie illustratie van onze hand.  In de gebiedsvisie is het kanaalpark Alkmaar Omval – Kolhorn kwaliteitsdrager voor nieuwe ruimtelijke en programmatische ontwikkelingen van de fuserende gemeenten Heerhugowaard en Langedijk

 

Het artikel:

De Kanaalzone was lang de natuurlijke grens tussen Heerhugowaard en Langedijk. Maar met het samengaan van de twee gemeenten wordt het gebied gezien als hét hart van Dijk en Waard. Hiervoor staan veel plannen op stapel.

Een groene omgeving die volop mogelijkheden biedt voor sport, recreatie, natuurbeleving, ontmoeting en ontspanning. Zo wordt het gebied omschreven in de concept gebiedsvisie Grenzeloos Dijk en Waard (Kanaalpark) die door het college van burgemeester en wethouders is vrijgegeven voor inspraak.

Eigenlijk kwam het gebied pas goed in de picture toen er onenigheid was tussen de gemeentebesturen van de voormalige gemeenten Langedijk en Heerhugowaard. Heerhugowaard had ambitieuze plannen met het stationsgebied terwijl dit volgens Langedijk ten koste ging van de beleving van het Oosterdelgebied.

 

Wrijving

Het leidde uiteindelijk tot een overeenkomst tussen de twee gemeenten waarin onder meer werd afgesproken dat er in het stationsgebied maar één echte hoge toren zou komen. De gebiedsvisie is een ander uitvloeisel van de afspraken. ,,We hadden eerst wrijving, maar uiteindelijk is er een gezamenlijke opgave ontstaan’’, zegt wethouder Nils Langedijk.

Niet dat de visie op zichzelf staat. ,,Er zijn wel 20 tot 25 projecten in het gebied’’, aldus Langedijk.

 

Oosterdelgebied

Het gaat bijvoorbeeld om de herinrichting van het Havenplein in Broek op Langedijk, de toekomstplannen van Museum BroekerVeiling, het beschermen van het Oosterdelgebied, maar ook om het oplossen van een fietsknelpunt bij de BOLbrug of een nieuwe inrichting van de Westdijk tussen fietsbrug De Krul en de haven van Broek op Langedijk.

,,Ga je alles solitair ontwikkelen of schep je een kader waar alles onder valt?’’, zegt Langedijk. ,,Wij zien de gebiedsvisie voor het ’Kanaalpark’ als het cement tussen alle plannen. We zoeken juist naar samenhang en verbinding.’’ Dit kan bijvoorbeeld door te zorgen voor meer wandel- en fietsverbindingen en herkenbare entrees voor het gebied.

De basis van het hele verhaal is dat er veel mooie plekken zijn in het gebied die straks op een goede manier met elkaar worden verbonden. ,,Daarnaast willen we met extra voorzieningen meer kleur en kwaliteit aan het gebied geven. Je kunt denken aan een plek waar je een ijsje kunt eten of op een vlonder zitten met je voeten in het water. De verbinding het stadshart, stationsgebied naar de haven van Broek op Langedijk is een hele belangrijke, maar we willen ook verbindingen maken naar bijvoorbeeld het Luipaardpark (wijk Butterhuizen, red.).’’

 

Rivierkreeften

Verder zijn er kansen voor het versterken van de recreatieve mogelijkheden op het water en is het gebied in beeld voor nieuwe voorzieningen zoals vergaderaccommodaties, flexwerkmogelijkheden of ’unieke’ hotelconcepten. Ook is er veel aandacht voor de natuur met nieuwe bomenrijen, verbetering van de kwaliteit van de oevers en het oplossen van de problemen met rivierkreeften en woelratten door te zorgen voor meer natuurlijke vijanden – zoals reigers – in het gebied.

 

Sport

Tevens zijn er kansen voor aquathermie en kan het Kanaalpark een bijdrage leveren aan een gezondere leefstijl door ruimte te bieden voor sport, spel en beweging. En door plek te bieden aan openluchtvoorstellingen en kleine festivalletjes kan de sociale cohesie worden vergroot.

De visie sluit aan bij de plannen van de provincie, gemeenten en NS voor de ontwikkeling van ’buitenpoorten’. Dit zijn stations op het snijvlak van stad en land die als startpunt gebruikt worden om van het buitenleven te genieten.

 

Link naar het artikel in het Noordhollands Dagblad

Auteur Roel van Leeuwen. Illustratie URHAHN.

Transformatie kantorenpark De Viaanse Molen

De Kanaalzone van het Alkmaars Kanaal transformeert tot een diversiteit aan aantrekkelijke gemengde stedelijke gebieden. Voor vijf deelgebieden zijn al ideale ontwikkelbeelden met percentages van functiemenging vastgesteld. Urhahn laat met vijf gebiedsprofielen zien hoe functiemenging tot passende, wenselijke maar vooral realistische milieus leidt. Met behoud van zoveel mogelijke bestaande bedrijvigheid.

 

Transformatie kantorenpark De Viaanse Molen tot gemengd woonwerkgebied

Parallel aan de gebiedsprofielen voor de Kanaalzone heeft Urhahn een ontwikkelkader opgesteld voor één van de vijf deelgebieden: kantorenpark De Viaanse Molen. Met het ontwikkelkader wordt de volgende stap gezet in het transformatieproces van kantorenpark tot een gemengd woonwerkgebied. De Viaanse Molen is straks onderdeel van de Zachte Stad, één van de drie gezichten van Alkmaar aan het kanaal.

 

Van leegstaande kantoorpanden naar levendig woonwerkmilieu

Het plangebied is een typische werklocatie in transitie, met veel leegstaande kantoorpanden naast een mix van stadgerelateerde dienstverlenende bedrijven en tijdelijke woningen. Verharding (door de vele parkeervelden om gebouwen heen en geparkeerde auto’s) domineert het beeld op veel plekken. De groene rand met name aan de noordzijde met PEN-dorp is een kwaliteit. De stedenbouwkundige structuur kan gekarakteriseerd worden als een veld van kavels met losstaande bebouwing. De ontsluitingsstructuur bestaat uit een tweetal inprikkers vanaf de omliggende wegen naar een centrale ontsluitingslus. De transformatie van het gebied is ingewikkeld en niet overal vanzelfsprekend o.a. door de versnipperde eigendomsstructuur en de molenbiotoop De Viaan. Daarnaast is (nog) niet iedereen in het gebied geïnteresseerd in transformatie of herontwikkeling. Veel van de kwaliteiten van de Zachte stad zijn hier dus niet zomaar gemaakt. Daarvoor is samenwerking tussen partijen in het gebied nodig.

 

Drie pijlers: landschappelijk, gezond en collectief

In een participatieproces met gemeente en de verschillende eigenaren en gebruikers in het gebied, zijn de drie pijlers voor de ontwikkeling geformuleerd. Landschappelijk, gezond en collectief. Het kantorenpark moet straks een onderscheidende leefomgeving worden waarin groen en landschappelijkheid op alle niveaus – van de woning tot aan het kanaal- verweven zijn. Als onderdeel van de Kanaalzone krijgt het gebied een stedelijke dichtheid en mix van wonen, werken en voorzieningen. Wandelen en fietsen wordt gestimuleerd en het autogebruik ontmoedigd door meer en betere fiets- en wandelstructuren voor een fijnmaziger netwerk. En door een goede aanhechting met de stad en omgeving. Gedeelde voorzieningen zoals een parkeervoorziening, een gym of crèche, zorgen voor een sociale, gezonde en levendige omgeving. Voor de identiteit en verschijningsvorm zijn de verwevenheid van groen en stedelijkheid en de nabijheid van het landschap leidend.

 

Bijdragen aan een nieuw te vormen landschap

Het gebied onderscheidt zich door groene en landschappelijke kwaliteiten en voegt een nieuw type woonwerkmilieu toe aan de stad en de regio. Zo levert elke ontwikkeling een bijdrage aan een nieuw te vormen landschap, door water en groen toe te voegen. Bestaande landschappelijke structuren als de (zachte) kanaaloever en de Westfriese Omringdijk worden hierbij versterkt in beleving en continuïteit. Zo kan een gebied ontstaan van stedelijke eilandjes in een groen en waterrijklandschap. Door de Helderseweg aan het kanaal te verleggen wordt een lineair stadspark – het Kanaalpark – ontwikkeld met publieke plekken en stedelijke voorzieningen. Per ontwikkeling wordt een diversiteit aan woningen, werkruimtes en voorzieningen gerealiseerd.

 

Spelregels voor de ontwikkeling

In het ontwikkelkader zijn naast principes voor de openbare ruimte, ook spelregels geformuleerd waaraan elke ontwikkeling moet voldoen. Zo wordt samen gewerkt aan een doorlopend groen waterrijk landschap met daarin wooneilandjes. Elk initiatief draagt bij aan het ruimtelijk raamwerk door 20 % van de eigen kavel toe te voegen aan het openbaar toegankelijk gebied. Deze zone wordt gebruikt als groene infiltratieruimte en vergroot de ecologische en landschappelijke waarde. De wooneilandjes worden opgezet als open clusters rondom collectieve binnenhoven. Door hier de entrees naar de woningen te plaatsen komen bewoners elkaar tegen en is er ruimte om samen te verblijven. Elk ontwikkeling voegt 10-20% aan voorzieningen of werkfunctie toe voor een levendige en sociaal leefomgeving. Om ook de gewenste stedelijke dichtheid in het gebied te kunnen ontwikkelen worden eigenaren gestimuleerd samen het parkeervraagstuk op te pakken door dubbelgebruik en deelmobiliteit te organiseren.

 

Aan het project De Viaanse Molen is door het Rijk een Woningbouwimpuls-subsidie toegekend.

 

Eigen onderzoek FixTheCityMix: Hoe kan wonen werken versterken?

Het actuele en relevante thema functiemenging is aanleiding voor een bureauonderzoek: #FixTheCityMix. Bij de transformatie van vooral binnenstedelijke werkgebieden wint meestal het wonen. Daardoor ontstaan er toch weer monofunctionele gebieden. Urhahn | stedenbouw & strategie onderzoekt op het platform FixTheCityMix welke mechanismen in vastgoedontwikkeling functiemenging belemmeren. Dit om bij te dragen aan een meer succesvolle aanpak voor gemengde gebieden. Hoe kan wonen werken versterken?

We zijn nog lang niet klaar met functiemenging. En realiseren ons terdege dat er een verschil is tussen theorie en wat voor ondernemers wenselijk en haalbaar is. Daarom blijven we leren.

Podcast: inrichting van het grootste sportpark van Nederland

Stedenbouwkundige Wendy van Kessel van Urhahn is te gast bij de podcast Sport Doet Groen. De aflevering bespreekt het grootste sportpark van iedere gemeente: de openbare buitenruimte. Vanuit het onderzoek en boek Buitenkansen voor een uitnodigende buitenruimte is zij deskundig in hoe je de openbare ruimte inricht zodat die uitnodigt tot sporten en bewegen. 

 

In de podcast bespreken podcast host Michael Poot en co-host Randy Bloeme twee voorbeelden van een beweegvriendelijke omgeving in de stad Utrecht. Naast Wendy van Kessel zijn ondernemer Petra Pluimers en beleidsadviseur Mark Ouendag te gast. Hoe is het gebruik van de Daphne Schippersbrug zo positief verandert? Hoe richt je de sportplek bij Kanaleneiland in zodat die uitnodigt tot sport en bewegen? En in het algemeen: aan welke randvoorwaarden moet je voldoen?

 

De podcast Sport doet groen richt zich op de stimulering van de verduurzaming van 10.000 sportaccommodaties in Nederland.

 

Luister de podcast op Spotify

Volg de discussie op YouTube

 

Ook Buitenkansen benutten?

Het boek Buitenkansen biedt tools en inspiratie voor een uitnodigende buitenruimte die verleidt tot gezond gedrag. Bestel het boek bij de lokale boekhandel Nawijn & Polak. Of bestel online bij vakboekhandel Architectura&Natura. Blader hier door het gehele boekHet boek De Beweegvriendelijke stad is inmiddels uitverkocht, maar wel digitaal te lezen:  blader online door De beweegvriendelijke stad of The active city

 

Het grootste sportpark van iedere gemeente: de openbare buitenruimte

Stedenbouwkundige bij Urhahn Wendy van Kessel bespreekt voor Sport doet Groen met ondernemer Petra Pluimers en beleidsadviseur Mark Ouendag twee voorbeelden van een beweegvriendelijke omgeving in de stad Utrecht. Hoe zorg je ervoor dat deze buitenruimte uitnodigt tot sport en bewegen? Hoe richt je zo’n omgeving in? En aan welke randvoorwaarden moet je dan voldoen?

 

Casus 1 : De Daphne Schippersbrug

De Daphne Schippersbrug is een bijzondere locatie die de binnenstad met de wijk Leidsche Rijn verbindt. De brug heeft verschillende functies: aan de stadskant bevindt zich een schoolplein met een verhoogd plantsoen. Een slimme, geïntegreerde oplossing waarbij de buitenruimte zich leent voor sport en spel. Voor schoolkinderen, maar ook voor de buurt. Voor zowel georganiseerde, ongeorganiseerde als anders georganiseerde sport. De brug verbindt twee verschillende stadsdelen en is daarmee ook onderdeel van een netwerk: voetgangers en fietsers gebruiken de brug om van en naar de stad te komen.

De stad groeit, maar de ruimte groeit niet mee. Daarom is een goede afstemming bij de start van een project als deze belangrijk. Beleidsadviseur Mark Ouendag: “Wij proberen vanuit de gemeente de openbare ruimte te zien als één geheel, waarbij verschillende functies samenkomen.” Mobiliteit, groen, speeltoestellen en trapveldjes, maar ook klimaatadaptatie is één van die functies. Een trapveldje kan bijvoorbeeld ook goed dienen als waterafvoer. De diversiteit aan functies en het feit dat verschillende doelgroepen (schoolkinderen, de buurt, jong en oud) van deze plek gebruik kan maken maakt dit een mooi voorbeeld van een beweegvriendelijke omgeving.

 

Casus 2: Sportplek onder de brug in Kanaleneiland

Een andere, beweegvriendelijke plek in Utrecht is de openbare sportplek in Kanaleneiland. Deze bevindt zich onder de brug aan het Amsterdam Rijnkanaal. Petra Pluimers, directeur- bestuurder van het FDC-centre in Utrecht: “Deze plek is natuurlijk ontstaan. Het is overdekt, waardoor je droog kunt sporten. Wij organiseren hier activiteiten (bootcamp, krachttraining, danslessen en meer) voor jong en oud. In corona tijd zelfs dagelijks.” Er is daarnaast een grote groep mensen die hier zelfstandig sport, bijvoorbeeld met behulp van de krachtapparaten. Maar een andere groep vindt het prettig om meer begeleiding te krijgen en daar kun je als ondernemer op inspelen.

Niet elke plek leent zich ervoor om een openbare sportplek te worden. Stedenbouwkundige Wendy van Kessel: “Het begint bij de basis: als je ervoor zorgt dat een plek schoon, veilig, toegankelijk en aantrekkelijk is ingericht dan nodigt het al uit om er gebruik van te maken.” Veilige plekken en een mooie omgeving: dit kunnen aanjagers zijn voor andere ontwikkelingen.

 

Beweegvriendelijke stad van de toekomst

Wendy: “We moeten ons ook beseffen dat wandelen, fietsen en spelen voor kinderen belangrijke activiteiten zijn. Dit zijn de meest voorkomende manieren van beweging in de openbare ruimte. Daarom zijn dat belangrijke categorieën om niet te vergeten bij het ontwerpen van een beweegvriendelijke stad.”

 

Kansen voor verenigingen en commerciële aanbieders

Mensen sporten tegenwoordig steeds meer in de openbare ruimte. Maar, dat hoeft geen concurrentie te zijn voor een vereniging, het biedt juist kansen. Petra: “Een voetbalclub of dansschool kan bijvoorbeeld activiteiten organiseren in de buitenruimte waardoor kinderen in de wijk kunnen deelnemen.”

Deze manier van sporten is laagdrempelig maar ook georganiseerd. Zo’n programma kan goed werken voor mensen die het lastig vinden om genoeg beweging te krijgen. Verenigingen kunnen ook binnen hun eigen accommodaties samenwerken. Bijvoorbeeld door een BSO een paar dagen per week gebruik te laten maken van de kantine en zo kosten te kunnen delen. Mark: “Deze samenwerkingen kunnen op de lange termijn ook een oplossing zijn voor bijvoorbeeld het vrijwilligerstekort of het organiseren van activiteiten.”

 

Slim beleid

Hoe kun je als gemeente een visie bepalen om tot een slim beleid te komen? Mark: “Je kunt niet alles perfect uitdenken, je moet juist aan de slag gaan. Pas dan kom je erachter wat werkt en waar je kunt verbeteren.” Wil jij zelf ook aan de slag met de beweegvriendelijke omgeving (BVO)?

 

Doorlopend onderzoek naar de Beweegvriendelijke stad

Urhahn publiceert met het boek ‘Buitenkansen voor een uitnodigende buitenruimte’  een verbreding van het langlopend onderzoek en eerdere boek van Urhahn: De Beweegvriendelijke Stad. Daarin staat een stad waar fysiek bewegen een vanzelfsprekend onderdeel is van het dagelijks leven centraal. Met beide publicaties laat Urhahn zien hoe een buitenruimte met fijne speelplekken, die fungeert als één grote sportschool, waar je veilig kunt opgroeien en oud kunt worden, uitnodigt tot gebruik en ontmoeting. Via slimme ingrepen – van het plaatsen van waterkraantjes en kluisjes bij hardlooproutes tot het openbaar maken van schoolpleinen – wordt er gewerkt aan een beweegvriendelijke stad voor alle inwoners, bezoekers en werknemers.

 

Ook Buitenkansen benutten?

Het boek Buitenkansen biedt tools en inspiratie voor een uitnodigende buitenruimte die verleidt tot gezond gedrag. Bestel het boek bij de lokale boekhandel Nawijn & Polak. Of bestel online bij vakboekhandel Architectura&Natura. Blader hier door het gehele boekHet boek De Beweegvriendelijke stad is inmiddels uitverkocht, maar wel digitaal te lezen:  blader online door De beweegvriendelijke stad of The active city

Het Kenniscentrum Sport & Bewegen biedt wetenschappelijke kennis, tips en inspiratie:

Toekomstbeeld Bergse Binnenstad

De binnenstadsvisie Bergen op Zoom is goed ontvangen. In de raadsbijeenkomst in september 2022 is de visie toegelicht waarna een levendige discussie ontstond. Er is vooral veel waardering voor het participatietraject waaraan ondernemers, bewoners, vastgoedeigenaren en leden van verenigingen deelnamen. 

 

Van place to buy naar place to be

Bergen op Zoom heeft een mooie Middeleeuwse kern, maar de functies in het centrum hollen achteruit. Veel leegstand in combinatie met een krimpend winkelareaal door de sterke toename van online winkelen stelt ons voor de vragen: wat is de toekomst van de binnenstad? Hoe inspireren we ondernemers zich in te zetten voor deze transformatie? Hoe kan de gemeente dit proces versnellen? Kortom, hoe transformeren we de binnenstad van een place to buy naar een place to be.

 

Hoe maken we van de Bergse binnenstad weer een bestemming?

De binnenstad wordt weer een bestemming en het hart van Bergen op Zoom. Door in te zetten op een compacter winkelapparaat opgespannen tussen drie levendige pleinen. Met een sterkere mix van wonen, werken, ambachten en voorzieningen voegen we levendigheid toe aan de gebieden hieromheen. Door straten en pleinen te vergroenen en de historische kwaliteiten te versterken, wordt de binnenstad aantrekkelijker en aangenamer; een plek van beleving. Een betere toegankelijkheid en meer bezoekers op de fiets in plaats van met de auto, faciliteren verblijven en ontmoeten. Om dit alles te bereiken zet de gemeente in op een intensieve samenwerking met alle partijen in de binnenstad. Ondernemers en vastgoedeigenaren zijn geïnspireerd mee te werken aan een levendige Bergse binnenstad.

 

Lessons learned uit eerdere binnenstadsvisies

Van Eindhoven tot Assen, van Medemblik tot Veldhoven; iedere stad heeft elementen waarop een nieuw perspectief gebouwd kan worden. Iedere binnenstadsvisie is maatwerk, maar we hebben in verschillende trajecten veel kennis opgedaan. De crux blijkt de combinatie van drie elementen: breed zoeken naar een aantrekkelijke functiemix ingebed in een kwalitatieve leefomgeving, combineren van een langetermijnvisie met concrete acties, en plannen maken mét de betrokken partijen. Je leest er meer over in ons artikel op Gebiedsontwikkeling.nu.

De binnenstad als bestemming voor andere activiteiten dan alleen winkelen, een plek om te verblijven en elkaar te ontmoeten, is de kern van iedere binnenstadstransformatie blijkt uit deze en eerdere visies voor binnensteden waaraan Urhahn werkte. Horeca, de maakindustrie, werken (in kantoren of op flexplekken), onderwijs, cultuur, zorg en sport zijn bestemmingen voor stadsbewoners en bezoekers van alle leeftijden. Het dwaalmilieu van kleine straatjes is prettig om doelloos doorheen te wandelen en het plein, de waterkant, het terras of het lokale café zijn plekken voor ontmoeting. Het woon-, leef- en werkklimaat worden versterkt en tegelijk wordt het investeringsmilieu voor ondernemers en eigenaren vergroot.

 

Urhahn heeft een verleidelijk toekomstbeeld geschetst waarin we voortborduurden op de eerder gemaakte visie door DTNP. Het toekomstbeeld biedt perspectief aan ondernemers en vastgoedeigenaren en inspireert hen mee te werken aan een levendige Bergse binnenstad. Dat deden we samen met Rho adviseurs die de mogelijkheden binnen de juridische kaders verkenden. Het toekomstbeeld is de basis voor een nieuw programma- en actieplan waarmee de binnenstad vooruit kan.

 

Meer toepassingen van deze aanpak voor stadscentra:

Visie Westdijk: levensader tussen dorps- en stadshart

Het gebied Westdijk en havens wordt een gebied van en voor iedereen. Het vormt straks de centrale, verbindende, ruimte van de nieuwe gemeente Dijk en Waard. Dit is een gebiedsontwikkeling waarin beide colleges van de fuserende gemeenten Heerhugowaard en Langedijk hebben samengewerkt. Beide gemeenteraden hebben de visie in het najaar van 2021 vastgesteld. Per 1 januari 2022 is de fusie tot gemeente Dijk en Waard een feit.

 

Gebiedsvisie Grenzeloos Dijk en Waard

Project Westdijk en havens is het grensgebied tussen Heerhugowaard en Langedijk dat is opgespannen tussen fietsbrug ‘de Krul’ en het Havenplein van Broek op Langedijk. Maar de visie voor Westdijk en havens staat niet op zichzelf. Het is een onderdeel van de gebiedsvisie Grenzeloos Dijk en Waard, waar Urhahn sinds begin 2021 bij betrokken is. Deze gebiedsvisie is een overkoepelend project voor het hele gebied tussen Middenwaard en Winkelcentrum Broekerveiling. Er zijn hier veel onafhankelijke ontwikkelingen gaande, waar de gemeenten meer samenhang in willen brengen: het Stationsgebied, het Stadshart en de Westdijk in Heerhugowaard, het kanaal Alkmaar Omval-Kolhorn en het Museum BroekerVeiling, het Havengebied Broek op Langedijk en het Oosterdelgebied in Langedijk.

 

Omwonenden, stakeholders en ondernemers vanaf het begin betrokken

Gemeenten Langedijk en Heerhugowaard hebben de bureaucombinatie Rob Vrolijks-Urhahn Stedenbouw opdracht gegeven een visie te maken voor het gebied Westdijk en havens. Daarin zijn omwonenden, stakeholders en ondernemers vanaf het begin bij betrokken. De eerste stap was een online peiling voor de inwoners van Heerhugowaard (Westdijk en rondom de haven van Broekhorn) en de inwoners van Langedijk (rondom de haven van Broek op Langedijk). Begin 2021 volgde een verdiepende bijeenkomst. De gemeenten hebben afgelopen najaar de visie voor Westdijk en havens vastgesteld.

Tess Broekmans nieuw bestuurslid Arcam

Tess Broekmans is per 1 januari 2022 toegetreden tot het bestuur van Arcam, het architectuurcentrum van Amsterdam.

 

Arcam laat me breder kijken. Zowel inhoudelijk door de breedte aan onderwerpen die Arcam agendeert, als persoonlijk omdat ik met de andere bestuurders mag gaan samenwerken.”

 

Het nieuwe bestuur bestaat uit:

BKP Werkstad OverAmstel vastgesteld

Voor de Werkstad OverAmstel (voorheen Amstel Business Park Zuid) is de afgelopen jaren het ruimtelijk beleid op hoofdlijnen gemaakt. Op basis hiervan zijn inmiddels diverse ruimtelijke ontwikkelingen gestart. Dat ruimtelijk beleid bestaat uit drie delen waarvan de Ruimtelijk Economische Visie en de Richtlijnen voor Ontwikkeling al in gebruik zijn. Op 23 december 2021 is het derde deel van het beleid (het BeeldKwaliteitsPlan) vastgesteld.

 

Tess Broekmans van bureau Urhahn is supervisor van Werkstad OverAmstel. Het door ZUS opgetekende BKP is voor haar een slagvaardig middel om tot kwaliteit te komen. Dit omdat de gemeente OuderAmstel wel de ruimtelijk economische dynamiek van Amsterdam kent, maar niet de werkkracht van de hoofdstad in huis heeft. De werkstad is gebaat bij een ruimhartig kader met ruimte voor initiatiefnemers om zelf met plannen te komen.

 

Vanuit vertrouwen kan iets bijzonders ontstaan

Supervisie is in de Werkstad OverAmstel ook intervisie. Dat betekent samenwerken met ontwikkelaars en grondeigenaren, hun uitdagen tot meedenken. ‘We laten ons verrassen,’ zegt supervisor Tess Broekmans. ‘Dat zou ook bij andere stedenbouwkundige ontwikkelingen geen slecht idee zijn.’ Vanuit een grondhouding van vertrouwen kan er iets bijzonders ontstaan wat binnen een vooropgesteld kader niet mogelijk is.

 

Organische ontwikkeling biedt ruimte voor reactie op het nog ongebouwde

Ook past een flexibele stedenbouw bij de lange termijn van de ontwikkeling. Het monofunctionele bedrijventerrein verkleurt maar langzaam tot werkstad met werken, wonen en recreëren. Wat later volgt, moet zich voegen in de nu nog niet gebouwde, onbekende context. Met meer vrijheid is er in de toekomst meer mogelijkheid voor reactie op de omgeving en voor kwaliteit.

 

Filosofie de Spontane stad: balans tussen vastleggen en ruimte laten voor het onverwachte

Openheid, flexibiliteit en verrassing in de stedenbouw sluit ook aan bij de door Urhahn opgestelde filosofie van de Spontane Stad. “De Spontane Stad gaat uit van de gedachte dat de stad gemaakt wordt met en door haar bewoners. Een stad moet ruimte bieden aan onverwachte (organische) ontwikkelingen, kansen die zich voordoen, initiatieven die zich aandienen. Ruimte voor verandering is de basis van een duurzame, aantrekkelijke stad. Dit geldt zowel tijdens het planproces als wanneer een project is gerealiseerd. In onze plannen zoeken we altijd de balans tussen wat je moet vastleggen en waar je ruimte kunt laten voor het onverwachte.”

Ook wij zijn NedWerk

Dit samenwerkingsverband is opgezet omdat hedendaagse opgaven vaak dermate complex zijn dat individuele partijen deze niet alleen het hoofd kunnen bieden. Juist met een brede coalitie van samenwerkende partners moeten en kunnen we het verschil maken. De bureaus hebben de intentie uitgesproken om elkaar ook bij vraagstukken voor andere opdrachtgevers vaker op te zoeken en te versterken.

 

Het samenwerkingsverband NedWerk heeft zich met vlag en wimpel gekwalificeerd voor alle thema’s van de nieuwe Raamovereenkomst van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor advies- en ingenieursdiensten. Op een groot aantal beoordelingscriteria behaalden wij de maximale score. Dat is een groot compliment en een bevestiging dat wij in staat zijn om integraal te kijken naar opgaven in het fysiekruimtelijke domein.

 

Dit betekent dat wij de komende jaren intensief gaan samenwerken met het Ministerie en stakeholders om Nederland duurzamer te maken en de slimste oplossingen te ontwikkelen voor uitdagende maatschappelijke opgaven op het gebied van Duurzame en Groene Mobiliteit, Klimaatbestendige Infrastructuur, Duurzame, Gezonde en Veilige Leefomgeving, Water, Bodem en Ondergrond. De goede samenwerking tijdens de aanbestedingsfase smaakt naar meer. Wij staan dan ook te trappelen om met elkaar aan de slag te gaan.

 

 

NedWerk bestaat uit de bureaus AT Osborne, MuConsult en Witteveen+Bos. Daarnaast werken wij op gelijkwaardige wijze samen met 4Cast, AVIV,  Bureau BUITEN, CE Delft, CGI, Het Groene Brein, KplusV, NewForesight, Panteia, PWC, Urhahn en VINU.

 

Lees hier de folder met meer informatie: Brochure-NedWerk.

Stadsvisie Almelo: met bouwopgaves de kracht van de stad versterken

Als uitwerking van de Omgevingsvisie maakt Urhahn een Stadsvisie voor Almelo. Daarin schetsen we verschillende perspectieven waarin het beschreven beleid en de ambities een concrete vorm krijgen.

 

In de Omgevingsvisie zijn beleid en ambities voor de toekomst van Almelo vastgesteld. Maar hoe verwezenlijken we de plannen en waar kunnen we het beste bouwen? En hoe kunnen we het meeste uit die bouwopgaves halen? We zetten in op een ruimtelijk programmatische strategie die de bouwplannen van de toekomst gebruikt om de identiteit van de stad te versterken.

 

Bouwprojecten benutten om het DNA van Almelo te versterken

Door de lage ligging in het landschap kenmerkt Almelo zich door zijn vele waterlopen, beken en kanalen. Ook de groene longen die grenzen aan het centrum zijn bijzonder. En hoewel grootschalige bedrijventerreinen aan de randen van de stad de nieuwe werklocaties vormen, kunnen we nog sporen vinden van de textielindustrie die hier ooit floreerde. Hoe kunnen we de taken waar de stad voor staat zo invulling geven dat ze tegelijkertijd de identiteit van Almelo versterken?

 

De aanpak van Urhahn stedenbouw & strategie bestaat uit 5 stappen:

  1. Kansenkaart: We starten met een scan van alle beleidsdocumenten van sociaal, economisch, cultureel, ecologisch tot wonen en werken om alle kansen sectoraal in beeld te brengen.
  2. Scenario’s:Waar gaan we bouwen en welke (nieuwe) werklocaties kunnen worden ontwikkeld? We maken zowel de woningbouwopgave als de economische ambities concreet door verschillende ruimtelijke ontwikkelrichtingen te schetsen.
  3. Integrale perspectieven: We voegen de scenario’s samen tot 3 integrale perspectieven. Ieder perspectief benadrukt op een andere manier de kwaliteiten van de stad.
  4. Beoordelingskader: Scoringsmodel met indicatoren als hulpmiddel voor de gemeenteraad om de perspectieven te bediscussiëren en beoordelen.
  5. Voorkeursperspectief: Uitwerken en optimaliseren van een voorkeursperspectief

 

Uitdaging: durf te kiezen

Die laatste stap is ook de meest spannende. Ieder perspectief heeft voordelen. Maar moeten we wel streven naar een ultiem scenario waarin we alle kansen benutten? We leren ondertussen dat kiezen voor alles, ook kiezen voor niks is. In analogie met koken: heel veel heerlijke ingrediënten samen maken nog geen lekker gerecht. Dat proces tot een goed einde brengen zien wij ook als de rol van de stedenbouwkundige.

Gebiedsvisie voor de nieuwe gemeente Dijk en Waard

De gemeenteraad van Dijk en Waard heeft de Gebiedsvisie Grenzeloos Dijk en Waard – Kanaalpark vastgesteld in september 2022. Een ruimtelijk plan met maatschappelijke meerwaarde, dat niet alleen de gemeenten Heerhugowaard en Langedijk maar vooral mensen met elkaar verbindt. De belangen van de fuserende gemeenten Langedijk en Heerhugowaard heeft Urhahn samengebracht in het grensoverstijgende toekomstbeeld. In de visie is het kanaalpark Alkmaar Omval – Kolhorn kwaliteitsdrager voor nieuwe ruimtelijke en programmatische ontwikkelingen van de fuserende gemeenten Heerhugowaard en Langedijk.   

 

Grensoverstijgend toekomstbeeld

Over je (plan)grenzen heen kijken is vaker onze kracht, maar bij de fusie van de gemeenten Langedijk en Heerhugowaard in 2022 zelfs een noodzakelijkheid. ‘Grenzeloos Dijk en Waard’ is dan ook de naam van de gebiedsvisie die Urhahn met Bureau Buiten, Bureau Op ’t Plein en Smartland heeft gemaakt. Die visie is een overkoepelend verhaal waarin thema’s als woningbouw, natuurontwikkeling, cultuurhistorie en economische profilering integraal worden bekeken. Door de kanaalzone te transformeren naar een nieuw kanaalpark, ontstaat de mogelijkheid om beide gemeenten beter met elkaar te verbinden en ontstaat een nieuw hart van de nieuwe gemeente. Het kanaal is de kwaliteitsdrager voor nieuwe ruimtelijke en programmatische ontwikkelingen. Een aantrekkelijk groen lint langs het kanaal waar nieuwe mogelijkheden komen voor recreatie, bewegen en ontspanning.

 

Gemeenten, maar vooral mensen verbinden

In ‘Grenzeloos Dijk en Waard‘ komen veel ideeën en (soms tegengestelde) belangen, die spelen binnen de gemeente in spé, samen. Het fuseren van kleinere gemeenten tot één grote gemeente is een proces dat in Nederland al jaren gaande is. Voor deze gemeenten wordt het daardoor steeds belangrijker om over de eigen gemeentegrenzen heen te kijken. Wat wordt de nieuwe toekomstvisie die aansluit bij deze schaalsprong? Urhahn voelt zich in dit krachtenveld als een vis in het water. Onze rol is gericht op verbinding en samenhang in zowel ruimtelijke vorm als bestuurlijk proces. De fusie van gemeenten gaat ook over de woningbouwopgave en stationsontwikkeling. Daarbij streven wij naar een concept dat zowel gemeenten, maatschappelijke opgaven als mensen met elkaar verbindt.

Het Nieuwe Alledaags: Ruimtelijke kansen na Corona

Voor het onderzoek Ruimte na Corona van de Provincie Zuid-Holland onderzoeken we implicaties van thuiswerken op het functioneren van stedelijke gebieden. Onze verkenning ‘Het Nieuwe Alledaags’ is het resultaat. Met een onverwachte conclusie over gedragsverandering en hoe die te bereiken.

 

Ruimtelijke kansen van thuiswerken uitgediept

Welke lessen heeft de coronapandemie ons geleerd voor het toekomstige gebruik van de ruimte? Dat is de vraag die adviseur ruimtelijke kwaliteit van Provincie Zuid-HollandNoel van Dooren, aan Urhahn stedenbouw & strategie stelde. Een opdracht waarin hij het lef had ons vrij te laten in de invulling van het onderzoek. In plaats van een breed palet aan veranderingen te onderzoeken, kozen we ervoor een specifiek onderwerp uit te diepen: de ruimtelijke implicaties van thuiswerken.

 

Corona als versneller voor het beter inrichten van onze tijd en ruimte

Thuiswerken heeft een grote impact op de dagelijkse woon- en werkomgeving. De woonbuurt die overdag vrijwel leeg was, wordt nu weer bewoond. Buurtwerkplekken ontstaan, de speeltuin is bezet voor bootcamp. Sporten en naar de fysio kan ineens tijdens kantooruren. Kantoorplekken zijn leeg. Hoe functioneren stedelijke gebieden voor thuiswerkers en niet-thuiswerkers? Op buurtniveau blijkt er veel te verbeteren om Het Nieuwe Alledaags vorm te geven.

Onze routine is gebaseerd op verouderde principes. Wat gebeurt er als we denken vanuit hoe we wíllen werken in plaats van hoe we het nu eenmaal doen? De opgaven waar we voor staan, zijn het omarmen van nabijheid (de 15 minutenstad), balans brengen in onze leefpatronen en ontwerpen van randvoorwaarden voor ontmoetingen. Op regionale schaal liggen er kansen om piekgebruik af te vlakken en onze dag anders in te delen. Als iedereen op hetzelfde tijdstip op een bestemming wil zijn, sta je lang in de rij en is er in korte tijd veel ruimte nodig die de rest van de week onderbenut wordt. Dat geldt voor de files op de snelweg, het parkeerterrein bij de supermarkt op zaterdag, de wachtlijsten in de zorg. De piek afvlakken is een ingrijpende verandering, waar we als ruimtelijk planners – via de overheid –  van bovenaf op willen sturen.

 

Systeemverandering begint onderop

Interessante conclusie is dat een systeemverandering ook van onderop aangewakkerd kan – en moet – worden. Door gedragsverandering te herkennen en ruimtelijke aanpassingen te doen, die de voorgestelde verandering faciliteren. Voor een grote verandering is het zaak – naast dat je van bovenop die verandering aanjaagt – kleine stapjes mogelijk te maken. Want iedereen wil op dezelfde dag in de week op kantoor zijn, omdat de collega’s er dan ook zijn of omdat het mooi aansluit bij het schoolschema. Overheidshalve bepalen dat we meer op vrijdag moeten werken, is een onmogelijke stap. Maar door alle kleine radartjes te laten meewerken, verleid je bewoners, werkgevers, scholieren, sportinstructeurs, vanzelf naar een andere weekindeling. Thuiswerken is een aanwinst. Boodschappen doen is tussen de middag lekker rustig. Sporten is een oppepper om de rest van de werkdag helder te denken. Met ruimtelijke ingrepen als sportfaciliteiten, fietsroutes, flexwerkplekken en ontmoetingsplekken kunnen we die gedragsveranderingen faciliteren. Waarvoor we minder file, minder parkeergarages en meer ruimtelijke kwaliteit in onze direct omgeving terug winnen. Uiteindelijk kan de optelsom van gedragsveranderingen de impuls zijn voor een systeemverandering. 

 

Samengesteld advies Ruimte na Corona naar Gedeputeerde Staten

Begin 2022 volgt een advies van de provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit over wat de provincie en andere partijen hiermee zouden kunnen of moeten doen. Daarvan maakt ons onderzoek met de titel ‘Het Nieuwe Alledaags‘ over gedrag en functiemenging in stedelijk gebied deel uit. Het advies bevat ook het simultaan uitgevoerde onderzoek van Flux landschapsarchitecten. Zij richtten zich op hoe de openbare ruimte – die tijdens deze pandemie zo essentieel blijkt – veerkrachtig te maken.

 

Opgedane kennis breed delen

Wat we leren tijdens onze ontwerpende onderzoeken, delen we graag met anderen. Zo maken we ons vakgebied slimmer en sterker. De uitkomsten van ‘Het Nieuwe Alledaags’ konden direct gebruikt worden tijdens de design-charette, waaraan Tess Broekmans als Master deel nam. In deze door Arcam, in samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Eigen Haard, georganiseerde ontwerpstudio, staat het Hart van Holendrecht centraal.

 

Wil je weten wat Het Nieuwe Alledaags voor jouw buurt kan betekenen? Download het Corona-onderzoek ‘Het Nieuwe Alledaags’ hier.

Spelregels voor bewegen in Eindhoven

Hoe kun je voldoende ruimte én aandacht voor sporten, spelen en bewegen in de openbare ruimte bij nieuwe ontwikkelingen beter vastleggen? Urhahn stedenbouw & strategie helpt de stad Eindhoven aan borging binnen het gemeentelijk beleid.

 

Aan de slag voor het borgen van beweegruimte

Nieuwe opdracht: Urhahn helpt de stad Eindhoven aan normen voor bewegen in de stad. Daarin onderzoeken hoe bij nieuwe ontwikkelingen voldoende aandacht én ruimte voor sporten, spelen en bewegen in de openbare ruimte vast te leggen. Met deze normen wordt een betere buitenruimte geborgd binnen het gemeentelijk beleid.

 

Normen en invulling

Na Amsterdam en Den Haag is Eindhoven de derde stad in Nederland die werkt met normen voor beweegruimte. Urhahn kijkt ook naar invulling van de normen; hoe ziet werken aan een beweegvriendelijke ruimte bij gebiedsontwikkelingen eruit? Waar moet een goede sport- of speelplek aan voldoen? Wanneer is een brede stoep voldoende als beweegruimte?

 

Spelregels voor bewegen in Eindhoven

In januari starten we met een werksessie met de gemeente om de spelregels binnen de Eindhovense context uit te werken. Fijn dat we ons onderzoek ‘Buitenkansen voor een uitdagende buitenruimte’ ook echt in de fysieke leefomgeving mogen laten landen.

Herontwikkeling Pieter Baan Centrum: wat afgesloten was wordt open complex rond groene hoven

Op 16 december heeft de gemeente Utrecht het Stedenbouwkundig Programma van Eisen voor de herontwikkeling van het voormalig Pieter Baan Centrum vastgesteld. De voormalige gevangenis is een gebouwcomplex met een bewogen geschiedenis. De toekomst ziet er gelukkig rooskleurig uit; met respect voor de historie kan wat ooit afgesloten was een open complex rond groene hoven worden. Met een route naar het openbare oeverpark aan de Kromme Rijn.

 

Aandachtsgroepen zijn welkom in de buurt

In opdracht van de gemeente en met de huidige eigenaar Rijksvastgoedbedrijf en Atelier Rijksbouwmeester onderzochten weals verbindende partij wat er mogelijk is op deze locatie. Een eerste stap is het volgens Methode C in kaart brengen met welke partijen welke vorm van participatie nuttig is. Met wie spreken we 1-op-1 en wie nodigen we uit voor bijeenkomsten? Niet alleen om te informeren, want bij Urhahn zien we participatie als kans om kennis over een gebied op te halen. Dat maakt de plannen altijd beter. Dat zijn we als bedenkers van De Spontane Stad ook wel verplicht. Wij luisteren goed en participanten mogen echt meedenken. Wat goed was is dat bewoners en koepelorganisaties samen aan tafel zaten, wat diversiteit en een vroege afstemming van de wensen ten goede komt. Een mooi resultaat is dat de voorgestelde bijzondere woonvorm voor aandachtsgroepen door de buurt met open armen ontvangen werd.

 

Het verhaal bewaren

De gebouwen van het voormalig  PBC vertellen een verhaal over de geschiedenis van detentie in Nederland en van de Tweede Wereldoorlog. Om dit verhaal te bewaren blijft van ieder tijdsgewricht een gebouw bewaard en als zodanig herkenbaar. Het gaat daarbij om het Huis van Bewaring, de barak en het voorste deel van het jaren ‘70 gebouw. In het complex is ruimte voor bijzondere woonvormen en een broedplaats. Zo blijft ook de functie als plek voor kunst, die na de sluiting van de gevangenis is ontstaan, behouden. De hoven tussen de gebouwen worden groene plekken voor ontmoeting. De oever van de Kromme Rijn ontwikkelt zich tot groen oeverpark, bereikbaar met een wandeling door het ooit hermetisch afgesloten gebied. Je kunt er straks wonen of werken, maar ook wandelen of iets eten of drinken.

 

SPvE selectieleiddraad voor tender

In het eerste kwartaal van 2022 start het RVB met de verkoopprocedure van de grond. Het SPvE vormt ook de basis voor de selectieleidraad voor de tender.

Organische gebiedsontwikkeling op Oostenburg Amsterdam

Organische gebiedsontwikkeling: naar een gemengd woon-werkgebied

Woningcorporatie Stadgenoot heeft het werkeiland Oostenburg in de Amsterdamse oostelijke binnenstad gekocht, met de intentie een gemengd woon-werkgebied te ontwikkelen met een grote diversiteit aan ontwikkelaars. Iedereen die wil ondernemen kan meedoen. En iederéén is ondernemer; ook bewoners zijn deelnemers in het proces van stad maken. De opgave? Een plan ontwikkelen dat ruimte biedt voor geleidelijke, organische gebiedsontwikkeling, kleine korrel en een mix van wonen en werken. Het plan voor Oostenburg geeft vorm aan de principes van de Spontane stad.

 

Flexibiliteit versus zekerheid

In de planvorming is het zoeken naar de balans tussen het scheppen van zekerheid voor de buren – zowel rond als in het gebied – en het bieden van ontwikkelvrijheid. In het Werkboek Ontwikkelplan Stadswerf Oostenburg (Urhahn, 2012), zijn ambitie en ontwikkelrichting bepaald. Sleutelwoorden hierbij zijn ‘open’ en ‘ondernemend’. Open naar de stad toe, open naar het water, open voor iedereen. Ondernemend met een Amsterdamse verhouding tussen wonen en werken van 1:1, met ruimte voor ondernemerschap in de breedste zin van het woord. Vervolgens zijn het raamwerk van straten en de basisprincipes voor ontwikkeling vastgelegd.

 

Organische gebiedsontwikkeling in bestemmingsplan

De gemeente is na het afronden van het Werkboek gestart met het opstellen van het Bestemmingsplan. Maar hoe maak je een Bestemmingsplan dat aansluit bij organische gebiedsontwikkeling? Samen met de stedenbouwkundigen van Stadsdeel Centrum stelde Urhahn de ruimtelijke randvoorwaarden op. In drie werksessies in Pakhuis de Zwijger haalden we informatie op bij de buurt en potentiële bewoners (nog voordat participatie deel uitmaakte van de Omgevingswet). Hun input heeft het plan veranderd: het sluit nu beter aan bij de buurt en tegelijkertijd biedt het meer flexibiliteit. Het bestemmingsplan is globaal. Voor het verkrijgen van bouwrecht werd eerst een uitwerkingsplan gemaakt dat door de gemeente moest worden goedgekeurd.

 

Van ambitie tot stad

Het Werkboek Ontwikkelplan Stadswerf Oostenburg (2012), legt de ambities en hoofdlijnen van het plan vast. Deze zijn door Stadsdeel Centrum van de gemeente Amsterdam vertaald in een Nota van uitgangspunten. Hiermee is de ambitie van Stadgenoot ook de ambitie van de stad geworden. Op basis hiervan is door het stadsdeel in samenwerking met Urhahn het Ontwerp Bestemmingsplan gemaakt (2014, vastgesteld in 2016). Urhahn heeft vervolgens in samenwerking met Studioninedots gewerkt aan een Verkavelingsplan (2015). Ook heeft Urhahn veel deelstudies gedaan zoals het organiseren van een excursie naar Nantes (2015) voor de directie van Stadgenoot, het inpassen van de Werkspoorhal Stelplaats 3 (2015-2016) en het opstellen van een kavelpaspoort voor de hotel-kavel (2016). De ambitie om Oostenburg circulair te ontwikkelen is uitgewerkt door Studioninedots met medewerking van Urhahn en anderen (2016). In 2016 heeft Urhahn voorts het Beeldkwaliteitplan opgesteld.

 

Urhahn heeft in 2015-2016 het Masterplan Openbare Ruimte opgesteld. In dit ontwerp vormt de industriële identiteit de basis: de werkvloer waar auto’s te gast zijn en de nadruk ligt op openbare ruimte als gebruiksruimte voor bewoners en ondernemers. Het Beeldkwaliteitplan is eind 2016 vastgesteld. Urhahn werkte daarna aan de inrichtingsplannen voor de openbare ruimte en aan de eerste bouwenveloppen.

 

Hoe verder: onderzoek naar de ‘zachte kaart van Oostenburg’

Urhahn wil het tot leven komen van Oostenburg, gedurende vijf jaar op de voet volgen om zo te ontdekken of de ontwerpprincipes die bij de planvorming zijn ontwikkeld, in de praktijk werken. Hoe wonen mensen samen in een hoogstedelijke stadswijk? Kunnen we lessen leren voor de hoogstedelijke stadswijken die nu op de tekentafel liggen? Het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie heeft Urhahn subsidie toegekend voor haar onderzoeksvoorstel De zachte kaart van Oostenburg.

 

De ruimtelijke ontwikkelingen kunnen worden gevolgd op de site www.oostenburg.nl.

 

In Memoriam: Albert Ravestein, ontwikkelingsmanager projectontwikkeling, woningcorporatie Stadgenoot 

“Urhahn is voor mij als opdrachtgever een vaste waarde als het gaat om degelijk en conceptueel stedenbouwkundig werk. Al bijna 20 jaar werk ik op gezette tijden samen met het bureau aan een grote diversiteit van projecten. Telkens kan ik er op vertrouwen dat er tijdig resultaat is, dat er inventief wordt nagedacht over nieuwe oplossingen, dat er in goede samenwerking met bijvoorbeeld de gemeente kan worden gewerkt en dat ook de rekening geen grote verassingen bevat… Value for money.” 

 

 

Woningbouwimpuls toegekend aan twee, nee drie projecten

Zowel het Havenkwartier in Assen als Wheermolen-Oost in Purmerend hebben een Woningbouwimpuls toegekend gekregen. Dat goede nieuws ontvingen we nu de derde tranche aan WBI-subsidies is uitgereikt. 

 

UPDATE januari 2022: inmiddels staat de teller op drie projecten. Ook aan Viaanse Molen in Alkmaar is een WBI subsidie toegekend. 

 

Derde tranche Woningbouwimpuls zet de teller op bijna 140.000 nieuwe woningen

De eerste twee rondes van de woningbouwimpuls leveren in totaal 95.687 nieuwe woningen op, waarvan het merendeel betaalbaar (66%). In deze kaart zijn de tot dan toe toegewezen locaties terug te vinden. In 2021 zijn in de derde tranche nog eens 44,277 woningen toegevoegd waarmee het totaal op 139.964 woningen komt.

 

Woningbouwimpuls volgens Urhahn stedenbouw & strategie

Urhahn stedenbouw & strategie ziet de woningbouwimpuls als meer dan een subsidieaanvraag. Bij het tekenen en rekenen aan een gebiedsontwikkeling blijven naast de te verwachte opgaves ook de vragen die wij als stedenbouwkundigen altijd stellen overeind: Hoe kan deze locatie bijdragen aan het verbeteren van de stad? Welke partners moeten we daarvoor betrekken?

 

Woningbouwimpuls als stedenbouwkundige tool voor versnelling

Wij zien de Woningbouwimpuls als een middel om planvorming op gang te trekken. Het feit dat er een deadline is waarop je plan en data een bepaalde concreetheid hebben bereikt, kan als een aanjager werken en dus ingezet worden als planvorming stroperig verloopt of op de lange baan is geschoven.

 

Projecten Woningbouwimpuls door Urhahn

Urhahn stedenbouw & strategie heeft alle expertise in huis om een aanvraag voor een Woningbouwimpuls in te dienen. We hebben dan ook al aan meerdere projecten succesvol aan de aanvraag van een Woningbouwimpuls meegewerkt. in 2021 is een  Woningbouwimpuls toegekend aan twee nieuwe projecten:

 

Ontspannen stedelijkheid in binnenstedelijk woonwerkgebied Havenkwartier Assen

Het Havenkwartier voegt iets toe wat Assen nog niet heeft. Het wordt een binnenstedelijk woonwerkgebied met een stoer randje. Een echt nieuw en onderscheidend woonmilieu met regionale aantrekkingskracht. Wonen in het parklandschap met ruimte voor natuur rond de woning, betekent een ondergeschikte rol voor de auto.

 

Wonen nieuwe stijl voor iedereen in binnenstedelijk woonwerkgebied Havenkwartier Assen

Wonen in het Havenkwartier is wonen voor stedelijk georiënteerde mensen. Compacte stadswoningen en hoogwaardige appartementen zijn er aan het water en midden in de blokken. Voor de ‘gevorderde stedeling’ is het mogelijk om zelf, of samen met een groep, een woning te bouwen. Gebouwtypen worden hier gemengd, net als de verschillende doelgroepen. De kleinschalige structuur van groene hofjes leent zich bij uitstek voor wonen met begeleiding of woongroepen. Variatie in verschillende inkomensgroepen wordt zowel voor het Havenkwartier als de Binnenstad nagestreefd. Beide gebieden worden letterlijk en figuurlijk voor iedereen toegankelijk.

Naast het wonen blijft het Havenkwartier een gebied waar ook gewerkt wordt. Oude karakteristieke panden zoals de monumentale graansilo blijven een markant onderdeel van het gebied.

 

Groen als onderlegger voor ontspannen stedelijkheid

Klimaatadaptief bouwen betekent in de stenige omgeving van het Havenkwartier het tegengaan van hittestress en wateroverlast. Door wateropvang op groene daken wordt de wateropvang binnen de blokken opgelost. Maar vooral door in de openbare ruimte groen met wateropvang op te nemen. Met groen als onderlegger van de woningbouwontwikkelingen, geven we een eigentijdse interpretatie aan het begrip ‘ontspannen stedelijkheid’. Ook ontstaan er kansen voor de natuur in het hart van de stad. Natuurinclusief bouwen, zoals groene gevels, ligt in het verlengde hiervan.

 

Groene parkkade

De Havenkade wordt getransformeerd naar een groene stoere parkkade. Dat is een toevoeging aan het diverse palet van binnenstedelijke parken, tuinen en groene pleinen, kenmerkend voor de Assense binnenstad.

 

Missende schakel in het stedelijk systeem

Met het binnenstedelijk woningbouwplan voor het Havenkwartier, slecht Assen een barrière naar het Oosten. Het oversteken van de Industrieweg en het spoor is de laatste schakel in het verbinden van de stad Assen met het mooiste buitengebied; nationaal park Drentsche Aa. Het oude spoorlijntje naar Stadskanaal, is een lange afstandsfiets -en voetpad dat door het groene buitengebied snijdt. Een brug voor langzaam verkeer over het spoor verbindt het Havenkwartier met het oude spoorpad. Ook komen door deze brug de voorzieningen in het naastgelegen Assen Oost binnen bereik van het Havenkwartier te liggen. Het verbeteren van de verbindingen met de binnenstad via de Havenkade, de Phillipsweg en de Storkweg zorgt er voor dat de bewoners van het Havenkwartier echt op loopafstand van het centrum wonen. Zo probeert Urhahn met de ontwikkeling van het Havenkwartier ook buiten het plangebied een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de stad zelf.

 

Programmatische flexibiliteit en organische gebiedsontwikkeling

De ontwikkeling van het Havenkwartier zal, vooral door het verdeeld eigendom van de grond, een relatief lange periode in beslag nemen. Flexibiliteit om in de tijd bij te kunnen sturen bijvoorbeeld vanwege een veranderende marktvraag is daarom een vereiste. Urhahn past ook een organische ontwikkelingsstrategie toe. Daarin kan de ene projectontwikkeling onafhankelijk van de andere gerealiseerd worden. Plannen zijn écht duurzaam als ze kunnen inspelen op voortdurende veranderingen en innovaties.

 

Steun van het Rijk Woningbouwimpuls WBI

Het binnenstedelijk woningbouwplan Havenkwartier is integraal onderdeel van de ontwikkelvisie Assen Centraal. In deze visie voor de gehele noordelijke Binnenstad is in totaal ruimte voor 1300 nieuwe woningen. Daarvan zijn er ca 650 woningen in het Havenkwartier voorzien. Het project Assen Centraal is ingediend voor de derde tranche Woningbouwimpuls.

Woningbouwimpuls als stedenbouwkundige tool voor versnelling

De woningbouwimpuls is een instrument waarmee het Rijk provincies, gemeenten, woningcorporaties en ontwikkelaars helpt om woningbouw te versnellen. Gemeenten kunnen een beroep doen op de woningbouwimpuls voor het versnellen van de bouw, het vergroten van het aantal nieuwbouwwoningen in een project of het vergroten van de betaalbaarheid van die woningen voor starters en mensen met een middeninkomen. De aanvraag bestaat uit rekenen en tekenen, data en een plan. Urhahn stedenbouw & strategie heeft met ervaring in woningbouw en parametrisch ontwerpen alle expertise in huis om een aanvraag WBI in te dienen. 

 

Derde tranche Woningbouwimpuls in 2021 van start

De eerste twee rondes van de woningbouwimpuls leveren in totaal 95.687 nieuwe woningen op, waarvan het merendeel betaalbaar (66%). In deze kaart zijn de toegewezen locaties terug te vinden. Binnenkort kunnen gemeenten aanvragen indienen voor de derde ronde (tranche) van de woningbouwimpuls.

 

Woningbouwimpuls volgens Urhahn

Urhahn stedenbouw & strategie ziet de woningbouwimpuls als meer dan een subsidieaanvraag. Bij het tekenen en rekenen aan een gebiedsontwikkeling blijven naast de te verwachte opgaves ook de vragen die wij als stedenbouwkundigen altijd stellen overeind: Hoe kan deze locatie bijdragen aan het verbeteren van de stad? Welke partners moeten we daarvoor betrekken?

 

Woningbouwimpuls als stedenbouwkundige tool voor versnelling

De Woningbouwimpuls is ook een middel om planvorming op gang te trekken. Het feit dat er een deadline is waarop je plan en data een bepaalde concreetheid hebben bereikt, kan als een aanjager werken en dus ingezet worden als planvorming stroperig verloopt of op de lange baan is geschoven.

 

Projecten Woningbouwimpuls

Urhahn stedenbouw & strategie heeft alle expertise in huis om een aanvraag voor een Woningbouwimpuls in te dienen. We hebben dan ook al aan meerdere projecten succesvol aan de aanvraag van een Woningbouwimpuls meegewerkt:

 

Magic mix zet leegstand Overgoo om in vitaal woon-werkgebied

Urhahn heeft in opdracht van Gemeente Leidschendam-Voorburg en Impact B.V. een ontwikkelkader opgesteld voor Overgoo. Met het vastgestelde ontwikkelkader is een volgende stap gezet in de transformatie van de kantoorlocatie.

 

De urgentie voor transformatie is groot. Overgoo ligt er als werklocatie sleets bij; parkeren domineert de ruimte rondom de gebouwen en veel gebouwen voldoen niet meer aan de huidige norm en zijn bouwkundig afgeschreven. Er is ook veel leegstand. Daarnaast zorgen de behoefte aan goede vitale werklocaties en de hoge woningnood, zowel in de gemeente als in de regio, voor extra noodzaak tot herontwikkeling.

 

Magic mix zet leegstand om in vitale werklocaties, voorzieningen en woningen

De locatie heeft veel potenties zoals de groene en lommerrijke delen van Overgoo, de goede autobereikbare ligging aan de A4 en de N14, de ligging aan de Vliet en de nabijheid van de historische kern van Leidschendam. Deze condities maken het mogelijk om er een aantrekkelijk en gemengd gebied te kunnen ontwikkelen.

 

In de door Urhahn eerder opgestelde Ontwikkelvisie zijn naast de randvoorwaarden voor de herontwikkeling, vier ambities benoemd voor Overgoo. Deze ambities voor een inclusieve, verbonden, en duurzame wijk met een Magic mix van wonen, werken en voorzieningen zijn voor het ontwikkelkader vertaald in een gebiedsconcept. Het gebiedsconcept definieert samengestelde bouwblokken tussen enkele dragende structuren (de Shared-space, het Goo-park en de Etalage) die samen het ruimtelijk raamwerk voor het gebied vormen. Deze structuren creëren de condities voor een gemengde, duurzame, inclusieve en verbonden wijk.

 

Shared-space, het Goo-park en de Etalage

Het ontwikkelkader is aan de hand van een stedenbouwkundig concept uitgewerkt. Er zijn principes opgesteld voor de openbare ruimte en voor de bebouwing. Ook is er een maximaal programma vastgesteld en het minimale aantal werkmeters voor het gebied.

 

Voor een autoluw en aangenaam gebied wordt een mobiliteitshub in het gebied ontwikkeld die direct ontsloten wordt vanaf de Noordelijk Verbindingsweg. Hierdoor wordt de centrale ontsluitings-as (de Shared-space) een gebied met meer ruimte voor groen en verblijven. Het Goo-park, gelegen tussen Overgoo en de naastgelegen woonwijk de Oude Bleijk wordt een aantrekkelijk en actief park voor de wijk.

Artikel Buitenkansen op Biind, platform voor de fysieke leefomgeving

Biind platform voor de  fysieke leefomgeving: “Soms zijn kleine ingrepen voldoende om de straat of wijk beweegvriendelijker te maken. Het boek Buitenkansen staat vol goede voorbeelden en inspirerende projecten.”

 

Gedeputeerde Jan Markink is ervan overtuigd dat mensen vanzelf in beweging komen als de buitenruimte daartoe uitnodigt. “Mensen gaan eerder en meer bewegen als we onze buitenruimte zo inrichten dat bewegen leuk wordt. Daarmee heb je de halve strijd al gewonnen en in sommige gevallen de hele strijd en is er niet meer nodig dan een paar ijzeren strips op de trap. Maar daarnaast zal er ook echt wel gedragsverandering nodig zijn bij een deel van de mensen. Als ik makkelijk mooi en veilig van huis naar de winkel kan lopen doe ik dat waarschijnlijk sneller, maar het blijft makkelijk om de auto even te pakken. Je kunt veel met fysieke maatregelen om ouders te stimuleren hun kinderen niet met de auto te brengen, maar om echt het haal- en brenggedrag te van ouders en hun kinderen te veranderen moet het bestaande gedrag ook doorbroken moet worden door bijvoorbeeld actieweken en campagnes. Maar zonder dat we de buitenruimte beweegvriendelijk maken hebben gedragscampagnes weinig zin.”

 

Lees het complete artikel op Biind.nl

 

De kennissessies kun je terugkijken op de website van de Gelderse Sport Federatie

 

Bestel het boek Buitenkansen online bij lokale boekhandel Nawijn & Polak of bij vakboekhandel Architectura&Natura.

 

Ruimtelijk-economische visie (REV) voor het werken in de stad Assen

 

Bureau BUITEN en Urhahn werken samen aan de Ruimtelijk Economische Visie voor Assen. Bureau BUITEN brengt de economische kennis in, Urhahn stedenbouw & strategie zorgt voor de stedenbouwkundige expertise.

 

Ontspannen stedelijkheid maakt ontspannen werken

De gemeente opgestelde Omgevingsvisie ‘Assen nog mooier’ zet in op versterking van de voor Assen kenmerkende Ontspannen stedelijkheid. Daarbij zijn drie richtinggevende principes geformuleerd: Groene stad van het Noorden, Dynamische stad en Verbonden stad. Ook ligt er een ruimtelijke en een economische strategie.

 

Assen heeft nu behoefte aan een ruimtelijk-economische visie (REV). Die helpt het werken in de stad in het algemeen, en de werklocaties in het bijzonder. Ontspannen Werken is het motto voor dit project.

 

 

Eerder werkte Urhahn in Assen aan:

Binnenstadsvisie Assen: Klaar voor de toekomst
Artikel op Gebiedsontwikkeling.nu: “Zo maken we winkelstraten weer levend en binnensteden weer leefbaar”
Interview in vakblad De Architect: “Kwaliteitsinjectie voor hartje Assen”
Podcast door vakblad de Architect: ‘‘We staan in Assen met onze poten in de klei’’
Koopmansplein Assen
Woningbouwimpuls Havenkwartier Assen

Interview in De Architect: Kwaliteitsinjectie voor hartje Assen

De Architect: Het gaat niet goed met de hoofdstad van Drenthe. Assen kampt met veel winkelleegstand in de binnenstad. Stedenbouwkundig bureau Urhahn maakte samen met de gemeente Assen een nieuwe binnenstadsvisie. Van de harde keuzes met oog op een compacte, complete, groene en gastvrije binnenstad kunnen veel andere middelgrote steden leren.

 

Assen mist samenhang. Het lukt de gemeente onvoldoende om de bereikbaarheid te verbeteren en de groei van de stad te bevorderen. “We moeten weer een aantrekkelijke beleefstad worden”, aldus wethouder Mirjam Pauwels (VVD). De afgelopen jaren maakte Assen meerdere malen budget vrij om de stad een facelift te geven, maar de gehoopte resultaten bleven uit. Ondanks diverse architectonische injecties, hoe esthetisch aantrekkelijk ook, bleef een spraakmakend gastvrij gebaar uit

 

Het culturele zwaartepunt van de stad is De Nieuwe Kolk van Greiner van Goor Huijten Architecten in samenwerking met De Zwarte Hond. Maar het pand ligt gevoelsmatig buiten het centrum aan de onaantrekkelijke centrumring, waardoor de verbinding met de stad zwak is. Het recent opgeleverde stationsgebouw door De Zwarte Hond en Powerhouse Company is te zien als de nieuwe voordeur van Assen die nu nog op een kier staat. De Binnenstadsvisie van Urhahn landde in vruchtbare bodem, en kreeg door de coronacrisis extra relevantie.

 

Enkele mooie resultaten

Het winkellandschap veranderde de laatste jaren drastisch door de opmars van het internetwinkelen. Een tendens die door de coronacrisis is versneld. Zeker middelgrote steden als Assen kampen met een toenemende winkelleegstand, wat gevolgen heeft voor de vastgoedmarkt en de stedelijke leefbaarheid. De leegstand vreet aan de binnenstad.

 

‘“Iedere stad heeft elementen waarop een nieuw perspectief kan worden gebouwd”’

Tess Broekmans, partner bij Urhahn

 

 

De laatste binnenstadsvisie dateert uit 2017, maar de ambities daarin om van Assen een economisch krachtige, aantrekkelijke en vitale binnenstad te maken zijn niet ingelost. Volgens Tess Broekmans bestaat er onder de ondernemers geen enkele twijfel over de noodzaak om in te grijpen. Het winkelhart krimpt steeds harder, grote modeketens vallen om en de regionale positie van Assen verslechtert. Was de visie kortzichtig? “Nee, de tijd was er toen nog niet rijp voor”, aldus Jessica Tjon Atsoi, stedenbouwkundige en projectleider bij Urhahn. De visie uit 2017 miste volgens haar een stevig fundament – wat Urhan probeert te ondervangen door aan te haken bij de sterke punten van Assen, het Drentse DNA. Tegelijkertijd zijn wel enkele mooie resultaten geboekt, zoals de herinrichting van het Koopmansplein naar straks de nieuwe ‘huiskamer’ van Assen.

 

De lokale betrokkenheid die toen ontbrak is er nu wel, dankzij de stichting Vaart in Assen, opgericht in 2018. Bewoners en ondernemers sloegen hiermee de handen ineen om de impasse in de stedelijke vernieuwing te doorbreken en nu eindelijk een kwaliteitssprong te maken. En dat is hard nodig, onderstreept ook Tjon Atsoi: “Je voelt het Drentse DNA als je uit het station komt en richting de binnenstad wandelt. Maar als je doorloopt dan kom je in het noordelijke gebied, boven het Koopmansplein. Eenmaal daar vraag ik me af: wat is hier gedaan? Waarom? Hier moet het Drentse DNA – historisch, groen, gastvrij – worden doorgetrokken.”

 

Grote kwaliteitssprongen

Assen wil een inclusieve gemeente zijn met een binnenstad die bereikbaar en bruikbaar is voor iedereen. Een ambitieuze doelstelling, en om deze in te lossen belooft de Binnenstadsvisie Assen 2030 grote kwaliteitssprongen. In het kort: Assen verkleint het winkeloppervlak drastisch en vergroot de verblijfskwaliteit.

 

De binnenstad wordt een bestemming voor andere activiteiten dan winkelen. Het doel is om een kwalitatief hoogwaardig woonmilieu te bieden voor een grote doelgroep, ook voor woningzoekenden van buiten, uit Groningen bijvoorbeeld. Assen streeft naar een stabiele bewonersgroep, lokaal eigenaarschap en reuring in het centrum. Dit leidt tot sociale cohesie en dus ook een ontvankelijke stad.

 

De nieuwe visie is op te vatten als een stappenplan om binnenstadstransformaties te volbrengen en een gastvrije beleefstad te realiseren. “Iedere stad heeft elementen waarop een nieuw perspectief kan worden gebouwd. De crux is de combinatie van drie elementen: een mix van functies, een langetermijnvisie combineren met concrete acties, en samen met de betrokken partijen plannen maken”, aldus stedenbouwkundige Tess Broekmans, partner bij Urhahn.

 

Plek voor ontmoeting is een belangrijke randvoorwaarde voor een leefbare binnenstad. De vele openbare parkeerplaatsen die voorheen nodig waren voor winkelpubliek uit de omliggende dorpen, maken plaats voor groene lanen en parken. De auto wordt minder dominant, waardoor ruimte ontstaat voor meer wandel- en fietsroutes die voor verbinding zorgen tussen het zuidelijke gebied (historisch Drents DNA) en de binnenstad.

 

Het is onontkoombaar dat het wringt tussen wat goed is voor de stad en wat goed is voor de individuele eigenaar. Woningbouw levert nu eenmaal per vierkante meter minder op dan een winkel. Dat verlies nemen is pijnlijk. Maar de binnenstadsvisie anticipeert op wat komen gaat en biedt eenieder die betrokken is een realistisch perspectief. In plaats van lijdzaam toezien bouwt Urhahn met de gemeente Assen nu eindelijk eens aan een compactere, completere binnenstad. Waarin niet het winkelaanbod maar de binnenstad zelf de bestemming is. En dat vraagt om soms harde ingrepen.

 

Lees het complete artikel door Charlotte Thomas op DeArchitect.nl

Luister hier naar de podcast met Tess Broekmans, Merel Pit en Tracy Metz

Online kennissessies Week van de Buitenkansen

Kijk de de gratis kennissessies in De week van de Buitenkansen terug

Dat de buitenruimte meer is dan gras, bomen en tegels weten we inmiddels. Maar hoe kun je de kansen die de buitenruimte biedt voor spelen, bewegen, sporten, cultuur en ontmoeten zoveel mogelijk benutten? In de week van de buitenkansen presenteert Urhahn hun nieuwe boek Buitenkansen, gemaakt in opdracht van gemeente Apeldoorn en provincie Gelderland. In een reeks online kennissessies maak je kennis met inspirerende gastsprekers en goede voorbeelden uit de praktijk.

 

Voor wie?

Deze sessies zijn bedoeld voor iedereen die beroepsmatig met de buitenruimte bezig is; van ontwerpers en stedenbouwkundigen tot buurtsportcoaches en beleidsadviseurs. Maar ook bedrijven en inwoners die ideeën hebben of ideeën willen opdoen voor de buitenruimte zijn welkom om deel te nemen.

 

Inspiratieboek Buitenkansen
Aanleiding voor de week van de Buitenkansen is het nieuwe en rijk geïllustreerde inspiratieboek ‘Buitenkansen’. Een boek voor iedereen die onze buitenruimte wil (helpen) verbeteren. Het bureau Urhahn Stedenbouw & strategie maakte dit boek in opdracht van en samen met de gemeente Apeldoorn en provincie Gelderland. Doel van het boek is het enthousiast maken en inspireren van mensen die met buitenruimte bezig zijn en het gesprek hierover stimuleren. En zo ook bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van bestaande en nieuwe projecten. Tijdens de kennissessies komen ook voorbeeldprojecten uit het boek aan bod. Meer informatie over het boek vind je HIER

 

Actuele thema’s
Tijdens de week van de Buitenkansen organiseren we 4 kennissessies, met ieder een eigen actueel thema en eigen kijk op de kansen voor sport en bewegen in de buitenruimte. Tijdens de sessie komen verschillende inspirerende voorbeelden aan bod en krijg je de handvatten om zelf aan de slag te gaan met het thema.

 

1. Visie/beleid 
Maandag 27 september 14:30 tot 15:30 uur
Wendy van Kessel, urban designer bij Urhahn stedenbouw & strategie en Linda Hooijer, programmamanager Gezinsvriendelijke stad van gemeente Apeldoorn

De Corona-pandemie heeft ons wederom laten zien hoe belangrijk een uitnodigende, prettige leefomgeving is. De buitenruimte is herontdekt door de stedeling; velen sporten, spelen en ontmoeten elkaar weer gewoon op straat. Hoe maak je openbare ruimte die uitnodigt om naar buiten te gaan, om te spelen, te sporten en elkaar te ontmoeten? Het door Urhahn stedenbouw & strategie, in opdracht van en samen met de gemeente Apeldoorn en provincie Gelderland, ontwikkelde boek ‘Buitenkansen’, laat zien hoe je de buitenruimte in de stad uitnodigend maakt, met Apeldoorn in de hoofdrol. Tijdens deze sessie nemen we jullie mee in deze zoektocht en delen we tools en inspiratie voor het terugwinnen van de openbare ruimte voor langzaam verkeer, verblijf en ontmoetingen.

 

2. Ongeorganiseerd sporten: hoe organiseer je dat?
Maandag 27 september 15:45 – 17:00 uur
Maxi Sellering (urban community) en Dave van den Brink (Obstacle parcours Mheen Park Apeldoorn)

Ongeorganiseerd sporten is populairder dan ooit. Sporten waar, wanneer en hoe het je uitkomt. Maar hoe houd je als gemeente of sportaanbieder zicht en grip op deze groep sporters? Verschillende sprekers delen hun ervaringen en leerpunten over het bereiken en betrekken en van de ongeorganiseerde sporter.

 

3. Ontmoeten in de wijk door sport en spel.
Woensdag 29 september 15:30 – 17:00 uur

Desmond Post en Miranda van Holstein (Cruijff courts), Petra Pluimers (Nijha over de Urban dance ground en de Sportautomaat),  Cerunne Bouts  (NSGK) en Anne Bakker (Sportivate).

Sport, spelen en bewegen in de wijk biedt veel kansen. Zeker voor mensen voor wie sport en bewegen minder vanzelfsprekend is. Het is dicht bij huis, toegankelijk en laagdrempelig. Met de juiste inrichting en aanbod van (sport)activiteiten kun je ontmoeting tussen verschillende leeftijds- en doelgroepen stimuleren. Diverse sprekers nemen je in deze sessie mee in hoe je sport en spel in kunt zetten voor waardevolle ontmoetingen in de wijk.

 

4. Samen werken, samen bewegen.
Donderdag 30 september 15:30 – 17:00 uur

Bas van den Hoogen van de Provincie Gelderland en Linda Hooijer, van de gemeente Apeldoorn, Frank Geerlings van Business & Science Park Wageningen

Gezonde en vitale medewerkers zijn productiever, creatiever en minder vaak ziek. Alle reden om als werkgever werk te maken van de gezondheid van je werknemers. Dit heeft voordelen voor zowel de werkgever als de werknemer op het gebied van werkplezier en vitaliteit. Niet alleen op de werkvloer maar ook in de buitenruimte liggen kansen voor werkgevers en werknemers om bewegen te stimuleren. In deze sessie delen we een aantal succesvolle voorbeelden met je over hoe je naast samen werken ook samen kunt bewegen.

Terugkijken kan hier
De kennissessies kun je terugkijken op de website van de Gelderse Sport Federatie

Interview en podcast in de Architect: ‘‘We staan in Assen met onze poten in de klei’’

In vaktijdschrift De Architect en de bijbehorende podcastserie “Merel en Tracy praten door” geven we – terwijl de winkelleegstand toeneemt – een realistisch perspectief op een compacte, complete binnenstad. De binnenstadsvisie voor Assen is volledig op de schop gezet. Hoewel de gemeente initieel doelde op het uitbreiden van de winkelfuncties, is de focus nu gericht op huisvesting. Tess Broekmans, partner van Urhahn, legt uit hoe ze dit samen met lokale ondernemers teweeg gaan brengen. Een voorbeeld voor alle stagnerende middelgrote steden in Nederland.

 

De coronacrisis heeft de trend extra aan het licht gebracht: de middelgrote steden in Nederland verliezen hun regionale commerciële functie. Hieronder valt ook Assen, een stad die wordt geteisterd door leegstand in de binnenstad.

 

De nu grote lege dozen worden in de nieuwe binnenstadsvisie getransformeerd naar woningen. Samenwerking met de vastgoedontwikkelaars is hiervoor cruciaal, stelt Broekmans: “Enerzijds schetsen we het vergezicht, anderzijds staan we met de poten in de klei met de ontwikkelaars om er een goede draai aan het plan te geven.” Om zo elke ondernemer over te halen zijn kavel beschikbaar te maken voor de beoogde woningbouw.

 

Deze samenwerkingen zijn een geleidelijk proces, dat met elke ontwikkelaar anders zal verlopen. De nieuwe binnenstad van Assen kent daarom ook geen masterplan, maar een blauwdruk waarmee speling mogelijk blijft.

 

Succes ligt het volgens Broekmans in het opnieuw inzetten op de waarden die deze stad al kent en vooral in het werken voor en met de bewoners. Op deze manier hoopt ze dat Assen een voorbeeld kan zijn voor alle stagnerende middelgrote steden in Nederland.

 

Tekst Elisa Heath | Beeld David Meulenbeld

 

Luister hier naar het hele gesprek: Spotify

 

 

Interview in Stedelijk Interieur: Aantrekkingskracht openbare ruimte op de schop

Een aantrekkelijke openbare ruimte voor stad of dorp is steeds urgenter, concluderen stedenbouwkundigen en schrijvers Ad de Bont en Wendy van Kessel van stedenbouwkundig bureau Urhahn. Ze hebben samen het boek Buitenkansen geschreven, om voorbeelden te geven hoe gemeenten en provincies hun openbare ruimte kunnen verbeteren.

 

Volgens De Bont moeten gemeenten en provincies de hoe-vraag stellen, om meer tot deze ontwikkeling te komen. “Het is belangrijk dat gemeenten de vraag stellen ‘Hoe kunnen we de openbare ruimte optimaal benutten?’, waardoor het voor buurtbewoners aantrekkelijk is om meer te bewegen of elkaar te ontmoeten in een park.”

 

Volgens Van Kessel kunnen gemeenten prima inspelen op de behoeftes van buurtbewoners, zoals meer groen of een ontmoetingslocatie realiseren. Ze moeten daarvoor goed onderzoeken hoe ze buurtbewoners betrekken bij projecten. “De meerwaarde zit in het samenbrengen van de verschillende groepen enerzijds en anderzijds het samen zoeken naar een oplossing waar iedereen zich in kan vinden”, vertelt Van Kessel. “Een buurtparkje is een goed voorbeeld om bewoners bij alledaagse projecten te betrekken. Zij kunnen ideeën en inzichten geven over hoe beter in bepaalde sociale functies kan voorzien. Tegelijkertijd moet de gemeenten ook kijken hoe ze de openbare ruimte klimaatbestendig in gaan richten.” Wanneer een gemeente de kennis heeft over de sociale functies en hoe ze met klimaatadaptatie omgaan, kan dat volgens de twee stedenbouwkundigen bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteiten van de publieke ruimte.

 

Wanneer een gemeente meer vanuit het perspectief van de bewoners gaat denken, geef je een sterk signaal af en komt de verblijfskwaliteit boven mobiliteit te staan”, vertelt De Bont. “Geef kinderen en volwassenen een omgeving waar ze elkaar kunnen ontmoeten of veilig kunnen spelen. Zoals een autovrije of groene school. Dit kan al bijdragen aan een betere leefomgeving.

 

Lees het complete artikel in de september editie van  Stedelijk Interieur 

 

Almere, stad met toekomst – visie voor 2050

Hoe groeit een stad die 50 jaar geleden als een zo ideaal mogelijke stad is ontworpen? In ‘Almere, stad met toekomst – een actueel perspectief op Almere nu en later’ tekent Urhahn aan de toekomstvisie voor Almere in 2050.

 

Voortbouwen op bewezen kwaliteiten

Almere is 50 jaar geleden op de tekentafel bedacht als een nieuwe tuinstad in een lege polder. Inmiddels wonen er ruim 215.000 inwoners en is Almere een stad met visie, durf en lef. Een stad die nog steeds een onderscheidend groen en blauw maar ook stedelijk karakter heeft. De door Urhahn ontworpen toekomstvisie Almere, stad met toekomst – een actueel perspectief op Almere nu en later’ bouwt nadrukkelijk voort op bewezen kwaliteiten.

 

Niet langer alleen woonstad

Want in 2050 is Almere ook één van de grootste, groenste en veiligste steden van Nederland. In de bestaande stad zorgt stedelijke vernieuwing voor vitale , gezonde, veerkrachtige samenlevingen. De werkgelegenheid neemt – vooral in IT, recreatie en de circulaire economie – flink toe. Almere wordt een complete, grote stad. We bouwen aan meer stedelijkheid met menging van wonen met werken, en extra voorzieningen in Almere Centrum.

 

Tot wel 85 duizend nieuwe huizen

Vooral in Almere Pampus kiezen we voor keuze voor stedelijke milieus met hogere dichtheden. Daar is ruimte voor 30.000 woningen. In totaal worden in Almere 60.000 – 85.000 nieuwe woningen gebouwd, waarvan 25.000 al voor het jaar 2030. Zo vormt Almere een onlosmakelijk deel van de meerkernige Metropoolregio Amsterdam.

 

Zes pijlers voor een betere, aangenamere en completere stad

De belangrijkste verbeterpunten en kwetsbaarheden zijn; de blijvend grote behoefte aan woningen in Almere en de Metropoolregio Amsterdam; het op de groei van de stad achterblijvend aantal arbeidsplaatsen en voorzieningen; de sociaaleconomische kwetsbaarheid van stad en inwoners; de bereikbaarheid van de stad via weg en spoor die meer onder druk komt te staan; het groeiende belang van en aandacht voor het landschap en de ecologie én duurzame energie, klimaatadaptatie en circulariteit.

Deze urgente opgaven hebben we vertaald naar zes pijlers die de basis vormen van ‘Almere, stad met toekomst’.

  • Eerste pijler: Voldoende woningen en gevarieerde woonomgevingen
  • Tweede pijler: Goed ondernemersklimaat met voorzieningen
  • Derde pijler: Sterke en veerkrachtige samenleving
  • Vierde pijler: Uitstekende bereikbaarheid
  • Vijfde pijler: Hoogwaardige landschappen met allure
  • Zesde pijler: Klimaatbestendig, energieneutraal en circulair

Wonen en werken in een duurzame, gemengde stad

Stedenbouw volgens Urhahn is meer dan vastgoedeconomie en het maximaliseren van het aantal woningen of kantoren. Urhahn kijkt breder; hoe bouw je aan levendige, gemengde steden gericht op economische én sociaal-maatschappelijke structuurversterking? Een stad waar wandelen, fietsen en ov het uitgangspunt zijn. Een stad die inclusief is, waar ruimte is voor jong en oud, bemiddeld en minder draagkrachtig. En bovenal een stad waar mengen van wonen en werken de basis vormt. Dit alles in een vanzelfsprekend volledig natuurinclusieve en circulaire wijk. Deze principes zijn in optima forma terug te vinden in de plannen voor Almere Pampus: dé innovatieve stadswijk van de toekomst.

 

Context: Tussen Pampusstrand en IJmeermetro

Parallel maakten we de ‘Ontwikkelstrategie Amsterdam Bay Area’ (oktober 2020) met daarin Almere Pampus. Hét toekomstige blauwe hart van de MRA is de plek waar duizenden mensen gaan wonen, werken en recreëren. Daarmee krijgt het ecologisch systeem van het IJmeer een forse impuls en langs de kusten ontstaan nieuwe landschappen van formaat. In Almere Pampus wordt een volledig circulaire woon/werk stadswijk ontwikkeld met een binnendijks plassengebied en een spectaculair strand voor de hele regio.

 

De ook door Urhahn opgestelde overkoepelende visie ‘Perspectief Oostflank MRA, klaar voor de toekomst’ (november 2020) is voor Almere uitgewerkt in het nu vastgestelde ‘Perspectief Almere, Stad met toekomst’. Het grotere toekomstbeeld schetst een toekomstbestendige en sterke Oostflank van de Metropoolregio in 2050, waar Almere deel van uitmaakt. De Oostflank is volop bezig met een hoeveelheid woningbouw die een fikse deel van de woningnood weg neemt en wil de komende jaren versnellen. Ook worden Almere en Amsterdam met de IJmeer-metro eindelijk goed verbonden.

 

Download hier de toekomstvisie  ‘Almere, Stad met Toekomst: een actueel perspectief op Almere nu en later’.

Sociale huur uit de schaduw

Stedelijke vernieuwing met behoud van alle sociale huur

Met fysieke middelen een sociale opgave oplossen is een groots streven. De L-flat (een sociale huurkolos met de twijfelachtige eer de grootste galerijflat van Nederland te zijn), zette in de NRC-serie en podcast ‘Terug naar de flat‘ de naoorlogse wijk Vollenhove in Zeist op de stedenbouwkundige kaart. In deze woonomgeving blijkt pech niet alleen maar toeval en bestond eenzaamheid al ver voor de lockdown. Om de maatschappelijke problemen die de serie blootlegt aan te pakken, is naast ambitie ook lef nodig. Als start van de gebiedsvisie helpt Urhahn de gemeente Zeist, corporatie Woongoed en ontwikkelaar Lisman&Lisman (het familiebedrijf dat al sinds de ontwikkeling van de wijk betrokken is) de kansen te benoemen voor het structureel verbeteren van dit naoorlogse woonmilieu. Mét behoud van de sociale huurwoningen. 

 

Een alternatief einde voor de serie

Groot denken tekent niet alleen onze ambitie. Breder kijken dan het initiële plangebied en aansluiten bij grotere schaal is een van de middelen uit onze inmiddels rijkgevulde toolbox voor stedelijke vernieuwing en een beweegvriendelijke stad. De basisschool, studenten, het winkelcentrum en stichting Altrecht in het naastgelegen Sanatoriumbos betrekken we bij het proces. Helaas eindigt de reeks in het NRC niet met een happy end. Maar Urhahn denkt de input voor een afsluitende aflevering met perspectief voor verbetering van het leven aan de voet van de L-flat te bieden. Misschien maar eens contact opnemen met de makers.

Buitenkansen voor een uitnodigende buitenruimte

Hoe maak je openbare ruimte die uitnodigt om naar buiten te gaan, om te spelen, te sporten en elkaar te ontmoeten? Ons nieuwe boek Buitenkansen biedt tools en inspiratie voor een buitenruimte die verleidt tot gezond gedrag.

 

De Corona-pandemie heeft ons wederom laten zien hoe belangrijk een uitnodigende, prettige leefomgeving is. De buitenruimte is herontdekt door de stedeling; velen sporten, spelen en ontmoeten elkaar weer gewoon op straat. De stad groeit echter en het woningtekort vraagt om stedelijke verdichting en transformatie. Daarbij kan deze cruciale ruimte voor wandelen, fietsen, sport en spel onder druk komen te staan. Maar het creëert ook kansen om de buitenruimte aantrekkelijker in te richten voor kinderen, ouderen, voetgangers, fietsers en rolstoelers. Het door Urhahn stedenbouw & strategie, in opdracht van en samen met de gemeente Apeldoorn en provincie Gelderland, ontwikkelde boek ‘Buitenkansen’, laat zien hoe je de buitenruimte in de stad uitnodigend maakt. Dat doen we aan de hand van concrete voorbeelden uit Apeldoorn en andere Gelderse steden. Deze zijn  toepasbaar in alle Nederlandse gemeenten. We laten zien hoe we alledaags Nederland nét iets uitnodigender maken. We laten niet alleen de iconische, fotogenieke projecten zien, maar zoomen ook in op gewone woonwijken, normale bedrijventerreinen en rafelige stadsranden. Onze dagelijkse leefomgeving. We laten zien dat er zoveel meer mogelijk is dan het plaatsen van wat bomen, wipkippen en bankjes. 

 

Praktische voorbeelden hoe de buitenruimte beter te benutten

In Buitenkansen zijn zes ambities uitgewerkt in letterlijke buitenkansen:

  • Natuur de stad in – een natuurinclusieve stad tot in alle haarvaten
  • Trage netwerken – een buitenruimte waar wandelen en fietsen de inrichting bepalen
  • De straat als speeltuin – een buitenruimte die is ingericht om overal te kunnen spelen
  • Het dorpse in de wijk – wijken waar men levenslang samen kan wonen
  • De stad als sportschool – alle ruimte voor de sporter in de buitenruimte
  • Buitenkunst – de cultuur en het erfgoed worden beleef- en bespeelbaar

 

Slim combineren in een actieve stad

Buitenkansen laat zien wat de meerwaarde is van slim combineren van gebruik van de openbare ruimte. De ruimte wordt steeds schaarser en dubbelgebruik is onvermijdelijk. “Je kunt bijvoorbeeld klimaatadaptieve ingrepen inzetten voor bewegen en spelen, zoals bij de Marktstroom,” aldus Wendy van Kessel, stedenbouwkundige bij Urhahn. In project Marktstroom in Apeldoorn is de loop van een historische waterloop weer tastbaar gemaakt. Het terugbrengen van het beekje draagt bij aan de klimaatadaptatie én zorgt voor een fijne speelplek midden in de stad.

 

Geef de buitenruimte terug aan de bewoner

Buitenkansen gaat over de buitenruimte vormgeven voor én door bewoners. Stel niet de auto maar de stadsbewoner en stedelijk gebruik centraal. Geef de ruimte vorm, en programmeer deze vanuit de verblijfskwaliteit, leefbaarheid en sociale cohesie. De buitenruimte is één van de schaarse plekken waar verschillende groepen elkaar nog ontmoeten.

 

Doorlopend onderzoek naar de Beweegvriendelijke stad

Buitenkansen is een verbreding van het langlopend onderzoek en eerdere boek van Urhahn: De Beweegvriendelijke Stad. Daarin staat een stad waar fysiek bewegen een vanzelfsprekend onderdeel is van het dagelijks leven centraal. Met beide publicaties laat Urhahn zien hoe een buitenruimte met fijne speelplekken, die fungeert als één grote sportschool, waar je veilig kunt opgroeien en oud kunt worden, uitnodigt tot gebruik en ontmoeting. Via slimme ingrepen – van het plaatsen van waterkraantjes en kluisjes bij hardlooproutes tot het openbaar maken van schoolpleinen – wordt er gewerkt aan een beweegvriendelijke stad voor alle inwoners, bezoekers en werknemers.

 

Structureel nadenken over actief gedrag in de stad

Beweegvriendelijkheid vraagt om een integrale visie op een stad, buurt of plek waarbij bewegen centraal staat. Een goede mix van wonen, werken, winkels en scholen zorgt voor beloopbare en fietsbare afstanden. Om bij een bedrijventerrein of shopping mall aan de rand van de stad te komen, pak je de auto of het OV. Sportvelden niet wegdrukken naar de rand, bevordert bewegen. Ad de Bont, directeur van Urhahn: “We zagen het de afgelopen tijd: sporten kan op straat, in het park en in en op het water. Geef de sporter de ruimte en zie ‘de stad als sportschool’. Beweegvriendelijkheid betekent structureel nadenken over het actieve gedrag in de stad en vraagt om stedenbouwkundige keuzes: soms op de schaal van de gehele stad, maar soms ook op het niveau van de inrichting van een straat.”

 

 

Ook Buitenkansen benutten?

Het boek Buitenkansen is te koop en online te bestellen bij Apeldoornse boekhandel Nawijn & Polak en bij vakboekhandel Architectura&Natura in Amsterdam.

 

Blader hier door het boek Buitenkansen:

 

Interview Urhahn in vakblad De Blauwe Kamer

De nieuwste editie van hét vakblad voor Stedenbouw ‘de Blauwe Kamer’ bevat een bureauprofiel van Urhahn. Een uitgebreid interview met mede-directeur Tess Broekmans waarin spontaan ontwerpen, dansen met ontwikkelaars en K. Schippers de revue passeren. En haar (tot nog toe geheime) ambitie om stadsbouwmeester van Amsterdam te worden. Hier volgen een paar highlights:

 

Oprichter en voormalig partner Gert Urhahn deed veel onderzoek naar wat de stad succesvol maakt. Samen met ruimtelijk strateeg Sjoerd Feenstra nam Tess Broekmans in 2010 het bureau van Urhahn over, en later voegde stedenbouwer Ad de Bont zich als partner bij hen. Het bureau heeft nog steeds een stevige focus op transformatieopgaven. Maar waar Urhahn in het verleden vooral gevraagd werd in de onderzoeksfase van projecten, is het bureau tegenwoordig van scratch tot en met de uitvoering van projecten betrokken. Daar heeft Broekmans zich hard voor gemaakt. ‘Met zo’n lange betrokkenheid kun je kwaliteiten beter tot het laatste moment bewaken. Zeker bijprojecten die niet via een masterplan ontwikkeld worden, maar organisch.’
Een goed voorbeeld van zo’n project is Oostenburg, een herontwikkeling van een voormalig industrieel eiland in het oosten van Amsterdam. Broekmans: ‘Hier vorm ik als stedenbouwer al tien jaar het geheugen van het project.’ Ze glimlacht. ‘Eigenlijk gaat mijn betrokkenheid nog veel langer terug in de tijd. Mijn vader werkte als projectgroepvoorzitter in de stadsvernieuwing in Amsterdam en heeft toen ik klein was aan de herontwikkeling van de Oostelijke Eilanden gewerkt. Ik ging weleens mee en herinner me nog de herrie van de machines die hier in de fabriekshallen het spoorwegmaterieel produceerden.’

 

Dansen met bewoners

Stadsontwikkeling is voor Broekmans als een dans. ‘In de dynamiek tussen ontwikkelaars, ontwerpers, gemeente en gebruikers komt een plek tot leven; als stedenbouwer ben je de choreograaf en probeer je ruimte te geven aan de dansers om tot een gelaagd plan te komen. Jij zorgt voor de richtlijnen en stuurt op bepaald gebruik, maar het is uiteindelijk aan de andere spelers en bewoners om invulling te geven aan plekken.’
Een voorbeeld van een geslaagde dans met een woningcorporatie (in dit geval Woonbedrijf) en bewoners is het plan voor Space-S, een woonomgeving in Eindhoven met sociale huur voor studenten, starters, gezinnen en ondernemers. ‘Toen we voor deze plek een stedenbouwkundig plan en de openbare ruimte ontwierpen, gingen we met een grote groep toekomstige bewoners aan de slag. Er ontstond al snel een gemeenschappelijk gevoel over wat voor hen de essentie van samenleven was. Zij benoemden de contrasten “samen en zelf” en “groen en stedelijk”. Die hebben we vertaald in een ontwerp met stedelijke torens en groene hoven.’ De bewoners gaven aan dat ze graag gemixt wilden wonen, families en studenten op één vloer, en dat ze een aantal collectieve ruimtes wilden hebben. ‘Corporatie Woonbedrijf zou zo’n keuze uit eigen beweging niet snel maken, daarvoor zijn de bewonersgroepen te verschillend van elkaar. Om het collectieve gevoel niet te verliezen, is het planproces bovendien bewust razendsnel doorlopen.’

 

Droombaan

Als gastdocent aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam en als vakcoördinator stedenbouw bij het beroepservaringsprogramma PEP grijpt ze elke gelegenheid aan om het gesprek te voeren over wat het vak moet inhouden. ‘Op de academie tref je zoveel visies op het vak; het is inspirerend daaraan bij te dragen. Op de TU Delft is de studie stedenbouw juist aan het verwetenschappelijken. We moeten er wel goed voor waken dat hier het leren van ontwerpvaardigheden niet in het gedrang komt. Stedenbouw is immers echt een vak van de praktijk.’
Vanuit die praktijk zou ze zich graag willen bemoeien met de toekomst van ‘haar’ Amsterdam, om te zorgen dat de stad haar prettige gelaagdheid blijft behouden. ‘Ik zeg het maar gewoon, maar mijn grootste droom is om stadsbouwmeester van Amsterdam te worden – of misschien is ‘stadscurator’ een beter woord. Ik wil projecten die vastlopen een stapje verder brengen en samen met betrokken partijen kijken hoe plekken beter kunnen worden benut. Uiteindelijk wil iedereen toch een goed stuk stad neerzetten dat lang meegaat, en samenwerking is daarin de sleutel.’

 

 

Het tijdschrift met het complete interview is online te koop bij uitgeverij Blauwdruk.

Zo maken we winkelstraten weer levend en binnensteden weer leefbaar

Het is een vraag die zich door de sterke toename van online winkelen steeds meer opdringt: wat is de toekomst van de binnensteden en hoe kunnen gebiedsontwikkelaars hier op inspringen? Op Gebiedsontwikkeling.nu deelt Tess Broekmans aan de hand van geformuleerde binnenstadsvisies hoe we onze winkelstraten weer leefbaar en beleefbaar maken. “Op een plek waar de ontwikkeling vastliep, ontstond energie en plezier.”

 

Corona gaat grote gaten slaan in het winkellandschap, constateert Tracy Metz in maart terecht in het NRC-artikel “Weg met de winkelstraat. De binnenstad kan een groenere, aantrekkelijkere, socialere en lokalere bestemming worden met andere functies dan louter retail en horeca. “Niet alleen een opgave voor de vastgoedsector. Ondernemers, gemeenten maar ook bewoners staan samen aan de lat”, vervolgt Rinske Brand in haar column Retail realisme eind maart op Gebiedsontwikkeling.nu. Dus we hebben het waaróm en het wie nu bepaald. Maar hoé geven we binnensteden weer toekomst?

Steden kunnen nu al aan de slag in plaats van lijdzaam toe te zien hoe de leegstand de binnenstad aanvreet. Van Eindhoven tot Assen, van Medemblik tot Veldhoven; iedere stad heeft elementen waarop een nieuw perspectief gebouwd kan worden. De crux is de combinatie van drie elementen: breed zoeken naar de mix van functies, combineren van een langetermijnvisie met concrete acties, en plannen maken mét de betrokken partijen.

 

1 Centrum als bestemming

De binnenstad als bestemming voor andere activiteiten dan winkelen is de kern van iedere binnenstadstransformatie, blijkt uit vele visies voor binnensteden waaraan Urhahn werkte. Horeca, de maakindustrie, werken (in kantoren of op flexplekken), onderwijs, cultuur, zorg en sport zijn bestemmingen voor stadsbewoners en bezoekers van alle leeftijden. Het dwaalmilieu van kleine straatjes is prettig om doelloos doorheen te wandelen. Het plein, de waterkant, het terras of het lokale café is de plek voor ontmoeting. Het woon-, leef- en werkklimaat wordt versterkt en tegelijk wordt het investeringsmilieu voor ondernemers en eigenaren vergroot.

Wonen is de belangrijke drager van de binnenstad na corona. Wonen zorgt voor lokaal eigenaarschap en reuring in de vroege ochtend en avond. Daarvoor is meer nodig dan kleine appartementen voor starters bovenop de supermarkt of bij het station. Door woonkwaliteit te bieden ontstaat een stabiele groep bewoners. Een groot balkon, een collectief binnenhof, een autovrije woonstraat of een park vlakbij, zijn essentieel. Een plek waar je je buren kent maakt sociale cohesie. Een voordeur aan de straat waar je een praatje maakt, of een collectieve ruimte dragen daaraan bij. Ruimte om te parkeren is (net zo min als voor winkelen) ook voor wonen geen randvoorwaarde meer. Ontmoeten is inmiddels belangrijker.

 

2 DNA van de plek activeren

Een stad die al eeuwen bestaat moet verder terugkijken dan alleen de afgelopen decennia. Juist de plekken die de afgelopen jaren zijn gepasseerd vanwege ruimtebehoefte voor meer en grotere winkels zijn vaak de identiteitsdrager: de herontdekking van de Jansbeek in Arnhem, het Middeleeuwse Ei in Doetinchem, de Brink in Assen. Ook jonge steden zoals Almere, Zoetermeer of Emmen hebben meer identiteit dan vaak wordt gezien. Zo was in Emmen de dierentuin niet alleen een attractie, maar ook een lokale bestemming. De oude dierentuin is een plek met herinneringen van alle gezinnen uit Emmen, en een verhaal van oprichters met een moderne visie op dierenwelzijn. In Almere is het Weerwater de identiteitsdrager; daar voel je de wind van de polder.

Ontwikkeling in een trager tempo dat past bij de stad maakt dat nieuwe ingrepen minder dominant zijn en deel worden van wat er al is. Juist in de tijd van de grote winkeluitbreidingen in de jaren 90 is op veel plekken een generieke sfeer ontstaan die steden inwisselbaar maakt. Nu we voor de volgende transformatieslag staan, moeten we daar niet voor vallen. Gemeenten kunnen beter denken in samenhang en lange termijn. Natuurlijk zijn concrete acties essentieel om de moed erin te houden. Het langdurige proces rondom Arnhem Rijnboog werd verluchtigd door het kunstwerk Aardvarken van Florentijn Hofman, geschonken door Ouwehands Dierenpark ter gelegenheid van de 100ste verjaardag van de dierentuin. Op een plek waar de ontwikkeling vastliep, ontstond energie en plezier.

 

3 De binnenstad is van en voor iedereen

Een wervende visie waar de wethouder mee voor de dag kan komen, die niet als een sprookje klinkt voor de ondernemer en die de bewoner enthousiast maakt. Dat heb je nodig. De ondernemers in de binnenstad weten vaak al eerder dat het mis is dan de gemeente. In Assen hebben we veel tijd uitgetrokken om een toekomstanalyse van het winkelen te maken. Toen we dat verhaal deelden met de ondernemers, bleek die analyse helemaal niet nodig: er was bij hun geen enkele twijfel over de noodzaak om in te grijpen. Dat ligt anders als het over individueel eigendom gaat. Waar de klappen vallen is het vastgoed dat vaak nog jong en daarom duur om te transformeren is. Geduld is belangrijk, de gemeente houdt de rug recht en houdt vast aan wat bijdraagt aan het geheel van de binnenstad. Zo kom je als binnenstad sterker uit de crisis.

 

 

Case: Arnhem Rijnboog en het succes van trage planvorming

Rijnboog in Arnhem was rond de eeuwwisseling een sleutelproject om de binnenstad beter te verbinden met de Rijn. Terwijl Nijmegen de Marikenstraat bouwde, werd in Arnhem lang gepraat over het al dan niet aanleggen van een haven, zoals voorgesteld door de Spaanse starchitect De Sola Morales. Uiteindelijk werd de haven inzet van een referendum, en weggestemd. Gevolgd door een nieuw plan waarin winkelen en cultuur de economische en ruimtelijke dragers waren. Toen de plannen klaar waren was het 2013 en sloot de binnenstedelijke Bijenkorf. De ontwikkelaar trok zich terug en de gemeente was op zichzelf aangewezen.

De tijd was rijp voor een stap-voor-stap ontwikkelstrategie in plaats van een allesomvattend masterplan. Van het oorspronkelijke masterplan konden delen zoals de bibliotheek geïncorporeerd worden. In combinatie met het kunstwerk Aardvarken en de verbouwing van een kantoorpand tot hotel, ontstond een nieuw brandpunt in de stad. In plaats van de focus op de haven werd de Jansbeek herontdekt. De Jansbeek is een mooi voorbeeld van bewonersparticipatie en lokaal DNA: de beek geeft een impuls aan een veel groter deel van de binnenstad dan alleen de Rijnkade. De binnenstad is gevoelsmatig weer verbonden met Park Sonsbeek en de Veluwe. Naast de bibliotheek maakt een kunstencluster aan de Rijn deel uit van het programma. Plannen voor een alles-in-één theater aan de Rijn maakten plaats voor een filmhuis op het Kerkplein: klein maar fijn, geen inbreuk in de historische gevelwand maar een welkome aanvulling. Waar het Kerkplein een gat in de stad was, en misschien wel de belangrijkste knip tussen de binnenstad en de Rijn, vervult het filmhuis nu met de Jansbeek de rol van schakel tussen historische stad en rivier. Subtieler dan de haven, en zonder afhankelijk te zijn van winkelen.

 

Case Doetinchem: alles op het Ei

In een kleine stad als Doetinchem was al vroeg duidelijk dat het winkelen niet meer de motor van de binnenstad kan zijn. De binnenstad heeft hier weliswaar een middeleeuwse vorm, maar de panden zijn vanwege bombardementen grotendeels naoorlogs. De bescheiden pandjes werden te klein bevonden voor winkels, en het winkelen breidde zich uit in het gebied De Veentjes ten noorden van het centrum.

Zoals in veel steden is de plek waar het hardst gegroeid is, ook de plek waar de leegstand het eerst toeslaat. Een leegstaande supermarkt werd een rotte plek in De Veentjes, zeker na nieuwbouw van het theater aan de rand van de binnenstad. De gemeente nam het voortouw met tijdelijk programma: een stadspark op de plek van het theater. Dit bleek dé impuls voor wonen in De Veentjes. Door bewoners een rol te geven in de ontwikkeling van het park werd de buurt mentaal eigenaar van het park, en was de stap van tijdelijk naar definitief park gemaakt. Daarmee werd ook de herontwikkeling van de supermarkt naar een woonblok aan het park mogelijk. Winkelplinten zijn verbouwd tot woningen, ondanks de diepe en donkere ruimtes.

Ook aan de andere randen van het Ei wordt nu gewerkt: als hippe tegenhanger van de binnenstad vormt de oude IJssel een eigentijdse ontmoetingsplek. Met houten vlonders langs de oever, een stadsstrand en een bibliotheek in een oud pand wordt de oever aantrekkelijk. De IJsselkade vrij van gemotoriseerd verkeer maken is het sluitstuk dat Ei en Oude IJssel weer samenbrengt.

 

Case Almere: de charme van de jaren 80 aan het Weerwater

De Zoetelaarpassage in Almere is met de komst van het winkelhart van OMA een beetje in vergetelheid geraakt, met dalende huren als gevolg. Dat bood ruimte voor een ander segment winkels, waardoor de passage is getransformeerd naar een centrum voor dagelijkse boodschappen met groentewinkels, toko en Lidl. Waar ik meestal pleit voor een gewone winkelstraat met frisse lucht, is de overkapping hier een aanwinst omdat het een verblijfsplek creëert. Het Weerwaterplein aan de jachthaven (zonder zicht op het Weerwater overigens) is ook een pareltje uit de jaren 80.

In de visie op de Almeerse binnenstad als onderdeel van Perspectief Oostflank pleiten we voor het rondje Weerwater: hier liggen kansen voor sport, spel, buitenkunst. De enorme schaal van de plas is geen traditioneel centrum met alles op loopafstand, maar past bij Almere als moderne stad, waar wonen de belangrijkste functie is. Sinds thuiswerken veel meer is ingeburgerd is ontspannen in je woonbuurt een must, en dat biedt het Weerwater.

 

Meer toepassingen van deze aanpak voor stadscentra:

Binnenstadsvisie Assen: Klaar voor na de crisis

Beeldkwaliteitsplan Binnenstad Ede

Brainportwaardige Binnenstad Eindhoven

Groningen Heerestraat: tailormade

Van winkelcentrum naar dorpshart in Veldhoven

Een levendig stadshart voor Amstelveen

Eén-in-drie omgevingsvisies Drechterland, Stede Broec en Enkhuizen

Hoe kom je als drie gemeenten tot Omgevingsvisies waarin niet alleen lokale kwaliteiten worden versterkt, maar ook kansen die gemeentegrenzen overstijgen worden benut? Urhahn formuleert drie Werkboeken met bouwstenen voor de drie gemeenten binnen de SED-samenwerking. Op basis daarvan kunnen de gemeenten invulling geven aan de uitgangspunten die we in de regionale structuurschets Een dijk van een regio hebben verwoord.

 

Van romantisch landschap, via de historische binnenstad van Enkhuizen, tot de stoere kustlijn. De werkboeken beschrijven met verschillende verhaallijnen een toekomstbeeld voor de lange termijn. Binnen de SED-gemeenten bestaat een grote diversiteit aan woon-werkmilieus waarop men kan voortbouwen. Zo ligt werkgelegenheid hier om de hoek, de ligging is centraal en de bereikbaarheid biedt met meerdere stations stevige kansen. Wat kan zelfstandig, en voor welke ruimtelijke ontwikkelingen hebben gemeenten elkaar nodig?

 

De Werkboeken zijn een tussenstap in de uitwerking van de uiteindelijke omgevingsvisies. Ze reiken ruimtelijke kansen en vraagstukken aan voor het participatieproces.

Binnenstadsvisie Assen: Klaar voor na de crisis

Sterker uit de crisis: internetwinkelen en corona maken meeste winkels misbaar

De laatste binnenstadsvisie voor Assen is nog maar kort geleden (2017) opgesteld. Nu al blijkt deze visie achterhaald. Mede door de Coronacrisis heeft het online winkelen een vlucht genomen die niet te stoppen lijkt. De toename in winkelleegstand heeft merkbaar effect op de binnenstad. Er heerst veel onzekerheid over de toekomst. In een intensief en vooral online participatietraject is met de vele stakeholders en belanghebbenden in de binnenstad gesproken voor draagvlak voor de uitgezette koers.

 

In de ontstane Binnenstadsvisie anticiperen we op wat komen gaat en bieden we eenieder die betrokken is een realistisch perspectief. Dat doet soms pijn en vraagt om harde ingrepen, maar in plaats van lijdzaam toezien kunnen we nu bouwen aan een compactere, completere binnenstad. Waarin niet het winkelaanbod maar de binnenstad zelf de bestemming is. Het centrum is straks voor alle doelgroepen interessanter en relevanter.

 

Krimpen op de juiste plek volgens Drents DNA

Ook in de toekomst moet de binnenstad van Assen het kloppende hart van Drenthe zijn. Daarvoor concentreren we ons (ondanks de hoeveelheid grote winkels ten noorden van het centrum) op de oude kern van Assen, waar de identiteit van de binnenstad zichtbaar en voelbaar is. In dit gebied rondom de Brink, ruimtelijk omsloten door de oude singelgrachtstructuur en uitmondend in de Vaart, ervaart men het Drents DNA. Op de hier aanwezige kwaliteiten bouwen we voort in heel de binnenstad: groen, historisch, goede openbare ruimte, goede gebouwen, een prettige schaal in een fijnmazige structuur. Voor de toekomstige ontwikkelingen in de binnenstad is dit Drents DNA het leidende principe.

 

Binnenstadstransformatie volgens Urhahn: centrum als bestemming

De binnenstad als bestemming voor andere activiteiten dan winkelen, dat vormt de kern van iedere binnenstadstransformatie blijkt uit vele visies voor binnensteden waaraan Urhahn werkte. Horeca, de maakindustrie, werken (in kantoren of op flexplekken), onderwijs, cultuur, zorg en sport zijn bestemmingen voor stadsbewoners en bezoekers van alle leeftijden. Het dwaalmilieu van kleine straatjes is prettig om doelloos door heen te wandelen. Het plein, het terras of lokale café is de plek voor ontmoeting. Het investeringsmilieu voor ondernemers en eigenaren wordt in dit compactere gebied vergroot, en tegelijkertijd in de schil eromheen ook het woon-, leef- en werkklimaat.

 

Verblijfskwaliteit en woonkwaliteit voor bewoners in alle doelgroepen

Wonen is de basis van de binnenstad na corona. Wonen zorgt voor lokaal eigenaarschap en reuring in de vroege ochtend en avond. Daarvoor is het nodig meer te bieden dan kleine appartementen voor starters bovenop de supermarkt of bij het station. Door woonkwaliteit te bieden ontstaat een stabiele groep bewoners. Een groot balkon, een collectief binnenhof, een autovrije woonstraat of een park vlakbij zijn essentieel. Zo’n overzichtelijke groep bewoners waarin je je buren kent maakt sociale cohesie. Een voordeur aan de straat waar je een praatje maakt of een collectieve ruimte dragen daaraan bij.

 

Ook in Assen zien we veel kansen met wonen als basis. Laad en los/parkeerhoven worden getransformeerd naar groene ontmoetingsplekken waar rustig gewoond kan worden; de vele parkeerplaatsen in publiek garages die voorheen nodig waren voor een groot winkelend publiek worden nu ingezet voor bewoners van de binnenstad. De herinrichting van het Koopmansplein vormt het vliegwiel om met een goede openbare ruimte de verblijfskwaliteit te vergroten en te vergroenen, zoals ook Ede, Apeldoorn en Emmen hun plein recent hebben heringericht.

Raamwerk Kromhout in het Hamerkwartier, Amsterdam Noord

Het Hamerkwartier aan de noordelijke IJ-oevers in Amsterdam wordt getransformeerd tot een levendige stadswijk met een volwaardige mix van wonen en werken. Woningcorporatie Eigen Haard heeft de Kromhouthal in dit gebied in 2010 gekocht met de gedachte dat de ontwikkeling op deze plek van meerwaarde kan zijn voor de omliggende wijken Vogelbuurt en IJplein, waar de corporatie veel bezit heeft. De transformatie van de Hamerstraat moet daarom bijdragen aan de verbetering van deze buurten, de kansen voor doorstroming en meer mogelijkheden voor de huidige bewoners.

 

Een duurzame betrokkenheid

Urhahn is het nadenken over de plek begonnen met een manifest voor het Hamerkwartier: wat is er van belang voor de ontwikkeling die bijdraagt aan het maken van een inclusieve stad? Daarnaast heeft Urhahn een concept ontwikkeld voor de hallen, en in vervolg hierop een uitwerking voor de transformatie van de kavels van Eigen Haard.

 

Van 2018 tot heden heeft Urhahn gewerkt aan een visie en uitwerking van de plannen voor deze locatie. Vanwege een aantal elementen dat samenkomt op de locatie is de ontwikkeling complex: de monumentale hallen (waaronder de Kromhouthal en de Storkhal), het door de gemeente Amsterdam geplande oeverpark langs het IJ en het onderzoek naar de aanlanding van een brug over het IJ.

 

Transformatie tot een levendige stadswijk met een volwaardige mix van wonen en werken

De ambitie is hoogstedelijk en met ruimte voor bijzondere programma’s die ervoor zorgen dat het kwartier rond de Hamerstraat voor de omliggende buurten een aantrekkelijke bestemming is. Daarbij is de programmering van de Kromhouthal met (ambachtelijk) werken essentieel, net als de komst van een techschool, sporthal en cultuur. De openbare ruimte speelt een belangrijke rol in de verbinding van het Hamerkwartier met de Vogelbuurt en IJplein: de kop van het Motorkanaal bij de Dirk van de Broek, een brug over het Motorkanaal en toegankelijkheid van de hallen.

 

Grootstedelijk leven rond station ’s-Hertogenbosch Oost

Rondom station Den Bosch Oost ligt een unieke kans om een groot aantal woningen te bouwen. In een binnenstedelijke verdichting gebruiken we de vraag naar wonen als een kans om een grootstedelijk en groen nieuw stuk stad te bouwen.

 

Urhahn stedenbouw & strategie heeft het ambitiedocument voor het gebied opgesteld. Dit document vormt de verbindende schakel tussen stedenbouw, wonen, economie, mobiliteit, ecologie en landschap. Het resultaat is een verhaal waarin verschillende belangen verenigd zijn en waarin betrokken Bosschenaren zich herkennen. Dit ambitiedocument vormt het fundament onder de toekomstige ontwikkeling van het gebied.

 

Het is voor het eerst dat een project volledig online tot stand is gekomen. De start in de eerste lockdown werd gevolgd met een participatietraject via beeldschermen, chats met de wethouder en een grand finale met een live talkshow op YouTube.

 

Grootstedelijk leven in een groen Vliertkwartier

Met de ontwikkeling van het Vliertkwartier rond station Oost zetten we de toon voor aangenaam grootstedelijk leven. Menselijke maat en nabijheid zijn waarden die de stad al eeuwen vitaal houden en ook hier het fundament vormen. Maar we voegen daar een nieuwe betekenis aan toe: de waarde van stedelijk leven in een groene leefomgeving. Stedelijk leven in een wijk die, zeker voor Bossche begrippen, een hoge dichtheid kent. Op een plek in de stad die perfect bereikbaar is: te voet, op de fiets, met het openbaar vervoer en met de auto. Rond station oost ontstaat een nieuw stuk stad dat uitdaagt tot beweging en dat bijdraagt aan de gezondheid van haar inwoners. Een wijk waar de verbinding tussen stedelijk leven en het landschap in de stad vorm krijgt. We verzilveren de unieke kans om – op een plek waar nu de grote schaal, leegte en infrastructuur domineren – tussen 1.500 en 2.000 woningen toe te voegen. We zetten de uitdagende stap naar een nieuwe stedelijkheid in ‘s-Hertogenbosch.

 

Woningbouwopgave in binnenstedelijke verdichting

De gemeente ’s-Hertogenbosch heeft een grote woningbouwopgave. Om de aantallen te bouwen die nodig zijn, wordt nadrukkelijk gekeken naar binnenstedelijke ontwikkellocaties. Deze locaties zijn vaak kansrijk gezien de nabijheid van voorzieningen, de aanwezige infrastructuur en de bijzondere geschiedenis. In de Begroting 2019 is het gebied rondom station ’s-Hertogenbosch Oost, het transferium en stadion De Vliert aangewezen als waardevolle locatie waar een deel van deze woningbouwopgave kan landen. Een dergelijke ontwikkeling staat niet op zichzelf, maar biedt kansen voor een integrale aanpak waarin ambities rondom thema’s als groen, mobiliteit, economie en duurzaamheid gezamenlijk kunnen worden gerealiseerd. Zo komen we tot een grootstedelijke en groene binnenstedelijke verdichting.

 

Het ambitiedocument Omgeving station Oost is opgesteld voor en door de Bosschenaren en vastgesteld op 9 maart 2021.

Oostflank MRA belangrijkste bouwlocatie in regio Amsterdam

Het net opgeleverde Perspectief Oostflank van de Metropoolregio Amsterdam (MRA) en de Ontwikkelingsstrategie Amsterdam Bay Area bieden ruimte voor een fikse verlichting van de nijpende woningnood. Daarbij worden Almere en Amsterdam met de IJmeer-metro eindelijk goed verbonden, ontstaat een spectaculair strand voor de hele regio en wordt Nationaal Park Nieuw Land (het grootste man-made natuurpark ter wereld) versterkt. Urhahn stedenbouw & strategie heeft in opdracht van Almere 2.0 en Programma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid (o.a. gemeenten Almere en Amsterdam, provincie Flevoland en de Rijksoverheid) de ambitieuze plannen ontworpen.

 

Voldoende woningen in bos, stad of aan het strand

Rond het IJmeer worden waterrijke en stedelijke milieus gerealiseerd. Almere Pampus bijvoorbeeld groeit uit tot een wijk met 25.000 tot 35.000 woningen en ruimte voor duizenden arbeidsplaatsen in drie verschillende sferen: Stad aan het IJmeer, een Lake District rond het nieuwe binnenmeer en wonen in en aan het bos grenzend aan Pampushout. Aan de oostkant van Amsterdam worden in IJburg 2de fase, het Zeeburgereiland en de metropolitaanse Sluisbuurt ruim 20.000 woningen gerealiseerd en 5.000 arbeidsplaatsen toegevoegd. Ook in Lelystad is ruimte voor duizenden woningen. In het middengebied – het gebied van Diemen tot en met Muiderberg – zijn in ontspannen woonmilieus in lagere dichtheden circa 5.000 woningen voorzien. Centrumvorming in Centraal Almere heeft de potentie voor forse verdichting én vergroening waar komende jaren 15.000 woningen worden gerealiseerd. Almere Oosterwold groeit organisch tot een wijk met 15.000 woningen in landschappelijke woonmilieus. De Oostflank is volop bezig met woningbouw en wil de komende jaren versnellen.

 

Wonen en werken in een duurzame, gemengde stad

Stedenbouw volgens Urhahn is meer dan vastgoedeconomie en het maximaliseren van het aantal woningen of kantoren. Urhahn kijkt breder; hoe bouw je aan levendige, gemengde steden gericht op economische én sociaal-maatschappelijke structuurversterking? Een stad waar wandelen, fietsen en ov het uitgangspunt zijn. Een stad die inclusief is, waar ruimte is voor jong en oud, bemiddeld en minder draagkrachtig. En bovenal een stad waar mengen van wonen en werken de basis vormt. Dit alles in een vanzelfsprekend volledig natuurinclusieve en circulaire wijk. Deze principes zijn in optima forma terug te vinden in de plannen voor Almere Pampus: dé innovatieve stadswijk van de toekomst.

 

IJmeermetro, Pampus Strand en het grootste man-made park ter wereld voor de voordeur

De Amsterdam Bay Area vormt het toekomstige blauwe hart in het midden van de MRA. Het ecologisch systeem van het IJmeer krijgt een forse impuls en langs de kusten maken we nieuwe landschappen van formaat, zoals het grootstedelijk Strand Pampus en Nationaal Park Nieuw Land met grote waterrijke landschappen zoals het Markermeer, de Marker Wadden en de Oostvaardersplassen (het grootste door mensenhanden gemaakte natuurpark ter wereld). De Oostflankregio als belangrijkste bouwlocatie van de MRA kent nu al de kortste afstand vanuit de woning tot openbaar groen van heel Nederland en dit wordt alleen maar sterker. Het omringende landschap reikt – via parken en grachten – tot aan de voordeur van de bewoners. Een IJmeerverbinding in de vorm van een metro verbindt Almere Centraal, Pampus, IJburg en Amsterdam-Zuid; de missing link die er voor zorgt dat Almere en Amsterdam eindelijk goed verbonden worden en als één netwerk functioneren.

 

Meer informatie:

Flyer Perspectief Oostflank MRA 

Rapport Perspectief Oostflank MRA, Klaar voor de toekomst (volledig document)

Flyer Naar een ontwikkelstrategie voor Amsterdam Bay area

 

Het toekomstige blauwe hart van de MRA

Eind 2020 is de Ontwikkelstrategie Amsterdam Bay Area besproken in het BO MIRT. Dat is een belangrijke mijlpaal in de verdere ontwikkeling van dit bijzondere gebied. Want ABA vormt hét toekomstige blauwe hart van de MRA. Het is de plek waar duizenden mensen gaan wonen, werken en recreëren. Daarmee krijgt het ecologisch systeem van het IJmeer een forse impuls en langs de kusten ontstaan nieuwe landschappen van formaat. In Almere Pampus wordt een volledig circulaire woon/werk stadswijk ontwikkeld tezamen met een grootstedelijk strand en een binnendijks plassengebied. Zo ontstaat ruimte voor minimaal 25.000 woningen en vele arbeidsplaatsen. Met een IJmeerverbinding in de vorm van een metro tussen Almere Centraal en Amsterdam IJburg is het wenkend perspectief.

Amsterdam Bay Area is een project waaraan het Handelingsperspectief (Atelier) Oostflank MRA en het MIRT-onderzoek Samen bouwen aan Bereikbaarheid samen hebben gewerkt. Urhahn heeft hier de afgelopen maanden met veel enthousiasme aan mogen werken en het ontwerp voor onze rekening genomen. De resultaten zijn gebundeld in ‘Naar een ontwikkelstrategie voor Amsterdam Bay Area’ (bekijk hier de pdf).

Wij zijn trots op het resultaat dat door deze samenwerking tot stand is gekomen. Dank aan onze opdrachtgevers en samenwerkingspartners Gemeente Almere, Gemeente Amsterdam, Vinu, Provincie Flevoland, Provincie Noord-Holland, Smartland en vele anderen.

Voor meer informatie, neem contact op met Maarten Lankester of Ad de Bont.

Atelier Oostflank MRA afgerond

In 2020 heeft Urhahn hard gewerkt om het Perspectief op de Oostflank MRA op te stellen. We hebben samen met diverse partners intensief gewerkt aan wervende Perspectieven op de Oostflank MRA én op Almere inclusief een stedelijk Pampus en een IJmeerverbinding. We zijn dan ook trots dat eind november 2020 zowel het ‘Perspectief Oostflank’ als ‘Naar een ontwikkelstrategie Amsterdam Bay Area’ aan de Minister van I&W zijn aangeboden.

 

De Perspectieven gaan uit van een sterker Almere als onlosmakelijk onderdeel van de MRA, met een sterke binnenstad, een innovatief en circulair stedelijk Pampus, snelle ov-verbindingen naar Amsterdam en toekomstbestendige woonwijken, in een regio met grootse landschappen en unieke woonmilieus, die klaar is voor de noodzakelijke energietransitie en klimaatadaptatie.

 

Het Perspectief Oostflank is hier te downloaden. Onze visies op de Amsterdam Bay Area, Centraal Almere, de bestaande stad en Oosterwold volgen binnenkort. Een preview hiervan vindt u in de brochure Bijdrage van de Oostflank aan de grote opgave van de MRA.

 

Geplaatst op: 27 november 2020

Door: Ad de Bont

Structuurvisie Vlaardingen Rivierzone

 

Nieuwe initiatieven voor woningbouw zijn er in Vlaardingen aan de Nieuwe Maas en rondom de metrohalte. De structuurvisie Rivierzone Vlaardingen die Urhahn heeft opgesteld, brengt samenhang in deze initiatieven. En zorgt voor programmatische afstemming tussen de binnenstad en de nieuwe ontwikkelingen.

 

Raamwerkkaart en gebiedsprofielen

De haven is de ruggengraat die oud en nieuw met elkaar verbindt en de pandsgewijze opbouw van de historische stad doorzet naar het water. De raamwerkkaart borgt de structurele keuzes voor de infrastructuur, met betere inpassing van de drukke Deltaweg. Het Maaspark krijgt een nieuwe structuur. De gebiedsprofielen illustreren de karakteristieken per gebied. Daarin zijn  ook de ruimtelijke principes voor de ontwikkelingen, zoals maximale bouwhoogtes, gegeven.

 

Aansluiting bij actieve partijen

Bij het ontwikkelen van de visie zijn vier werksessies gehouden met stakeholders in het gebied. Daarmee zorgen we dat de gebiedsvisie goed aansluit bij de dynamiek en ambitie van de actieve partijen.

 

 

Een nieuw stadsgezicht aan de Zijl

Urhahn heeft in opdracht van de gemeente Leiderdorp de Gebiedsvisie voor de Baanderij opgetekend waarna deze is vastgesteld. In samenspraak met bewoners, ondernemers en gebruikers van het gebied is gekozen voor een gedeeltelijke transformatie van het bedrijventerrein. Hiermee is de basis gelegd voor een levendig gebied met ruimte voor wonen, werken en verblijven aan de Zijl. 

 

Een nieuw en divers stadsgezicht

Door te kiezen voor gedeeltelijke transformatie blijft er ruimte beschikbaar voor bedrijven die zich hier de afgelopen jaren hebben gevestigd en van economische waarde zijn. Het gebied langs de Zijl is aangewezen als transformatiegebied waar woningen, voorzieningen en bedrijvigheid een nieuw en divers stadsgezicht zullen vormen. Deze diversiteit komt niet alleen tot uiting in de functiemix, maar ook in de woontypologieën en doelgroepen die hier straks een plek kunnen vinden. Het bedrijventerrein de Baanderij wordt een woonwerkwijk voor jong en oud.

 

Kwaliteitsimpuls: de groene Zijldijk van Leiden naar de Kaag

Een belangrijk element in de visie is de Zijldijk. Deze krijgt een groen karakter en wordt een aantrekkelijke ontmoetingsplek voor (nieuwe) bewoners en bezoekers. De voetganger en fietser krijgen hier alle ruimte. Deze kwaliteitsimpuls waarborgt een mooie route die het centrum van Leiden met de noordelijk gelegen Kagerplassen verbindt.

 

De belangrijkste uitgangspunten van de gebiedsvisie kort toegelicht: 

• Het westelijk deel van de Baanderij -het gebied aan de Zijl- wordt in de toekomst getransformeerd tot woon-werkgebied. Het oostelijk deel blijft als monofunctioneel werkgebied gehandhaafd; 

• De Baanderij bestaat uit vier deelgebieden. De transformatie ontwikkelt zich binnen ieder deelgebied met een eigen identiteit, 

• Het kleinschalige groenblauwe netwerk van waterlopen krijgt een kwaliteitsimpuls zodat deze een bijdrage leveren aan een prettig en leefbare woon- en werkomgeving; 

• De oevers van de Zijl worden getransformeerd tot een lineair publiek park; 

• De hoofdontsluitingsweg voor het autoverkeer wordt verlegd van de Zijldijk naar Draadbaan. 

 

Medio november 2020 is de gebiedsvisie unaniem vastgesteld door de gemeenteraad. Daarmee is het startschot gegeven voor de verdere uitwerking van de plannen. Urhahn het plan verder uitgewerkt in het in 2013 vastgestelde Ontwikkelkader Baanderij

 

Eigen onderzoek FixTheCityMix: Hoe kan wonen werken versterken?

Het actuele en relevante thema functiemenging is aanleiding voor een bureauonderzoek: #FixTheCityMix. Bij de transformatie van vooral binnenstedelijke werkgebieden wint meestal het wonen. Daardoor ontstaan er toch weer monofunctionele gebieden. Urhahn | stedenbouw & strategie onderzoekt op het platform FixTheCityMix welke mechanismen in vastgoedontwikkeling functiemenging belemmeren. Dit om bij te dragen aan een meer succesvolle aanpak voor gemengde gebieden. Hoe kan wonen werken versterken?

We zijn nog lang niet klaar met functiemenging. En realiseren ons terdege dat er een verschil is tussen theorie en wat voor ondernemers wenselijk en haalbaar is. Daarom blijven we leren.

 

 

Het Tropen, een stedelijke ontmoetingsplek

Het Koninklijk Instituut voor de Tropen is opgericht om kennis en kunde over de Tropen te ontwikkelen en te delen. Het complex, centraal gelegen in Amsterdam aan het Oosterpark, heeft zich de laatste jaren ontwikkeld als SDG-house, waarbij de sustainable development goals de bindende factor zijn tussen een groot aantal bedrijven. De vraag aan Urhahn was om een ontwikkelstrategie te maken waarin de kansen van gebouw en terrein zichtbaar worden en waarmee keuzes kunnen worden gemaakt voor de toekomst van het vastgoed. De urgentie ligt in renovatie voor het Tropenhotel.

 

Door het gebouw als stad te zien wordt helder hoe de samenhang tussen de verschillende gebouwen kan worden versterkt en op welke manier de publieke ruimtes in het gebouw beter benut kunnen worden. De basis is het versterken van de community en het verbeteren van de relatie met het park. In vervolg op deze strategie hebben we een aantal ruimtelijke varianten uitgewerkt voor de hoteltoren. Hierbij zijn verschillende opties voor congres, museum en hotel aan de orde. Uitwisselbaarheid en flexibiliteit zijn van belang, de ontwikkelstrategie vormt hierbij een helder kader voor het maken van keuzes. De uitwerkingen voor een renovatie- en een nieuwbouwvariant laten zien welke ingrepen nodig zijn in de openbare ruimte en het complex. Op basis van deze opties is gekozen voor renovatie. Door de entree van het hotel tegenover het monumentale complex te plaatsen ontstaat een directere relatie tussen oud en nieuw. De plint van het hotel wordt vervangen door een overdekte patio, die onderdeel wordt van de collectieve ruimtes van het KIT. Andersom gaan hotelgasten ontbijten in het Tropencafé. Door de parkeerplaats grotendeels op te heffen komt het hotel echt in het park te liggen en vormt de renovatie het sluitstuk in de verdubbeling van het Oosterpark.

 

Integrale visie stationsgebied Haarlem

Het ov-knooppunt Haarlem loopt tegen de grenzen van haar capaciteit aan vanwege diverse opgaven die spelen in het gebied. De Provincie Noord-Holland en de gemeente Haarlem zien het optimaliseren van het knooppunt als een gezamenlijke opgave, en hebben het samenwerkingsverband van Urhahn, APPM en Goudappel-Coffeng geselecteerd voor het opstellen van een integrale visie voor het gebied rondom station Haarlem.

 

Doel van de visie is een gebied te maken waar de inwoners en bezoekers van Haarlem trots op zijn. Een fijne plek om te verblijven, je reis te beginnen of te eindigen. Er liggen kansen om deze entree van de stad beter te benutten als vestigingslocatie, en een visitekaartje te maken voor de stad. Een van de meest verstrekkende keuzes die is gemaakt gedurende het proces is dat de toename van het busvervoer niet langer in het stationsgebied wordt gefaciliteerd. Hiervoor wordt een bushub in Haarlem Zuidoost voorgesteld. De voetganger en de fietser krijgen rond station Haarlem prioriteit.

 

Vijf ambities, drie varianten

In de visie slaan vijf ambities de brug tussen mobiliteit en een betekenisvolle plek in de stad. Per ambitie beschrijven we richtinggevende uitspraken. Deze vormen de basis voor verdere planvorming. Door het vastleggen van deze ambities is helderheid ontstaan over de mogelijke ontwikkelvarianten. Sommige combinaties zijn afgevallen.

 

Drie varianten voor de ontwikkeling van het vastgoed en de inrichting van de binnenstadzijde van het stationsgebied sluiten goed aan bij de ambities. De namen voor de varianten, ‘goed huwelijk’, ‘goede buren’ en ‘goede vrienden’, hebben betrekking op de relatie tussen busplein en bebouwing én op de manier van samenwerken. De manier van samenwerken is cruciaal voor de keuze van een variant. De ambities vormen het fundament én het cement van de uitwerkingen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de bolwerkzijde en de binnenstadzijde, beide als onderdeel van een representatief entreegebied van de stad. Voor de bolwerkzijde worden in de visie de belangrijkste stedenbouwkundige uitgangspunten beschreven en voor de binnenstadzijde etaleren we verschillende varianten en voorbeelden.

 

Ontwikkelstrategie

In de ontwikkelstrategie staat centraal hoe de ontwikkeling vorm kan krijgen. De keuze van een variant wordt bepaald door welke stakeholders willen en kunnen meedoen. Daarnaast zijn er korte termijn acties beschreven, de zogenaamde ‘no regret maatregelen’. Deze passen in alle varianten en kunnen worden aangepakt terwijl er nog geen keuze is gemaakt voor een variant. Dit betreft bijvoorbeeld de afwaardering van de doorgaande route naar Zandvoort en het organiseren van extra ruimte voor fietsenstalling zodat het dagelijks functioneren niet wordt belemmerd.

 

Bekijk hier een filmpje over de visie op de website van de gemeente Haarlem.

Doetinchem centrumstad voor de Achterhoek: maak beter wat goed is

In een stad van het formaat van Doetinchem is al snel duidelijk dat het winkelen niet meer de motor van de binnenstad kan zijn. De oude binnenstad (het Ei) heeft weliswaar een middeleeuwse oorsprong, maar de panden zijn vanwege bombardementen grotendeels naoorlogs. Voor winkels werden de bescheiden pandjes te klein bevonden, waarna het winkelen zich uitbreidde in het gebied De Veentjes ten noorden van het historisch centrum.

 

Dat is een van de constateringen die Urhahn deed in het ontwerpend onderzoek voor de Agenda voor de Binnenstad als bouwsteen voor de omgevingsvisie van Doetinchem, centrumstad voor de Achterhoek.

 

Leegstand in de binnenstad: maak dan beter wat al goed is

Zoals in veel steden is de plek waar het hardst gegroeid is, ook de plek waar leegstand het eerst toeslaat. In De Veentjes werd een leegstaande supermarkt een rotte plek, zeker na het verplaatsen van het aanwezige theater. De gemeente nam het voortouw met tijdelijk programma: een stadspark op de plek van het theater. Dit bleek dé impuls voor wonen in De Veentjes. Door bewoners een rol te geven in de ontwikkeling van het park werd de buurt mentaal eigenaar van het park, en was de stap van tijdelijk naar definitief park gemaakt. Daarmee werd ook de herontwikkeling van de supermarkt naar een woonblok aan het park mogelijk. Winkelplinten zijn – ondanks de diepe en donkere ruimtes – verbouwd tot woningen.

 

Ook aan de andere randen van het middeleeuwse Ei wordt nu gewerkt: als hippe tegenhanger van de binnenstad vormt de oude IJssel een eigentijdse ontmoetingsplek. Met houten vlonders langs de oever, een stadsstrand en een bibliotheek in een oud pand wordt de oever aantrekkelijk. De IJsselkade vrij maken van gemotoriseerd verkeer is het sluitstuk dat Ei en Oude IJssel weer samenbrengt.

 

Urhahn weet hoe de binnenstad beleefbaar en leefbaar te maken

Urhahn heeft een ruime ervaring met hoe binnensteden een groenere, aantrekkelijkere, socialere en lokalere bestemming te maken. We ondersteunen gemeentes, ontwikkelaars, ondernemers en bewoners om effectief te sturen in plaats van lijdzaam toe te zien hoe leegstand de binnenstad aanvreet. Van Eindhoven tot Assen, van Medemblik tot Veldhoven; iedere stad heeft elementen waarop een nieuw perspectief gebouwd kan worden. De crux ligt volgens Urhahn steeds in de combinatie van drie elementen: breed zoeken naar de mix van functies, combineren van een langetermijnvisie met concrete acties, en plannen maken mét de betrokken partijen.

Over de Rand

Urhahn heeft in opdracht van de Provinciale Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit Noord-Holland (PARK) een leidraad opgesteld voor de beoordeling van bouwinitiatieven in de Noord-Hollandse dorpsranden. Deze studie borgt de maatschappelijke meerwaarde en de bijdrage aan de landschappelijke kwaliteit bij dorpsuitbreidingen en -ontwikkelingen, en biedt inspiratie om klimaatneutraal en circulair te bouwen.

 

Noord-Holland is een veelzijdige provincie met een scala aan verschillende landschappen, aan (dorps)kernen en dus ook randen tussen beide. Soms zijn het randen met een hoge ruimtelijke kwaliteit, soms is hier een groot gebrek aan. De druk op de woningmarkt in delen van de provincie is hoog en verspreid over de provincie zijn regelmatige lokale initiatieven voor stedelijke ontwikkelingen. Soms zijn deze ingegeven door een gemeente, soms door particuliere initiatiefnemers. Soms spelen ze in op maatschappelijke behoeften in de betreffende kern, soms zijn ze vooral gedreven vanuit financieel gewin. In deze studie staan de Noord-Hollandse regio’s centraal waar geen hoge druk op de woningmarkt aanwezig is. Hier zijn soms echter vanuit een lokale woningbehoefte wel degelijk argumenten om bouwinitiatieven te honoreren.

 

Deze studie gaat nog een stap verder door niet alleen te kijken naar de lokale woningbehoefte, maar iets breder, naar de maatschappelijke meerwaarde van een mogelijke ontwikkeling. De voorwaarde is dat ‘rode’ ontwikkelingen bijdragen aan de landschappelijke kwaliteit én een helder aantoonbare en onderbouwde maatschappelijke meerwaarde hebben. Deze studie bevat vier elementen: 1) een verkenning naar de typen en de waardering van de Noord-Hollandse dorpsranden, 2) een set van (gouden) regels hoe de landschappelijke kwaliteit van deze randen verbeterd kan worden, 3) een onderzoek naar de betekenis van de dorpsranden voor actuele maatschappelijke vraagstukken en 3) een inspirerend overzicht met voorbeelden hoe een ontwikkeling klimaatneutraal en circulair ontwikkeld kan worden. Deze vier elementen zijn tevens te zien als een handleiding / stappenplan om weloverwogen tot een objectieve afweging van dorpsrand-initiatieven te komen.

Dashboard Verstedelijking verovert Nederland

Het Dashboard Verstedelijking dat is opgesteld in opdracht van het CRA, is samen met het ministerie van BZK en het CRA doorontwikkeld. Urhahn heeft hiervoor aansprekende scenario’s gemaakt voor het Stedelijk Gebied Eindhoven en de Zuidelijke Randstad. Deze scenario’s zijn via het Dashboard getoetst op hun maatschappelijke meerwaarde, en doorgerekend door Studio Bereikbaar.

 

Geplaatst door: Ad de Bont, Juni 2020

 

Gebiedsagenda’s voor vier landsdelen

In vervolg op onze werkzaamheden aan de Omgevingsagenda voor Oost-Nederland, doet Urhahn ontwerpend onderzoek in het kader van de actualisatie van de overige Gebiedsagenda’s voor Noordwest, Noord, Zuidwest en Zuid. Het doel van deze omgevingsagenda’s is om de ambities die worden gesteld in de nieuwe Nationale Omgevingsvisie (NOVI) en in provinciaal en gemeentelijk beleid op elkaar af te stemmen. Thema’s als de energietransitie, de woningbouwopgave, natuurontwikkeling en economische structuurversterking worden hierin integraal opgepakt en krijgen een gebiedsgerichte uitwerking. De omgevingsagenda’s vormen zo een nieuw ruimtelijk sturingsinstrument. De resultaten van dit ontwerpend onderzoek vormen de input vanuit het rijk voor gesprekken met de regio’s.

Een omgevingsagenda voor Oost-Nederland!

De Omgevingsagenda Oost-Nederland is de eerste landelijke pilot voor een gebiedsgerichte uitwerking van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) in samenhang met de provinciale omgevingsvisies van Gelderland en Overijssel. Het doel van de pilot is – naast het opstellen van een nieuwe agenda – het verkennen hoe een vernieuwde Omgevingsagenda eruit kan zien, om zoveel mogelijk meerwaarde te hebben in relatie tot al bestaande instrumenten. De pilot heeft lessen opgeleverd, ook voor Omgevingsagenda’s die de komende jaren in andere landsdelen zullen worden opgesteld. Het proces van de pilot en de lessen zijn te vinden op www.leerplatformmirt.nl.

 

In deze omgevingsagenda onderzoeken we eerst de positie en kwaliteiten van Oost-Nederland, trends en ontwikkelingen en het gezamenlijke perspectief/ambitie op Oost in 2040. Vervolgens wordt gefocust op negen ‘Omgevingsopgaven’ die kunnen werken als een vliegwiel voor een duurzame, ruimtelijk-economische ontwikkeling van Oost-Nederland. Bij iedere Omgevingsopgave is de kern van de gezamenlijke integrale opgave beschreven en de extra of vernieuwde inzet voor de komende 1 á 2 jaar. De Omgevingsopgaven komen voort uit de opgaven uit de NOVI en provinciale omgevingsvisies én vormen ‘een plus’ op de aanpak van deze (NOVI)opgaven in alle gebieden van Oost-Nederland via bestaande of nieuwe thematische trajecten, zoals de regionale energiestrategieën, klimaatadaptatieplannen, mobiliteitsprogramma’s, etc. Tenslotte wordt ingegaan op hoe Rijk en regio op programmatische wijze de uitvoering en doorwerking van de Omgevingsagenda organiseren.

 

De Omgevingsagenda Oost-Nederland is tot stand gekomen in een interactief proces met brede bijeenkomsten, gesprekstafels en verdiepende overleggen. In dit proces hebben ongeveer 125 vertegenwoordigers vanuit de regio, provincie, het Rijk en – in deze fase in mindere mate nog – kennisinstellingen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties meegedacht over de prioritaire gezamenlijke opgaven voor Oost-Nederland en de extra inzet die nodig is om deze aan te pakken. Dit proces heeft plaatsgevonden onder begeleiding van een kernteam van Rijk, provincies Gelderland en Overijssel.

 

Mijlpaal voor de transformatie van de Baanderij

De Baanderij in Leiderdorp biedt op dit moment ruimte aan tal van bedrijven, maar er kloppen ook al verschillende initiatieven voor woningbouw op de deur. Hoe komen die functies in de toekomst samen?

 

Via enkele publieke bijeenkomsten zijn de eigenaren en ondernemers van De Baanderij én de bewoners van de aangrenzende wijken op een actieve manier betrokken bij het opstellen van de scenario’s voor de gebiedsvisie. Verder zijn de belangrijkste initiatiefnemers (zogenaamde ‘koplopers’) geraadpleegd, terwijl de visie niet op voorhand de initiatieven vanuit de markt faciliteert. Het verbinden van mensen en ambities is het belangrijkste uitgangspunt voor de gebiedsvisie. Door met aandacht te luisteren naar ieders wensen creëren we draagvlak voor gemeenschappelijke ambities.

 

Alle scenario’s leveren een bijdrage aan de drie ambities voor het gebied: divers, eigenzinnig en robuust. Het scenario dat inzet op de potentiële kwaliteit van de Zijl als aantrekkelijke stadskade om aan te wonen, werken en recreëren, is favoriet gebleken. Nu het bestuur en de Raad begin 2020 unaniem gekozen hebben voor dit scenario, gaat Urhahn verder met de ontwikkeling van een gebiedsvisie.

In 2020 heeft de gemeenteraad ook de door Urhahn opgestelde gebiedsvisie voor de Baanderij vastgesteld.

 

Meervaart locatieonderzoek

Urhahn werkte in samenwerking met Mecanoo architecten aan ruimtelijke programmatisch onderzoek voor de Meervaart aan de Sloterplas. In deze studie werd op de positie van de Meervaart op schaal van de stad, de wijk en het centrum van Osdorp onderzocht. De Meervaart is meer dan een theater: het is een ontmoetingsplek voor de multiculturele bevolking van Amsterdam Nieuw-West. Met de programmeurs van de Meervaart hebben we onderzocht wat het theater van de toekomst op deze plek zou kunnen zijn en ontdekt hoe het gebouw daar de juiste condities voor kan scheppen. De positie aan de Sloterplas en het landschap biedt daarbij unieke condities voor nieuwe vormen van podiumkunsten en interactie met de buurt.

 

Voor drie locaties zijn voorbeelduitwerkingen gemaakt die de kansen van het theater in beeld brengen. Op basis van een uitgebreide multicriteria analyse en participatie met de buurt is gekozen voor de variant van het theater in de Sloterplas, recht tegenover het winkelcentrum Osdorpplein. Op deze plek kan zowel de interactie met het centrum als met de Sloterplas optimaal worden vormgegeven. ­

 

(handschetsen: Mecanoo)

Festival STAD

UPDATE: Het was een succes, Festival STAD. Dus organiseren we op 21 april 2022 Festival STAD #2. Tijdens Festival STAD #2 duiken we samen de stad in. Verdichting, klimaatadaptatie, de energietransitie en een fijne, veilige en betaalbare stad waar het goed leven is. In de stad komt alles samen: forse opgaven moeten landen in weinig ruimte. Hoe sleutelen we aan stedelijke opgaven? Wat gaat goed, wat kan beter? Waar zien we kansen, en waar moet écht een oplossing voor bedacht worden? Samen gaan we het gesprek aan en op zoek naar oplossingen. Meld je hier aan.

 

Tijdens het Festival STAD keken we naar de stad. Niet zoals die nu is, maar zoals die wordt. Of zoals we willen dat de stad gaat worden. Want daar werken we allemaal hard aan: hoe houden we onze stad leefbaar? Hoe maken we nog beter of anders gebruik van de bestaande ruimte? Hoe houden we haar fijn om in te wonen, veilig, klaar voor klimaatveranderingen en duurzaam?

 

Samen werken aan een toekomstbestendige stad

Als je met verschillende experts om tafel zit, ontstaan de mooiste uitwisselingen en plannen. ‍Tijdens Festival STAD hebben we gezamenlijk ons vak van gebiedstransformatie verder gebracht, met de mensen die dit vormgeven: (lokale) overheden, ontwikkelaars, ontwerpers, corporaties, vastgoedeigenaren en wetenschappers. Het festival was gericht op het gesprek. Op leren, ontwikkelen en ontdekken. Ambities genoeg, maar hoe maak je de juiste keuzes en afwegingen in stedelijke transformatiegebieden? We zijn ingegaan op de impact en kansen van de energietransitie en de (on)mogelijkheden van deelmobiliteit en de rol van de fiets in steden. Én we onderzochten hoe je tijdens het ontwikkelen van de stad ook de sociale component ruimte biedt. We gingen naar buiten: op safari door een herontwikkelingsgebied.

 

Urhahn heeft dit Festival samen met APPM en Stadkwadraat georganiseerd. We danken iedereen voor de inspirerende bijdragen!

Almere & de Bay Area

Komt Almere aan de Bay Area van de MRA te liggen? Wat betekent de volwassenheid van de stad voor de bestaande wijken? Hoe maken we de stedelijke ambities in het centrum waar en op welke wijze wordt het IJmeer daadwerkelijk het blauwe hart van de MRA? Wat is de betekenis van de Oostflank voor de hele MRA? Deze en andere vragen worden het komend jaar beantwoord in het Atelier Oostflank. Een ambitieus project waar de toekomst van Almere en de Oostflank van de MRA vorm krijgt. Het Atelier wordt de plek – letterlijk en figuurlijk – voor creativiteit, ontwerpkwaliteit en integraliteit. Urhahn gaat met een breed ontwerpteam dit Atelier Oostflank bemensen; Ad de Bont is de hoofdontwerper van het ontwerpteam.

 

geplaatst op: 6 december 2019

Integraal ontwikkelperspectief A12 Zone

Utrecht is economisch zeer competitief en heeft dan ook een grote aantrekkingskracht: veel mensen willen hier wonen, werken, studeren en recreëren. Een belangrijk effect hiervan is dat de druk op de woningmarkt groot is en er een opgave ligt om (tot 2040) 83.000 tot 108.000 woningen toe te voegen (in de U16 regio). Meer woningen vraagt meer ruimte voor sport, onderwijs, recreatie en andere voorzieningen. Tegelijk moet ook de landschappelijke en natuurlijke kwaliteit worden versterkt en gaan we klimaatneutraal en -adaptief ontwikkelen. Daarnaast moeten al deze functies bereikbaar zijn. Dit alles in een context waarin de regio Utrecht een nationale draaischijf is voor zowel de auto als het OV. Soms bieden deze opgaven kansen voor synergie, soms is het echt woekeren met de beperkte ruimte en zoeken naar locaties met de potentie om opgaven samen te laten komen.

 

De A12 Zone is zo’n gebied met de potentie om een cruciale rol te vervullen in de verstedelijkingsopgave van de regio Utrecht. Het is het gebied tussen Utrecht, Nieuwegein en Houten waar zowel grote infrastructurele elementen elkaar kruisen als indrukwekkende kanalen potentie bieden voor een kwalitatieve woon- en werkomgeving. Met het landschap van Utrechtse Heuvelrug en de Nieuwe Hollandse Waterlinie om de hoek is dit gebied niet alleen de schakel tussen drie gemeenten, maar ook tussen stad en land. En niet onbelangrijk: de A12 zone is een van de laatste grote binnenstedelijke verdichtingslocaties in de regio.

 

In samenwerking met APPM werkt Urhahn | stedenbouw & strategie in opdracht van zes partijen – Gemeente Houten, Gemeente Nieuwegein, Gemeente Utrecht, U10, RWS Midden Nederland en Provincie Utrecht – aan een integraal ontwikkelperspectief voor de A12 Zone. Het doel is om het gebied verder te ontwikkelen om nu en in de toekomst bij te dragen aan de kwantitatieve en kwalitatieve groeiopgave van de regio. Aan de hand van verschillende factsheets en kansenkaarten hebben we drie ontwikkelbeelden opgesteld waar ambities op het gebied van verstedelijking, bereikbaarheid, landschap en recreatie en duurzaamheid samen komen. Op basis deze ontwikkelbeelden wordt nu toegewerkt naar een breed gedragen resultaat. De kansen voor bijzondere woon-werkmilieus en het leveren van een structurele bijdrage aan de bereikbaarheid van de regio zijn niet mis.

 

Streekhof Stede Broec nadert zijn voltooiing

Wat voorafging

De afgelopen jaren is er veel gebeurd in en rond het Streekhof. Wij zijn in 2014 begonnen met een marktconsultatie in 2014 die heeft geresulteerd in een Stedenbouwkundige visie uit 2015. Deze visie is de basis geweest voor veel ontwikkelingen:

  • Het verblijfsplein is heringericht (zie ontwerp openbare ruimte);
  • Fase 4 is bijna afgerond;
  • Het parkeerterrein achter het gemeentehuis is gerealiseerd;
  • Het westelijke parkeerterrein en de herinrichting van de Zesstedenweg zijn aangelegd;
  • De bouwplannen van Smit aan de Zesstedenweg zijn afgerond en die voor de horeca aan het verblijfsplein zijn aanstaande.

 

Het vervolg

Diverse ambities in de omgeving van het Streekhof zijn van belang voor de ontwikkelingen. Deze ambities bieden allerlei kansen voor het centrum van Stede Broec. Door de ontwikkelingen in samenhang te zien, ontstaat de mogelijkheid tot een opwaardering van de hele omgeving. Daarom wordt het ontwerp van het sluitstuk, het zuidelijke deel en de aansluiting naar het station, in een breder kader beschouwd. De stationsomgeving en Het Streekhof kunnen uitgroeien tot een volwaardig centrum van de gemeente. Hiermee kan worden vormgegeven aan het provinciale knooppuntenbeleid en kan een aantrekkelijke leefomgeving ontstaan met een mix van wonen, werken en (winkel)voorzieningen.

 

Gedempte Gracht Den Haag: in de toekomst een prettige straat met ruimte voor wonen, winkelen en verblijven

De Gedempte Gracht is een drukke parkeerroute, ooit gedempt om de verkeersdrukte in de stad op te vangen. Hij is echter al lang niet meer toereikend, en is langzaamaan veranderd in een moeilijk oversteekbare en onprettige straat. Auto’s domineren de ruimte: met achterkanten van winkels naar deze straat gericht is het een belangrijke route voor laden en lossen en het parkeerterreintje achter de Bijenkorf is populair onder bezoekers van de binnenstad. Dat autoverkeer zit voetgangers en fietsers in de weg.

 

Voor Platform Stad onderzocht Urhahn | stedenbouw & strategie hoe de Gedempte Gracht kan transformeren van een onaantrekkelijke barrière tussen het autovrije winkelgebied en het Oude Centrum en de Stationsbuurt tot een prettige straat met ruimte voor wonen, winkelen en verblijven. Deze toekomstverkenning is onderdeel van de tentoonstelling ‘Mobiliteit: niet minder, maar anders’ die tot en met 20 januari 2020 te zien is in Atrium van het Haagse stadhuis.

 

Lees meer over dit project op de website van Platform Stad

 

Urhahn in Bordeaux

Een kleine greep uit ons programma:

  • Carré Lumière, betaalbare sociale huur met een verkwikkend uiterlijk.
  • La Meca, of hoe een gebouw de meningen binnen ons bureau tot de uitersten kan verdelen.
  • La Maison à Bordeaux, ingericht met een tijdelijke expositie over de ongerealiseerde modulaire droom van Pierre Paulin (snoepje van de week!).
  • Een lidmaatschap bij de Garage Moderne, zodat we te allen tijden zelf aan onze fietsen of auto’s kunnen sleutelen. Of gewoon een lekkere couscous eten.
  • Grand Parc. De sociale problemen weliswaar niet opgelost, maar wel een prachtig neo-modernistisch jasje voor drie van de vijftien flats.
  • Een hartelijk ontvangst bij onze collega’s van bureau BASE (veel dank!), na een rondleiding door hun projectgebied.
  • Rondwandelen door de gigantische nieuwe wijk Bassins a Flot.
  • Films van Clement Cogitore bekijken in de U-boot bunker.
  • Darwin: fixies en baarden zijn kennelijk nog steeds niet uit de mode. Gelukkig mochten we wel een skateboard van iemand lenen.
  • Op weg naar het uitgaansleven moedigen we de lopers van de avondmarathon van Bordeaux aan.

 

Oktober 2019

Van winkelapparaat naar volwaardig stadscentrum

Er is volop ontwikkeldynamiek in het centrum van Hoofddorp: van grote gebiedsontwikkelingen in Beukenhorst-West tot plannen voor een nieuw gemeentehuis. Van de herontwikkeling van het PostNL-pand tot de nieuwbouw van Aprisco. Deze dynamiek illustreert dat het centrum van Hoofddorp een schaalsprong maakt. Het van oudsher (Hoofd)dorpse centrum met prima winkelapparaat ondergaat een transformatie naar een volwaardig en volwassen stadscentrum.

Het is de overkoepelende opgave om ervoor te zorgen dat deze losse projecten in samenhang bijdragen aan een nieuw perspectief voor het stadscentrum. Samen met de gemeente Haarlemmermeer werken wij aan dat nieuwe verhaal. Dit wenkend perspectief komt samen in een Ambitiedocument als opmaat naar een structuurvisie.

Eerder zijn wij in Hoofddorp intensief betrokken geweest bij het Open Proces Hoofddorp Centraal (2013-2018) en hebben wij het Ontwikkelplan en het Stedenbouwkundig Kader voor het Raadshuisplein en omgeving opgesteld.

 

Ontwikkelkader De Hoef West

De gemeente Amersfoort heeft de ambitie om De Hoef West te transformeren van kantoorgebied naar een moderne en levendige stadswijk. Urhahn stelde in samenwerking met Karres+Brands het ontwikkelkader op, dat in september 2019 door de gemeenteraad is vastgesteld. Inmiddels heeft het Rijk steun in de vorm van de Woningbouwimpuls toegezegd voor het woningbouwplan dat nu Hoefkwartier heet.

 

De Hoef West is een transformatiegebied met veel ontwikkelpotentieel. Het gebied kan ruimte bieden aan 2.500 woningen, zowel met nieuwbouw als in bestaande panden. Uitgangspunt is ook het behoud van de economische betekenis: er blijven minimaal 5.000 mensen werken en bestaande onderwijsclusters groeien uit tot volwaardige campusomgevingen.

 

In het gebied werken veel verschillende marktpartijen die ieder hun eigen tempo, belangen en ideeën hebben. Het ontwikkelkader zorgt voor samenhang in overkoepelende ambities. Het biedt ook helderheid over de ontwikkelmogelijkheden op kavelniveau. In samenspraak met de marktpartijen hebben wij een set ruimtelijke en programmatische spelregels opgesteld.

 

Eerder waren wij betrokken bij de Structuurvisie voor De Hoef-West en hebben wij in opdracht van een aantal marktpartijen een manifest voor het stationsgebied opgesteld.

 

Lees meer over dit project en download het ontwikkelkader op de website van de gemeente Amersfoort

FixTheCityMix

Gebieden waar werken, wonen en stedelijke voorzieningen samengaan, zijn het meest geliefd.  Maar bij de transformatie van binnenstedelijke werkgebieden wint in de praktijk meestal het wonen, waardoor er toch weer monofunctionele gebieden dreigen te ontstaan. Urhahn | stedenbouw & strategie onderzoekt op het platform FixTheCityMix welke mechanismen in vastgoedontwikkeling functiemenging belemmeren, om bij te dragen aan een meer succesvolle aanpak voor gemengde gebieden. Hoe kan wonen werken versterken?

 

Urhahn en transformatie

Urhahn werkt sinds jaar en dag aan de transformatie van de stad. De laatste jaren hebben we veel ervaring opgedaan met de transformatie van stedelijke werkgebieden: van Amstel Business Park in Ouder-Amstel tot Middelland in Woerden, van Oudorp in Alkmaar tot De Hoef-West in Amersfoort. In vrijwel alle opgaven waarbij we betrokken zijn, vormt woningbouw de aanjager voor transformatie. Nog voordat gemeenten besluiten een visie, een kader of spelregels op te stellen, is er al sprake van initiatieven. In een overspannen woningmarkt zien ontwikkelaars volop kansen in de werkgebieden die in of tegen de stad liggen.

 

Het wonen dreigt het werken weg te drukken

Het is een uitdaging om te sturen op (ruimtelijke) samenhang binnen het gefragmenteerde speelveld van partijen. Geen enkele opgave is dezelfde, toch is er een aantal overkoepelende lessen te trekken uit onze ervaringen. Die willen we graag delen. Misschien nog wel belangrijker is onze verwondering over de gang van zaken. Een stuk stad maken waarin werken, wonen en stedelijke voorzieningen samengaan, daar is iedereen het op papier over eens. Maar de praktijk is weerbarstiger: de commercieel sterkste functie, meestal wonen, drukt de andere functies weg, waardoor opnieuw monofunctionele gebieden dreigen te ontstaan.

 

Hoe maken we een gemengde stad?

Er is al veel geschreven en gedacht over het waarom van gemengde gebieden. Wij richten ons de komende tijd op de ‘hoe-vraag’ Welke mechanismen gaan schuil achter de wereld van vastgoedontwikkeling die belemmerend zijn voor functiemenging? Welke obstakels ervaren overheden? Wat is het geheim van een succesvolle menging?  Hoe wordt de transformatie betaald? We hopen op een open debat, voorbij het niveau van mooie referenties en borstklopperij en aansluitend bij bestaande kennis.

 

De kettingbrief

Urhahn gaat in gesprek met verschillende experts en reflecteert op eigen projecten. De interviews kunnen worden beschouwd als een kettingbrief. Ieder interview leidt tot een reeks nieuwe interviews waarmee we ons verder verdiepen in dit vraagstuk. Hiermee hopen wij nieuwe inzichten en inspirerende ideeën op te doen die leiden tot een succesvolle aanpak voor functiemenging.

Werken aan de stad in de transitie van puber naar volwassene

Zoetermeer is een jonge stad die op een strategische plek in de luwte van historisch Leiden en Den Haag heeft kunnen groeien, met opgaven die sterk samenhangen met het groeikernen-verleden. Zoetermeer is een stad die zich bevindt in de transitie van ‘puber naar volwassene’, met alle identiteitsvragen die daarbij horen.

 

Zoetermeer staat aan de vooravond van flinke uitdagingen. De regionalisering in de dynamische Zuidelijke Randstad zet door: woon- en arbeidsmarkten worden regionaler. Dit leidt tot de vraag hoe Zoetermeer zich kan en wil positioneren in de regio. Hoe kan Zoetermeer de dynamiek rond regionale ontwikkelingen verzilveren en zorgen dat deze ten goede komt aan de bestaande stad (toekomst van het centrum; de bestaande bevolking; de woonwijken)? De versterking van de bestaande stad en de specifieke kenmerken van de verschillende wijken en stadsdelen is een belangrijke opgave. We gaan op zoek naar de urgentie en maatschappelijke meerwaarde van ontwikkelingen.

 

Geplaatst: augustus 2019 door Ad de Bont

Lelystad: hoofdstad van de natuur

In het Ruimtelijk Raamwerk Lelystad staan de unieke ruimtelijke kwaliteiten centraal. Hoe is Lelystad ruimtelijk ontwikkeld, wat zijn de continue kwaliteiten waar Lelystad op is gebaseerd, hoe kunnen we deze doortrekken naar en koesteren in de toekomst en wat zijn de ruimtelijke ontwikkelkansen? Dit raamwerk is sterk gericht op de stedenbouwkundige en landschappelijke kwaliteiten en potenties van de stad. Lelystad als natuurhoofdstad: klimaatadaptief, nieuwe natuur, gericht op fiets en ov, rustige woonwijken en een bruisend stadshart. Daarnaast is een bondig koersdocument ontwikkeld waarin het lange termijnperspectief voor Lelystad is geschetst.

Een spinnenweb als communicatiemiddel en afwegingskader

Als auteur van de ontwikkelingsvisie en het ontwikkelingskader voor Middelland Noord in Woerden is Urhahn op dit moment betrokken bij tal van initiatieven in Middelland in Woerden. Wij vervullen daarin een rol als intervisor: wij helpen de initiatiefnemers om binnen de geest van de visie tot haalbare ontwikkeling te komen. Ontwikkelingen die bijdragen aan een gemengd en vitaal Middelland-Noord.

We hebben een spinnenwebdiagram ontwikkeld, waarin een aantal hoofddoelstellingen op het gebied van ruimte, mobiliteit, duurzaamheid en programma staan. Een ontwikkelende partij zal nooit op alles honderd procent scoren, maar het doel is dat er uiteindelijk een resultaat is dat in balans is. Het spinnenweb is een communicatiemiddel tussen gemeente en marktpartijen, en een afwegingskader tegelijk.

Beweegvriendelijk Eindhoven

Om een beter beeld te vormen van een beweegvriendelijk Eindhoven is Urhahn voor de gemeente Eindhoven een onderzoek gestart naar de beweegvriendelijkheid van een aantal buurten. Als eerste pilotproject is er gekeken naar de buurt Tongelresche Akkers, gevolgd door Sportpark ’t Schoot.

 

Iedere buurt is anders en overal zijn andere (potentiële) beweegaanleidingen. Ook de behoeften variëren: in een kinderrijke wijk als Tongelresche Akkers is behoefte aan speelvoorzieningen, terwijl sportpark ’t Schoot letterlijk en figuurlijk de ruimte biedt aan nieuwe, innovatieve vormen van sport.

 

Beweegscan

Om (onbenutte) kansen en potenties binnen de gebieden bloot te leggen hebben we samen met betrokkenen en stakeholders een beweegscan uitgevoerd. We hebben de beweegvriendelijkheid van de buurten in kaart gebracht, en gezocht naar nieuwe beweegmogelijkheden. Middels ontwerpend onderzoek laten we zien wat het ruimtelijk potentieel is.

 

Ambities Tongelresche Akkers

Voor de buurt Tongelresche Akkers zijn vijf beweegambities geformuleerd die laten zien via welke thema’s de wijk beweegvriendelijker gemaakt kan worden. Het gaat om het beter verbinden van de wijk met directe fiets- en wandelroutes, het toevoegen van een traag netwerk van autoluwe straten en paden, het bieden van meer spannende en uitdagende speelplekken, het openbaar toegankelijk maken van sportplekken, en het activeren van de waterkant voor beweeg-, sport- en ontmoetingsaanleidingen. Deze vijf beweegambities zijn uitgewerkt voor drie kansrijke ontwikkelplekken.

 

Ambities Sportpark ‘t Schoot

Voor’t Schoot worden zes ambities centraal gesteld, die van het nieuwe Urban Sports Park een succesvolle plek maken om te bewegen: een route die sportplekken in Eindhoven aan elkaar schakelt en met directe fiets- en wandelroutes verbindt met binnenstad én buitengebied, een sterke identiteit en zichtbaarheid, een flexibele en multifunctionele ruimtelijke structuur voor sportfaciliteiten, een optimale verbinding met de omgeving, een ontmoetingsplek en ruimte voor buurtinitiatieven.

Het beste van twee werelden: wonen dichtbij Amsterdam, in de groene omgeving van Duivendrecht

Entrada is op dit moment een kantorengebied waar alleen gewerkt wordt. De ligging biedt echter veel potentie voor een transformatie tot aantrekkelijk woongebied; dichtbij de voorzieningen van Duivendrecht, dichtbij Amsterdam en dichtbij het landschap van de Amstelscheg. Tel daarbij op de goede bereikbaarheid met het metrostation en de afslag van de A10 om de hoek en je hebt een toplocatie voor binnenstedelijke verdichting.

 

Een aantrekkelijk woongebied is echter niet zomaar gemaakt. Condities van geluidsoverlast en de geïsoleerde positie van het kantorengebied moeten worden omgebogen naar een goed woonmilieu, verbonden met z’n omgeving. Wat maakt Entrada straks uniek en bijzonder, een fijne plek om te wonen?

 

In het Programma van Eisen worden hier de kaders voor opgesteld. Entrada moet straks het beste van twee werelden bieden: wonen dichtbij Amsterdam, in de groene omgeving van Duivendrecht, met de nodige voorzieningen; goed bereikbaar met het OV, en ook met de auto ben je snel waar je wilt zijn; stedelijk wonen, met sociale cohesie en menselijke maat; gestapeld en in een bijzondere woning; centraal gelegen en betaalbaar.

 

Aan de hand van vier ambities voor het gebied: 1. groen & uitnodigend, 2. gestapeld wonen voor diverse doelgroepen, 3. collectief en 4. toekomstbestendig, zijn randvoorwaarden opgesteld waaraan de ontwikkeling moet voldoen.

 

Het Programma van Eisen Entrada is in juni 2019 unaniem door de raad vastgesteld. Hiermee is er een toetsingskader voor de stedenbouwkundig uitwerking, die hierna door de eigenaren in het gebied zal worden gemaakt.

 

Bekijk hier het hele Programma van Eisen Entrada: http://verslag.ouder-amstel.nl/Vergaderingen/Raadsvergadering/2019/13-juni/20:00/190507-Concept-PvE-Entrada-2.pdf

 

Beweegvriendelijk Antwerpen

Het autogebruik is geleidelijk aan het veranderen en de overstap naar deelauto’s en elektrisch rijden is al meer vanzelfsprekend dan vijf jaar geleden. Die trend zal zich langzaam blijven ontwikkelen, en tegelijkertijd ligt er een belangrijke opgave voor Antwerpen om de stad klimaatbestendig in te richten. Met steeds meer bewoners in de stad is het woekeren met de beschikbare (openbare) ruimte. Dat betekent niet alleen ruimte maken voor verkeer, maar ook voor spelen, sporten en verblijven – zodanig dat het ook het klimaat ten goede komt.

 

Urhahn heeft voor Antwepen een strategie opgesteld, die handvatten biedt voor hoe je als stad/district werkt aan een beweegvriendelijke stad. Het vraagt om actie, maar laat ook zien dat kleine ingrepen net zo belangrijk zijn als grote ingrepen. Een beweegvriendelijke stad maken doe je samen. Het vraagt om een goede samenwerking tussen verschillende belangengroepen (mobiliteit, groen, sport, spelen) en tussen bestuur en bewoners. Er moeten heldere keuzes worden gemaakt, die de leesbaarheid van de verschillende straatprofielen vergroten.

 

Om te laten zien hoe je werkt aan een meer beweegvriendelijke stad hebben we vier verschillende buurten onderzocht: Ekeren, Deurne, Universiteitsbuurt en Oud-Berchem. Per buurt hebben we samen met betrokkenen een beweegscan gedaan van de buurt, waarin potenties en kansen voor beweegvriendelijkheid zijn blootgelegd.

 

Die studies laten zien dat een beweegvriendelijke stad maken vraagt om maatwerk; iedere buurt heeft verschillende aandachtspunten (de diagnose) wat leidt tot andere ambities. Die keuzes zijn inzichtelijk gemaakt in voorbeelduitwerkingen, die laten zien wat de ruimtelijke winst is van de verschillende ingrepen.

 

Wilt u ook een beweegscan voor uw stad of buurt? Lees hier meer over de methodiek van de Beweegscan, of neem contact op met Ad de Bont (ad@urhahn.com) of Wendy van Kessel (wendy@urhahn.com), 020 – 421 74 40.

Dorpsontwikkelingsvisie Middenbeemster

Aan de vooravond van de fusie met gemeente Purmerend heeft gemeente Beemster besloten om samen met de bevolking en met de gemeente Purmerend een Dorpsontwikkelingsvisie voor Middenbeemster op te stellen, waarin het toekomstbeeld en de ambities van Middenbeemster zijn verwoord en die kaderstellend is voor toekomstige initiatieven. In Middenbeemster speelt een aantal ruimtelijke ontwikkelingen. Hoewel elke ontwikkeling op zichzelf voldoende gerechtvaardigd kan worden, wordt belang gehecht aan een breed gedragen en samenhangende ontwikkelingsvisie. Urhahn gaat samen met Breen stedenbouw en Petra Ferwerda communicatie aan de slag om een breed gedragen toekomstvisie op te stellen. In gesprekken met raadsleden en stakeholders, brede themabijeenkomsten met diverse betrokkenen en een informatiemarkt zullen we gezamenlijk samenhangende verhalen (scenario’s) opstellen, en die vervolgens uitwerken tot een visie en uitvoeringsprogramma.

 

Geplaatst op 27 maart 2019, door Sjoerd Feenstra

Ontwikkelvisie Overgoo, Leidschendam-Voorburg

Urhahn | stedenbouw en strategie heeft een ontwikkelvisie opgesteld voor Overgoo. Het gebied staat aan de vooravond van een transformatie van een werkgebied naar een gemengd woon-werkgebied. Een gebied waarin wonen, werken en voorzieningen samenkomen en elkaar wederzijds versterken. Impact heeft verschillende vastgoedposities in het gebied en de ambitie om in dit transformatieproces de trekkende partij te zijn. Gemeente Leidschendam-Voorburg en Impact hebben samen met Urhahn gewerkt aan de totstandkoming van een ontwikkelvisie voor Overgoo.

 

Ambitie en identiteit

In de ontwikkelvisie zijn de randvoorwaarden voor de herontwikkeling uitgewerkt. Daarnaast gaat de ontwikkelvisie nadrukkelijk in op de overkoepelende ambitie: wat voor gebied moet Overgoo in de toekomst gaan zijn? Wat is de identiteit? Voor welke doelgroepen is het gebied interessant? Hoe is het gebied verbonden met de rest van Leidschendam?

 

Niet over één nacht ijs

De transformatie van het gebied gaat niet over één nacht ijs. Het zal stapsgewijs plaatsvinden, waarbij het eindbeeld geleidelijk ontstaat. De ontwikkelvisie fungeert daarbij als kompas. Het geeft richting aan de ontwikkelingen in de tijd en het zorgt voor samenhang en flexibiliteit. Deze flexibiliteit is noodzakelijk bij complexe transformatie met verschillende stakeholders en eigenaren. De essentie van de visie is robuust en toekomstbestendig, in de uitwerking is deze adaptief in staat mee te bewegen op veranderende (markt)omstandigheden. Het vormt een tussenproduct op weg naar concretere planvorming, de basis om de spelregels van de ontwikkeling op te gaan stellen.

 

Co-creatie

Er is intensief dialoog gevoerd met de omgeving via brede werksessies. Naast vertegenwoordigers van de gemeente en de ontwikkelaar dachten hierbij ook ondernemers uit het gebied en bewoners aan de rand van het gebied mee. En via verschillende open omgevingsbijeenkomsten hebben belangstellenden kritisch en constructief vorm en inhoud gegeven aan de visie. De gemeente heeft parallel gewerkt aan een Nota van Uitgangspunten voor de ontwikkeling van Overgoo. De ontwikkelvisie wordt gemeentelijk vastgesteld en biedt de basis voor verdere planuitwerking.

 

Contact

Urhahn | stedenbouw en strategie

Henri Polaklaan 42 – 1018 CT Amsterdam

020 421 74 40 – info@urhahn.com – www.urhahn.com

 

Volg ons op Instagram 

Volg ons op LinkedIn

Volg ons op Pinterest

 

KVK Amsterdam 33226810 – BTW nr. NL807338722B01

IBAN: NL14ABNA0445968672 – BIC: ABNANL2A

 

Lees hier onze privacyverklaring


Stageplaatsen: Urhahn biedt af en toe stageplaatsen aan Nederlands sprekende, creatieve en ambitieuze stedenbouw- en/of architectuurstudenten op hbo, universitair of post-academisch niveau. Ervaring met Vectorworks en Illustrator is wenselijk. Geïnteresseerd? Stuur een mail met motivatie, CV en portfolio t.a.v. Jessica Tjon Atsoi aan jessica@urhahn.com.

 

Colofon: deze site is ontworpen door Urhahn, en gebouwd door Grip Multimedia.

De regels van het spel

Urhahn werkt in opdracht van de gemeente Woerden aan de transformatie van Middelland. Na het opstellen van kansenkaarten en een ontwikkelingsvisie heeft Urhahn spelregels opgesteld. De Ontwerp Structuurvisie, die opgebouwd is uit de ontwikkelingsvisie Middelland en het Ontwikkelingskader Middelland Noord, is in februari 2019 vastgesteld. 

 

Urgentie én potentie

Het werkgebied Middelland in Woerden kampt met structurele leegstand en een verouderde uitstraling, en de ambitie van de gemeente is om transformatie mogelijk te maken naar een hoogwaardige stadswijk. De potenties zijn hiervoor uitstekend: midden in de Randstad, nabij het karakteristieke stadscentrum en goed verbonden met de recreatieve kwaliteiten van het groene hart.

 

Initiatieven en spelregels… 

Het toestaan van nieuwe functies en een hogere bebouwingsdichtheid maakt het aantrekkelijk voor ondernemers om een herontwikkeling op te starten. Er is wel een kanttekening te plaatsen: de kwaliteit moet passend zijn bij het hoogwaardige ambitieniveau. In cocreatie met eigenaren en ondernemers zijn daarom spelregels opgesteld waar nieuwe ontwikkelingen aan moeten voldoen, zoals uitstraling van de gevel, plintfuncties of parkeeroplossingen. Op sommige plekken wordt gestuurd op samenwerking tussen eigenaren om meer te kunnen bereiken en met financiële spelregels wordt bijvoorbeeld de afdracht aan een gebiedsfonds geregeld.

 

We hebben een spinnenwebdiagram ontwikkeld, waarin een aantal hoofddoelstellingen op het gebied van ruimte, mobiliteit, duurzaamheid en programma staan. Een ontwikkelende partij zal nooit op alles honderd procent scoren, maar het doel is dat er uiteindelijk een resultaat is dat in balans is. Het spinnenweb is een communicatiemiddel tussen gemeente en marktpartijen, en een afwegingskader tegelijk.

 

Structuur versterken

Parallel zijn op het niveau van het raamwerk ingrepen voorgesteld die de kwaliteit van het groen en de verbinding met omgeving verbeteren. Een nieuwe brug, een verbinding met het centrum en spelregels over de inrichting van de private buitenruimte helpen mee om het gebied als geheel te versterken en het onderdeel van de stad te maken. De dynamiek van de initiatieven in leidend. De plek en volgordelijkheid van de transformatie wordt bepaald door kansrijke initiatieven zoals de herontwikkeling van het Stadhuis of verdichtingsplannen op het ziekenhuisterrein.

Beeldkwaliteitplan Haven van Monnickendam

In navolging van het Stedenbouwkundig Plan Galgeriet (2017-2018) dat op zijn beurt is vooraf gegaan door onze organische ontwikkelstrategie voor Galgeriet (2015-2016) maakten we een concrete stedenbouwkundige uitwerking in de vorm van het Beeldkwaliteitplan Haven van Monnickendam.

 

Lieflijk en nurkse pandenstad

Galgeriet ligt tegen de historische binnenstad van Monnickendam aan. Karakteristiek voor de binnenstad is dat de stad is opgebouwd uit individuele paden die naast elkaar staan en samen het straatbeeld bepalen. Tussen de kleine panden, in de binnenstad vaak slechts één laag met een kap, staan een aantal grote gebouwen: loodsen, werkgebouwen, maar ook de kerk is zo te typeren. In Galgeriet gebruiken we dit principe om een aantal specials te maken: circa 4 grotere gebouwen, varierend in bouwhoogte die gebouwen uit één stuk zijn en bijzondere plekken in het plan accentueren. De pandenstad bestaat naast de nurkse gebouwen overwegend uit grondgebonden woningen, maar een pand kan ook een kleinere appartementengebouw zijn. Galgeriet wordt daarmee opgebouwd uit panden die varieren in maat.

De toekomst van Hoorn

Hoorn heeft een prachtige binnenstad, het ligt aan het Markermeer, de verbindingen zijn prima: in een half uur ben je met de trein in het centrum van Amsterdam. De stad heeft prima culturele voorzieningen, het arbeidsethos is hoog en de woningen zijn er nog betaalbaar. Toch weet Hoorn deze kwaliteiten onvoldoende te benutten. Hoorn vergrijst sterker dan het landelijke gemiddelde, de economische groei blijft achter, de economie is te traditioneel van aard en Hoorn weet hoger opgeleiden onvoldoende aan de stad te binden. Kortom, er is nog een wereld te winnen.

 

Om in te spelen op de bovenstaande opgave heeft de gemeente Hoorn Urhahn | stedenbouw & strategie gevraagd ‘De Toekomst van Hoorn’ te ontwikkelen. Een (interactief) document dat de basis vormt voor de strategische ontwikkeling van de stad, voor de omgevingsvisie en voor externe promotie en acquisitie. De toekomst van Hoorn gaat uit van een actieve, ontwikkelende houding in plaats van de meer beherende houding die de afgelopen jaren is aangehouden, passend bij een voormalige groeikern.

 

In De Toekomst van Hoorn worden de opgave en de urgentie onderzocht, en wordt gekeken naar de belofte, het perspectief. Dit perspectief is toegelicht aan de hand van drie verhaallijnen. Tenslotte leiden deze verhaallijnen tot de belangrijkste acties. Er wordt een aantal ontwikkelacties voor de gemeente en haar partners benoemd. Nadien kunnen deze worden uitgewerkt in een concrete agenda.

 

Ontwikkelvisie centrum Hoogvliet, Rotterdam: modernisme als identiteitsdrager

Urhahn werkt voor de gemeente Rotterdam aan een ontwikkelvisie voor het centrum van Hoogvliet. De aanleiding hiervoor is de groeiende leegstand in het centrum. Het ontbreekt aan een binnenstadsvisie waarbinnen initiatieven kunnen worden beoordeeld en begeleid.

 

De ontwikkelvisie Hartje Hoogvliet schetst een wervend en realistisch toekomstperspectief. De visie wordt gemaakt in samenwerking met de gemeente en een team van eigenaren, met medewerking van detailhandelspecialist Inge Niks (iXin). Daarnaast organiseren we een ideeënmarkt om de ideeën voor het centrum te delen met winkeliers, bezoekers en bewoners van het centrum. De concrete uitwerking vindt plaats in de vorm van een aanzet tot gebiedsdeals, waarin stakeholders worden gekoppeld aan concrete deelopgaven.

Technology Base

Urhahn ondersteunt de projectorganisatie bij de conceptontwikkeling en ontwerp van de luchthaven van Twente. Zomer 2018 hebben we een reflectie op het plan gemaakt. Essentie was dat er een prachtig landschappelijk plan ligt, maar dat de unieke kwaliteiten van de voormalige militaire vliegbasis krachtiger kunnen worden ingezet. Tegelijk vraagt het plan om meer flexibiliteit, omdat de toekomstige gebruikers nog onzeker zijn.

 

De combinatie van natuur en cultuur is uniek, de ligging in het landschap op een afgesloten campus trekt bijzondere bedrijven aan. Door de tegenstelling beter zichtbaar te maken wordt de uniciteit van de locatie benadrukt. Bij ons eerste bezoek zagen we een ree en een groene specht naast militaire bunkers. De vormgeving van de infrastructuur, het behoud van de taxibaan als plek voor recreatie en experiment, de shelters voor de F16’s als specials zijn extra bijzonder in contrast met het landschap.

 

Aansluitend op de reflectie is onderzoek gedaan naar de inpassing van een grootschalig initiatief, Lithium Werks, die een campus met bijbehorende voorzieningen wilde realiseren op Technology Base. Helaas heeft deze partij zich teruggetrokken. Daarnaast hebben we een aantal openbare ruimtes uitgewerkt die laten zien hoe met simpel ontwerp de essentie van het gebied tot zijn recht komt.

Meer cohesie en leefkwaliteit voor het gebied rond de Olympiahal, Wageningen

Samen met bewoners en betrokken partijen werkt Urhahn | stedenbouw & strategie in opdracht van gemeente Wageningen aan een integrale stedenbouwkundige visie voor het gebied rondom de Olympiahal in Wageningen – onderd eel van De Buurt – waarmee meer cohesie ontstaat en de leefkwaliteit in het gebied kan worden vergroot.

 

De laatste jaren is er veel ruimte geboden voor kleine (her)ontwikkelingen in het gebied en belangrijke buurtoverstijgende functies hebben de buurt verlaten. Het voormalige stadskantoor aan de Stadsbrink is verhuisd naar het centrum en de sportfaciliteit Olympiahal zal in de nabije toekomst verdwijnen. De geplande herontwikkeling van de Olympiahal is aanleiding om te kijken hoe er met een integrale benadering meer kan worden bereikt in deze buurt dan wanneer we alle ontwikkelingen als losse op zichzelf staande projecten beschouwen.

 

Samen met bewoners zijn de knelpunten en kwaliteiten van het plangebied blootgelegd en is er gepraat over wensen en kansen. De ambities voor het gebied zijn helder:

  • Het gebied verandert langzaam naar een woonbuurt, waarbij er wordt gestreefd naar een buurt met een dorpse schaal en maat, voor ouderen én gezinnen. Rondom het busstation mag het wat stedelijker.
  • Er komt meer ruimte voor ontmoeting, en veilige routes voor voetgangers. Een Buurtpark vormt samen met het wijkcentrum Buurtse Bocht het nieuwe hart van de buurt. Een Buurtplein bij het voorzieningencluster (met onder andere de superkmarkt) markeert de andere zijde van de Buurtas.
  • Meer prioriteit voor voetgangers en fietsers. Parkeren wordt niet onder druk gezet, maar een aantal routes binnen de buurt wordt heringericht zodat ze veiliger worden voor langzaam verkeer.
  • Het gebied wordt groener en er is meer oog voor duurzaamheid bij toekomstige ontwikkelingen. Er wordt een buurtpark toegevoegd en het busstation wordt vergroend om er een betere verblijfsplek van te maken en hittestress te verminderen.

Havenstad-ZaanIJ: samenhang in verstedelijking

In opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft Urhahn een ontwerpend onderzoek gedaan naar de samenhang in verstedelijking en bereikbaarheid in relatie tot de herontwikkeling van Haven-Stad/ZaanIJ.

 

De komende jaren moeten er in de MRA circa 250.000 woningen worden gebouwd; gebieden als de Achtersluispolder, Hembrug en Haven-Stad spelen hierbij een cruciale rol. Haven-Stad biedt een capaciteit tot 70.000 woningen en 58.000 arbeidsplaatsen in een aantrekkelijk, gemengd gebied. De gemeente Amsterdam heeft een ontwikkelvisie voor Haven-Stad opgesteld en ook gemeente Zaandam heeft diverse ontwikkellocaties aangewezen langs ’t IJ. Er bestaan echter nog onduidelijkheden wat voor type woon- en werkmilieus hier precies gerealiseerd kunnen worden en wat voor effecten dat heeft op de vervoersnetwerken (spoor, hoofdwegennet en onderliggend netwerk). Urhahn is gevraagd om een advies uit te brengen hoe dit gebied geleidelijk aan getransformeerd kan worden, welke keuzes in verstedelijking en infrastructuur met elkaar samenhangen en welke mogelijke positieve of negatieve gevolgen dit met zich mee kan brengen.

 

Investeren in transformatie

De transformatie van dit grootschalige werkgebied tot een aantrekkelijk hoog-stedelijk woon/werkgebied vraagt visionaire plannen, slimme adaptieve ontwikkelstrategieën en verschillende ontwikkelsnelheden. De bereikbaarheid van het gebied zal sterk veranderen: van een gebied waar het vrachtverkeer dominant is naar een gebied dat voor alle modaliteiten onlosmakelijk verbonden is met het stedelijk gebied van Zaanstad en Amsterdam. Dit vraagt om forse investeringen in ov, waterverbindingen, infrastructuur voor fietser en voetganger en voor adequate auto-infrastructuur; investeringen door gemeenten, provincie en het Rijk.

 

Acht adviezen

Urhahn organiseerde drie ateliers met medewerkers van het ministerie van I&W, BZK, gemeente Zaanstad, gemeente Amsterdam, Havenbedrijf Amsterdam en ORAM. Tijdens de ateliers stond de relatie tussen de gebieds- en verstedelijkingsambities en de multimodale bereikbaarheid centraal. Er werd er gediscussieerd over de belangrijkste ontwikkelingen, ambities en beleidsdocumenten met betrekking tot de transformatie van het gebied, over de mogelijke ontwikkelscenario’s en over de positieve en negatieve effecten van deze ontwikkelscenario’s.

 

Uit de ateliers volgden acht adviezen, waarvoor een ontwikkelpad de basis vormt:

  1. Zoek samenhang tussen verstedelijkingsmilieu en bereikbaarheidsprofiel
  2. Hanteer de Ladder van Haven-Stad/ZaanIJ
  3. Kies voor pakket no-regrets
  4. Kies een samenhangende ontwikkelstrategie
  5. Anticipeer op schaalsprong OV als onderdeel ontwikkelstrategie
  6. Monitor mobiliteitseffecten ontwikkelstrategie
  7. Versterk de economie en ontwikkel cross-overs met de havenactiviteiten
  8. Ben je bewust van de risicogebieden

Veerkrachtig Bladel

Gemeente Bladel heeft de opmerkelijke keuze gedaan haar nieuwe centrumvisie synchroon door vier bureaus (waaronder Urhahn) te laten uitwerken. Onder leiding van ‘Ik Onderneem’ hebben ondernemers, bewoners, belangengroepen en gemeente in een ‘pressurecooker participatieproces’ hun voorkeuren en wensen duidelijk gemaakt. Deze vormden de basis voor de vier visies.

 

Aanleiding voor de uitvraag zijn de vele initiatieven voor nieuwe ontwikkelingen in de kern van Bladel. Ook liggen er enkele vraagstukken bij de gemeente die effect hebben op de uitstraling en bereikbaarheid van het centrum, zoals het wel of niet verhuizen van culturele en maatschappelijke instellingen naar de Markt. Vigerend beleid (onder andere de Centrumvisie uit 2015) biedt onvoldoende kader voor het beoordelen van deze initiatieven.

 

Urhahn zet in op een veerkrachtig Bladel met een levendig centrum. Een centrum dat veelzijdig, dorps en sociaal is, klaar voor wat de toekomst brengt. Een visie die is geworteld in de huidige karakteristieken van Bladel.

 

Bladel heeft een centrum met veel voorzieningen, een bloeiend verenigingsleven, succesvolle ondernemers en betrokken inwoners die samen een hechte gemeenschap vormen. De opgave voor Bladel ligt niet in het grootser of stadser worden, maar om in een veranderende maatschappij te behouden wat Bladel Bladel maakt, om het te verrijken, te versterken en veerkrachtiger te maken.

De visie beschrijft hoe het centrum van Bladel zich de komende tien tot twintig jaar moet ontwikkelen en vormt een kader en inspiratie voor initiatieven en ontwikkelingen.

 

De visie bouwt voort op een aantal karakteristieken van Bladel. Aan de hand van een aantal trends en ontwikkelingen worden opgaven en kansen geschetst die in de visie voor een veerkrachtig centrum verzilverd worden. Een vijftal leidende principes vormen de kapstok voor de uitwerking van de visie. Als afsluiting wordt een overzicht gegeven van hoe het vervolgproces eruit moet gaan zien.

 

Bekijk hier de Centrumvisie ‘Een veerkrachtig Bladel’ van Urhahn (pdf 4,6 Mb), of zie hier de visies van de andere drie bureaus.

 

Op 22 december 2018 is door de Raad voor een van de drie andere visies gekozen.

Visie Martini Trade Park Groningen: werken in het Stadspark

In het Martini Trade Park zijn tal van waardevolle bedrijven gevestigd en daarmee vormt het gebied een economische dynamo voor Groningen. Toch staat de kwaliteit van het werkgebied al jaren onder druk. De ligging aan het stadspark wordt nauwelijks benut, geparkeerde auto’s bepalen het beeld van de (openbare) buitenruimte en de uitstraling van de panden oogt vaak gedateerd. Martini Trade Park heeft geen heldere identiteit en de concurrentie van andere werkgebieden in regio is fors. Toch is er ook goed nieuws. De wint waait, ook in het Martini Trade Park, uit een economisch gunstige hoek. De structurele leegstand in de kantoren is de afgelopen periode afgenomen. De buurman van het gebied, MartiniPlaza, barst van de vernieuwingsambities. Ook zijn er verschillende eigenaren die innoveren met nieuwe werkconcepten. Maar misschien nog wel belangrijker: er is onder de stakeholders in Martini Trade Park bereidheid om samen de schouders eronder te zetten.

 

Gebiedsdeals

Samen met de eigenaren en andere stakeholders in het Martini Trade Park heeft Urhahn | stedenbouw & strategie een gebiedsvisie opgesteld. In een proces met vele participanten zijn gezamenlijke ambities geformuleerd en doelstellingen verbeeld. Het visiebeeld vormt een wenkend perspectief voor een duurzaam, dynamisch en divers werkgebied ín het stadspark. De visie krijgt concreet vorm met de gebiedsdeals, uitvoeringsprojecten voor de verbetering van de uitstraling van het Martini Trade Park. Deze gebiedsdeals worden publiek, privaat en/of in publiekprivate samenwerking uitgevoerd. De gebiedsdeals kunnen in de loop van de tijd worden uitgebreid en aangevuld.

 

Met de bakfiets door Weezenlanden Noord, Zwolle

Veel positiviteit tijdens het derde ‘bakfietsmoment’ in Zwolle. Dit keer geen bakfiets, maar een warme tent met koffie om de stand van zaken voor het stedenbouwkundig ontwerp voor Weezenlanden-Noord te presenteren. Na lange tijd van hard werken en puzzelen konden we met trots verbeeldingen van het stedenbouwkundig plan tonen. De plannen werden met veel positiviteit ontvangen door de bewoners. Voor velen was dit de eerste keer dat ze zagen hoe het er in toekomst uit komt te zien en het zorgde ervoor dat men zich alvast ging inleven. “Ik zou het heerlijk vinden om hier op de hoek te gaan wonen, met het prachtige uitzicht op de Singelgracht en de binnenstad! Reserveer die maar vast voor mij!” Grapte een van de huidige bewoners.

Later op de avond zijn de stedenbouwkundige visie van de Gemeente Zwolle en het ontwerp van Urhahn gepresenteerd aan de belanghebbenden. Wederom een hoge en gemixte opkomst met enthousiaste woningzoekenden, nieuwsgierige omwonenden en betrokken Zwollenaren. Door het gesprek aan te gaan kunnen we verder met veel positieve, maar vooral ook slimme en goede feedback om het plan nog beter te maken.

 

Geplaatst op 14 november 2018, door Jessica Tjon Atsoi

Weezenlanden, Zwolle: wonen in het park, midden in de stad

Urhahn is sinds november 2016 betrokken bij de herontwikkeling van Weezenlanden Noord in Zwolle. In opdracht van Woningcorporatie Stichting Openbaar Belang is gewerkt aan de herontwikkeling en verdichting van de locatie met behoud van het huidige open en groene karakter.

 

Tot het voorjaar 2019 hebben wij in een interactief ontwerpproces samen met Stichting Openbaar Belang, de gemeente, de provincie, het waterschap en de huidige bewoners een stedenbouwkundig plan ontwikkeld. Met drie ‘bakfietsmomenten’ zijn we door de buurt getrokken, zodat we makkelijk aanspreekbaar waren voor bewoners, die daardoor ’s avonds hun huis niet uit hoefden.

 

Door in een vroeg stadium alle belangen mee te nemen is een complexe doch rijke opgave ontstaan waarin de verstedelijkingsopgave van de stad integraal wordt gecombineerd met de opgaven op het gebied van energie, mobiliteit, klimaatadaptatie en waterveiligheid. Het heeft tevens geleid tot het vaststellen van de visie Centrum-Oost voor Weezenlanden Noord door de gemeente Zwolle (november 2018). Begin november 2018 vond een bredere informatiebijeenkomst plaats voor omwonenden, belangengroepen en andere stakeholders waarin het stedenbouwkundig plan en de visie van de gemeente zijn gepresenteerd.

 

Het stedenbouwkundig ontwerp voor Weezenlanden Noord zet sterk in op het verbinden en versterken van de groene kwaliteiten van de locatie. Het groen aan het Almelose Kanaal en de Singelgracht worden met elkaar in verbinding gebracht middels een centrale groene ruimte in het gebied. Door een samenhangend en continu maaiveld ontstaat een gastvrij entreegebied voor de stad. Door losse gebouwen aan de Schuurmanstraat en aan het Almelose kanaal ontstaat een doorwaadbare groenstructuur. De overige gebouwen vormen tezamen samengestelde blokken met collectieve binnenhoven. De bebouwing bestaat uit verschillende gebouwtypen en groottes waardoor de open en losse setting, nu zo kenmerkend voor het gebied, versterkt wordt. Onder een deel van de gebouwen (en deels onder een dek) is een parkeergarage voorzien voor bewoners en bezoekers. Hierdoor is het gebied autovrij waardoor de openbare ruimte optimaal kan worden ingezet voor spelen, verblijven, fietsen, wandelen, sporten en gezond bewegen. De inrichting van de openbare ruimte is klimaatadaptief door grote bomen voor schaduw en verlaagde delen voor tijdelijke waterberging. De groene daken en binnenhoven doen ook mee in het klimaatadaptief- en watersysteem. De openbare ruimte is deels opgehoogd en voldoet aan de nieuwe waterkerende hoogte van +2,65 meter NAP.

 

Gedurende het proces is door Stichting Openbaar Belang besloten een tenderprocedure te starten om het project verder te kunnen ontwikkelen. Het stedenbouwkundig plan dat tot stand was gekomen in een interactief ontwerpproces met gemeente en stakeholders is toen meegegeven als ambitie aan de aanbestedende partijen. In augustus 2019 is het consortium Nijhuis bouw B.V. – Explorius vastgoedontwikkeling B.V. geselecteerd als winnende partij. Het winnend ontwerp door Karres+Brands & Barcode Architects is gebaseerd op het stedenbouwkundig plan door Urhahn.

 

 

 

 

Buigzaam, open, bescheiden: Oostenburg Amsterdam

Buigzaam, open, bescheiden. Dat zijn de drie sleutelwoorden die Richard Sennett gebruikt voor stedenbouw in zijn nieuwste boek Building and Dwelling. Kortom: proberen om het dagelijkse leven en top-down planning op elkaar af te stemmen, open voor verandering en een bescheiden rol voor het ontwerp(en). Dit sluit aan bij de ambities die we hebben met het plan voor Oostenburg: een buurt die zich kan aanpassen aan veranderingen in het dagelijkse leven, tijdens het ontwerpproces en in het echte leven.

 

Geen groots ontwerp, maar een goed kader. In hoge dichtheid, maar met menselijke maat. We zijn in 2011 begonnen met werken aan de site, in het hart van de crisis. Niemand kon zich voorstellen dat de vraag naar woningen een paar jaar later zo groot zou zijn. Begonnen met zo’n 800 woningen, nu met de huidige marktprijzen en kleinere eenheden is het aantal woningen gestegen tot 2000 woningen.

 

De Oostelijke Eilanden zijn een gebied in transitie: enerzijds een harde wijk met drugsgerelateerd geweld, anderzijds het succes van Roest, het stadsstrand dat zich ontwikkelt tot toeristische trekpleister. Hoe zal de nieuwe bevolking van Oostenburg bijdragen aan de eilandgemeenschap? Kunnen we lessen leren die ons helpen om in de komende jaren een hoge bevolkingsdichtheid te ontwikkelen in het populaire Amsterdam? En slagen we erin de waarden van Richard Sennett te bereiken?

 

Met deze vragen betreedt Tess Broekmans, partner en stedenbouwkundige bij Urhahn, het 1Lectures podium (Arcam & Academy of Architecture Amsterdam) en sluit daarmee de reeks van het eerste semester 2018-2019 af.

 

1Lecture, Tess Broekmans, Oostenburg

Datum: 29 november 2018

Tijd: Aanvang: 20.00 uur / Deur open: 19.45 uur

Locatie: Academie van Bouwkunst Amsterdam, Waterlooplein 213 te Amsterdam.

Kaarten: uitverkocht

Ontwerp en externe veiligheid

Urhahn werkt sinds 2015 samen met deskundigen op het vlak van externe veiligheid en communicatie aan de bewustwording van externe veiligheid in de gebouwde omgeving. Ad de Bont en andere medewerkers van Urhahn brengen stedenbouwkundige ontwerpkennis in werksessies en ontwerpateliers die specifiek gericht zijn op dit onderwerp. In deze sessies werken zij samen met experts en gebiedsbetrokkenen aan praktijksituaties rond de centrale vraag: ‘hoe kunnen we in deze stedelijke omgeving optimaal rekening houden met veiligheidsaspecten bij bijvoorbeeld een plasbrand, explosie en gifwolk (groepsrisico)’. Aandachtspunten zijn vluchtroutes, blusvoorzieningen, bouwconstructies, stedenbouwfysica en kwetsbare groepen in met name hoogstedelijke omgevingen rond (rail)infrastructuur. De afgelopen jaren hebben wij ateliers georganiseerd over onder andere Den Haag Utrechtsebaan, Zaanstad Hembrugterrein, Utrecht spoor-Croeselaan, Beverwijk stationsomgeving, Sittard Chemelot en stationsomgevingen als algemeen thema. Tijdens een landelijk congres was Ad de Bont ateliermeester bij een ontwerpsessie waarin ruim 300 deelnemers concreet ontwierpen aan een veilige stationsomgeving.

Transformatie van suburb naar stedelijke woonwijk

Woningbouwcorporatie Intermaris en de gemeente Purmerend zijn gezamenlijk aan de slag met de wijkvernieuwing in Wheermolen-Oost. Een wijk gebouwd in de jaren zestig, die getypeerd wordt door een zee van laagbouw met aan de randen hoge flats. De wijk kampt met problemen rondom leefbaarheid, de flats en de openbare ruimte zijn aan vernieuwing toe en het winkelcentrum staat te koop. De buurtvisie heeft als doel om de verschillende opgaven en actoren met elkaar te verbinden en te ontdekken hoe de delen elkaar kunnen versterken.

 

Urhahn is er in twee ‘design sprints’ met de diverse betrokkenen in geslaagd de neuzen dezelfde kant op te krijgen, zodat er meer samenhang in de ontwikkelingen kan komen. Zo blijkt de vernieuwing van de dijk door het waterschap samen te vallen met de vernieuwing van de flats, en is het groen aan de rand van de wijk eigenlijk een park met veel verschillende stakeholders.

 

Van suburb naar stedelijke woonwijk met Woningbouwimpuls

De globale ontwikkelvisie is het eerste resultaat van de intensieve samenwerking. Door de gewenste identiteit van de buurt te omschrijven en de ambities die daarbij horen te formuleren ontstaat een helder beeld van de ontwikkelrichting van de buurt. Vervolgens worden in de thema’s ‘openbare ruimte’ en ‘wonen & voorzieningen’ de verschillende projecten beschreven en de stakeholders benoemd. De wijk zit middenin de transformatie van suburb naar stedelijke woonwijk. Bij het Rijk is een aanvraag voor steun in de vorm van Woningbouwimpuls ingediend.

 

Naar een gezellige, gezonde, gemengde stadswijk

In 2019 zal de ontwikkelvisie worden gedeeld met de buurt en start Urhahn met de uitwerking van deelprojecten voor Intermaris. Voor de renovatie van de hoogbouwflats maakten we in opdracht van Intermaris een plintenboekje, waarin we in samenwerking met Moke architecten de mogelijkheden van de plint onderzochten. Door de bergingen te verplaatsen is het mogelijk om woningen in de plint te maken, of een collectieve fietsenstalling, of een buurtkamer. De verschillende opties zijn verbeeld en de keuze wordt gemaakt door de bewoners en Intermaris.

 

Na de Ontwikkelvisie heeft Urhahn op basis van een uitgebreid participatietraject ook het Beeldkwaliteitsplan opgesteld. 

 

Inmiddels is de website WijWheermolen online. 

Urhahn op excursie naar Valencia

Een greep uit ons programma:

  • Jardines del Turia, het stadspark in de oude rivierbedding, met veel sport, speelplekken, en enkele gebouwen van Calatrava.
  • Veles e Vents, het sierlijke gebouw van Chipperfield aan de haven.
  • El Cabanyal, het vissersdorp waar meer dan 200 verschillende tegeltjes de gevels bekleden. Groot en klein, veel kleur en straatleven.
  • Espai Verd, een schitterende explosie van brutalistische architectuur.
  • Horts Municipals de Sociópolis, de -door de crisis- niet afgebouwde woonwijk, waar het geplande park nu in gebruik is voor stadslandbouw met traditionele irrigatie.
  • Een stadswandeling langs de historische highlights.
  • Parque Central, de eerste invulling van de spoorzone die vrij komt nu de treinen ondergronds gaan.
  • La Petxina, het voormalig abattoir, dat nu in gebruik is als sportvoorziening, de gemeentelijke kantoren voor de afdeling sport, en tijdelijke huisvesting voor sporters.

 

Oktober 2018

Ad de Bont

Ad heeft als stedenbouwkundige en projectleider veel ervaring met het ontwikkelen van integrale plannen voor stad en regio. In zijn projecten verbindt hij mensen met uiteenlopende belangen en ideeën en legt hij verbanden tussen ruimte, infrastructuur en sociale en economische opgaven. Ad is auteur van de publicaties De Beweegvriendelijke Stad en Buitenkansen voor een uitnodigende buitenruimte. Beide boeken gaan over het beweegvriendelijker, gezonder en aantrekkelijker maken van onze leefomgeving. De ontwerpbenadering van Urhahn, uiteengezet in deze publicaties, stelt de gebruiker en het gebruikersperspectief centraal.

 

Ad werkt vaak voor overheden. Hij adviseert opdrachtgevers, geeft lezingen en doet ontwerpend onderzoek naar een beweegvriendelijke woon- en leefomgeving. Ad is medeoprichter van het Platform Gezond Ontwerp en gastdocent aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam.

Sinds 2014 is Ad partner bij Urhahn; daarvoor werkte hij onder meer als senior projectleider en adviseur bij BVR en bij Grontmij.

 

Stuur Ad de Bont een mail, connect via LinkedIN of bel 020 421 74 40.


Selectie van recente projecten waarvoor Ad projectleider is/was:

  • Arnhem Malburgen: toekomstvisie op de stedelijke en sociale vernieuwing van deze naoorlogse stadswijk (voor gemeente Arnhem en woningcorporatie Volkshuisvesting, 2024 – heden).
  • Tilburg Noord: perspectief op de stedelijke vernieuwing en verdichting met circa 5000 woningen van deze naoorlogse woonwijk, onderdeel van Nationaal Programma Leefbaar en Veilig (voor gemeente Tilburg, Wonen Breburg en TBV, 2023 – heden).
  • Groningen Kardinge: gebiedsvisie voor de ontwikkeling van Kardinge tot een campusomgeving gericht op sport, bewegen, onderwijs, wonen en werken (voor gemeente Groningen, Sport050, Alfa-college en Topsport, 2022 – 2023).
  • Publicatie buitenkansen voor een uitnodigende buitenruimte: auteur van een inspiratiedocument voor een uitnodigende openbare ruimte met Apeldoorn in de hoofdrol (voor gemeente Apeldoorn en provincie Gelderland, 2020-2021)
  • Atelier oostflank MRA / Almere 2.0: ateliermeester voor de langetermijnstrategie voor de stad Almere en de oostflank van de Metropoolregio Amsterdam. Ontwerpend onderzoek, verbeelding en strategie, en aansturing van de werkplaatsen ‘Amsterdam Bay Area’, ‘Almere Centrum’, ‘Toekomstbestendige Stad’ en ‘Oostflank MRA’, waaraan in een groot team bij Urhahn is gewerkt (in opdracht van partners Almere 2.0, 2020-2021).
  • Publicatie de beweegvriendelijke stad: auteur van het onderzoek naar hoe de openbare ruimte kan bijdragen aan een gezondere levensstijl van bewoners (voor gemeente Amsterdam, deels eigen initiatief, 2017).

Kan de brug deel worden van de stad?

De ontwikkeling van het Storkterrein op Noord maakt deel uit van het Hamerkwartier. Eigen Haard en de gemeente Amsterdam werken hier gelijk op aan de gebiedsontwikkeling. De ontwikkeling is complex vanwege een aantal elementen dat samenkomt op de locatie: de monumentale hallen, waaronder de Kromhouthal, het oeverpark langs het IJ en de brug over het IJ, waarvan de positie nog niet zeker is.

 

De ambitie is hoogstedelijk en met ruimte voor bijzondere programma’s die het Hamerkwartier en de omliggende buurten niet van elkaar vervreemden. De programmering van de Kromhouthal is daarbij essentieel (zie conceptontwikkeling Kromhouthal, Urhahn 2017), maar ook de komst van een middelbare school en de wens om zittende huurders in het gebied een definitieve plek te geven.

 

De openbare ruimte speelt een belangrijke rol in de verbinding van het Hamerkwartier met de Vogelbuurt en IJplein. Een brug over het Motorkanaal, goede kades langs het Motorkanaal en fietsroutes zijn daarin van belang, maar ook simpele dingen als een plekje om te vissen aan het IJ. Bij de inpassing van de brug, mocht die op het kavel van Eigen Haard landen, is het inpassen van de aanlanding van de brug en het overwinnen van de hoogteverschillen een ingewikkelde maar ook spannende opgave. Onderzocht wordt of de brug zo veel mogelijk deel kan worden van de stad, waarbij de hellingbaan een schuine straat wordt.

Maarten Lankester

Maarten is een ontwerper pur sang. Tekenend en puzzelend komt hij voor iedere opgave tot een specifieke oplossing, van regio tot openbare ruimte. Zijn scherpe kijk op programma en concepten leidt tot innovatieve, integrale strategieën. Dit is bijvoorbeeld te zien in de plannen voor Oostenburg in Amsterdam, waar hij de stedenbouwkundige en de buitenruimteontwerpen voor zijn rekening neemt, en in het prijswinnende Space-S in Eindhoven, het gebied waar de door hem ontworpen openbare binnentuin een geheel nieuw soort publieke ruimte aan de stad toevoegt.

 

Maarten is opgeleid als landschapsontwerper aan de Hogeschool Larenstein en volgde twee jaar een masteropleiding in Denemarken. Hij is incidenteel als gastdocent verbonden aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam.

 

Stuur Maarten Lankester een mail , connect via LinkedIN of bel 020 421 74 40.

 

Selectie van Maarten’s recente projecten:

  • Alkmaar Overstad: projectleider voor het ontwikkelkader, de organische gebiedsontwikkeling van dit direct aan de binnenstad grenzende werkgebied (voor gemeente Alkmaar, 2023-heden).
  • Amsterdam Oostenburg: hoofdontwerper ontwikkelplan en beeldkwaliteitsplan en projectleider openbare ruimte voor de transformatie van het binnenstedelijke werkeiland naar een gemengde, stedelijke buurt (voor woningcorporatie Stadgenoot, 2010-heden).
  • Amsterdam Bay Area (ABA) en gebiedsontwikkeling Almere Pampus: projectleider stedenbouw voor het MIRT onderzoek ABA en fasering en onderzoek HOV Almere Pampus (voor SBAB en gemeente Almere 2020-heden).
  • Assen Stadskwartier: projectleider voor de ontwikkelvisie (met proefverkavelingen) voor de noordelijke binnenstad en het Havenkwartier, beeldkwaliteitsplan noordelijke binnenstad, structuurvisie Havenkwartier en stedenbouwkundige uitwerking diverse deelprojecten in de binnenstad (voor gemeente Assen, 2020-heden).
  • Deventer Zandweerd: projectleider stedenbouwkundig plan De Tuinen van Zandweerd, een duurzame en beweegvriendelijke wijk van circa 120 woningen (voor gemeente Deventer 2017-2021).
  • Hoofddorp Stadscentrum: projectleider stedenbouwkundig plan en beeldkwaliteitsplan Raadhuisplein en omgeving (voor Gemeente Haarlemmermeer, 2017-2022).
  • Eindhoven Space-S: hoofdontwerper stedenbouwkundig plan en ontwerp openbare ruimte voor 400 woningen voor stedelingen en studenten op Strijp-S, waarbij de toekomstige bewoners vanaf de eerste schets medeauteur van het plan zijn (voor Woonbedrijf, 2013-2016).

Jessica Tjon Atsoi

Jessica is een bevlogen projectleider en ontwerper. Ze werkt graag op de middenschaal aan transformatieopgaven in de bestaande stad, waarbij de relatie tussen stedenbouw, landschap en architectuur en ook de samenwerking met niet ruimtelijke disciplines haar bijzondere aandacht heeft. Jessica is stedenbouwkundige en architect, de combinatie van die disciplines maakt haar zeer kundig op zowel visie- als uitwerkingsniveau. Ze heeft recent onder meer het Ontwikkelkader voor de Viaanse Molen in Alkmaar opgesteld, de Structuurvisie van Vlaardingen centrum en de Binnenstadsvisie van Assen.

 

Voordat Jessica in 2016 bij Urhahn begon werkte zij 10 jaar als stedenbouwkundige bij Rijnboutt, vooral aan binnenstedelijke projecten. Jessica heeft architectuur gestudeerd aan de TU in Delft en daarna stedenbouw aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam. Jessica is tevens gastdocent aan de Academie van Bouwkunst (minor ‘stedenbouwkundig ontwerpen’).

 

Selectie van recente projecten:

  • Tilburg Noord: projectleider voor het gebiedsperspectief voor de grotendeels naoorlogse wijken in Tilburg Noord. Het perspectief zet in op verdichting van Noord met ca. 5000 woningen, waarbij de leefomgeving ook voor de huidige bewoners verbetert (Gemeente Tilburg, 2023-heden).
  • Handreiking Transformatie Naoorlogse Wijken: projectleider in het ontwerpend onderzoek naar een handelingsperspectief voor de ontwikkeling van naoorlogse woonwijken (voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2023-2024).
  • Assen binnenstad: projectleider voor de binnenstadsvisie (in samenwerking met DNTP, voor de gemeente Assen, 2020-2021).
  • Leidschendam-Voorburg: projectleider voor het stedenbouwkundig ontwikkelkader Overgoo (voor gemeente Leidschendam-Voorburg, 2019-2020).
  • Zwolle Weezenlanden: projectleider voor het SPvE, SP en beeldkwaliteit voor de stedelijke vernieuwing van een woonbuurt (voor Openbaar Belang, 2017-2019).

Lieke Robben

Lieke is als projectleider, architect en stedenbouwkundig ontwerper specialist op het grensvlak tussen architectuur en stedenbouw. Bij Urhahn legt ze zich toe op stedelijke vernieuwing in al haar facetten, van de naoorlogse wijken tot werkgebieden. Hierbij is Lieke in staat om goed te schakelen tussen schaalniveaus en vernieuwende concepten uit te werken tot integrale strategieën, ontwerp en plannen. In het verlengde van deze stedenbouwkundige plannen werkt Lieke ook de architectonische kaders uit. Lieke is in haar vaak geïnspireerd door de geschiedenis van een plek, met een speciale voorliefde voor naoorlogse gebouwen en wijken. Zo werkte ze aan de transformatie van Vollenhove in Zeist, waar de een van de langste naoorlogse flats van Europa staat, maar ook aan de herontwikkeling van de voormalige Rechtbank aan de Zuidas Amsterdam en het voormalige complex van het Pieter Baan Centrum in Utrecht.

Voordat ze bij Urhahn begon werkte ze twee jaar bij Cruz y Ortiz architecten. Ze is in 2016 cum laude als architect en stedenbouwkundige afgestudeerd aan de Technische Universiteit Eindhoven. Haar afstudeerproject was getiteld Amsterdam New Water City, een stedenbouwkundige visie op Amsterdam waarbij de waterstructuur het leidend principe is voor de stedelijke ontwikkeling. Deze is architectonisch uitgewerkt in een binnenstedelijke transformatie van een hotel. Het project is genomineerd voor de Waternetwerk Scriptieprijs 2016. Lieke heeft in 2019 het Professional Experience Programme (PEP) voor Architect behaald. In 2020 heeft Lieke de eerste prijs gewonnen in het Heerlen Rooftop Project voor Schunck.

 

Stuur Lieke Robben een mail , connect via LinkedIN of bel 020 421 74 40.

 

Recente projecten waaraan Lieke heeft gewerkt:

  • Arnhem Malburgen: projectleider en ontwerper voor een visie op de stedelijke en sociale vernieuwing van de naoorlogse stadswijk Malburgen (voor gemeente Arnhem en Volkshuisvesting, 2024-heden).
  • Overstad Alkmaar: ontwerper ontwikkelkader voor de organische gebiedsontwikkeling van het direct aan de binnenstad grenzende werkgebied Overstad (voor gemeente Alkmaar, 2023-heden).
  • Zeist Vollenhove: projectleider en ontwerper gebiedsvisie voor de vernieuwing van de buurt Vollenhove in Zeist (voor gemeente Zeist, 2020-2023).
  • Deventer Tuinen van Zandweerd: ontwerper stedenbouwkundig plan, verkaveling en bouwenveloppen voor de Tuinen van Zandweerd, een duurzame en beweegvriendelijke wijk van circa 120 woningen (voor gemeente Deventer 2017-2021).
  • Ouder-Amstel Entrada: ontwerper voor een ontwikkelkader en programma van eisen voor de transformatie van een werkgebied naar woonbuurt (voor gemeente Ouder-Amstel, 2019).

Mae-Ling Stuyt

Met haar leergierigheid en perfectionisme maakt Mae-Ling zich alle ins en outs van een opgave snel eigen. Haar ontwerpkracht wordt gedragen door gedegen onderzoek en analyses. Mae-Ling is betrokken bij de ontwikkelvisie voor de Kop van de Buitenhof in Delft, de structuurvisie voor het Havenkwartier in Assen en de Ateliers Gezondheid in Eindhoven.

Mae-Ling studeerde in november 2020 af aan de TU Delft op een transformatiestrategie voor werkgebieden in Zaanstad. In 2019 liep ze stage bij Urhahn en dat beviel zo goed dat ze direct na haar afstuderen als ontwerper aan de slag is gegaan. In 2023 heeft ze met uitstekend gevold de PEP afgerond zodat ze nu officieel stedenbouwkundige is.

 

Stuur Mae-Ling Stuyt een mail, connect via LinkedIN of bel 020 421 74 40.

 

Recente projecten waaraan Mae-Ling heeft gewerkt:

  • Delft Kop van de Buitenhof: ontwerper voor het stedenbouwkundig masterplan, beeldkwaliteitsplan en bouwenveloppen Basalt en Bethelpark-Oost (voor gemeente Delft, 2022-heden).
  • Ede-Wageningen Kennisas: ontwerper in het onderzoek naar de ruimtevraag van kennisintensieve werklocaties en agrofood-industrie, denklijnen voor de ontwikkeling van de Kennis-As in Ede-Wageningen (voor gemeente Ede en gemeente Wageningen, 2023-heden).
  • Utrecht Zuidwest: ontwerper en onderzoeker in een project over de impact van de MIRT-verkenning mobiliteitsvarianten op de bestaande stad en het definiëren van kansrijke woon-werkmilieus i.r.t. bereikbaarheid (voor gemeente Utrecht, 2023).
  • Alkmaar Kanaalzone: ontwerper voor het onderzoek naar de haalbaarheid en kansrijkheid van functiemenging voor verschillende deelgebieden langs het Kanaal (voor gemeente Alkmaar, 2022).
  • Ede World Food Centre: ontwerper voor de ruimtelijke inpassing van wonen en werken in Ede WFC (voor gemeente Ede, 2022).

Alain Blom

Alain maakt zich hard voor eigen invulling door de gebruikers van de stad. Hij interesseert zich voor het gedrag van mensen en hoe je dat met stedenbouwkunde kunt faciliteren. In zijn studie International Spatial Development aan de Universiteit van Breda sprak het vak interculturele communicatie hem het meest aan. Dat leidde tot een stage in Boedapest over hoe mensen de overgang van communisme naar de consumptiemaatschappij maken. Volgens Alain is ‘doelgroep’ een woord dat nuance behoeft; je kunt je niet in ieder individu verplaatsen en niet allesomvattend zijn. En dus pleit hij voor vrijheid en aanpasbaarheid in stedenbouw.

 

Bij de Academie van Bouwkunst in Rotterdam werkt Alain aan ‘Vinex overdose’. Daarin pleit hij in de strak geplande wijk voor meer diversiteit binnen de doelgroep (peer diversity). Een statische plankaart biedt geen ruimte voor persoonlijkheid en is te statisch, wat hij oplost door zijn toekomstscenario in stripverhaal te tekenen.

 

Dat de stad gemaakt wordt door mensen en het streven naar ruimte voor verandering in stedenbouw, is waarom hij perfect aansluit bij de filosofie van Urhahn ‘De Spontane stad, Pleidooi voor openheid, flexibiliteit en verrassing in de stedenbouw’. Hij werkt in het bureau aan Hoofddorp stadscentrum, binnenstadsvisie Bergen op Zoom en het onderzoek naar de zachte waarden van Oostenburg. Bij Urhahn wil hij zich ontwikkelen tot een stedenbouwkundige die, zoals hij zelf zegt, ‘met beide benen in de toekomst staat’.

 

Stuur Alain Blom een mail, connect via LinkedIN of bel 020 421 74 40.

 

Recente projecten waaraan Alain heeft gewerkt:

  • Zoetermeer 2040: stedenbouwkundig ontwerper voor de ruimtelijke strategie 2040. Zoetermeer staat voor meerdere ruimtelijke opgaven voor de toekomst. Dit vraagt om een concrete strategie (voor gemeente Zoetermeer, 2023).
  • Vlaardingen Binnenstadsvisie: stedenbouwkundig ontwerper voor het toekomstbeeld van de omgeving van het Liesveldviaduct. De binnenstad van Vlaardingen wordt weer een bestemming door in te zetten op een compact winkelhart voor de Vlaardinger (voor gemeente Vlaardingen, 2023).
  • Beverwijk Bazaar: stedenbouwkundig ontwerper voor de stedenbouwkundige visie voor het gebied van de Bazaar, dat transformeert tot een complete stad waarbij de functie van de plek de basis vormt (voor Bazaar, Heijmans, 2022).
  • Tilburg Oostflank: stedenbouwkundig ontwerper voor de gebiedsvisie regio Tilburg-Oost. Het landschap en een nieuw station vormen de basis voor de uitgangspunten voor ontwikkeling (voor gemeente Tilburg en gemeente Oisterwijk, 2022).
  • Hoofddorp stadscentrum: stedenbouwkundig ontwerper voor de binnenstadvisie ‘van winkelapparaat naar volwaardig stadscentrum’. Nieuw perspectief op het centrum van Hoofddorp (voor gemeente Haarlemmermeer, 2022).

Josje Staal

Josje Staal koos voor Urhahn vanwege een gedeelde fascinatie voor het sociale. De dynamiek in de stedelijke omgeving waar mensen verbonden zijn met een plek fascineert haar. Hoe verhouden gebruikers zich tot die omgeving? De 3e jaar student aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam deed onder andere onderzoek naar hoe kinderen zich beter kunnen ontwikkelen in de juiste fysieke omgeving. Hier voor werkte zij bij MUST stedebouw met name aan regionale projecten. Ze wil haar fascinatie concreter maken bij de ontwerpopgaves waar Urhahn aan werkt.

 

In haar afstudeeressay voor de Hogeschool van Amsterdam ‘The Urban Language of Belonging’ i.s.m. de BNA onderzocht Josje welke rol de gebouwde omgeving kan spelen bij het bevorderen van een thuisgevoel voor de huidige en de toekomstige bewoner van de stadsrand. De conclusie dat naast plannen vooral vrij laten een goede methodiek is, sluit perfect aan bij Urhahn’s visie voor de Spontane Stad. Er zijn meerdere wegen naar goede stedenbouw, die manieren van sturen daarin vatte Josje in een model.

 

De open houding van het team en het goed georganiseerde bureau lieten haar al op de eerste werkdag zelf een beetje thuis voelen. De diversiteit in leeftijd, ervaring en disciplines spreekt haar aan. Maar het belangrijkst voor een goede werkdag is ideeën uitwisselen, elkaar inspireren. Samenwerking geeft energie.

 

Stuur Josje Staal een mail, connect via LinkedIN of bel 020 421 74 40.

 

Recente projecten waaraan Josje heeft gewerkt:

  • West-Friesland Ruimtelijke agenda: ontwerper en strateeg voor het opstellen van de ruimtelijke agenda voor de regio (voor Regio West-Friesland, 2024-heden).
  • Vianen Gebiedsvisie: ontwerper en onderzoeker voor het maken van de gebiedsvisie voor de stad Vianen (voor gemeente Vijfheerenlanden, 2024-heden).
  • Ede-Wageningen Kennisas: onderzoeker en ontwerper voor een ruimtelijke ontwikkelstrategie van de as tussen Ede en Wageningen (voor gemeente Ede, 2023-heden).
  • Groningen Kardinge Campus: ontwerper in de uitwerking van het stedenbouwkundig plan van Kardinge (voor gemeente Groningen, Sport050, Alfa-college en Topsport, 2022-heden).
  • Handreiking Transformatie Naoorlogse Wijken: ontwerper en onderzoeker voor de Handreiking Transformatie Naoorlogse Wijken, die ingaat op de transitieopgaven die er liggen (Ministerie van BZK, 2023-2024).

Eerste paal Oostenburg

Begin september 2018 is het eindelijk zover: de eerste paal gaat de grond in. Na onze jarenlange betrokkenheid bij de transformatie van Oostenburgereiland wordt het ontwerp nu uitgevoerd. Urhahn heeft voor dit gebied het Ontwikkelplan Oostenburg opgesteld en ook het ontwerp gemaakt voor de openbare ruimte. Het hotel, een ontwerp van Ulrich Architectuur, sluit mooi aan bij het beoogde industriële karakter van de buurt.

 

geplaatst door: Tess Broekmans, september 2018

foto: Tess Broekmans, impressies: Ulrich Architectuur

Kinke Nijland

Een balans tussen poezie en pragmatisme, dat is waar Kinke Nijland binnen de stedenbouw naar zoekt. Dat gaat om bouwen voor de samenleving versus economische factoren maar ook over standaarden en routine versus unieke ontwerpkracht.

 

Kinke is afgestudeerd als sociaal wetenschapper in de richting Planologie aan de UvA, waarna ze de Master Stedenbouw aan de Academie van Bouwkunst heeft afgerond en zich stedenbouwkundige mag noemen. Haar afstudeerproject The act of living bespreekt de dialoog tussen toerisme en leefbaarheid, toegepast op Venetië en hoorde bij de laatste drie genomineerden voor het beste stedenbouwproject in de KuiperCompagnons Afstudeerprijzen.

 

Die combinatie van theorie en praktijk lag al voor de hand sinds ze als kind plattegronden tekende. Bij Urhahn vindt ze ruimte om haar brede kennis toe te passen. Niet een project starten vanuit ofwel esthetiek, ecologie, bodemgesteldheid of andere meetbare data maar vanuit de gehele genius loci met het DNA van een plek. Bovendien is binnen Urhahn aandacht voor beleving en de sociale kant van stedenbouw. Dat ze bij bureau Urhahn wilde werken wist ze als sinds ze Ad de Bont en Tess Broekmans als docent ontmoette.

 

Stuur Kinke Nijland een mail, connect via LinkedIN of bel 020 421 74 40.

 

Recente projecten waar Kinke Nijland aan werkt:

  • Arnhem Malburgen: stedenbouwkundige voor de toekomstvisie op de stedelijke en sociale vernieuwing van deze naoorlogse stadswijk (voor gemeente Arnhem en woningcorporatie Volkshuisvesting, 2024 – heden).
  • Ridderkerk Trelleborg: stedenbouwkundige voor de gebiedsvisie voor het Trelleborg. Het terrein van de voormalige rubberfabriek in het hart van de stad transformeert van industrieterrein tot gemengd woon-werkmilieu (gemeente Ridderkerk, 2024-heden).
  • Tilburg Noord: stedenbouwkundige voor het gebiedsperspectief voor de grotendeels naoorlogse wijken in Tilburg Noord. Het perspectief zet in op verdichting van Noord met ca. 5000 woningen, waarbij de leefomgeving ook voor de huidige bewoners verbetert (gemeente Tilburg, 2023-heden).
  • Beverwijk Bazaar: stedenbouwkundige voor de visie voor het gebied van de Bazaar, dat transformeert tot een complete stad waarbij de functie van de plek de basis vormt (voor Bazaar, Heijmans, 2022).

Milja Hartikainen

Milja studeerde cum laude af in de bouwkunde aan de AaltoUniversiteit in Finland en de TUBerlin in Berlijn op het thema sociale duurzaamheid. Met haar afstudeerproject onderzocht ze hoe ruimtelijke buurtinitiatieven sociale veerkracht in de wijk opbouwen en hoe in stedelijke transformatie ruimte kan worden gegeven aan deze initiatieven. Het onderzoek benadrukte het belang van ontwerpers in het in lijn brengen van grootschalige ontwikkelscenario’s met lokale dagelijkse activiteiten van mensen. Het is Milja’s grootste interesse en uitdaging als stedenbouwkundig ontwerper.

 

Eerder werkte Milja aan het Masterplan en stedenbouwkundig plan voor het Hembrugterrein in Zaanstad, waar het de uitdaging was om de bijzondere identiteit door een rijke geschiedenis te waarborgen. En om nieuwe functies te verbinden en oude ruimtes.

 

Haar favoriete plekken in de stad zijn informele openbare ruimtes, zoals stedelijke wateroevers. Plekken met stadse reuring die ruimte bieden voor informele ontmoeting en tegelijkertijd uitnodigen om tot rust te komen en te ontspannen.

 

In het ontwerp speelt ze graag in op de belevingswereld van gebruikers. Iedereen is creatief, en een expert op het gebied van hun eigen leefomgeving. Ze wil haar ontwerpvaardigheden gebruiken om deze creativiteit en de visie van gebruikers naar de oppervlakte te halen en concreet te maken. Ze besteedt in het ontwerp graat aandacht aan de dagelijkse beleving, gezondheid en welzijn. Ontwerpen op alle schaalniveaus is voor Milja bekend terrein, maar het schaalniveau van een buurt of wijk vindt zij in het bijzonder betekenisvol. De buurt vormt namelijk de dagelijkse leefomgeving en is ook een schaalniveau waar veel belangrijke toekomstige stedelijke opgaven aangepakt kunnen worden.

 

Milja maakt graag handschetsen om de analyse en concepten snel te vertalen naar een beeld of om een sfeer of voorgenomen beleving van een plek te verbeelden. Met haar analytische blik en sterke grafische vaardigheden is Urhahn een ervaren ontwerper rijker. Momenteel werkt ze aan een stedenbouwkundig plan voor het Provinciehuis in Utrecht en een stedenbouwkundig plan in Tilburg Noord.

 

Stuur Milja Hartikainen een mail, connect via LinkedIN of bel 020 421 74 40.

 

Recente projecten waaraan Milja heeft gewerkt:

  • Stedenbouwkundig plan Provinciehuis Utrecht (Provincie Utrecht, 2024-heden).
  • Stedenbouwkundig plan Mascagni II in Tilburg Noord (Gemeente Tilburg, 2024-heden).

Ludo Mathijssen

Ludo ziet de stad als een levend wezen. Dynamisch, beleefbaar en nooit af. Voorheen ging stedenbouw vooral om functionaliteit en de inpassing van functies en niet zozeer om beleving vanuit de gebruiker. Ludo ziet goede stedenbouw als het creëren van plekken waar je als gebruiker verbonden mee bent, waar je jezelf vrij voelt en waar ruimte is voor initiatief en creativiteit. “Door bijvoorbeeld het leven grotendeels lokaal te organiseren leer je elkaar echt kennen en voel je dat er een gemeenschap is”. In lijn met Urhahn’s filosofie van de spontane stad ziet hij dat juist thema’s als gezondheid, verbondenheid, beleefbaarheid en spontaniteit hiervoor belangrijk zijn.

 

Urhahn’s inzet voor kennisdeling is ook iets wat hem trok: “Het vak stedenbouw verandert en wordt steeds belangrijker voor de samenleving. Tegelijkertijd zitten we nog in een zoektocht naar de exacte definitie van ons vak en kennisdeling is daarbij heel belangrijk”.

 

Met een achtergrond in Spatial Design aan de HKU zijn grafisch vormgeven en het gevoel van een plek in beeld vatten enkele van Ludo’s krachten. Hij maakt de mooiste collages en beelden in isometrie. Momenteel werkt hij aan Ede-Wageningen Nieuw Hoekelum en de Westfriesland Regioschets.

 

Stuur Ludo Mathijssen een mail, connect via LinkedIN of bel 020 421 74 40.

 

Recente projecten waaraan Ludo heeft gewerkt:

  • Ruimte geven aan sport: ontwerper in het onderzoeksproject ‘Ruimte geven aan Sport’ waarbij de opgaven op het gebied van sport en ruimte en mogelijk oplossingsrichtingen in tekst en beeld zijn uitgedrukt (NOC*NSF, 2024).
  • West-Friesland Ruimtelijke agenda: ontwerper voor het opstellen van de ruimtelijke agenda voor de regio (Regio West-Friesland, 2024-heden).
  • Ede-Wageningen Kennisas: onderzoeker en ontwerper voor een ruimtelijke ontwikkelstrategie van de as tussen Ede en Wageningen (voor gemeente Ede, 2023-heden).

Jules Klinkhamer

Jules Klinkhamer heeft na de opleiding Future Planet Studies zowel een master in Sociale Geografie (UvA) als een master Bestuurskunde (VU) behaald. De combinatie met de bestuurlijke kant vindt hij essentieel, want dat is waar de problemen echt opgelost kunnen worden. “Mooie plannen maken is al moeilijk, ze realiseren is nog ingewikkelder.” Jules is een gedegen ruimtelijk onderzoeker, wat versterking biedt in onze publicaties en onderzoeken, waarin we naast een onderwerp of locatie en ook ons eigen denken verdiepen.

 

Na een traineeship bij een drietal grote woningcorporaties kiest Jules voor stedenbouw. “Een goede betaalbare woning is de basis voor woongeluk. Maar ook een prettige leefomgeving is belangrijk voor woongeluk en ontplooiing. Juist in de stedenbouw ligt de mogelijkheid om integraal aan een prettige leefomgeving te werken.” De publicatie ‘Buitenkansen voor een uitnodigende buitenruimte’ en een toekomstvisie voor Venserpolder waren de directe aanleiding om bij Urhahn te solliciteren. Vanwege de mensgerichte benadering; de stad als een plek van verrassing en spontaniteit waar je mensen ontmoet die niet altijd op jezelf lijken. Dat sluit aan bij een kernwaarde van ons bureau: (samen)leven gaat bij Urhahn vóór stenen. Wij ontwerpen uitnodigende buitenruimten die een gezonde levensstijl en ontmoeting bevorderen en daarnaast de biodiversiteit vergroten. Wij laten ruimte voor het onverwachte, voor spontaniteit en initiatief. Zo waarborgen we een veerkrachtige leefomgeving.

 

Stuur Jules Klinkhamer een mail, connect via LinkedIN of bel 020 421 74 40.

 

Recente projecten waaraan Jules heeft gewerkt:

  • Breda ’t Zoet: ruimtelijk onderzoeker voor het programmeringsplan voor ’t Zoet, een omvangrijk en grotendeels braakliggend terrein nabij het station en de binnenstad van Breda, waarvoor de ambitie is om het te transformeren tot hoogstedelijk woon-werkmilieu (gemeente Breda, 2024-heden).
  • Arnhem Malburgen: ruimtelijk onderzoeker voor de toekomstvisie op de stedelijke en sociale vernieuwing van deze naoorlogse stadswijk (voor gemeente Arnhem en woningcorporatie Volkshuisvesting, 2024 – heden).
  • Tilburg Noord: ruimtelijk onderzoeker voor het gebiedsperspectief voor de grotendeels naoorlogse wijken in Tilburg Noord. Het perspectief zet in op verdichting van Noord met ca. 5000 woningen, waarbij de leefomgeving ook voor de huidige bewoners verbetert (gemeente Tilburg, 2023-heden).
  • Gezinnen in de stad: projectmedewerker voor het uitdragen van Urhahn’s visie op de kindvriendelijke stad en het in de praktijk brengen van deze visie in projecten (voor de Van Leer Foundation, 2023-heden).
  • Jules communiceert over ons werk via sociale media, de website, en bijdragen aan ‘specials’ in externe media.

Josje-Marie Vrolijk

Josjes focus ligt op het toegankelijk en aantrekkelijk maken van complexe inhoudelijke visies en ideeën en op goede leesbaarheid van tekst én beeld. Naast grafische vormgeving maakt ze graag kaarten, illustraties en maquettes. Ze is het geweten en geheugen van het bureau: de meeste producten gaan door haar handen. De vormgeving van de boeken De Beweegvriendelijke Stad en Buitenkansen voor een uitnodigende buitenruimte zijn twee van haar favoriete projecten.

 

Josje werkt sinds haar opleiding Tekenen en Schilderen aan de Koninklijke Academie in Den Haag parttime bij Urhahn. Daarnaast werkt ze aan eigen initiatieven en projecten op het gebied van beeldende kunst, onderzoek, illustratie en vormgeving. Momenteel studeert ze, naast haar werk, aan de Reinwardt Academie de master’s Applied Museum and Heritage Studies.

 

Stuur Josje-Marie Vrolijk een mail, connect via LinkedIN of bel 020 421 74 40.

Noëmi Hartvelt

Noëmi is officemanager en zorgt voor het reilen en zeilen van het bureau. Ze regelt allerlei interne (huishoudelijke) zaken, verzorgt de facturering en voert aanvullende administratieve taken uit. Daarnaast ondersteunt ze haar collega’s bij projecten en redigeert ze teksten. Noëmi heeft jarenlange ervaring als officemanager en projectondersteuner bij onderzoek- en adviesbureaus. Zij is tevens intern vertrouwenspersoon bij Urhahn.

 

Stuur Noëmi Hartvelt een mail, connect via LinkedIN of bel 020 421 74 40.

 

 

Wonen in Noord-Holland Noord

De Metropoolregio Amsterdam (MRA) heeft een omvangrijke woningbouwopgave. In 2040 dienen er circa 230.000 nieuwe woningen te worden gebouwd. Verschillende ontwikkellocaties, zowel binnen als buiten de MRA, kunnen een bijdrage leveren aan deze vraag. Noord-Holland Noord ziet als aangrenzende regio kansen om verschillende locaties versneld te ontwikkelen om zo een deel van deze woningbouwopgave voor zijn rekening te nemen.

 

Urhahn heeft in opdracht van Ontwikkelbedrijf Noord-Holland Noord een wervend document opgesteld dat aantoont hoe deze regio een bijdrage kan en wil leveren. De unieke landschappelijke kwaliteiten, de goede verbindingen met de MRA en de mogelijkheid om snel betaalbare en aantrekkelijke woonmilieus te realiseren maakt dat deze regio een goed alternatief biedt voor woningzoekenden in de MRA. Het document toont alle voordelen van de regio en geeft een indicatie van kansrijke ontwikkellocaties die versneld kunnen worden ontwikkeld. Deze locaties zijn goed bereikbaar met de auto en/of het OV, op gepaste reisafstand van de MRA en nabij historische binnensteden of aantrekkelijke buitengebieden. Op deze manier helpt Noord-Holland Noord de druk op de woningmarkt in de MRA op te lossen en zal de hele provincie sterker fungeren als één samenhangend systeem. Kortom: Heel Noord-Holland profiteert!

Werkstad Overamstel: richtlijnen voor ontwikkeling

Werkstad Overamstel wordt een gebied waarbij openbaar vervoer en fiets centraal staan. De stedelijke context biedt daarvoor genoeg aanleiding: metrohaltes op loopafstand, aantrekkelijke woon- en groengebieden op fietsafstand. De transformatie is een continu proces dat vraagt om samenwerking: je hebt elkaar nodig om te komen tot stad en stedelijke interactie. De identiteit van het gebied wordt daarbij vormgegeven door de contrasten die het gebied typeren: intens chique, ruig industrieel en groen weids.

 

In oktober 2017 werd de ruimtelijk-economische visie Werkstad Overamstel (Urhahn & Decisio, 2016) vastgesteld. Hierin is aangegeven dat het gebied, nu bekend als Amstel Business Park Zuid, een belangrijke rol vervult in de stad Amsterdam, als schakel in het economisch stelsel. Bedrijven voor wie de stad onbetaalbaar of onbegaanbaar is geworden, van garagebedrijf tot bezorgservice, worden hier gecombineerd met creatieve industrie en ICT. Deze mix kan ten noorden van de A10 worden verrijkt met wonen, zo stelt de visie. De visie is tot stand gekomen met de ondernemers van ABP-Zuid. In drie avonden zijn achtereenvolgens de observaties, de visie en de ontwikkelstrategie gedeeld, aangevuld en becommentarieerd. Door een gedegen analyse van de groeiende en krimpende sectoren heeft Urhahn met Decisio een realistisch profiel voor de toekomst kunnen bepalen.

 

Urhahn heeft in vervolg hierop een ontwerp voor de openbare ruimte van enkele verblijfsplekken in het gebied gemaakt, het eerste concrete resultaat van de visie.

 

Derde stap in het proces is het opstellen van richtlijnen voor ontwikkeling. In deze richtlijnen worden nadere handvatten gegeven voor de transformatie van het werkgebied naar en gemengd stedelijk gebied. Welke programma’s zijn mogelijk? Welke bouwhoogtes?  Wat is nodig om van een verzameling gebouwen een prettig stuk stad te maken?

Utrecht vraagt miljarden voor tweede intercitystation

Voor de ontwikkeling van het Programmaplan U Ned heeft Urhahn, in samenwerking met RHDHV, enkele verstedelijkingsmodellen en een eerste ontwikkelpad voor de MRU ontwikkeld. Deze zijn vervolgens door Urhahn uitgewerkt tot vijf aansprekende modellen die tijdens de Deep Dive op 23 januari 2019 zijn gepresenteerd.

 

Utrecht heeft als stad en regio een grote bereikbaarheids- en verstedelijkingsopgave. Het inwoneraantal groeit enorm en er dienen 140.000 nieuwe woningen te worden ontwikkeld in de provincie tot 2030. De groei van het inwonersaantal gaat gepaard met mogelijke capaciteitsproblemen op de weg en het spoor als er geen nieuwe investeringen worden gedaan. Deze opgave vraagt op een samenhangende strategie waarbij investeringen in nieuwe woningen en infrastructuur op elkaar aansluiten en elkaar kunnen versterken.

 

Urhahn heeft in opdracht van en in samenwerking met het Rijk en de regio een ontwikkelpad ontwikkeld waarin de verschillende keuzes in beeld zijn gebracht en ook hoe deze keuzes zich tot elkaar verhouden. In verschillende werksessies met betrokkenen van Rijk en regio zijn de opgaven en kansen geformuleerd en bediscussieerd. De keuzes zijn onderverdeeld in vier mogelijke ontwikkelrichtingen die stapsgewijs zijn verbeeld. Een belangrijke opgave is de ontwikkeling van het ov-systeem. Utrecht Centraal dient momenteel als een draaischijf en overstapmachine op nationaal, regionaal en lokaal niveau. De vraag is hoe toekomstbestendig dit systeem is. Nieuwe investeringen in het spoor en stations zijn noodzakelijk. Het ontwikkelpad toont de verschillende opties in samenhang met nieuwe ontwikkellocaties. Een gefaseerde ontwikkeling met een ringstructuur met (ic)-overstapmachines lijkt een vanzelfsprekendheid. Utrecht heeft in mei 2018 de Rijksoverheid benaderd om miljarden te investeren voor zo’n tweede intercitystation. Dit toont de actualiteit en urgentie van de opgave.

Rotterdam BoTu NEXT

Tijdens de Internationale Architectuur Biennale Rotterdam 2018 (IABR) is Rotterdam één van de onderzoeksgebieden. De IABR zet de twee edities van 2018 en 2020 geheel in het teken van de Sustainable Development Goals (SDG) van de Verenigde Naties en van het klimaatverdrag van Parijs met als titel ‘Missing link’. Het team van Overmorgen, Urhahn, Personal Architecture en Inicio is gevraagd deze opgave te vertalen naar de Rotterdamse wijk Bospolder-Tussendijken, een wijk met grote sociale problemen waar de problematiek van de SDG’s voelbaar is. Hoe maak je klimaat en energie een actueel thema in een buurt waar de bewoners vooral bezig zijn met overleven?

 

Waterstraat in Schans/Watergeus

Schans / Watergeus ligt direct achter historisch Delfshaven. Arm en rijk direct naast elkaar, nooit met elkaar. Door de dwarsstraten haaks op de haven in te richten als waterstraten komen energie, ondergrondse infrastructuur, waterberging, vergroening samen met sociale thema’s als veiligheid, spelen, ontmoeten, toeleiding naar werk. De opgave van de openbare ruimte (gemeente Rotterdam) wordt gekoppeld aan de opgave van corporatie Havensteder, die worstelt met vernieuwing en vulling van de plinten.

 

Hart van BoTu

Rondom het Park 1943, ruimte die is ontstaan door een vergissingsbombardement, is twee keer per week markt en staan scholen en een buurtcentrum. Alle functies komen bij elkaar, maar het is er niet prettig verblijven. Een belangrijke verduurzamingsopgave zit in de Gijsingflats, jaren 60 bezit van corporatie Havensteder. Hier kan verduurzaming de hefboom zijn voor vernieuwing waarbij ook de sociale problematiek in de flats wordt aangepast.

 

Rondom de markt is verdichting een middel om te komen tot meer centrum dynamiek. Werken en toeleiding naar werk zijn daarin de crux. Het buurtcentrum kan transformeren naar een ondernemershuis, verbindend element in de buurt waar op tal van plekken bijzondere werkconcepten zijn ontstaan, van Makerdam in het oude corporatiekantoor tot jong Delfshaven. Het ondernemershuis is geen klassiek werkgelegenheid project, maar zorgt voor basic skills, zodat jongeren aan de slag kunnen, tot ondernemersvaardigheden.

 

Met het netwerk in de buurt van Inicio organiseerden we twee werksessies waarbij de energie in de buurt tastbaar was.

Gebiedsagenda Oost

De gebiedsagenda’s worden vernieuwd. Deze agenda’s dienen aan te sluiten bij de NOVI en de nieuwe omgevingswet en krijgen zodoende een meer integraal karakter. Urhahn heeft samen met het ministerie van BZK en andere Rijkspartners de belangrijkste opgaven en kansen voor Oost Nederland (de provincies Gelderland en Overijssel) onderzocht en in beeld gebracht middels een kaartenatlas. Deze atlas kan worden gezien als het Rijkshuiswerk in aanloop naar het opstellen van de Gebiedsagenda Oost. In het vervolgtraject zal het gesprek worden gevoerd met de regionale partners om zo tot een breed gedragen gebiedsagenda te komen.

 

De vier strategische opgaven, zoals ze staan beschreven in ‘De opgaven voor de Nationale Omgevingsvisie’, dienen als uitgangspunt voor het in beeld brengen van de belangrijkste kansen en opgaven in Oost. Deze opgaven zijn:

  1. Een duurzame en concurrerende economie
  2. Een klimaatbestendige en -neutrale samenleving
  3. Een toekomstbestendige en bereikbare woon- en werkomgeving
  4. Een waardevolle leefomgeving

 

De atlas geeft een bondige analyse van de regio en toont de verschillende doelstellingen en deelopgaven, behorend bij bovenstaande opgaven. Deze doelstellingen en deelopgaven zijn gebaseerd op beleidsdocumenten, visies en onderzoeken en meerdere werksessies waarin mensen van verschillende ministeries waren betrokken. Vervolgens zijn diverse integrale kansen geformuleerd voor verschillende deelgebieden in Oost. Er is hierbij onderscheid gemaakt tussen bovenregionale kansen en gebiedsspecifieke kansen.

Haalbaar en betaalbaar

Gemeente Zaanstad en betrokken woningcorporaties werken samen aan de stedelijke vernieuwing van Poelenburg. Urhahn heeft als onderdeel van het ‘Uitvoeringsprogramma 2009-2018’ in intensieve samenwerking met de bewoners het stedenbouwkundig plan gemaakt. Er zijn workshops gehouden over het plan als geheel, over het winkelhart en over de inpassing van de moskee. De bewoners hebben waardevolle bijdragen aan het plan geleverd, van een fietspad op het oude lint zodat scholieren veilig naar school kunnen tot nieuwe speelgelegenheden. Helaas is door de crisis maar een klein deel van het plan gerealiseerd.

 

Medio 2017 is de ontwikkeling weer opgepakt en zijn we gevraagd het stedenbouwkundig plan voor de zone aan de oostzijde van Poelenburg te ontwikkelen. Ook dit plan wordt in intensieve samenwerking met (toekomstige) bewoners ontwikkeld. Haalbaar en betaalbaar zijn belangrijke uitgangspunten, niet alleen voor de gemeente maar juist ook voor de bewoners. Alleen zo kunnen we woningen bouwen die voor de bewoners uit de wijk bereikbaar zijn. Duurzaamheid, milieueisen en infrastructuur zijn andere essentiële onderdelen van het plan. Er komt ruimte voor individueel te bouwen woningen en CPO’s (collectief particulier opdrachtgeverschap). Iedere stap in het plan wordt getoetst door de buurt.

 

In vervolg hierop werkt Urhahn aan de kavelpaspoorten.

 

De charme van de jaren 50

Voor woningcorporaties Eigen Haard en De Alliantie doet Urhahn onderzoek naar mogelijkheden voor verdichting en vernieuwing van diverse buurten in Slotermeer. In 2009 heeft Urhahn de Fysieke pijler vernieuwingsplannen Slotermeer Noord, Zuid en Noordoever Amsterdam opgesteld. Later werkten wij aan diverse buurten in Slotermeer, zoals het stedenbouwkundig plan voor de Aireystrook. Sinds 2016 is Urhahn betrokken bij andere buurten in het gebied.

 

Geplaatst op: april 2018

Meer informatie: Tess Broekmans

Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam, Burgemeester Roëllstraat

Inspiratiedag ‘Ruimte in beweging’: naar meer ruimte voor kinderen en beweging in de stad

Hoe richt je de ruimte in de stad in zodat ze burgers verleidt om meer te bewegen? Hoe maak je er een prettige verblijfsruimte van voor jong en oud?

De inspiratiedag in Antwerpen richt zich o.a. naar geëngageerde burgers, adviseurs, beleidsmedewerkers, politici en experten uit domeinen zoals ruimte, jeugd, gezondheid, sociale planning, mobiliteit, groen en sport. In de voormiddag zijn er enkele sprekers in een plenaire sessie. De workshops in de namiddag zetten de theorie om naar de praktijk.

 

Programma donderdag 17 mei
9.00 uur: onthaal
9.30 uur: verwelkoming door Ludo Van Campenhout, schepen voor publiek domein en sport, en Nabilla Ait Daoud, schepen voor jeugd en leefmilieu
9.45 uur: de beweegvriendelijke stad, Ad de Bont (Urhahn)
10.45 uur: pauze
11.15 uur: Cities Alive: Designing for Urban Childhoods, Paul Jansen (Arup)
12.30 uur: lunch
13.30 uur: keuze uit 10 workshops
16 uur: receptie

Locatie
Den Bell
Francis Wellesplein 1
2018 Antwerpen

Deelname is gratis.

Lees meer en schrijf u voor 13 mei in op www.antwerpen.be

Ontwikkelbeeld Oudorp Alkmaar

Alkmaar is voornemens het bedrijventerrein Oudorp en Overdie aan het Noordhollandsch Kanaal te transformeren tot hoogwaardige, innovatieve en stedelijke woon-, werk- en leefomgeving. Urhahn | stedenbouw & strategie heeft daartoe een ontwikkelbeeld opgesteld.

 

Alkmaar heeft een woningbouwopgave waar vooral in de stad zelf ruimte voor gevonden moet worden. Transformatie van Oudorp en Overdie biedt deze ruimte. Daarnaast draagt transformatie bij aan de verwezenlijking van beleidsdoelstellingen en ambities zoals verwoord in de Omgevingsvisie Alkmaar 2040.

 

In dit gebied ontstaat voor Alkmaar de mogelijk om te bouwen aan de aantrekkelijke leefomgeving van de toekomst: stedelijk en bruisend, innovatief en slim, lommerrijk en luisterrijk. Langs het kanaal bouwt Alkmaar aan nieuwe leefomgevingen met een uitgesproken stedelijk karakter met een, voor de gemeente, relatief hoge stedelijke dichtheid.

 

De kern van het ontwikkelbeeld voor Oudorp en Overdie wordt gevormd door twaalf ontwikkelprincipes. Deze ontwikkelprincipes zijn opgezet als losse ‘bouwstenen’ die in samenhang invulling geven aan de gemeentelijke ambities. De principes hebben nadrukkelijk de intentie om flexibel en uitnodigend te zijn richting initiatiefnemers. Ze dienen gelezen te worden als een handreiking richting partijen die aan de lat staan voor de kwaliteitsverbetering. Ze vormen nadrukkelijk geen hermetisch plan of een planologisch kader.

 

Het concept ontwikkelbeeld voor transformatie van industrieterreinen Oudorp en Overdie zal nog enkele stappen moeten doorlopen om te kunnen worden vastgesteld.

 

Opgave voor de Lelystadse woonwijken

Focus op de bestaande stad

In een participatief proces met de gemeente Lelystad en haar inwoners maakte Urhahn eind 2017 Het verhaal van Lelystad. Daarin zijn strategische hoofdopgaven benoemd die in 2018 worden uitgewerkt in een omgevingsvisie. In deze strategische hoofdopgaven is veel nadruk gelegd op de bestaande stad: naast de vele kansen die ontwikkelingen aan de randen van Lelystad bieden (Lelystad Airport, Flevokust Haven, groene woonwijken aan de randen), moet de aandacht zich sterk richten op de bestaande wijken. In vervolg op de strategische hoofdopgaven werkte Urhahn in opdracht van de gemeente Lelystad en woningcorporatie Centrada de eerste opgave uit: de toekomst van de bestaande woonwijken van Lelystad.

 

Precies 50 jaar geleden verrezen de eerste woonwijken van Lelystad. Veel wijken en buurten, gebouwd in de jaren 70 en 80 kennen al jaren forse problemen: veel bewoners met een lage sociaaleconomische status, een hoge werkeloosheid, laag opleidingsniveau en gezondheidsproblemen, vaak in wijken waar de leefbaarheid relatief laag is en kwaliteitsverbetering van bebouwing en openbare ruimte gewenst is. Voor Lelystad is dit dé opgave voor de komende jaren.

 

Opgave + kans = strategie voor de wijk

De belangrijkste opgaven, problemen en urgenties in de jaren 70/80 wijken zijn in beeld gebracht. Maar de blik van dit document nadrukkelijk gericht op de kansen en mogelijkheden die er liggen voor de bestaande woonwijken. Lang is alleen gefocust op de problemen en probleemgebieden, met wisselend succes. De kansenkaart voor Lelystadse woonwijken laat zien waar kansen kwaliteitsverbetering liggen (‘maak sterker wat sterk is’), bijvoorbeeld vanwege de ligging aan het water of groengebied. Door kansen te koppelen aan aanleidingen, bijvoorbeeld een geplande renovatie van woningen of openbare ruimte, kan energie en investering gebundeld worden. De combinatie van opgaven (urgentie), cycli (wanneer) en kansen (maak sterker wat sterk is) leidt tot een mogelijke strategie. In dit document staat de eerste stap centraal: het in beeld brengen van de opgaven. In een vervolg, gekoppeld aan de omgevingsvisie, worden deze opgaven uitgewerkt op wijk of buurtniveau en een (abstractere) vertaling krijgen in de omgevingsvisie.

Hoofddorp Centraal

Van een open proces…
Urhahn heeft gedurende een aantal fasen gewerkt aan het gebied tussen station en het centrum van Hoofddorp. Onze betrokkenheid begon in het zogenaamde open proces gefaciliteerd door de gemeente. Wij zijn in gesprek gegaan met bewoners, ondernemers, vastgoedeigenaren en andere stakeholders. We legden ons oor te luister en duidden gezamenlijk de kern van de opgave. De gymzaal aan de Prins Hendriklaan vormde het episch centrum van dit proces. Het resultaat? Een inrichtingsplan en ontwikkelstrategie gebundeld in een document dat in 2016 bestuurlijk is vastgesteld. Uiteraard met goedkeuring van alle participanten.

 

…naar spelregels…
In de fase die volgde werden de ontwikkelinitiatieven in het gebied Hoofddorp Centraal concreter en ontstond de behoefte aan kaders. In co-creatie met de stakeholders zijn wij aan de slag gegaan met de ruimtelijke uitgangspunten. Spelregels die betrekking hebben op de ruimtelijke en programmatische mogelijkheden, en op duurzaamheid, infrastructuur en het kostenverhaal.

 

…en uitvoering.
De wandel-fietsroute tussen station en centrum is juni 2018 feestelijk geopend. Dit is het zichtbare resultaat van ‘voorbeeldige’ participatie met bewoners en andere belanghebbenden. Daarnaast heeft Sjoerd Feenstra van Urhahn in het gemeentelijke kwaliteitsteam intensief meegedacht in de transformatie van Beukenhorst-West naar Hyde Park. Hyde Park, een ontwikkeling van Snippe en IC, voorziet in een grootschalige herontwikkeling naar een hoogstedelijk en gemengd woongebied. De eerste lege kantoorgebouwen zijn al onder de sloophamer gegaan.

 

Urhahn voerde dit project uit in samenwerking met Dijk & Co Landschapsarchitectuur.

 

Stedenbouwkundig plan Galgeriet Monnickendam

In opdracht van BPD en Hoorne vastgoed heeft Urhahn het stedenbouwkundig plan voor Galgeriet gemaakt: een toplocatie aan de Gouwzee, naast de historische binnenstad van Monnickendam. De twee jachthavens worden samengevoegd en het bedrijventerrein verplaatst waardoor ruimte ontstaat voor woningbouw.

 

Specifieke woningtypes en actieve kades

Het SP bouwt voort op de kwaliteiten van de Monnickendamse binnenstad: lange lijnen als ruggengraat, verschillende relaties met het water. Bijzonder aan de locatie is de ligging buitendijks. De parkeergarages worden gebruikt om de bebouwing op veilige hoogte te leggen. Per kade verschilt de doorsnede, zodat specifieke woningtypen en actieve kades ontstaan. De binnenzijde aan de havenkom is groen en landschappelijk, de buitenzijde aan de binnenstad is een stadse kade.

 

Vaststelling

Op 12 december 2017 vond het stadsdebat over Galgeriet plaats. Hier hebben de Monnickendammers zich uitgesproken over wat wel en niet passend is op Galgeriet en welke architectuurstijl hier wenselijk zou zijn. Dit is verwerkt in het SP en op 16 maart 2018, vlak voor de verkiezingen, opnieuw gepresenteerd aan de stad en vastgesteld door het college.

 

Eerder heeft Urhahn een organische ontwikkelstrategie voor Galgeriet opgesteld. Ook is er een vervolg gemaakt in de vorm van het Beeldkwaliteitsplan Haven van Monnickendam.

De Partijlijnen: het programma van Groen Links voor Amsterdam verbeeld

De partijprogramma’s zijn door de Cie., Space&Matter, Hannah Schubert met Studio Blad, Inbo, Heren 5, Urhahn, RU+PA en Hosper met M3H geanalyseerd en verbeeld. Ieder bureau kreeg één partij toegewezen. Er werd vooral gekeken naar alle programmapunten die met de gebouwde omgeving te maken hebben, zoals de woningbouwopgave, oost-westmetro, de haven.

De tekeningen zijn gepresenteerd tijdens een discussieavond in de OBA op dinsdag 6 maart 2018. De bureaus lichtten hun ontwerpen toe, en de politieke partijen reageerden daarop.

Urhahn interpreteerde het programma van Groen Links vooral als een pleidooi voor een Vrijstad: vrij van kolen en gas, vrij van racisme en discriminatie en vrij van ongelijkheid. Opmerkelijke punten die wij hebben verbeeld zijn onder meer de wens voor een emissievrije stad (autovrije binnenstad, vrij van cruiseterminal en touringcars, ring 50km/u), vrijplaatsen voor kunst en cultuur, vrij van wateroverlast en hittestress, behoud van de hoofdgroenstructuur. 75.000 nieuwe woningen betekent 7.500 per jaar. Waar mogen die komen, als er niet in de groenstructuur mag worden bebouwd?

Onze interpretatie leverde ons veel enthousiaste reacties op van Groen Links.

Het Verhaal van Lelystad

Eerst stap naar de omgevingsvisie

Het Verhaal van Lelystad is de eerste stap in de ontwikkeling van de omgevingsvisie van Lelystad. Het verhaal schetst de belangrijkste strategische opgaven waar de stad voor staat. De omgevingsvisie is nadrukkelijk een uitnodiging aan andere partijen om samen te werken aan de toekomst van de stad. Daarom wordt de omgevingsvisie samen met de bewoners en de organisaties in de stad ontwikkeld. Met het Verhaal van Lelystad is daar alvast mee begonnen.

 

Randen versus bestaande stad

Het gaat goed met Lelystad. Aan de randen van de stad worden economische centra zoals Bataviastad, Lelystad Airport en Flevokust Haven ontwikkeld en mooie groene woonwijken aan de stadsrand trekken nieuwe bewoners van buiten. Aan de kust zoekt de stad de relatie met het water om aantrekkelijke gevarieerde gebieden voor wonen en recreatie te ontwikkelen. In Lelystad is de ruimte, en Lelystad heeft deze ontwikkelingen de ruimte gegeven.

 

De ontwikkelingen aan de randen zijn een kracht voor Lelystad, maar helaas is de relatie met het bestaande Lelystad nog beperkt. In de strategische hoofdopgaven is daarom veel nadruk gelegd op ontwikkeling bestaande woonwijken en het Stadshart. Jaren 70 en 80 wijken en buurten kennen al jaren forse problemen, het Stadshart is gedateerd en kent veel leegstand. Voor Lelystad zijn dit dé opgaven voor de komende jaren.

 

Vier perspectieven

In het Verhaal van Lelystad bracht Urhahn het DNA van Lelystad en relevante trends en ontwikkelingen in beeld. De positie in de MRA, energietransitie, vergrijzende bevolking en veranderende mobiliteit bieden kansen maar ook uitdagingen voor toekomst van Lelystad.  In een interactief proces met koplopers uit de maatschappij ontwikkelden we vier perspectieven voor Lelystad: de landschappelijke stad, de stad van het water, de verbonden stad en de werkzame stad. Op basis van de opgaven en ambities zoals ze zijn benoemd in Het verhaal van Lelystad, gaat de gemeente in 2018 aan de slag met de uitwerking naar een omgevingsvisie.

 

Aansluitend ontwikkelde Urhahn in opdracht van de gemeente en woningcorporatie Centrada een eerste uitwerkingsopgave richting de omgevingsvisie: De Lelystadse woonwijken. Opgaven voor de komende jaren.

 

 

Beeldkwaliteitsplan Binnenstad Ede

De binnenstad van Ede is gevormd rondom de Grotestraat, een historisch lint met karakteristieke kleinschalige bebouwing. De winkels veranderen, het Marktplein krijgt een nieuw gezicht, maar de kerk blijft het hart van het centrum. Urhahn maakte in nauwe samenwerking met de gemeente Ede een beeldkwaliteitsplan voor de binnenstad. Het is geen klassiek beeldkwaliteitplan dat vooral stuurt op het beeld, maar programma, architectuur, openbare ruimte en verkeer samenbrengt.

 

Het centrum van Ede lijdt net als veel andere middelgrote centra onder krimp. De V&D is vertrokken, er is leegstand in de nieuwste winkelstraten. Het beeldkwaliteitplan is als instrument gekoppeld aan het bestemmingsplan en wordt ingezet om de winkelbestemming waar mogelijk te vervangen door een gemengde bestemming, zodat de Grotestraat de ruggengraat van het centrum blijft. De gemeente helpt binnen haar mogelijkheden om de herbestemming van de Achterdoelen daar bij aan te laten sluiten. De herinrichting van de openbare ruimte gecombineerd met betere routes voor de fiets zal de aantrekkelijkheid van het centrum vergroten. Het centrum past weer meer bij het DNA van Ede: kleinschalig en groen, maar met stedelijke voorzieningen.

 

In november 2018 is het beeldkwaliteitsplan unaniem door de gemeenteraad vastgesteld als onderdeel van het nieuwe bestemmingsplan.

 

Kan gezond gedrag door ruimtelijk ontwerpers worden beïnvloed?

Gezond gedrag kan deels door ruimtelijk ontwerpers en planners worden beïnvloed. Enerzijds door mensen zo min mogelijk bloot te stellen aan vervuiling, en anderzijds door een omgeving te ontwerpen die verleidt tot gezond gedrag. Het boek ‘De beweegvriendelijke stad’ van Urhahn laat zien hoe dat kan. In een artikel in Stadswerk Magazine (01-2018) reflecteert Ad de Bont, redacteur van het boek, op het boek.

Hoe beweegvriendelijk is uw stad? Doe de Beweegscan!

Er wordt veel gesproken over gezonde, beweegvriendelijke steden, maar hoe maak je ze? Een stad met fijne speelplekken, een stad die fungeert als één grote sportschool, een stad waar je veilig kunt opgroeien en oud kunt worden, en een stad waar je overal vanzelfsprekend kan lopen en fietsen. In het boek De Beweegvriendelijke Stad laat Urhahn | stedenbouw & strategie zien hoe in de praktijk kan worden gewerkt aan het beweegvriendelijker maken van de leefomgeving (lees meer over het boek of blader door enkele pagina’s).

 

Kampen inwoners van uw stad of wijk met gezondheidsproblemen of wilt u zorgen dat bewoners de beweegnorm halen? Bent u op zoek naar een beweegadvies voor uw gebiedsontwikkeling? Met ons boek als uitgangspunt bieden we nu een handzame tool aan: de ‘Beweegscan’.

 

In de Beweegscan staat een ééndaagse werksessie centraal: we gaan gezamenlijk een buurt of plan scannen. Door middel van inspiratie, gezamenlijk ontwerpen en praktische ontwerptools maken we samen de beweegkansenkaart voor uw gebied. De resultaten van de werksessie verwerken wij tot een beweegadvies op maat.

 

De beweegscan bestaat uit drie onderdelen:

 

A. Diagnose
Wij brengen vooraf de beweegsituatie in beeld: wie woont en leeft in het gebied (sociaaleconomisch; leefstijl), wie beweegt (te weinig), wat zijn de gezondheidsachterstanden en wat is de ruimtelijke situatie? We putten hierbij uit bestaande gegevens en werken samen met gebiedsexperts.

 

B. Werksessie
We organiseren een werksessie van één dag in het gebied, met experts op het vlak van gezondheid, jeugd, sport, welzijn, milieu, stedenbouw, verkeer en openbare ruimte.
De onderdelen van de werksessie:
1. De diagnose bespreken en verrijken
2. Ambities voor de beweegvriendelijke stad formuleren
3. Schouw van het gebied
4. Ontwerpen aan beweegkansen en mogelijke interventies
5. De beweegagenda bepalen

 

C. Beweegadvies
Na afloop van de werksessie leveren wij op korte termijn een bondig advies, in de vorm van een beweegagenda en beweegkansenkaart.

 

Voor wie?
Wij bieden de Beweegscan aan aan gemeenten, ontwikkelaars en corporaties, voor stadsmakers, ontwerpers en andere professionals die dagelijks werken aan de verbetering van de stad. De beweegscan is een interactieve werksessie en advies op maat ineen.

 

Het resultaat: het beweegadvies
Het beweegadvies bestaat uit een beweegagenda voor een buurt of project, verbeeld met inspirerende kansenkaarten. Het advies kan een plek krijgen in bestaande plannen of in programma’s van eisen voor gebieds- en buurtontwikkelingen.

 

Geïnteresseerd in de beweegscan?
Neem voor een scan op maat contact op met Ad de Bont, partner van Urhahn en auteur van De Beweegvriendelijke Stad. ad@urhahn.com / 020 4217440

 

Voor een uitgebreidere toelichting van de Beweegscan, of als u deze informatie overzichtelijk wilt printen, download hier dan onze brochure over de Beweegscan (pdf van 2 pagina’s A4).

 

Een passantenhaven voor de vesting

Gebiedsprogramma Naarden buiten de vesting

Ingeklemd tussen het grootste bedrijventerrein van Naarden en de monumentale vesting ligt een wat verloren havenkommetje, geflankeerd door bedrijfsbebouwing en parkeerplaatsen. De gemeente is voornemens de kwaliteit van dit gebied aanzienlijk op te krikken door middel van de realisatie van een passantenhaven. Als onderdeel van het ‘gebiedsprogramma Naarden buiten de vesting’ hebben verschillende partners, waaronder de provincie Noord-Holland, in 2015 nut en noodzaak van de passantenhaven benoemd en middelen beschikbaar gesteld voor kwaliteitsverbetering van dit gebied.

 

Programma voor land én water

De visie beschrijft de betekenis van de haven voor Naardervesting, maar ook voor de waterrecreatie. De zoektocht naar de juiste vorm van de haven in relatie tot de cultuurhistorie en de entree van Naardervesting was een belangrijk onderdeel bij de totstandkoming van de visie. Verder is de potentie onderzocht en uitgewerkt voor zowel het landprogramma als het waterprogramma.

 

Samen met bewoners en ondernemers

De visie is in co-creatie met de betrokkenen in de stad tot stand gekomen. De gemeente voerde het projectleiderschap en heeft bureau Urhahn | stedenbouw & strategie en Projectbureau Vrolijks ingeschakeld om inhoud en proces te organiseren. Via gesprekken met stakeholders, grote werkbijeenkomsten en een betrokken klankbordgroep welke heeft geleid tot de oprichting van een actieve projectgroep waarin afgevaardigden van de bewoners en ondernemers van Naarden zitting hebben, is deze visie tot stand gekomen.

 

Omgevingsvisie als afwegingskader voor initiatiefnemers en gemeente

‘Zelfverzekerd in de regio’, de Omgevingsvisie van Katwijk, weerspiegelt de ambities van deze gemeente om zich de komende jaren duidelijk te profileren in de regio. Unieke kwaliteiten als de kust, de Oude Rijn en de grootste ontwikkellocatie in Zuid Holland maken dat Katwijk echt iets te vertellen heeft. De gemeente positioneert zichzelf in de regio vanuit drie ambities:  sociaal, innovatief en duurzaam. Sociaal, omdat de sterke gemeenschappen in Katwijk de basis vormen voor het woon- en leefklimaat. Innovatief, omdat Katwijk ruimte biedt aan in trends en ontwikkelingen in  de van oudsher aanwezige bedrijvigheid, zoals de sierteelt, maar ook nieuwe initiatieven kunnen ontplooien in de gemeente. Zo blijft de werkgelegenheid binnen de gemeente behouden. En duurzaam, bijvoorbeeld omdat Katwijk met de ligging aan de kust en monding van de Oude Rijn de beste papieren heeft voor innovatieve methoden van energieopwekking.

 

Urhahn werkte in samenwerking met Over Morgen, die verantwoordelijk was voor het interactief proces, ruim een jaar aan de omgevingsvisie voor Katwijk. Eindresultaat is een toekomstgerichte omgevingsvisie die bestaat uit vier complementaire ontwikkelstrategieën: Sterke Kust, Florerende Onderneming, Katwijkse Kernen en Gezonde Leefomgeving. De omgevingsvisie is in feite een uitnodiging naar initiatiefnemers van binnen en buiten Katwijk, om dromen en ideeën aan te dragen die bijdragen aan de ontwikkeling van de gemeente. Maar het is ook een afwegingskader, een toetsdocument voor initiatiefnemers én gemeente.

 

In januari 2018 hamerde de gemeenteraad zonder hobbels de omgevingsvisie tot een definitief document. Het resultaat van een intensief en interactief traject met betrokkenen binnen en vooral buiten het gemeentehuis.

 

Kijk voor meer info over de Katwijkse omgevingsvisie op www.detoekomstvankatwijk.nl

 


 

Omgevingsvisie?

Een omgevingsvisie is een één van de nieuwe instrumenten binnen de Omgevingswet, die in 2019 in werking zal treden. In de omgevingsvisie regelt iedere gemeente hoe zij zich in de toekomst wil ontwikkelen. Daarmee functioneert deze als afwegingskader voor initiatiefnemers en de gemeente zelf. De omgevingsvisie vervangt de structuurvisies en is ook echt anders: de totstandkoming gebeurt in samenwerking met iedereen die de visie aangaat:  bewoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties, politiek, etc. Verder worden andere domeinen, zoals het sociale domein geïntegreerd in een fysiek ruimtelijk plan.

 

Conceptontwikkeling Kromhouthal Amsterdam Noord

De Kromhouthal is een gemeentelijk monument van 140 meter lang aan de Noordelijke IJoevers. Een icoon van de scheepsbouw. Eigen Haard kocht de hal in 2009 en is nu op zoek naar een functie die er voor zorgt dat de hal een buurtoverstijgende bijdrage kan leveren aan het nieuwe Hamerkwartier (waarvoor Urhahn in 2017 al het Manifest Hamerkwartier opstelde en in 2018 werkt aan een stedenbouwkundig onderzoek). De inclusieve stad is daarbij een belangrijk thema: hoe zorgen we dat het een functie krijgt die voor Noord van toegevoegde waarde is, en niet alleen een vooruitgeschoven post van de binnenstad is? Voor deze conceptontwikkeling ligt de focus op programma, daarom heeft Urhahn de samenwerking gezocht met Wouter Spijkerman (Ravenkop) en Roel van Herpt, experts op het gebied van business communities en stedelijke cultuur.

 

Het programma zou een combinatie moeten zijn van 3 O’s: ondernemen, onderwijs en ontmoeten. Alle drie gericht op een de brede doelgroep van Noorderlingen. We ontwikkelden drie programmatische concepten waarin deze thema’s samen komen: ‘School of Food’, ‘de Nieuwe School’ en ‘Werkplaats Kromhout’. De eerste is gericht op hospitality, de tweede bouwt voort op het concept van de School in West, de derde sluit aan bij de (creatieve) maakindustrie die nu in het gebied actief is. Het concept wordt nader uitgewerkt met de gemeente Amsterdam en stakeholders.

 

De beweegvriendelijke stad

Een stad met fijne speelplekken, een stad die fungeert als één grote sportschool, een stad waar je veilig kunt opgroeien en oud kunt worden, en een stad waar je overal vanzelfsprekend kan fietsen. De Beweegvriendelijke Stad laat zien hoe zo’n stad er uit ziet, biedt inspiratie, ontwerptools en bevat artikelen van experts.

 

De groei van de stad vraagt om stedelijke verdichting en transformatie. Tegelijkertijd komt de openbare ruimte en de ruimte voor wandelen, fietsen, sport en spel onder druk te staan. De verdichtingsopgave biedt echter ook kansen: kansen om de stad beweegvriendelijker te maken. Amsterdam wil een beweegvriendelijke stad zijn, een stad die uitnodigt tot bewegen. Een stad met alle ruimte voor fietsers en voetgangers en een stad waar iedereen – van jong tot oud – kan sporten, spelen en ontspannen.

 

In De Beweegvriendelijke Stad staat Amsterdam model als stad waar fysiek bewegen een vanzelfsprekend onderdeel is van het dagelijks leven. Met slimme ingrepen – van het plaatsen van waterkraantjes en kluisjes aan bij hardlooproutes tot het openbaar maken van school(speel)pleinen – wordt er gewerkt aan een beweegvriendelijke stad voor alle inwoners, bezoekers en werknemers. Ook een metropool kan een fietsvriendelijke stad zijn.

 

Met bijdragen van onder andere Marco te Brömmelstroet, Elger Blitz en Vincent Kompier wordt het activeren van bewoners in de openbare ruimte vanuit verschillende invalshoeken belicht. Het boek biedt inspiratie en ontwerptools voor stadsmakers, ontwerpers en andere professionals die dagelijks werken aan de verbetering van de stad.

 

Hoe beweegvriendelijk is uw stad? Doe de Beweegsccan! 

 

 

Beluister/lees een radio-recensie door Tracy Metz op radio 1, 5 dec 2017

Het boek is inmiddels helaas uitverkocht, maar hieronder wel digitaal te lezen (zie hier de engelstalige editie):

 

 


“We weten allemaal dat bewegen bijdraagt aan een goede gezondheid, maar we doen het te weinig. Dat moet anders.” Eric van der Burg, wethouder Zorg en Welzijn, Ouderen, Sport en Recreatie, Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Stadsdeel Zuid Amsterdam

“Kinderen laten bewegen is geen kunst, dat doen ze vanuit zichzelf wel. Het voorzien in voldoende en geschikte bewegings- en speelruimte blijkt een lastiger opgave.” Elger Blitz

“Ik nader een kruispunt en ogenschijnlijk ontspannen navigeer ik naar de overkant. In de eerste milliseconden weet ik positie, richting en snelheid van tientallen fietsers, voetgangers en voertuigen. Vanuit mijn ooghoeken vertaal ik lichaamshoudingen en trapfrequenties naar intenties. Ik schat de cyclus van het verkeerslicht in en mijn lichaam zet dit alles direct om in actie: eventjes de benen stil, een tikje naar rechts en een bijna onzichtbaar knikje.” Marco te Brömmelstroet

“Buitenkinderen zijn binnenkinderen geworden. Hoe keren we dit?” Naomi Felder en Lia Karsten

Architectuurprijs voor Space-S Eindhoven

Space-S in Eindhoven, de eigenzinnige woonbuurt die corporatie Het Woonbedrijf samen met toekomstige huurders heeft ontwikkeld, naar een stedenbouwkundig plan van Urhahn en architectuur van Inbo, heeft de Dirk Roosenburg architectuurprijs van de stad Eindhoven gekregen. Wij zijn super trots! Lees meer over het project op onze projectbeschrijving over Space-S, en lees meer over de prijs en de -uitreiking in het Eindhovens Dagblad.

 

 

Stationskwartier Almere Centrum

Gedateerd

Station Almere Centrum is het grootste intercitystation aan de Flevolijn en heeft een belangrijke functie in het openbaarvervoernetwerk van de regio. De verblijfswaarde, ontmoetingswaarde en transferwaarde en daarmee ook de economische waarde van het station en stationsgebied blijven achter bij de (verwachte) groei in reizigersaantallen en de ontwikkeling van de (binnen)stad.

 

Naar een stationskwartier

Urhahn werkte samen met APPM aan een stedenbouwkundige verkenning van het  Stationskwartier van Almere Centrum. In de verkenning gaat het niet primair om de kwaliteitsverbetering van het OV knooppunt zelf, maar vooral om de impuls die het station biedt voor een versterking van het centrum. In een straal van 400 meter rondom het station wordt verkend wat de toekomstige dragers en identiteit van het gebied zijn. Deze verkenning levert de gemeente een bredere context en input voor het formuleren van de gezamenlijke ambities met de partners.

 

Ontwerpen aan ontmoeting

Ontmoeting is de sleutel voor innovatie. Dit gebeurt nu op een andere manier dan 25 jaar geleden, dit blijkt wel uit de vele campussen die nu werken aan een nieuwe visie. De campus van de 21ste eeuw is een gemengd gebied met de kenmerken van een stadscentrum. Het idee van de campus als enclave in het groen waar in alle rust gewerkt kan worden aan innovaties lijkt achterhaald. Dit is een wereldwijde trend: campussen zoeken de stad op (bijvoorbeeld in de vorm van innovation districts) of halen de stad naar zich toe door toevoeging van woningen en andere functies. Dit laatste is het geval in Utrecht Science Park.

 

Urhahn is vanaf 2015 als ruimtelijk adviseur betrokken rond het thema ontmoeting als onderdeel van een bredere campusvisie. In verschillende workshops en studies is samen met de partners (Universiteit Utrecht, UMC en Hogeschool Utrecht) gewerkt aan het versterken van de ontmoetingsfunctie op de campus. Dit heeft geleid tot een visie waarin de mogelijkheden voor verdichting en functiemenging worden geschetst en de kansen voor verbetering van specifieke plekken in de openbare ruimte worden aangegeven.

 

We hebben op een systematische manier de bestaande magneetpunten (zoals parkeergarages of ov-halten), bestemmingen (zoals werkplekken of horeca) en routes in kaart gebracht. Interventies zijn er primair op gericht om zoveel mogelijk stromen te bundelen om vervolgens gericht verblijfskwaliteit toe te voegen. Een kritische massa van gebruikers leidt tot meer draagvlak voor voorzieningen of investeringen in openbare ruimte.

 

Spelregels voor initiatieven

In het Inrichtingsplan en ontwikkelstrategie Hoofddorp Centraal wordt het gewenste toekomstige karakter van Hoofddorp Centraal geduid, het gebied tussen het centrum van Hoofddorp en het station. De ontwikkelstrategie gaat bovendien in op de vraag hoe de ambities voor Hoofddorp Centraal gerealiseerd kunnen worden.

 

In vervolg hierop heeft Urhahn in co-creatie met de stakeholders een set van uitgangspunten en spelregels voor transformatie en herontwikkeling gedefinieerd die eigenaren en investeerders moet verleiden te investeren in het gebied. De uitgangspunten en spelregels hebben betrekking op de ruimtelijke kwaliteit, programmatische mogelijkheden en duurzaamheidseisen en vormen een helder toetsingskader voor de gemeente. Met het stellen van ambities voor de toekomst en door die te vertalen naar principes voor een heldere ruimtelijke kader en regels voor initiatieven wordt houvast geboden aan de verschillende stakeholders in het gebied.

 

Lees hier de samenvatting van de volledige betrokkenheid van Urhahn bij Hoofddorp Centraal.

Greenport 2050

Het agrarische productielandschap verandert in snel tempo: schaalvergroting, vrijkomende agrarische bebouwing en innovatie in productieprocessen leiden allemaal tot een veranderende ruimtevraag van het agrarisch bedrijf. Daarnaast worden van buitenaf steeds meer ambities gesteld: energieneutraliteit, andere vormen van watermanagement en eisen aan de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied.

 

Greenport Noord-Holland Noord is als belangenvereniging van de agrarische sector in Noord-Holland Noord geïnteresseerd in de ruimtelijke weerslag van bovenstaande ontwikkelingen. Ondersteund door OverMorgen (energie), Wageningen Universiteit (landbouweconomie) en BoschSlabbers (landschap) heeft Urhahn de ruimtelijk-economische visie voor 2050 opgesteld.

 

Een uitvoerige analyse is door middel van werksessies en interviews met opdrachtgevers en ondernemers teruggebracht tot 9 strategische programmalijnen: de boerenwijsheden. Hierin is bijvoorbeeld uitgewerkt waarom multifunctionele agrarische bedrijventerreinen, vanwege schaalvoordelen en samenwerking, dé toekomst zijn voor een regio die zich kenmerkt door een diversiteit aan sectoren en ketenactiviteiten. Of hoe de glastuinbouwsector in 2050 energieneutraal kan zijn. Deze programmalijnen moeten voor zowel beleidsmakers bij provincie en gemeente als bij de boer zelf zorgen voor duidelijkheid over de ruimtelijke koers van de Greenport.

Manifest Hamerkwartier Amsterdam Noord

Urhahn werkt in opdracht van Eigen Haard aan het Storkterrein, het gebied rondom de Kromhouthal in het Hamerkwartier in Amsterdam Noord. Het nadenken over de plek zijn we begonnen met een manifest voor het Hamerkwartier: wat is er van belang voor de ontwikkeling die bijdraagt aan het maken van een inclusieve stad? Woningcorporatie Eigen Haard heeft veel bezit in de omliggende buurten Vogelbuurt en IJplein, de transformatie van de Hamerstraat moet bijdragen aan de verbetering van deze buurten en de  mogelijkheden voor de huidige bewoners.

 

In het manifest gaan wij in op de betekenis van het Hamerkwartier in de stad. Dat doen wij vanuit 7 verschillende statements die gezamenlijk de inzet bepalen van Eigen Haard in de discussie met de gemeente en andere stakeholders. Ook hebben wij het manifest vertaald naar een eerste ruimtelijke schets waarin wij de ontwikkelmogelijkheden van het gebied onderzoeken.

 

In vervolg hierop werkt Urhahn in 2018 aan het stedenbouwkundig onderzoek voor het gebied. Daarnaast heeft Urhahn de conceptontwikkeling voor de Kromhouthal gedaan.

Groningen Herestraat – 100% tailormade

Urhahn’s visie voor de Manifestatie Wonen in Stadshart verbeeldt een gedetailleerd palet aan kansen voor de verbetering van de leefbaarheid in de Groningse binnenstad.

 

Ooit was de Herestraat, de verbindingsstraat naar Assen, een van de meest monumentale straten van Groningen. Tegenwoordig is de Herestraat de hoofdslagader in het winkelcircuit, een doorsnee winkelstraat, ontoegankelijk voor fietsers tijdens winkeltijden. De vraag is hoe de Herestraat weer in zijn oude glorie hersteld kan worden, met meer diversiteit en levendigheid – ook buiten winkeltijden.

 

Door een langzame transformatie van de Herestraat naar een meer gedifferentieerde en functiegemengde binnenstadsstraat wordt een positieve bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van een levendige binnenstad. Wonen speelt daarbij een cruciale rol. De binnenstad biedt een grote verscheidenheid aan bebouwing en woontypologieën in een context van kleinschalig en versnipperd eigendom. Nieuwe oplossingen en het toevoegen van woningen rond de Herestraat zullen daarom altijd maatwerk zijn.

 

Nieuwe woontypologieën – zoals slanke torens op de tweede linie of gezinswoningen op een tweede maaiveld – zullen nieuwe en deels kapitaalkrachtige doelgroepen trekken. Goede adressering en ruime, hoogwaardige individuele buitenruimtes zijn daarbij een vereiste. In de luwte achter de winkels kan een zwerfmilieu ontstaan waar andere voorzieningen mogelijk zijn; soms gecombineerd met wonen, soms op zichzelf staand. Hiermee wordt een nieuwe laag toegevoegd aan de monotone winkelstraat die zorgt voor levendigheid en dynamiek waar ook winkeleigenaren van zullen profiteren.

 

In de meeste gevallen zullen de parallelstraten als adres fungeren voor het nieuwe wonen. Een goede kwaliteit en gebruikswaarde van de Gelkingestraat en Pelsterstraat zijn daarmee sterk bepalend voor de haalbaarheid en het ambitieniveau, en uiteindelijk voor de kwaliteit van de Herestraat. Het uitbreiden en versterken van de informele structuur van gangen en binnenhoven biedt de kans om de doorwaadbaarheid van de binnenstad rondom de Herestraat te verbeteren. Herinrichting van de Herestraat zelf zal bijdragen aan de transformatie van een monofunctionele winkelstraat tot een stedelijke huiskamer en een nieuwe dimensie geven aan het wonen in de binnenstad.

 

Ingrepen

Urhahn beschrijft 8 ingrepen die kunnen helpen de leefbaarheid van de binnenstad te verbeteren en de waarde van het vastgoed en de kwaliteit van de openbare ruimte rond de Herestraat te vergroten.

  1. Door het verlenen van overpad ontstaat een tweede maaiveld boven de winkels, waarbij woningen worden ontsloten via het dak van de buurman. Er ontstaat een hof op niveau, dat rust, lucht en ruimte biedt aan nieuwe bewoners zoals stadse gezinnen.
  1. Bestaande studentenwoningen kunnen getransformeerd worden naar andere woningtypen voor o.a starters: grotere appartementen met bijvoorbeeld dakterrassen.
  1. Door ‘rotte kiezen’ in het straatbeeld te vervangen voor nieuwe winkelpandjes en verblijfsplekken, kan de ontsluiting van woningen boven winkels geregeld worden. Met het leggen van nieuwe verbindingen ontstaat er een dwaalmilieu dat de middeleeuwse binnenstad, die verscholen ligt achter de commerciële gevels, weer zichtbaar maakt.
  1. De Herestraat wordt met eenvoudige middelen geherprofileerd. Van een puur op commercie en functionaliteit gerichte winkelstraat wordt de Herestraat meer een stedelijke huiskamer die naast het winkelen ook een adres vormt voor het wonen, horeca en werken.
  1. Door vergroening en herprofilering van de Pelsterstraat wordt deze weer geschikt om aan te wonen. Door de parkeergarage voor (nieuwe) bewoners te bestemmen en van een groene gevel te voorzien levert deze een goede bijdrage aan het straatbeeld. Een slanke woontoren tussen het voor- en achterhuis voegt kwalitatief hoogwaardige woningen of werkruimten voor ZZP-ers toe.
  1. Hoogwaardige opbouwen die bijdragen aan het kleinschalige en historische karakter van de pandenstad, kunnen spannende en nieuwe typologieën opleveren met mooi uitzicht over het daklandschap van de binnenstad.
  1. Kleine ingrepen, zoals het opknappen van bestaande stegen en binnenhoven door vergroening, herbestrating, vervangen van oude hekken, bellen en postbussen en toevoeging van entrees en ramen, dragen bij aan een kwalitatief hoogwaardig en veiliger leefmilieu.
  1. Het vertrek van de Bijenkorf biedt kansen voor herontwikkeling. Door het gebouw deels te slopen en te herbouwen kan de expeditie anders worden geregeld en kunnen opgangen voor woningen een betere plek krijgen. Door het toevoegen van nieuwe typologieën zoals slanke hoge panden kunnen nieuwe doelgroepen zoals zelfbouwers en CPO’s- naar de binnenstad worden getrokken.

 

In het boek WISH / Wonen in stadshart is de studie vastgelegd. Het bijbehorend essay over meer en andere woonruimte passend bij het stadshart, inspelend op nieuwe doelgroepen en met liefde ontwikkeld en ontworpen, lees je hier.

 

Omgevingsbeeld Regio Alkmaar: diversiteit als troef

Zeven gemeenten, één regio

Regio Alkmaar is een regio met veel kwaliteiten. De regio ligt prachtig aan de Noordzee, kent mooie kernen en karakteristieke dorpen, bezit een sterke ondernemersgeest en bestaat uit aantrekkelijke landschappen. Om de regio verder te versterken, werken de zeven gemeenten in Regio Alkmaar samen. Urhahn ontwikkelde in opdracht van Regio Alkmaar het Omgevingsbeeld: Diversiteit als troef. Met het Omgevingsbeeld schetst de regio een perspectief voor de toekomst, met als planhorizon 2030. Een beeld dat de zeven gemeenten bindt en helpt om belangen en keuzes voor de regio in samenhang en integraal afwegen.

 

Gunstige ligging

Regio Alkmaar is sterk verbonden met omringende regio’s. De druk en dynamiek van de Metropoolregio Amsterdam (MRA) zijn voelbaar op de woningmarkt en de economie. Door de korte afstanden, de goede infrastructuur en OV-verbindingen in combinatie met de aantrekkelijke landschappen, steden en dorpen heeft de regio veel te bieden voor bewoners, ondernemers en bezoekers van elders. De regio maakt onderdeel uit van de Greenport Noord-Holland Noord, wat van grote betekenis is voor de regio op gebieden als werkgelegenheid, kennisontwikkeling en woningmarkt. Leidend principe voor de hele visie is het benutten en versterken van de enorme diversiteit aan (potentiële) kwaliteiten die de regio bezit.

 

Drie verhaallijnen

Het Omgevingsbeeld is opgebouwd uit drie verhaallijnen: het gezonde landschap, de ondernemende regio en kernen met eigen woonkwaliteit. Samen vormen ze de ambitie en tevens het afwegingskader voor toekomstige ontwikkelingen van regionaal belang in Regio Alkmaar.

 

Oostenburg: – stoer – contrastrijk – levendig – eiland –

Oostenburg, een ontwikkeling in jaren

Naast het stedenbouwkundig plan voor de organische ontwikkeling van Oostenburg maakte Urhahn ook het Masterplan Openbare Ruimte. Oostenburg, het voormalige terrein van de VOC en Werkspoor, wordt niet in één keer getransformeerd tot een nieuwe buurt om te wonen en te werken. Er is ruimte voor ontwikkeling door diverse partijen, zodat een rijk palet aan gebouwen en functies zal verrijzen. De openbare ruimte vormt de tegenhanger van de diversiteit en contrasten in de bebouwing: een samenhangend tapijt dat de beoogde identiteit van het gebied zal benadrukken. Dit masterplan vormt het kader voor de inrichting van de openbare ruimte. Op basis hiervan worden uitwerkingen voor deelgebieden gemaakt.

 

Werfvloer

De kernwaarden die de basis vormen voor het ontwerp zijn ‘eiland’, ‘contrastrijk, ‘stoer’ en ‘levendig’. Op Oostenburg ligt het primaat bij verblijven, lopen en fietsen. Auto’s zijn te gast. Het hele openbaar gebied wordt op één hoogte aangelegd, waardoor de werfvloer op verschillende manieren bruikbaar is: als verlengstuk van je huis of werkplek, als speelruimte, en als verkeersruimte. Buiten is het verlengde van binnen. Gedeelde ruimte, shared space, voor een eiland met het gevoel van samen, past bij de geschiedenis van het eiland, waar voor het werken het hele terrein werd gebruikt: grote schuifdeuren, de bokken waarin machines van en naar het water werden gehesen. De vloer is ontworpen als lappendeken van oud en nieuw materiaal, waarin het bijzondere verleden van het gebied zichtbaar zal blijven.

 

Het bestemmingsplan voor Oostenburg is in de zomer van 2016 vastgesteld. Begin 2017 werkt Urhahn aan het uitwerken van de gedetailleerde inrichtingsplannen en de bouwenveloppen, en aan het Voorlopig Ontwerp Openbare Ruimte. De start van de bouw en de aanleg van de eerste delen van de openbare ruimte wordt in 2017 verwacht.

 

Lees meer over het plan op onze projectpagina over de organische ontwikkeling, of volg de ontwikkelingen op de website over Oostenburg van Stadgenoot.

Expertmeeting ‘Nieuwe strategieën voor gebiedsontwikkeling’

Donderdag 10 november verzamelden zich projectleiders, ontwerpers en beleidsmakers in de gymzaal van Hoofddorp. Hier is een middag geoefend met de ‘Strategiewijzer voor binnenstedelijke transformatie‘ die Urhahn afgelopen jaar heeft ontwikkeld. De Strategiewijzer is een vervolg op de publicatie ‘De Spontane Stad’. Een hulpmiddel om richting te vinden in de zoektocht naar andere manieren van plannen maken. Urhahn heeft plannenmakers uit het hele land uitgenodigd om hun praktijkvoorbeelden in te brengen en de tools uit de strategiewijzer te testen. In gesprek met ervaringsdeskundigen analyseerden zij de ingebrachte projecten uit de eigen praktijk.  Hoe hoog zou je jouw project op de thermometers Potentie, Urgentie en Invloed zetten? Wat betekent dat voor de aanpak die passend is in deze fase van je project?

 

Plannen maken is improviseren, omgaan met het onverwachte. Dit is ook waar de filosofie van de Spontane Stad op is gebaseerd. De jazzmusici van de Bende van Drie namen ons mee in de wereld van de voorstelling Tightrope. Zij speelden tegen de achtergrond van beelden van Phillipe Petit die zijn leven waagde op een koord tussen de Twin Towers. Een inspiratie voor iedereen om zijn improvisatietalent aan te spreken en in te zetten voor de apenkooironde: kies de strategie die goed zou kunnen werken in jouw project! Al stappend van cirkel naar cirkel ontdekten we dat wisselen van strategie tijdens een project heel goed kan. Velen die starten met de strategie ‘kwartiermaken’, willen uiteindelijk toe naar de strategie ‘spelregels’ om de gecreëerde waarden vast te leggen. ‘Improvisatie’ kan heel lang goed werken, maar als een project eenmaal loopt, kun je kiezen voor de strategie ‘controle’ om de veelheid aan initiatieven in goede banen te leiden.

 

Een dynamische en leerzame middag in de gymzaal, dank aan alle experts voor de voorbereiding en deelname!

Download hier de compacte samenvatting van de strategiewijzer (pdf, A3), of het volledige onderzoeksrapport van de Strategiewijzer (pdf, boekje).

Doe het zelf, doe het samen

Participatie. Het is inmiddels alweer bijna een onbruikbaar woord aan het worden. Het klinkt als: er is geen geld, dus laten we het de mensen zelf maar oplossen. Of: we moeten nu eenmaal met de burgers samenwerken, maar we verwachten er niks van. Iedere gemeente heeft ermee te maken, maar in de praktijk blijken overheden vaak moeite te hebben om daadwerkelijk de samenwerking aan te gaan met burgers, en meer te doen dan hen uitsluitend te informeren en op de hoogte te houden van het proces.

 

Onze ervaringen zijn anders. Bewoners en ondernemers kennen hun stad, weten wat er speelt en weten ook vaak de oplossing. Door het samen te doen weet je meer en ga je sneller.

 

Het stedenbouwkundig plan voor Space-S in Eindhoven is daarvoor een prachtig voorbeeld. Woonbedrijf nam daar het initiatief om bewoners vanaf de eerste dag te betrekken bij de planvorming. Wat is wonen voor jou op deze plek? Waar moet dat aan voldoen? En hoe ziet het er dan uit? Vanaf nul beginnen, durven vragen. En dan blijkt dat de meningen niet zover uiteen liggen, zeker op een locatie als Strijp-S, voormalig Philipsterrein met een fantastische industriële sfeer.  Urhahn vertaalde die wensen en ideeën in een ontwerp. Het is het snelst gerealiseerde project geworden dat we in Nederland ooit hebben gedaan. De toekomstige huurder heeft een naam en een gezicht, die laat je niet wachten. Iedereen wilde vooruit, en drie jaar later staat het er!

 

Urhahn heeft ook op het regionale schaalniveau veel positieve ervaring in het samenbrengen van initiatiefnemers en overheid. Bijvoorbeeld voor het opstellen van een Structuurschets voor West-Friesland heeft Urhahn een interactief participatie- en communicatieproces opgezet, gericht op goede samenwerking tussen de partners en het ontginnen van de regionale dynamiek, aan de hand van InnovatieLabs, regionale diners en brede sessies met de zeven gemeenteraden gezamenlijk. Dit heeft geleid tot een structuurschets met draagvlak.

 

In ‘Vormgeven aan de Spontane Stad’, een publicatie die we samen met het PBL hebben gemaakt, hebben we door uitvoerig onderzoek ontdekt waar de verbeterpunten zitten voor de samenwerking tussen private en publieke partijen. Hoe kunnen (lokale) overheden ruimte geven aan burgers en bedrijven om hun initiatieven in te passen in de stad?

 

Urhahn werkt voor bijna ieder project samen met meerdere stakeholders en betrokkenen bij een locatie. Onder het trefwoord ‘participatie / cocreatie’ worden enkele van onze projecten nader uitgelicht waar het opstellen van een visie of plan gezamenlijk met bewoners of ondernemers is gedaan.

 

Urhahn bestaat in 2016 25 jaar. Opgericht door Gert Urhahn als eenmanszaak ‘Stedenbouwkundig ontwerpbureau ir. G.B. Urhahn BNSP’, uitgegroeid tot een uniek bureau dat ontwerp en strategie verbindt. Die combinatie zit vanaf het begin in ieder project. Elke opgave is onderdeel van een voortdurend onderzoek naar de kracht van stedelijkheid, maatschappelijk nut en noodzaak en ruimte voor het onverwachte. Met een reeks beschouwingen op het vakgebied vieren wij 25 jaar Urhahn. Wat hebben we geleerd, wat leren we vandaag? En vooral: hoera, wat is het toch een mooi vak!

 

Lees ook onze andere artikelen:

Meer kwaliteit voor het Streekhof, Stede Broec

Van parkeerterrein naar aantrekkelijk verblijfsplein

Het winkelcentrum Streekhof heeft een sterke positie in West-Friesland. Er is draagvlak en ondernemerszin om het winkelaanbod uit te breiden. Urhahn heeft eerder een stedenbouwkundige visie gemaakt voor de kwalitatieve uitbreiding. In 2016 heeft Urhahn, in samenwerking met Dijk&Co en Breen Stedenbouw een ontwerp gemaakt voor de openbare ruimte rond het winkelcentrum. Uitgangspunt is de transformatie van een centraal gelegen parkeerterrein tot een aantrekkelijk verblijfsplein. Parkeerplaatsen worden verschoven, routes verplaatst, ruimte voor verblijven en terrassen worden toegevoegd en bovenal zal er meer verblijfskwaliteit worden gecreëerd.

 

Dorpse sfeer

Parallel heft Urhahn een beeldkwaliteitsplan opgesteld voor de uitbreiding van het winkelcentrum. Een dorpse sfeer, aantrekkelijke fronten en logische routes en entrees zijn enkele elementen van dit beeldkwaliteitsplan. Het ontwerp voor de openbare ruimte en de ideeën uit het beeldkwaliteitsplan zijn ruimtelijke verbeeld in een aansprekende maquette.

 

In samenspraak met de lokale DenkTank

Het Streekhof is, en wordt nog sterker, een centrale plek in Stede Broec: de ‘huiskamer’ van het dorp. Een DenkTank bestaande uit lokale ondernemers en omwonenden hebben driemaal meegedacht in het proces. Er is een goed inzicht is ontstaan in de prioriteiten van winkeliers, omwonenden en andere belanghebbenden. Urhahn heeft deze kennis vertaald in de plannen voor de openbare ruimte.

 

Het plein voor de hoofdentree is in 2017 opgeleverd.

Programma is leidend, maar wat als dat er niet is?

Een architect begint met een programma: hoeveel woningen moeten erin? Hoeveel parkeerplaatsen? Bij stedenbouwers begint het werk met de vraag wat voor programma er passend is op een bepaalde plek. Voor wie ga je plannen maken, wat wil je bereiken voor de stad? Hoe verhoudt het programma op deze plek zich tot de regio? Die woontoren in Amersfoort, wie wil daar wonen? Dat bedrijventerrein in Eindhoven, voor welke ondernemers is dat aantrekkelijk?

 

Soms ontstaat er een opgave voor een locatie, terwijl er eigenlijk geen programma voor is. Mooi voorbeeld is de oude dierentuin in Emmen. De dierentuin is verplaatst naar de rand van het centrum en nu is het voormalige dierenpark leeg. Een locatie midden in het centrum, met eeuwenoude bomen en cultuurhistorie te over. Een stadspark? Prachtig, maar in een gemeente met zoveel ruimte, van achtertuin tot het stadsbos Emmerdennen, biedt een park geen toegevoegde waarde. Bovendien: wie gaat dat onderhouden?

 

Urhahn heeft  het inspiratie- en ontwikkelkader voor het voormalig dierenpark Emmen opgesteld, met het doel initiatiefnemers te inspireren hun droom te verwezenlijken en tegelijkertijd het park tot een levendige en aantrekkelijke plek voor de stad te maken. In Emmen zullen de initiatiefnemers vooral lokaal moeten worden gevonden. De gemeente is leidend in het transformatieproces. De eerste galerie zit inmiddels in het entreegebouw, duikers hebben het haaienbassin ontdekt. Een vrouw laat haar hond uit op de vroege ochtend. Een fietsroute door het park verbindt de scholen beter met het centrum en omliggende wijken. Kleine ingrepen maken het verschil. Maar het blijft tegelijkertijd een spannend proces in kleine stapjes, waarin fouten gemaakt moeten kunnen worden, en waar geleidelijk wordt voortgebouwd op de ervaring.

 

Urhahn bestaat in 2016 25 jaar. Opgericht door Gert Urhahn als eenmanszaak ‘Stedenbouwkundig ontwerpbureau ir. G.B. Urhahn BNSP’, uitgegroeid tot een uniek bureau dat ontwerp en strategie verbindt. Die combinatie zit vanaf het begin in ieder project. Elke opgave is onderdeel van een voordurend onderzoek naar de kracht van stedelijkheid, maatschappelijk nut en noodzaak en ruimte voor het onverwachte. Met een reeks beschouwingen op het vakgebied vieren wij 25 jaar Urhahn. Wat hebben we geleerd, wat leren we vandaag? En vooral: hoera, wat is het toch een mooi vak!

 

Lees ook onze andere artikelen:

Van locmaking naar placemaking naar citymaking

De Spoorzone Tilburg is succesvol in ontwikkeling: nieuwe gebouwen worden opgeleverd; vele initiatieven en evenementen zetten het gebied op de kaart. Na meer dan 140 jaar als NS-werkplaats, werd het gebied in 2010 geopend voor de stad. Nu, na een periode van zes jaar placemaking, evenementen en tijdelijke contracten voor initiatiefnemers, is het tijd om na te denken over de volgende stap. Een stap waarin permanente functies zoals wonen en werken een plek gaan krijgen: ’van placemaking naar citymaking’. Zijn de ambities zoals ze 10 jaar geleden werden opgeschreven in het masterplan nog steeds actueel en haalbaar? De periode van placemaking heeft een waardevolle bijdrage geleverd aan het gebied. De cultuurhistorische kwaliteiten en het huidige gebruik zijn een perfecte voedingsbodem voor nieuwe stedelijkheid en een vitaal economisch gebied.

 

Het gebiedsprofiel Spoorzone-Oost beschrijft de gewenste programmatische ontwikkeling. De Spoorzone is een unieke plek in Brabant. Een stoere, rauwe plek met een industrieel karakter, perfect ontsloten en midden in BrabantStad. Een perfecte locatie voor de stedelijke (kennis)economie, de nieuwe stedeling, het hoger onderwijs en vooral ook voor relaties en samenwerkingen tussen de activiteiten in het gebied. Stadshoven is het concept. De bestaande hovenstructuur wordt benut en versterkt om de interactie tussen de activiteiten en de gebruikers waar te kunnen maken. NDSM meets Zuidas. Tilburg kan met haar Spoorzone echt het verschil maken: dé plek voor de nieuwe stedelijke economie.  De visie vormt de programmatische basis voor ruimtelijke uitwerkingen en samenwerkingen tussen de gebiedsontwikkelende partijen.

(Be)leefbaar landschap Lutjebroek

Ja, tenzij…

Het zuidwestelijke gebied van Stede Broec ligt op de overgang van het stedelijk gebied naar het agrarisch landschap. Het gebied is sterk in ontwikkeling: de Westfrisiaweg wordt aangelegd, er zijn diverse particuliere initiatieven aan de noordzijde van het gebied en de woningbouwplannen voor Waterweide worden ontwikkeld. Dit alles heeft een grote invloed op het gebied. Urhahn heeft daarom op verzoek van de gemeente Stede Broec een gebiedsvisie en een ontwikkelkader opgesteld waarmee de initiatieven ruimtelijk en programmatisch kunnen worden beoordeeld: sluiten ze aan bij de gebiedsambities en onder welke voorwaarden mag er worden ontwikkeld? Het gemeentelijke uitgangspunt is ‘ja, tenzij’: de gemeente wil ontwikkelingen graag faciliteren, mits ze bijdragen aan de vitaliteit en aansluiten bij de kwaliteiten van het gebied.

 

Participatie centraal; gebiedsvisie als resultaat

Gebiedsontwikkeling anno nu vraagt een nieuwe aanpak, zeker in dit Stede Broec Zuidwest. De toekomst van het gebied wordt vormgegeven door private, maatschappelijke en publieke ontwikkelingen. De kansen, initiatieven en mogelijke ontwikkelingen zijn eerst verkend, in plaats van eerst een plan maken dat slecht aansluit bij de dynamiek in het gebied, en daardoor moeilijk realiseerbaar is. De gebiedsvisie is geënt op de initiatieven. Er is gekozen voor een open planproces waar met de ‘omgeving’ het gesprek is aangegaan. Allereerst is de agenda voor het gebied opgesteld: samen met de bewoners, gebruikers en initiatiefnemers in en rond het gebied is gekeken naar de initiatieven en de realiseerbaarheid. Centraal in dit proces stonden interviews en een grote gebiedsbijeenkomst. Gebaseerd op deze gezamenlijke agenda is de visie ontwikkeld. De visie is vertaald naar een helder ontwikkelkader: wat is mogelijk, waar en onder welke condities? Dit geheel is tijdens een afsluitende gebiedsbijeenkomst (november 2016) besproken.

 

Urhahn viert 25 jarig bestaan

Op het Vuurtoreneiland, het drie eeuwen oude fort-eiland voor de kust van Durgerdam, dat enkele jaren geleden door een bezielde ondernemer tot een geweldig restaurant is omgetoverd, hebben wij ons 25 jarig jubileum gevierd. Urhahn heeft met een stedenbouwkundige onderbouwing geholpen de bestemmingswijziging mogelijk te maken, het feestje vond dus plaats op een echte projectlocatie.

 

Niet alleen hebben we er fantastisch gegeten, gedronken en de ruige romantiek van het eiland verkend, ook hebben we herinneringen opgehaald aan de in totaal 150 medewerkers die er bij Urhahn hebben gewerkt door de jaren heen, de 550 projecten die we al op onze naam hebben geschreven en de vele buitenschoolse activiteiten die we samen hebben ondernomen.

 

Enkele statistieken brachten veel verhalen boven:

Van de 150 medewerkers was/is exact 50% vrouw, ca 50% in bezit van een anders dan Nederlands paspoort (33 nationaliteiten), 19% opgegroeid in Noord-Brabant (dat is dus bijna 40% van de Nederlandse werknemers), had 16% van de mannen een baard (langer dan 5 mm, meer dan 2 weken), en was 16% kleiner dan ca 165 cm. Van de 550 projecten was 21% in Amsterdam, 10% in het buitenland (in 15 verschillende landen), en de rest verspreid over heel Nederland.

 

Op naar de volgende 25 jaar!

 

Geplaatst op: 25-10-2016

Economisch-ruimtelijke visie: Tilburg is klaar voor de 21ste eeuw

Voor Tilburg hebben we een economisch-ruimtelijke visie ontwikkeld. Een slim en efficiënt proces gericht op draagvlak en realisme waren onderdeel van de advisering. De binnenstad is voor iedereen. Dit betekent dat gerichte gesprekken zijn gevoerd met vertegenwoordigers van gebruikers en bewoners van de binnenstad. Tevens is een expertteam bestaande uit lokale en nationale experts ingesteld dat gereflecteerd heeft op de plannen. College en gemeenteraad zijn diverse momenten betrokken bij het proces. De visie is gepresenteerd tijdens een druk bezocht stadsgesprek. Alle procesinspanningen hebben geleid tot een realistisch plan met draagvlak.

 

De Tilburgse binnenstad is in ontwikkeling. De bouwkranen staan overal en het nieuwe stadssilhouet krijgt vorm op plekken als het Kernwinkelgebied en de Spoorzone. Het moment is nu daar om na te denken over de economische toekomst van de binnenstad. Hoe kan worden geprofiteerd van de forse publieke investeringen, wat betekenen de succesvolle projecten voor de binnenstad en hoe kan de binnenstad als totaal beter en in samenhang gaan functioneren? Economische structuurversterking staat centraal in deze economisch-ruimtelijke visie; de ruimtelijke kwaliteit gaat hieraan bijdragen.

 

Maak sterker wat sterk is

Tilburg NexT betekent dat wordt gekozen voor de NexT Generation. Tilburg is een stad vol met talent, studenten en jongeren. Deze worden verleid om langer in de stad te blijven wonen, te werken en te besteden. Tilburg creëert zo haar eigen middenklasse voor de toekomst. Tilburg gelooft in haar eigen kracht: maak sterker wat sterk is. Eén van de kernkwaliteiten is ‘cultuur en creativiteit’. Tilburg gaat deze sterker inzetten als basis voor de nieuwe stedelijkheid. Een aantrekkelijk, gemengde en levendige binnenstad is voorwaardelijk voor de nieuwe economische kracht van de binnenstad. De kenniswerkers en nieuwe stedelingen ambiëren zo’n binnenstad. Tilburg kan en moet hierin een forse slag maken. Beter economisch functioneren kan via vier vliegwielen:

  • Compact en compleet: ontwikkel een binnenstad die qua winkels en voorzieningen op orde is om de lokale en regionale koopkracht te binden;
  • Wonen voor de NexT generation: creëer binnenstedelijke woonmilieus voor de 25-er;
  • Talent en ontwikkeling kenniseconomie: geeft ruimte aan (door)groei van de stedelijke economie: zakelijke dienstverlening en kenniseconomie;
  • Creatief ondernemerschap: laat creativiteit een basis zijn voor de stedelijke economie.

 

Een visie als basis voor een agenda en afwegingskader

De visie vormt de basis voor een uitvoeringsagenda en afwegingskader. Welke projecten worden de komende jaren opgepakt (en vooral afgerond) en wat zijn de ruimtelijke en programmatische kaders waaraan initiatieven moeten voldoen zodat een samenhangende ontwikkeling van de binnenstad kan plaatsvinden de komende jaren? Deze uitvoeringsagenda is het voorjaar van 2017 opgesteld.

De stad als het nieuwe sportterrein

Sinds het einde van de 19de eeuw worden sport en spelgelegenheden bewust gepland in en rond de stad. Stonden deze aanvankelijk in het teken van het (gezelschaps)spel, op Engelse leest geschoeid. In het begin van de 20ste eeuw raakte de Duitse gymnastiek, die sterk op kracht was gebaseerd, in zwang. De sterk toegenomen inactieve kantoorarbeid noodzaakte hiertoe. Prachtige, vroege voorbeelden van geplande sportvoorzieningen zijn te vinden in de tuindorpen en Amsterdam-Zuid. Het Oplympiaplein, het Olympisch stadion en het De Mirandabad zijn bewust ontworpen elementen in de stedelijke structuur. Nadien is het snel gegaan. Normen voor sport en spel werden vastgelegd voor iedere naoorlogse woonwijk. Vervolgens zagen we de opkomst van grote monofunctionele sportcomplexen aan de rand van de stad. Vanwege de grootschalige stedelijke expansie en de lage grondwaarde kwamen deze voorzieningen steeds verder van de woonwijken te liggen. Voor velen is de afstand nu niet meer befietsbaar. Veel kinderen worden met de auto naar de sportcomplexen gebracht.

 

Vanaf de jaren 90 is er een herwaardering voor sport in de stad. De olympische spelen in Barcelona 1992 gaven hiertoe het startschot. Sport als katalysator voor de stedelijke vernieuwing en als belangrijk element voor de citymarketing. Sindsdien heeft dit een grote vlucht genomen. Iedere zichzelf respecterende stad organiseert een marathon of een ander groot sportevenement. De zichtbaarheid van sport in de stad en de verregaande individualisering van de maatschappij, hebben er toe geleid dat ‘Sports in the City’ een ander karakter heeft gekregen. Sporten mag weer gezien worden, we doen het graag op individuele basis en bij voorkeur vanuit huis. Skaten, bootcampen, running en fietsen zijn goede voorbeelden. Maar ook het ouderwetse pleintjesvoetbal (in de Cruijff-court) en de Krajicek-velden passen in dit beeld. De verbinding tussen sport, vrije tijd en zorg dragen bij aan deze stedelijke gerichtheid. We sporten minder op de sportcomplexen aan de rand van de stad, en meer ongeorganiseerd in de directe woonomgeving. Apps, sociale media en internet zorgen voor de individuele beleving, de competitie en het sociale element. We organiseren het zelf. Dit stelt eisen aan de fysieke ruimte en de stedelijke voorzieningen: de stad als sport- en speelterrein. En daarnaast, er ontstaan interessante nieuwe verbindingen tussen hard- en software: interactieve verlichting en verharding, digitale oefencircuits in de stad en afspreekplekken (via sociale media). Een nieuwe, vaak onzichtbare, sportieve betekenis wordt toegevoegd aan de publieke ruimte.

 

Door: Ad de Bont (tevens expert ‘gezonde verstedelijking’ aan de TUe en mede-oprichter van het platform Gezond Ontwerp).

Lees ook het artikel van Ad over gezonde verstedelijking.

Geplaatst op: 15-10-2016

Altijd af en nooit klaar!

Soms gebeurt het nog: het uitrollen van een hele stad. China doet het aan de lopende band, Rusland en Turkije zijn er goed in. In Nederland zijn ontwikkelprocessen, door een traditie van polderen en gezamenlijk ontwikkelen, langdurig en moeizaam. Soms is dat frustrerend, maar het is ook een kwaliteit. Geen dictatuur die alles opzij schuift, maar een zorgvuldig proces. En dan verandert er wel eens wat tijdens het plannen maken, of tijdens de ontwikkeling. De plannen van Urhahn kunnen daarop in spelen. Het is niet erg dat de eerste ontwikkeling een tijd lang op zichzelf staat. Het is niet erg dat de sloop halverwege wordt afgeblazen. Oud en nieuw sluiten in iedere stap goed op elkaar aan.

 

De kern voor deze manier van werken zit in zorgvuldig kijken naar wat je hebt en werken in kleine stappen. Alles in één keer slopen levert aan alle kanten problemen op: een terrein ligt jarenlang braak, in de tussentijd kan er niets, en de ontwikkeling die terugkomt is ook vaak groot en inflexibel. De stadsontwikkeling van de oostelijke eilanden in centrum Amsterdam is hiervoor een mooi voorbeeld. Kattenburg werd in één keer gesloopt, vervolgens lag het jarenlang braak en is het nu het eiland dat het moeilijkst te transformeren is. Op Wittenburg is blok voor blok gewerkt, met behoud van een aantal gebouwen zoals de kerk en de loodsen aan het water. Maar gelukkig maakt de tijd alles mooier, zelfs grindbeton.

 

Voor de voormalige vliegbasis Valkenburg in Katwijk is de toekomst nog ongewis. Een ontwikkelstrategie is hier meer op zijn plaats dan een masterplan. Bij iedere nieuwe ontwikkeling wordt de vraag gesteld of dit past in de ambities en of het andere ambities niet in de weg zit. In de ontwikkelstrategie van Urhahn wordt niet uitgerold van oost naar west, maar gestart vanuit bronpunten, plekken waar je kunt beginnen met bouwen, en waar direct een volwaardig buurtschap kan ontstaan, zodat mensen niet jaren lang in een onaf gebied wonen.

 

De stedelijke vernieuwing in de Kolenkitbuurt in Amsterdam West gaat stap voor stap, en zal waarschijnlijk nooit volgens het oorspronkelijke plan gerealiseerd worden. En dat is prima. Door de bestaande straten als basis te nemen is het mogelijk blok voor blok te transformeren, aan te passen en maatwerk te leveren.

 

Urhahn bestaat in 2016 25 jaar. Opgericht door Gert Urhahn als eenmanszaak ‘Stedenbouwkundig ontwerpbureau ir. G.B. Urhahn BNSP’, uitgegroeid tot een uniek bureau dat ontwerp en strategie verbindt. Die combinatie zit vanaf het begin in ieder project. Elke opgave is onderdeel van een voordurend onderzoek naar de kracht van stedelijkheid, maatschappelijk nut en noodzaak en ruimte voor het onverwachte. Met een reeks beschouwingen op het vakgebied vieren wij 25 jaar Urhahn. Wat hebben we geleerd, wat leren we vandaag? En vooral: hoera, wat is het toch een mooi vak!

 

Lees ook onze andere artikelen:

Medemblik DEK-terrein

Met het vrijkomen van enkele sportvelden in Medemblik (DEK-terrein) ontstaat de mogelijkheid voor woningbouwontwikkeling. Een prachtige locatie nabij het centrum, gelegen aan de Westfriese Omringdijk en nabij de stranden en het IJsselmeer. In de gemeente Medemblik is behoefte aan dorpse woningbouw. Urhahn ontwikkelt in nauwe samenwerking met de omwonenden een gebiedsvisie en een bestemmingsplan voor deze locatie.

 

Opdrachtgever: Gemeente Medemblik

i.s.m. Witteveen & Bos, Beaumont communicatie en Breen Stedenbouw

Geplaatst op: 01-10-2016

Voor meer informatie: Ad de Bont